Staatscourant 108 van 7 juni 2000 Raad van State geeft geen toestemming voor export zuiveringsslib naar Duitsland DEN Haag - Het Wetterskip Fryslân en het Waterschap Noorderzijlvest hebben van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geen toestemming gekregen om rioolslib te exporteren naar Duitsland. Bestuursrechter J. Boll van de Raad van State heeft in een voorlopige uitspraak beslist dat er nog te veel onduidelijkheden zijn over de vraag of de export van het slib is toegestaan of niet. Uit zijn uitspraak vloeit voort dat de twee noordelijke waterschappen hun voorraad rioolslib, die toeneemt met 10.000 ton per maand, voorlopig moeten afvoeren naar de stortplaatsen in of buiten Groningen en Friesland. Omdat het storten van slib onder het stortverbod valt zullen de provinciebesturen daarvan ontheffingen moeten verlenen. Storten kost de waterschappen kost ongeveer f 30.000 per ton. De waterschappen willen hun rioolslib exporteren naar het Duitse bedrijf Quetzer Kompost, dat het slib vermengt met zand en leem. Nadat het materiaal is gecomposteerd, wordt het als afdeklaag verkocht aan oude stortplaatsen en fabrieksterreinen in de voormalige Oostbloklanden. De waterschappen stellen dat op deze wijze het zuiveringsslib wordt gerecycled. Volgens de Europese afvalverordening EVOA is export in dat geval toegestaan. Het ministerie van Volkshuisvesting, . Ruimtelijke Ordening en Milieu {VROM} stelt echter dat het zuiveringsslib te veel zware metalen bevat. VROM beschouwt het daarom als gevaarlijk afval dat volgens de EVOA?richtlijn binnen de landsgrenzen verwerkt moet worden. De waterschappen vroegen drie weken geleden aan rechter Boll om de export in een voorlopige voorziening toe te staan. Zij dreigen hun waterzuivering stil te leggen, omdat er in Nederland geen capaciteit is om het slib te verbranden. Sinds begin dit jaar het stortverbod op zuiveringsslib van kracht is, zien de waterschappen geen kans meer om van het slib af te komen. Rechter Boll wijst er in zijn uitspraak op dat de nood minder hoog is, omdat de waterschappen voorlopig ontheffingen kunnen vragen van het stortverbod. Intussen dient VROM uit te zoeken of het gebruik van het zuiveringsslib in de voormalige Oostbloklanden echt zo schadelijk is als het ministeriem~ beweert. Daarnaast verwijt debestuursrechter zowel het ministerie als de waterschappen dat er te weinig informatie is gevraagd, respectievelijk is verstrekt over de milieugevolgen van het composteren van zuiveringsslib. De bedenker van het composteringsprooédé heeft overigens plannen omook composteringsfabrieken te bouwen in Heerenveen en bij Groningen. Deze fabrieken zijn echter pas na 2001, klaar. (Cerberus).