Onthullingen, getuigenverklaringen, wetenschappelijke evaluaties en foto's over de Bijlmerramp met het El AL-vliegtuig

RIVM-rapport over gezondheidsrisico's vliegtuiglading Bijlmerramp

Bijlmer enquête . . . Kamerzetel 151 . . . Klankbord <===> SDN . . . Klokkenluider

Rapport werd door het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Datum: 1998-11-05, Nummer: 94

RIVM-rapport over gezondheidsrisico's vliegtuiglading Bijlmerramp

Minister Borst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft vandaag het rapport Gezondheidsrisico's Brand El Al-Boeing verstuurd aan de Tweede Kamer. Dit rapport is op verzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg opgesteld door het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu (RIVM).In het rapport staan de resultaten van het RIVM-onderzoek naar mogelijke gezondheidsrisico's van stoffen en goederen aan boord van de El-Al Boeing die op 4 oktober 1992 verongelukte in de Bijlmer.

De Hoofdinspecteur voor de Gezondheidszorg, J. Verhoeff, heeft het RIVM-rapport tevens toegezonden aan de onderzoeksgroep van het AMC die de gezondheidsklachten onderzoekt die door patiënten in verband worden gebracht met de Bijlmerramp. Een samenvatting van het rapport is bijgevoegd.


Samenvatting van het RIVM-rapport Gezondheidsrisico's brand El Al-Boeing

Rapportnummer 609026.002

In het rapport Gezondheidsrisico's brand El Al-Boeing vindt u de resultaten van een RIVM-onderzoek naar mogelijke gezondheidsrisico's van stoffen en goederen aan boord van de in 1992 te Amsterdam verongelukte El Al-Boeing. Het is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in de hoop hiermee bij te dragen aan een beter begrip van de gezondheidsklachten van omstanders en hulpverleners bij de Bijlmerramp.

Het RIVM heeft de gezondheidsrisico's van de in de ladinglijst genoemde stoffen geëvalueerd, waarbij echter moet worden aangetekend dat de ladinglijst niet compleet was, terwijl de beschrijvingen van de niet-gevaarlijke goederen aan boord ook niet altijd even gedetailleerd waren. Naast de lading zijn ook het verbrande vliegtuig en de daarin aanwezige kerosine in het onderzoek betrokken. Verder is gekeken naar de "gewone" giftige stoffen die bij iedere brand, klein of groot, te verwachten zijn. Als eerste stap is vastgesteld welke gevaarlijke stoffen bij de branden mogelijk zijn vrijgekomen. Vervolgens is met behulp van een geavanceerd driedimensionaal verspreidingsmodel berekend in welke richting die stoffen zich hebben verspreid en aan welke concentraties omstanders van de brand en hulpverleners kunnen zijn blootgesteld.

De concentraties zijn berekend voor een denkbeeldig persoon die vanaf het hoogtepunt van de brand zomaagdarmkanaalrming gedurende een uur op een afstand van 20 tot 30 meter van de brand stond. Tenslotte is onderzocht of de becijferde concentraties hoog genoeg waren om tot gezondheidseffecten te kunnen leiden. Hiervoor is in de literatuur gezocht naar toepasselijke normen en richtwaarden. In de bijlagen worden deze toxicologische beoordelingen uitvoerig besproken.



Acute gezondheidseffecten

Acute gezondheidsklachten kunnen zijn opgetreden zoals irritatie van ogen en ademhalingswegen tijdens de brand en enige tijd daarna. Een scala van stoffen kan hiervoor zorgen, zoals waterstoffluoride, fosfor- en chloorverbindingen, zwaveldioxide en stikstofoxiden. Langdurige of blijvende irritatieklachten, zoals longbeschadiging, zijn echter op grond van de blootstellingsberekeningen niet te verwachten. Ook gevoelens van benauwdheid door het inademen van bv. koolmonoxide tijdens de brand zullen van voorbijgaande aard zijn geweest, gezien de berekende concentraties.

Alleen de stoffen kerosine en tributylfosfaat zijn ook buiten de brandhaarden verspreid. Daarom zijn voor deze stoffen extra berekeningen uitgevoerd, waarbij niet alleen de blootstelling via de ademhaling is becijferd, maar ook de opname via de huid of het maag-darmkanaal. Het blijkt echter om geringe hoeveelheden te gaan, waarvan geen gezondheidseffecten te verwachten zijn.


Chronische effecten

Zware metalen en andere giftige stoffen die bij de brand zijn vrijgekomen, zoals zeswaardig chroom (Cr-VI)), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK), cadmium (Cd), antimoon (Sb) en nikkel (Ni) kunnen (op den duur) kanker veroorzaken. Volgens de risicoberekeningen zal de Bijlmerramp kunnen leiden tot 1 à 2 extra gevallen van kanker per 10.000 blootgestelden. Dit risico is vergelijkbaar met het niveau van het MTR, het maximaal toelaatbaar risiconiveau, dat in het Nederlandse milieubeleid voor chemische stoffen gehanteerd wordt.


Uranium

Naast het ladingonderzoek is, eveneens in opdracht van VWS, een zogenoemd reconstructie-onderzoek uitgevoerd naar mogelijke gezondheidsaspecten van het vrijkomen van verarmd uranium, dat als ballast in het staartstuk van het verongelukte vliegtuig aanwezig was. Verarmd uranium bestaat uit de uraniumisotoop U-238, die zwak radioactief is. Alle uraniumisotopen hebben daarnaast chemisch-toxische eigenschappen. In de hitte van de brand zou een deel van het uranium geoxideerd kunnen zijn. Daardoor zouden omstanders en hulpverleners kleine, in de lucht verspreide uraniumoxide-deeltjes kunnen hebben ingeademd.

Op grond van de bestudeerde literatuur en de grootte van de balansgewichten verwacht het RIVM dat er bij de Bijlmerramp maar zeer weinig uranium, hooguit 0,5 kg in de lucht is vrijgekomen in de vorm van uranium-oxidedeeltjes die zo klein zijn dat ze bij inademing een risico vormen. Het ECN was al eerder tot dezelfde conclusie gekomen.

Vervolgens is berekend dat omstanders die op de ongunstigste plek stonden bij de brand zo'n 0,0045 mg verarmd uranium hebben ingeademd. Dat komt overeen met een stralingsdosis van 0,00043 mSv (millisievert). Het risico op kanker bij deze dosis bedraagt 1 extra geval per 100 miljoen mensen - een te verwaarlozen risico. Bij dergelijke lage concentraties zijn ook geen chemisch-toxische effecten van uranium te verwachten.


NOOT VOOR DE REDACTIE

Noot voor de redactie (niet voor publicatie): Voor meer informatie kunt u bellen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Directie Voorlichting en Communicatie, Fanny Bod, tel. 070-3407551 of met Voorlichting RIVM, tel 030 - 2743005/2560


051749 nov 98