Duizenden miljarden worden uitgeleend zonder enig overzicht

Euroblunder . . . . . SDN Homepage . . . . Schandpaal

Schuldenlast: De tikkende kredietbom
Wat is het verschil tussen particuliere en (inter)nationale schuld ?

Duizenden miljarden worden uitgeleend zonder dat iemand het overzicht heeft. het scenario in zeven stappen voor als dat misgaat.

Door Jeroen de Boer

Buiten het zicht van consumenten groeit een mondiale schuldenberg zonder weerga. Met dank aan investeerders, banken, verzekeraars en pensioenfondsen. Als de kredietbom ontploft, zijn de gevolgen niet te overzien: huizenprijzen kelderen, beurzen storten in, pensioenen lopen gevaar. Hoe lang kan dit nog goed gaan?

'Ja, mevrouw, ik kan u deze scherpe hypotheekrente aanbieden: 9,5 procent voor vijf jaar.' Anno 2007 lijkt het ondenkbaar dat consumenten plotseling zullen worden geconfronteerd met rentetarieven die alleen 45-plussers zich nog herinneren uit de jaren tachtig. De inflatie is laag, de Nederlandse economie draait op volle toeren. Geen vuiltje aan de lucht.

Maar buiten het zicht van consumenten speelt zich op mondiale financiële markten een riskant spel af dat ook voor Nederland grote gevolgen kan hebben. Hierbij draait het om duizenden miljarden aan goedkope kredieten, agressieve investeerders, pensioenfondsen die snakken naar een hoog rendement, en banken die hypotheken en andere leningen met groot gemak slijten en vervolgens doorverkopen aan beleggers.

Meest in het oog springen de beleggers die beursgenoteerde ondernemingen bestoken. Deze investeringsmaatschappijen, zogeheten opkoopfondsen en speculatieve hedgefondsen, floreren, doordat ze beschikken over miljardenkredieten die ze naar eigen believen kunnen inzetten. In Nederland zijn politici, vakbonden en De Nederlandsche Bank (DNB) gealarmeerd: 'sprinkhanen' storten zich op Nederlandse ondernemingen als Stork en ABN AMRO. Laatstgenoemde heeft inmiddels gekozen voor een vlucht naar voren en onderhandelt met de Britse bank Barclays over een fusie.

Op woensdag 11 april houdt de Tweede Kamer een speciale hoorzitting, waarvoor ook vertegenwoordigers van investeerders en topfunctionarissen uit het bedrijfsleven zijn uitgenodigd. Daar zal de aandacht ongetwijfeld uitgaan naar de aanvallen op Nederlandse bedrijven. Maar minstens zo belangrijk is de vraag hoe nauw de banden zijn tussen investeerders aan de ene kant en banken, verzekeraars en pensioenfondsen aan de andere kant. Want de investeerders zijn geen solisten. Ze maken deel uit van een financiele keten waarin ook andere financiele instellingen een voorname rol spelen.

Toezichthouders in Europa en de Verenigde Staten vrezen voor een zeepbel waarbij speculatieve beleggers miljardenleningen verpatsen. De eerste scheurtjes in de wereldomspannende schuldenketting werden afgelopen maand zichtbaar. Beurzen reageerden nerveus op berichten over problemen op de Amerikaanse hypotheekmarkt.

Als de kredietbom ontploft, zijn de gevolgen ingrijpender dan ten tijde van de internethype: huizenprijzen zullen kelderen, beurzen storten in en rentetarieven schieten omhoog. Voor bedrijven wordt lenen duurder en werknemers moeten premie bijstorten om hun pensioen veilig te stellen. In het ergste geval krijgen huiseigenaren te maken met fors hogere hypotheekrentes. Het zwarte scenario in zeven stappen.

  1. Waar komt al dat geld vandaan?

    Het opbouwen van de schuldenberg begon toen de internethype eindigde. In 2001 en 2002 mondde de val van zogenoemde dotcomfondsen uit in een groot beursdrama. Een diepe economische recessie bleef Europa en de Verenigde Staten echter bespaard. Dat was mede te danken aan de forse renteverlagingen die centrale banken doorvoerden. De Amerikaanse Federal Reserve (Fed) verlaagde zijn belangrijkste rentetarief tussen januari 2001 en juni 2003 van 6,5 procent naar 1 procent. De Europese Centrale Bank (ECB) bracht de rente tussen mei 2001 en juni 2003 terug van 4,75 procent naar 2 procent.

    Het rentebeleid van centrale banken zorgde ervoor dat de Verenigde Staten en West-Europa werden overspoeld met goedkoop geld. Burgers, vooral huiseigenaren, en bedrijven konden tegen extreem lage rentetarieven lenen. Dat ondersteunde de consumptie en maakte de economische terugval mild.

    Een tweede belangrijke bron van goedkoop geld kwam - en komt - van Aziatische exporteurs. China voorop. De miljarden dollars die China verdient met de uitvoer van goedkope elektronica, speelgoed en textiel kan het land niet zomaar terugploegen in de eigen economie. Dan moeten de verdiende dollars worden omgewisseld in Chinese renminbi. Die munt zou daardoor snel in waarde stijgen en dat wil de Chinese overheid niet. Dat zou Chinese producten duurder maken in het buitenland en de export schaden.

    China staat sinds medio 2005 een beperkte stijging van de renminbi toe. Die is echter te gering om de miljarden aan buitenlandse deviezen terug te sluizen in de binnenlandse economie. China belegt daarom op grote schaal in het buitenland, vooral in Amerikaanse staatsleningen. De Amerikaanse overheid kan zodoende lenen tegen een laag rentetarief: minder dan 5 procent voor een lening met een looptijd van tien jaar.

  2. Waar gaat al dat geld naartoe? De stroom van goedkoop geld kreeg de afgelopen vijf jaar verschillende bestemmingen: westerse overheden, consumenten en financiele investeerders. De lage rentestanden en de Chinese miljardenbeleggingen zorgden er tijdens de slappe jaren 2002 en 2003 voor dat westerse overheden en consumenten op de pof konden leven. Daarnaast zijn de hyperactieve investeringsmaatschappijen sinds 2002 steeds meer gaan lenen.

    De opkoopfondsen zetten leningen in om te bieden op beursgenoteerde ondernemingen om die vervolgens van de beurs te halen. Daarna schudden ze de boel op, knippen prooien eventueel op in stukjes, en maken 'opgeschoonde' bedrijven binnen drie tot vier jaar rijp voor verkoop - met vette winst. Hedgefondsen gaan anders te werk. Zij zoeken winstkansen vooral met speculaties op de beurs en maken veelvuldig gebruik van geavanceerde wiskundige modellen.

    De investeerders krijgen daartoe miljarden toegestopt via banken. Maar dat is slechts een schakeltje in de mondiale schuldenketen. Banken fungeren ook als doorgeefluik van schulden. Populaire tactiek is om verstrekte leningen, bijvoorbeeld hypotheken of bedrijfsleningen, als obligatiepakketjes door te sluizen naar beleggers als pensioenfondsen, verzekeraars en hedgefondsen. De schuldenpakketjes zijn in trek bij beleggers die meer rendement zoeken dan de lage rente van zo'n 4 procent die veilige staatsleningen bieden.

    Langzamerhand is een duizelingwekkende schuldenketen ontstaan. Banken zetten spaargelden van klanten in voor leningen aan investeerders. Hedgefondsen en anderen beleggen direct of indirect in hypotheek- en bedrijfsleningen die banken van hun balans afschuiven. Bij bedrijfsobligaties gaat het deels weer om schulden van ondernemingen die door opkoopfondsen van de beurs zijn gehaald (zie 'De carrousel van schulden' op pagina 60).

  3. Wat zijn de risico's? Als iedereen aan iedereen leent, wordt het steeds moeilijker om vast te stellen wie gevaar loopt als er ergens in de keten betalingsproblemen ontstaan.

    Leningen komen in eerste instantie van banken, maar, zoals gezegd, schuiven die pakketjes met leningen door naar beleggers. In de Verenigde Staten is dit de afgelopen jaren volop gebeurd met hypotheken die zijn verstrekt aan Amerikanen met een matige kredietwaardigheid. Doordat een deel van deze groep arme huiseigenaren de hypotheeklasten niet meer kan dragen, is het aantal wanbetalingen fors gestegen. Een van de grootste hypotheekverstrekkers in de Verenigde Staten, New Century, is hierdoor op de rand van faillissement beland.

    Wie ondervindt daar schade van? De wanbetalers, uiteraard, die uit hun woning dreigen te worden gezet. De hypotheekbank New Century die te makkelijk leningen heeft verstrekt. Inmiddels ook de bank Barclays, de beoogd fusiepartner van ABN AMRO die leningen van New Century heeft overgenomen. Extra complicatie bij dit alles is de explosieve groei van de handel in financiele producten waarmee risico's worden afgedekt. Zo is de markt voor schuldverzekeringen sinds medio 2004 verdrievoudigd. In juni 2006 had deze markt een omvang van maar liefst ruim 15.000 miljard euro. Hierbij gaat het om contracten waarbij een hedgefonds, dat altijd op zoek is naar rendement, bijvoorbeeld 100.000 euro krijgt van een andere belegger - een verzekeraar, pensioenfonds of hedgefonds. Die andere belegger bezit een pakket hypotheekleningen ter waarde van 10 miljoen euro en wil zich indekken tegen wanbetaling. In ruil voor de premie van een ton belooft het hedgefonds garant te staan voor de 10 miljoen als de oorspronkelijke schuldenaren in gebreke blijven.

    De wijdverbreide, maar zeer ondoorzichtige handel in dit soort contracten maakt het zeer lastig om vast te stellen of er ergens in de schuldenketen te veel risico's worden genomen.

  4. Waarom grijpt niemand in? Toezichthouders erkennen het ruiterlijk: ze tasten volledig in het duister als het gaat om de gevaren van de moderne schuldenhandel. De Nederlandsche Bank en de Amerikaanse Federal Reserve houden in de gaten of hun 'nationale' banken niet te lichtzinnig leningen verstrekken en pensioenfondsen niet te gevaarlijk beleggen. Hedgefondsen en opkopers staan echter niet onder toezicht.

    In Nederland is het denkbaar dat bijvoorbeeld de banken ABN AMRO, Fortis en ING elk een relatief klein bedrag uitlenen aan investeerders. Individueel nemen de banken niet veel risico en ogen ze solide. Maar per saldo kan er dan toch veel geld terechtkomen bij een hedgefonds of opkoper die flink gaat gokken. Als dat misgaat, hebben de banken daar wel degelijk last van. Zolang banken goed opletten en alleen aan degelijke investeerders geld lenen, lijkt er weinig aan de hand. Hedgefondsen worden vaak geleid door briljante rekenaars, financiele whizzkids bij uitstek. Alleen hebben ook deze quants, zoals ze in het Engels heten, de wijsheid niet in pacht.

    Roemrucht voorbeeld is het Amerikaanse hedgefonds LTCM dat in 1998 plotseling 3,5 miljard euro verloor. En dat terwijl Myron Scholes en Robert Merton in het fondsbestuur zaten. Deze vermaarde Amerikaanse economen ontvingen een jaar voordat LTCM kopje onder ging nog de Nobelprijs voor theoretisch werk op het gebied van complexe financiële constructies.

  5. Wat doen de investeerders met het geld? Hedgefondsen en opkopers opereren het liefst in de luwte, buiten het blikveld van toezichthouders. Maar doordat ze de afgelopen vier jaar de beschikking kregen over steeds grotere leningen, waarmee ze steeds grotere beursgenoteerde bedrijven konden aanvallen, zijn ze volop in de schijnwerpers komen te staan. De publicitaire invloed van hedgefondsen is inmiddels zo groot dat het Britse fonds TCI afgelopen maand genoeg had aan een belang van 1 procent om de Nederlandse grootbank ABN AMRO op stang te jagen.

    Op zich is er niets mis met investeerders die beursgenoteerde bedrijven aansporen beter en efficienter te werken. Wel lijkt er inmiddels zo veel geld naar hedgefondsen en opkopers te stromen, dat ze moeite krijgen om voldoende 'zwakke' vissen uit de vijver te pikken. Onderzoeksbureau Hedge Fund Research, dat de prestaties van 6.500 hedgefondsen in de wereld volgt, berekende onlangs dat het jaarlijkse rendement van deze fondsen sinds 2000 gemiddeld 8,4 procent bedroeg. Dat is minder dan de helft van het doorsnee-rendement dat hedgefondsen in de jaren negentig boekten.

    In de jacht op schaars rendement schrikken sommige hedgefondsen en opkopers er niet meer voor terug hun pijlen op de spaarpot van ondernemingen te richten. Strategische overwegingen, zoals het winstperspectief van bedrijven op lange termijn, zijn dan ondergeschikt. Beursgenoteerde ondernemingen voelen zich hierdoor vaak zo sterk onder druk gezet dat ze grossieren in extra winstuitkeringen. In 2006 kondigde ruim eenderde van de grote bedrijven die zijn opgenomen in de AEX-index aan extra geld terug te sluizen naar beleggers. In totaal ging het om 18 miljard euro aan toezeggingen.

    Extraatjes voor aandeelhouders zijn geen probleem wanneer ondernemingen tijdelijk met overtollige middelen zitten. Maar als agressieve beleggers financiele buffers afromen die nodig zijn voor tijden dat het minder gaat, pakt dat uiteindelijk nadelig uit voor bedrijven. Onderzoeksbureaus zoals Standard & Poor's en Moody's verlaagden afgelopen jaar acht keer hun oordeel over de financiële kracht van Nederlandse bedrijven. Slechts drie keer gaven ze een hoger cijfer. Dat is de prijs die bedrijven moeten betalen als ze agressieve aandeelhouders koste wat het kost willen paaien.

  6. Wat is het grote gevaar? Veel gehoorde kritiek op hedgefondsen en opkopers is dat ze, in de nietsontziende jacht op een zo hoog mogelijk rendement, de langetermijnbelangen van ondernemingen uit het oog verliezen. Maar de agressieve beleggers opereren niet in een vacuüm. Voor pensioenfondsen bijvoorbeeld is de lage rente van zo'n 4 procent die veilige obligaties bieden onvoldoende om toekomstige uitkeringen te garanderen. Daarom steken pensioenfondsen miljarden in hedge- en opkoopfondsen die buitengewone beleggingsresultaten beloven. En daarmee zijn de investeerders van publieke gelden op z'n minst medeverantwoordelijk voor de acties van de flitskapitalisten.

    Ook beleggen vrijwel alle grote investeerders - pensioenfondsen, hedgefondsen en verzekeraars - in de schuldenpakketjes met leningen die banken hebben afgestoten. Die bieden een rentevergoeding die hoger is dan de opbrengst van risicoloze staatsleningen. Zeker als er wordt belegd in hypotheekleningen van arme Amerikanen. De jacht op dat beetje extra rendement is echter niet gevrijwaard van gevaar. De vraag naar risicovolle obligatieleningen is de afgelopen drie jaar sterk gestegen. De oorspronkelijk hogere rente op deze leningen is daardoor gedaald. Immers, als een ander heel graag geld aan jou wil geven, kun je als schuldenaar een lagere rente bedingen. Omgekeerd betekent dit dat hedgefondsen, pensioenfondsen en verzekeraars de kans op betalingsproblemen bij dubieuze schuldenaren lager zijn gaan inschatten.

    De problemen met wanbetaling, waarmee grote Amerikaanse hypotheekverstrekkers sinds kort worstelen, hebben beleggers echter met de neus op de feiten gedrukt: bij leningen met een hoger risico hoort een hogere rente. Vraag is nu of er de komende weken en maanden een besmettingseffect optreedt. Dat wil zeggen: niet alleen de rentetarieven voor zeer risicovolle hypotheekleningen stijgen, maar ook die van bedrijfsobligaties en zelfs van consumptieve kredieten.

    Door de vergaande verwevenheid van financiële markten kan Europa zich bij calamiteiten nauwelijks afschermen van malaise in de Verenigde Staten. Wordt lenen substantieel duurder, dan pakt dat aan beide kanten van de Atlantische Oceaan negatief uit. Het schrikbeeld van centrale bankiers is dat er een domino-effect optreedt. Rentetarieven voor allerhande leningen stijgen en beurskoersen kelderen. Dan krijgen niet alleen professionele investeerders zoals hedgefondsen, opkopers, pensioenfondsen en verzekeraars klappen. Kwetsbaar zijn ook deelnemers aan pensioenregelingen, de (ex-)werknemers. Die moeten op de blaren zitten als pensioenfondsen zware verliezen lijden, want dat gaat meestal gepaard met premieverhogingen voor werknemers. In het ergste geval ijlt de dreun ook na bij gewone huizenbezitters. Zij zien de waarde van hun woning dalen en de hypotheekrente stijgen.

  7. Wat valt eraan te doen? Als de excessen beperkt blijven tot deelmarkten voor risicovolle leningen is er geen reden tot paniek. Temeer daar de ECB en Fed kunnen bijspringen als de nood aan de man komt. De centrale banken in Europa en de Verenigde Staten hebben hun eigen rentetarieven, die ze hanteren voor kortetermijnleningen aan banken, sinds 2004 namelijk weer opgeschroefd. Het belangrijkste rentetarief van de Fed staat nu op 5,25 procent en de ECB vraagt 3,75 procent. Mochten de rentes van bedrijfsleningen en consumptieve kredieten omhoog schieten, dan kunnen centrale banken lucht bieden door de eigen rentetarieven snel te verlagen. Commerciële banken kunnen dan goedkoper lenen bij centrale banken en klanten lagere rentes bieden.

    Ook China, de andere grote bron van overvloedig geld, kan te hulp schieten. De Volksrepubliek beschikt nog altijd over miljarden aan exportdollars en -euro's die buiten de landsgrenzen moeten worden belegd. Zolang China die in Amerikaanse staatsleningen steekt, kan de Amerikaanse regering tegen lage rentetarieven blijven lenen. Maar hierover bestaat onzekerheid. China is namelijk bezig een speciaal overheidsfonds op te richten dat meer geld wil steken in andere beleggingen dan staatsleningen, zoals aandelen en grondstoffen. Dat bepaalt mede wat de rente gaat doen. Hoe meer geld de Chinezen in andere beleggingen stoppen, des te minder steken ze in staatsleningen. Nederland kan nauwelijks invloed uitoefenen op het internationale schuldenspel of de beslissingen van centrale banken in Frankfurt, Washington en Peking. De Nederlandsche Bank concludeerde in een recente studie dat grootbanken als ABN AMRO, ING en Rabobank schokbestendig zijn in geval van een financiële crisis. Tegelijk noemde de nationale toezichthouder een onordelijke correctie van mondiale onevenwichtigheden 'niet implausibel'. Ofwel, de doorgaans voorzichtige centrale bank acht het mogelijk dat de kredietbom ontploft, met alle gevolgen van dien voor huizenprijzen, beurskoersen en rentetarieven.

Kaders bij artikel:

Jachtterrein Nederland - agressieve investeerders zijn verzot op Hollandse bedrijven. Nieuw kun je ze niet noemen. De financiële investeerders die, opererend vanuit hartje Londen of New York, beursgenoteerde bedrijven bestoken. Al in 1988 baarde opkoopmaatschappij Kohlberg Kravis Roberts (KKR) opzien door, omgerekend, bijna 20 miljard euro neer te tellen voor het Amerikaanse tabaks- en voedingsconcern RJR Nabisco. Legendarisch is ook de actie van de Hongaars-Amerikaanse speculant George Soros, die met zijn Quantum Fund, een zogenoemd hedgefonds, in 1992 het Britse pond onderuithaalde.

In Nederland trekken hedgefondsen en opkopers pas sinds drie jaar volop aandacht. In 2004 haalde een groep investeerders, waaronder KKR en het Nederlandse Alpinvest, warenhuisconcern VendexKBB van de beurs. Sinds kort staat het sterkste onderdeel, HEMA, weer te koop. Afgelopen jaar was het opnieuw raak toen informatieconcern VNU door opkopers werd ingelijfd. Hedgefondsen roerden zich in 2004 bij energieconcern Shell, vorig jaar bij industriebedrijf Stork en bij Ahold, en afgelopen maand bij de bank ABN AMRO. Steeds ging het om voorstellen die de winstgevendheid van ondernemingen moesten vergroten, bijvoorbeeld door bedrijfsonderdelen te verkopen. Hedgefondsen proberen, door zich als aandeelhouder activistisch op te stellen, koerswinst te boeken. De uitvoering van strategiewijzigingen laten hedgefondsen over aan het ondernemingsbestuur, dan wel aan een opkoopfonds dat, na een overname, de klus mag klaren.

De opkomst van actieve investeerders in Nederland viel niet geheel toevallig samen met bestuursschandalen, waaronder Ahold en Shell respectievelijk in 2003 en 2004 gebukt gingen. De crisis bij Ahold mondde uit in de code-Tabaksblat voor goed ondernemingsbestuur, die in januari 2004 het licht zag. Aandeelhouders kregen meer macht, ten koste van managers en commissarissen. Die macht is sindsdien ook volop uitgeoefend door gehaaide buitenlandse beleggers. Gevolg is dat Nederland worstelt met een nieuw dilemma: is wat goed is voor aandeelhouders ook altijd goed voor het land? De carrousel van schulden - hoe leningen worden rondgepompt

Stap 1
Hedgefonds heeft 1 procent van de aandelen van de beursgenoteerde firma Overnameprooi gekocht voor in totaal 80 cent. Hedgefonds is ontevreden over het management van Overnameprooi en vindt dat de firma moet worden verkocht aan een saneerder die de bezem door Overnameprooi haalt. Opkoopfonds meldt zich als koper en is bereid Overnameprooi voor 100 euro over te nemen. Hedgefonds ontvangt bij verkoop van zijn aandelenbelang 1 euro en behaalt een koerswinst van 20 cent. De hefboom: van de investering van 80 cent heeft Hedgefonds 10 cent zelf opgehoest en 70 cent geleend bij Bank, tegen een rente van 4 cent. De rente gaat van de koerswinst af, zodat Hedgefonds schoon 16 cent heeft verdiend. Op de eigen investering van 10 cent is dat een rendement van maar liefst 160 procent! Had Hedgefonds de volle 80 cent uit eigen zak geinvesteerd, dan had het geen rente betaald en 20 cent koerswinst gehad: een rendement van 'slechts' 25 procent. Let op: als Hedgefonds z'n trucje zeven keer herhaalt en dus met 80 cent eigen geld en een lening van 5,60 euro een rendement van 160 procent haalt, is de absolute winst 1,28 euro.

Stap 2
Opkoopfonds leent voor de aankoop van Overnameprooi 90 euro van Bank tegen een rente van 5 euro. Zelf legt Opkoopfonds 10 euro bij om de aandelen van Overnameprooi voor in totaal 100 euro over te nemen. Dit is een zogeheten leveraged buy-out. In 2006 leenden opkoopfondsen wereldwijd ruim 225 miljard euro voor overnames.

Stap 3
Opkoopfonds reorganiseert bij Overnameprooi, verkoopt de divisie Zwak, en weet de winst op te krikken van 7 naar 10 euro. Opkoopfonds houdt daarvan 5 euro over, na betaling van 5 euro rente aan Bank. Op de persoonlijke investering van Opkoopfonds van 10 euro levert dit een rendement van 50 procent op. De hefboom: als Opkoopfonds van de 100 euro niet 90 euro had geleend, maar zelf het volle bedrag in Overnameprooi had gestoken, dan zou het geen 5 euro rente kwijt zijn geweest. Van de winst van Overnameprooi had hij dan de volle 10 euro gekregen. Maar op de investering van 100 euro was zijn rendement slechts 10 procent geweest.

Stap 1
Bank brengt de 90 euro-lening aan Opkoopfonds als obligatie op de markt. Verzekeraar koopt deze 90 euro-obligatie en krijgt 5 euro rente. Deze doorverkoop van de lening - en het risico - door Bank heet securitisatie. In Nederland is deze markt de afgelopen zes jaar vervijfvoudigd tot 155 miljard euro.

Stap 1
Verzekeraar wil het risico op wanbetaling door Opkoopfonds afdekken. Verzekeraar sluit daarom een overeenkomst met Hedgefonds. Hedgefonds krijgt van Verzekeraar 2 euro premie, omdat het belooft Verzekeraar 90 euro te betalen als Opkoopfonds zijn lening niet terugbetaalt. Dit is een credit default swap. Deze markt had medio 2006 wereldwijd een omvang van ruim 15.000 miljard euro.

Stap 1
Hedgefonds verdient 2 euro met de belofte om Verzekeraar 90 euro te betalen als Opkoopfonds in de problemen komt. Hedgefonds schat de kans dat het dit moet doen in op eenderde en houdt hiervoor 30 euro achter de hand. Van die 30 euro is 5 euro eigen geld. De overige 25 euro leent hij bij Bank. Daarvoor betaalt hij 1,50 euro rente.

De hefboom: Hedgefonds houdt 50 cent over (2 euro van Verzekeraar minus 1,50 euro rente aan Bank). Op de eigen investering van 5 euro levert dit 10 procent winst op. Had Hedgefonds de volle 30 euro reservekapitaal uit eigen zak betaald, dan had het 2 euro winst overgehouden: een rendement van maar 6,7 procent.

Overgenomen uit: Vide Portaal
Bron: Elsevier 31 maart 2007
Door Jeroen de Boer