De Stichting Aarde staat een duurzame relatie tussen natuur, mensen en economie
Topics . . . . . SDN Homepage . . . . Schandpaal

    Het financieel- monetaire systeem en economische groei

Monetaere Aspekte des Wirtschaftswachstums

    1. Inleiding

De Stichting Aarde staat een duurzame relatie tussen natuur, mensen en economie voor, kortweg aan te duiden met een duurzame economie. Een duurzame economie lijkt verder weg dan ooit, gelet op onder meer de in diverse delen van de wereld uitbundige economische groei en de daarmee gepaard gaande wereldwijde aanslag op natuurlijke hulpbronnen. Maar ook gelet op de in andere delen van de wereld bestaande en vaak toenemende armoede en conflicten, ten dele veroorzaakt en in stand gehouden door het door de geïndustrialiseerde wereld bepaalde economisch systeem en zelf ook weer oorzaak van een dramatische ecologische achteruitgang.

Waar wel, al dan niet uitbundige, economische groei bestaat, wordt deze gemeten op de traditionele wijze. Een wijze die geen recht doet aan de vele negatieve externe effecten van de groei, zoals uitputting van schaarse natuurlijke hulpbronnen en aantasting van natuur en milieu, maar ook negatieve externe effecten in de sociale en menselijke sfeer. Indien bruto nationaal product en economische groei zouden worden gemeten op een wijze die wel recht zou doen aan deze negatieve externe effecten, acht Stichting Aarde de kans reëel dat reeds geruime tijd geen sprake meer is van economische groei, maar van achteruitgang. Diverse onderzoeken wijzen in deze richting. Uit deze onderzoeken komt naar voren dat in de geïndustrialiseerde wereld macro- economische welvaartsindicatoren waarin wel rekening wordt gehouden met ecologische en menselijke waarden, reeds geruime tijd een daling vertonen.

Niet ontkend kan worden dat het beleid in vele geïndustrialiseerde landen er op is gericht economische groei gepaard te laten gaan met aandacht voor ecologische en menselijke waarden. Dat wil zeggen, het beleid is er op gericht een meer milieu- en mensvriendelijke groei te bereiken. Beleidsinstrumenten in dit verband zijn onder meer heffingen op het gebruik van schaarse natuurlijke hulpbronnen (ecotax), aanscherping van wet- en regelgeving (bijvoorbeeld op het punt van milieu- aansprakelijkheid), instelling van natuurreservaten, voorlichting over de duurzaamheidsproblematiek en dergelijke. Via dergelijke maatregelen kan de economie in meer milieu- en mensvriendelijke richting groeien en zal mogelijk de economische groei (traditioneel gemeten) worden afgeremd of zelfs in een afname kunnen omslaan. Deze instrumenten grijpen echter niet in directe zin aan op economische groei, maar beogen de economische groei om te buigen in een milieu- en mensvriendelijke richting. Stichting Aarde acht echter de kans reëel dat het bijsturen van de economische groei in milieu- en mensvriendelijke richting onvoldoende effectief zal zijn en teveel tijd zal kosten.

In dit licht bezien wil Stichting Aarde laten onderzoeken of economische groei ook in directe zin kan worden aangepakt, gelet op de negatieve gevolgen van deze economische groei voor ecologische en menselijke waarden. Het gebruikelijke instrumentarium zou aldus eventueel kunnen worden uitgebreid met instrumenten die rechtstreeks aangrijpen bij de mechanismen achter economische groei. Ook zgn. milieuvriendelijke groei gaat al gauw ten koste van ecologische waarden. Het welvaartsniveau in de geïndustrialiseerde wereld is reeds hoog, voortgaande economische groei is in de gedachtegang van Stichting Aarde dan ook geen noodzaak en zeker onwenselijk zolang (het risico bestaat dat) economische groei ten koste gaat van belangrijke ecologische en menselijke waarden.

    2. Het financieel- monetaire systeem en economische groei

In de gedachtegang van Stichting Aarde is in het huidige economisch proces niet alleen sprake van verkeerde prijsverhoudingen ( in de prijsverhoudingen wordt niet of onvoldoende de schaarste van natuurlijke hulpbronnen en sociale waarden weerspiegeld), maar lijkt ook sprake te zijn van groeidwang, naast een eventuele natuurlijke groeigeneigdheid. Niet uitgesloten kan worden dat het (industriële) voortbrengingssysteem, bestaande uit wetenschap, techniek en economie die elkaar in voortdurende wisselwerking aanjagen, als geheel expansief van aard is en een autonoom proces is geworden. Ook bestaat de mogelijkheid dat het expansieve met name in de (Westerse?) mens en zijn cultuur besloten ligt.

Zelf ziet Stichting Aarde het financieel- monetaire systeem als belangrijke veroorzaker van een soort groeidwang. In dit verband kan worden verwezen naar "The Economic Revolution"(1991) en "Economie Ondersteboven"(1994) en "Let's make a living, not money" (1998) als beknopte up- date. Alle zijn van de hand van Willem Hoogendijk, voorzitter van Stichting Aarde. Met name bedrijven zouden deze groeidwang ondervinden, gebonden als ze zijn aan het maken van (maximale) winst om hun kapitaalverschaffers van hun kapitaalbeloning te voorzien, via rente, dividend en/ of beurskoers. De vaak hevige concurrentie laat hun ook weinig keus. Bedrijven zijn tegen deze achtergrond voortdurend op zoek naar winstgevende investeringsprojecten om aan de winstverwachtingen te voldoen. Voortdurende geldschepping lijkt een voorwaarde te zijn voor dit proces en lijkt aan dit mechanisme nog een hefboomwerking te kunnen verschaffen.

Juist in deze tijd van grote (internationale) mobiliteit van kapitaal oefent de factor kapitaal grote druk uit op bedrijven om (maximale) winst te maken. Bij tegenvallend rendement wordt kapitaal al snel verplaatst naar beter renderende bedrijven in andere regio' s en/ of andere landen, mogelijk gemaakt door de moderne informatie- en communicatietechnologie. De gedachtegang dat het financieel- monetaire systeem groeidwang veroorzaakt, wordt onder meer gedeeld door Hans Christoph Binswanger, emeritus hoogleraar staathuishoudkunde aan de Technische Universiteit van St. Gallen.

Eerste centrale vraag is of het bestaande financieel- monetaire systeem inderdaad groeidwang veroorzaakt of in ieder geval daaraan in belangrijke mate bijdraagt. Als eerste stap voor beantwoording van deze vraag is het van belang de redenering van Binswanger aan een kritische analyse te onderwerpen. Binswanger heeft in diverse boeken zijn ideeën geformuleerd. In dat verband kan worden verwezen naar Geld & Natur. Das wirtschaftliche Wachstum im Spannungsfeld zwischen Oekonomie und Oekologie(1991), met name het hoofdstuk "Die Dynamik der Geldwirtschaft - zur frage eines Wachstumszwangs", pagina 83 t/m 109.

Voorts kan worden verwezen naar Geld & Wachstum. Zur Philosophie und Praxis des Geldes(1994), geredigeerd door H.C. Binswanger en P. von Flotow. Met name Deel II van dit boek is in dit verband van belang. Dit deel handelt over "Das System der Geldwirtschaft - Wirkungsweise und Perspektiven" en bevat onder meer bijdragen van H.C. Binswanger ("Geld und Wachstumszwang"), F. Malik ("Verschuldung und Wachstumszwang"), E. Dorfner ("Der Zins in der modernen Geldwirtschaft") en M. Binswanger ("Wirtschaftswachstum durch "Profits without Production"").

In een briefwisseling met Stichting Aarde verwijst Binswanger zelf naar de dissertatie van Guido Beltrani, getiteld "Monetaere Aspekte des Wirtschaftswachstums", waarin systematisch wordt ingegaan op de groeidwang. Het is van belang bovenaangeduide passages en bijdragen grondig te laten beoordelen door een gezaghebbende financieel- economische onderzoeksinstelling dan wel een gezaghebbend monetair econoom of macro- econoom.

Ook in recente Engelstalige literatuur wordt met een kritische blik gekeken naar het financieel- monetaire systeem. In overleg met potentiële onderzoekers kan worden bezien of ook deze literatuur in het onderzoek kan worden betrokken. In dit verband kunnen worden genoemd "What EveryBODY Really Wants to Know About Money" van Frances Hutchinson en "The Grip of Death (A study of modern money, debt slavery and destructive economics)" van Michael Rowbotham. Beide boeken zijn in 1998 verschenen.

Indien de deugdelijkheid van de gedachtegang van Binswanger c.s. aannemelijk valt te maken, doen zich onder meer de volgende vragen voor:

  • Kan een alternatief financieel- monetair systeem worden ontworpen dat geen groeidwang veroorzaakt of althans niet in belangrijke bijdraagt aan groeidwang
  • Wat betekent een mogelijk alternatief financieel- monetair systeem voor een duurzame economie
  • Welke stappen moeten worden gezet om een alternatief financieel- monetair systeem eventueel in te voeren
  • Welke initiatieven zijn er in deze richting (LETS, micro- kredieten, maar ook voorstellen tot hervorming van instellingen als IMF en Wereldbank) en hoe moeten deze worden beoordeeld in relatie tot een duurzame economie

In een vervolgonderzoek kan aandacht worden besteed aan dergelijke vragen. Ten behoeve daarvan zullen deze vragen te zijner tijd ook verder moeten worden aangescherpt.

Pieter Vermeer, Stichting Aarde, 17 november 2000