Recht en Energie deel III

Snuffelhoekje . . . . . SDN Homepage . . . . Schandpaal

Het EE-stelsel is geen 'terug-naar-de-natuur-stelsel'


Vooruitgang is het realiseren van Utopia's (Oscar Wilde)

door Klaas de Boer, ing.

Inleiding

    In deze aflevering van de studie over de distributie van energie wordt de prijsvorming en de daarop toegepaste prijsbeheersing behandeld in relatie met de macht, en de behandeling van de wijze waarop de bedoelde distributie, gestart zou kunnen worden. "Hiermee wordt ook gezocht naar nieuwe vormen van democratie die door de moderne technologie mogelijk wordt gemaakt en naar de fundamentele dialoog over wat voor soort beschaving we het hebben" (Bij Een mrt '94 nr 27 blz 10).

    Prijsvorming

Het EE-stelsel is geen 'terug-naar-de-natuur-stelsel'. Het is een stelsel waarbij minder energie wordt gebruikt bij de behoeftedekking van allen door een bedachtzamer productie en consumptie. Een leven volgens verstande inzichten in plaats van volgens individualistische driften. Het motto daarbij is: "met zo min mogelijk energieverbruik een zo groot mogelijk effect opleveren".

De huidige vorming van de prijs. Iemand in een jappenkamp in Indië sloot een weddenschap af met een ander dat hij na de bevrijding, binnen een week weer miljonair zou zijn. Enkele dagen na zijn bevrijding kocht hij per telefoon een speciaal diamantje op en toen hij merkte dat de vraag naar de steentjes steeg omdat ze zeldzaam waren geworden, wachtte hij het stokken van de prijsstijging af, verkocht zijn voorraad en was weer miljonair.

Dit is een voorbeeld van de werking van de markt met zijn beïnvloedbare vraag door degene die geld heeft. Een ander voorbeeld is die van de petroleumlampen die Rockefeller aan de chinezen verkocht met een liter petroleum erbij. Rockefeller werd schatrijk door de petroleum die daarna gekocht moest worden voor de goed functionerende lamp, op een markt die volledig door hem beheerst werd. Ook Gilette werd rijk door een goed scheerapparaat te leveren met niet slijpbare mesjes enz.

Dit systeem heeft ogenschijnlijk snel voordeel voor velen, maar het is een voordeel dat geen nadeel of leemte opvult, want die waren er niet. Wat nog zwaarder weegt is de afhankelijkheid van velen die er uit ontstaat. Bovendien is er geen verkwistender systeem denkbaar omdat verkwisting geen rem vormt wanneer productie alleen dient voor het maken van winst. Toen was het een lamp, nu is het een gecompliceerde auto met zijn nasleep van benzine, olie en overheidsvoorzieningen zoals wegen, bruggen, enz.

Bij het hierna genoemde product gaat men wel van de beperking van grondstoffen en duurzaamheid uit maar de z.g. vrije markt zal de winsthonger van individualistisch denkende leveranciers de ruimte geven. Wouter van Dieren meldt in de Gelderlander van 18 juni 1996 dat de fabrikanten tv's kunnen maken met vier chemicaliën erin (i.p.v. de honderd die ze nu bevatten) die 20 - 30 jaar meegaan. De fabrikant verzorgt in die tijd het onderhoud en de verwerking van het afgedankt apparaat. De 'vrije markt-handel' zal veroorzaken dat de prijzen van die vier chemicaliën duur zullen worden omdat er een dringende vraag naar ontstaat op een kleine koopkrachtige markt.

Een bewijs voor deze stelling is dat de prijs van het toestel nu al 20-30000 gulden bedraagt. Voor het grote publiek een te grote investering maar volgens van Dieren een eerlijker prijs omdat de hele cyclus gesloten is, zowel de productie, als de afvalfase. Hiermee wordt aangetoond dat het huidige economische systeem (nog) geen elementen bevat wat aanleiding geeft tot beperking van de opeenhoping van kapitaal. Dit laatste heeft het effect dat de productie zich wel ontwikkelt maar beperkt blijft tot de markt met de grootste koopkracht. Omdat dit invloed heeft op de snelheid van de omzet en de gecompliceerdheid van het product (anders verkoopt het niet) is roofbouw een gevolg wat voor ieder nadelig is.

    Nieuwe producten

Het EE-stelsel zal het introduceren van nieuwe producten niet tegengaan, maar door de bestedingsbeperking van de consument door de distributie van energie eenheden zullen zwaarwegende argumenten aangedragen moeten worden voordat tot productie en aanschaf wordt overgegaan. Het vooronderzoek op het gebied van de energiebesteding zal zwaarder wegen dan het gegeven dat een bepaald deel van het publiek er geld voor over heeft. Dat het huidige systeem niet efficiënt werkt wanneer iedereen of een heel volk met weinig geld, gediend moet worden werd bewezen door de nederlandse regering in 1945 met de maatregelen die ze nam tijdens de wederopbouw.

    Prijsbeheersing

In de naoorlogse opbouwperiode was het streven van de overheid en de particulier om met de schaarse geldmiddelen een zo groot mogelijk bouwvolume te realiseren. Hierbij waren door de openbare diensten, architecten en ingenieurs als bewakers van de kostprijs ingeschakeld. De aannemers van de te bouwen objecten werden door deze maatregel beperkt in hun streven naar hoge winsten doordat de prijzen van materialen, lonen en winsten waren vastgelegd. De bouwsom van een object werd bepaald door het budget van de opdrachtgever. De ingenieur of architect die deze in dienst nam waren de bewakers van de contractueel vastgestelde aanneemsom.

De aannemers wensten direct na afloop van de opbouwperiode dat de controle van de overheid zou vervallen om het hoofd te kunnen bieden aan de prijsstijgingen. Zij wensten, om hun winst te beschermen dat de prijs van het te bouwen object moest ontstaan op de markt van materialen en lonen die golden op het moment van de uitvoering. De overheid heeft de prijsbeheersing laten varen, en ook de wettelijke bescherming van de architectentitel. Dit heeft tot gevolg gehad dat op dit ogenblik de bouwkosten van een huis in een bepaalde omgeving in hoofdzaak wordt bepaald door de vraag naar een huis op die plaats.

Aannemer en leverancier van materialen en onderdelen bepalen aan de hand van de te verwachten verkoopwaarde, wat de kostprijs zal zijn van hun leverantie. Is de verkoopwaarde kleiner dan verwacht, dan ligt het risico daarvan niet zoals voorheen het geval was bij de aannemer, maar zal de kostprijs van materialen en onderdelen dalen wat het eerst voelbaar zal zijn in de loonsector. Nu is ook duidelijk waarom de bouwkosten van grote projecten voor de overheid en grote organisaties duurder kunnen worden tijdens de voorbereidingen, het maken van de plannen en de bouw zelf.

Hoe kapitaalkrachtiger de opdrachtgever is of hoe groter het subsidiebedrag wordt of hoe meer financieel profijt een exploitant in het vooruitzicht heeft of hoe groter de noodzaak van de realisatie is hoe hoger de aanneemsom en de bijkomende kosten worden. Het kan zelfs voorkomen dat tijdens de bouw de prijzen van materialen en halffabrikaten, die beslist noodzakelijk zijn, z.g. door stijging van de 'olieprijs' of de prijs van het 'hout' (vooral de essentiële grondstoffen en eigendom van mensen die met hebzuchtigheid en winstbejag bezield zijn) omhoog gaan en betaald moeten worden door de opdrachtgever, omdat hij het niet kan laten gebeuren dat het reeds gebouwde niet afgemaakt wordt.

    De zorgverlening

In de zorgverlening is de vraag om zorg een dwingend gegeven voor wie de prijs bepaalt van medicijnen en hulpmiddelen. Overheid en verzekeraars zoeken naar wegen om te bezuinigen en evenals in de technische sector is het loon van de verzorgers het enige waarmee 'zonder bezwaar' de kosten van de zorgverlening gedrukt kunnen worden.

Ze verdienen wat minder en werken maar wat harder. Medicijnen en hulpmiddelen blijven hoog geprijsd omdat overheid en verzekeraars niet zonder protest hulp kan stopzetten. De laatsten overwegen zelfs dat alleen de kapitaalkrachtigsten die dure hulpmiddelen kunnen krijgen of in ieder geval die mensen die nog nuttig zijn bij de productie van gebruiksgoederen. In het algemeen is de marktprijs door het opheffen van de prijsbeheersing door de overheid, los gekomen van de natuurlijke prijs.

De macht over de samenleving is hiermee gekomen in handen van de gezamenlijke producenten omdat zij de prijs van alles kunnen bepalen. Deze gebeurtenis wordt hier zo uitgebreid behandeld om duidelijk te maken waarin de westerse economie afwijkt van de verwachting van Smith en Ricardo dat dit manco opgeheven zou worden door concurrentie.

    De grondslagen

Baruch de Spinoza beschrijft in zijn "Politieke Verhandeling", hoofdstuk II art 17 blz 45:"het recht wat bepaald wordt door de macht van de menigte wordt gewoonlijk Staat genoemd. Dat recht wordt in absolute zin bezeten door hem die met algemene instemming met het beheer van de staatszaken is belast. Indien dat beheer wordt uitgeoefend door een Raad, die bestaat uit de gehele menigte dan heet dat een Democratische Staat; indien de Raad is samengesteld uit enkele geselecteerden, heet het een Aristocratie en wanneer de heerschappij in handen is van een enkeling, spreken wij van een Monarchie".

Dat in de loop van de tijd er tussenvormen zijn ontstaan neemt niet weg dat hiermee de drie hoofdvormen zijn aangegeven, met daaraan gekoppeld zijn conclusie, dat elk volk zijn regering heeft die het gedoogt zolang deze handelt in haar voordeel. En dat wanneer de algemene instemming of het gedogen er niet is er volgens Spinoza sprake is van een tirannie en de contracten en wetten ontbonden kunnen worden en een opstand gerechtvaardigd is. In hoofdstuk IV art 2 schrijft Spinoza:

'een burgerlijke toestand, die de oorzaken van opstanden niet heeft weggenomen en waar voortdurend vrees voor oorlog is en waar de wetten veelvuldig worden overtreden, verschilt niet veel van de natuurlijke toestand zelf waar een ieder naar eigen aard met groot levensgevaar leeft'.

Wanneer elk volk, in samenhang met de grond die het bewoont, zijn belangen toevertrouwt aan het bewind van haar Raad in welke vorm ook, dan moet van de gezamenlijke Staatsraden verondersteld kunnen worden dat zij in staat zijn de belangen van mensen op het totale grondgebied van de aarde te behartigen. Daarom wordt vanuit het EE-stelsel een beroep gedaan op alle Staatsraden ongeacht haar grondslagen om te voldoen aan Artikel 25 van de "Universele rechten van de mens" waarin: "Eenieder het recht heeft op een levensstandaard die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin"

In dit artikel is de uitdrukking 'hoog genoeg' te betrekkelijk om een menswaardig bestaan te garanderen. Ook een bedrag in geld kan dat niet. In het EE-stelsel heeft elk individu het recht op een deel van dat wat hem welzijn kan verschaffen. Het aantal energie eenheden per tijdseenheid, wat hem in de Staat waarin hij woont wordt toegekend, samen met zijn arbeid, is als een concreet minimum te beschouwen.

Het stelsel kan niet steunen op een deel van de bevolking, niet alleen op de armen of de rijken, niet op de 'winners' of de 'loosers'. Het is niet voor het rijke Westen of de arme Rest. Het is gebaseerd op een wetenschappelijk ideaal. Het wordt niet beïnvloed door godsdienst, filosofie of politiek. Het kent slechts een opgave en dat is de handhaving van de mensen, door hen de rechten te geven op datgene wat hen die handhaving mogelijk maakt. Het stelsel kan worden ingevoerd door er aan te beginnen.

    De politieke grondslag

In niet westerse landen of culturen accepteert men vaak door ethische, religieuze en/of ideële overwegingen het westerse economische systeem niet, om haar zelfzuchtige karakter. Men zoekt er naar een economie met een ruilmiddel wat niet behept is met manipuleerbare rente. Dit laatste is de oorzaak van de zelfzuchtigheid van de door het gemak waarmee het individu zich ongelimiteerd rijkdom verwerft.

Het USSR experiment betrof een maatschappij zonder kapitalistische economie. Maar omdat daarbij de veranderingen niet aangebracht zijn door inzicht van het gros van de mensen in de noodzaak van die veranderingen, ontstond een achterstand in de maatschappelijke ontwikkeling. Dat wil zeggen dat het leggen van goede relaties tussen individuen over maatschappelijke verhoudingen niet berustte op identieke gedachten en ervaringen. De leiding kan wel zeggen dat men een gezamenlijke vijand heeft, maar een persoonlijke ervaring zegt meer. En het zegt nog veel meer wanneer die ervaring identiek is aan die van anderen.

De experimenten in Singapore en Shanghai laten zien hoe de overheid het volk confronteert met een systeem om voor en nadelen zichtbaar te maken voor zowel het volk als de leiders, waarna unaniem keuzes gemaakt kunnen worden. Door de ervaringen die men nu opdoet met socialistische experimenten en die men opdoet met de kwalijke effecten van het particulier zelfzuchtig initiatief zal men vlugger het EE-stelsel op haar waarde weten te schatten dan de volken van de westerse landen die nog maar zelden dergelijke ervaringen hebben kunnen opdoen. De les, uit het USSR experiment te leren, houdt in dat een hervorming van de maatschappij, niet van bovenaf moet worden opgelegd, maar van onderop, vanuit het inzicht van de mensen en in wisselwerking met de Raad van de Staat, de overheid, van bovenaf dus. Het EE-stelsel is socialistisch omdat het alle mensen rechten biedt. En het EE-stelsel is liberaal omdat het streven naar individualiteit voorstaat.

    De Start van een Nieuw Stelsel

In het EE-stelsel wordt de prijs van een product of goed ook bepaald door wie er de macht voor heeft maar door haar restrictie en daaraan verbonden distributie wordt de macht op wetenschappelijke en ethische gronden gelegd bij de gezamenlijke individuen. Ieder kent de rechtvaardigheid van distributie in oorlogstijd en ieder kent het nut van restrictie wanneer de visserij op haring beperkt (restrictie betekent beperking) wordt om het volgend seizoen weer haring te kunnen vangen. In tegenstelling met andere alternatieven voor de economie waarbij men alleen vanuit de mens en zijn verantwoordelijkheid een andere economie wil doen ontstaan, lijkt het restrictiestelsel wel geschikt om gerealiseerd te worden. Het stelsel geeft namelijk alleen elk mens administratief het recht op energieverbruik en de Staten de mogelijkheid de productie te regelen door vergunning te geven voor het onttrekken van een beperkte hoeveelheid energie aan het milieu. Het beleid binnen de Staten kan zo aansluiten bij de recht en van de mensen. Er is geen bezwaarlijk vooruitlopen van de wetgeving of een rebellie van volksgroepen voor nodig om het proces op gang te brengen.

Het EE-stelsel zal omdat het recht van elk individu op een evenredig deel van wat de aarde voor hem te koop heeft afdwingen, dat elke Staat een muntstelsel hanteert waarmee een uitwisseling van energie eenheden mogelijk is. Koop en verkoop van eenheden zal bij een groot verschil tussen westerse en niet westerse economische stelsels een van de grootste problemen vormen. Maar wanneer de restrictie wereldwijd wordt ingevoerd; dus aanvaard wordt, zullen hier geen grote hindernissen door ontstaan.

De arme Staten kunnen bij een aanvaard EE-stelsel op grond van de internationaal vastgestelde toewijzing aanspraak maken op een deel van de totale energievoorraad en het recht daarop voor kunnen leggen bijvoorbeeld bij de Verenigde Naties. Zij zouden cijfermatig aan kunnen geven hoe groot de rechten van hun volk zijn en hoe weinig daarvan ingelost wordt.

    Eigendom van de grond

In het boek "Grondrecht innen" redactie S. Sevenster, wordt onder het hoofd 'Macht van het Kapitaal' beschreven dat in de bestaande economische orde ten onrechte aan 'kapitaal', macht in handen is gespeeld, door het particulier innen van grondgebruikswaarde. Gezien vanuit het EE-stelsel en gelet op de tekst in 'Grondrecht innen' is het zo dat:

  • een grondstuk A 1 X joules/ha/jaar oplevert en
  • een grondstuk B 5 X joules/ha/jaar

Opmerking: De cijfers hiervoor kunnen op dezelfde manier als voor een ruilverkaveling waarbij men omgekeerd de grondgebruikswaarde berekent om ieder een stuk grond te kunnen geven waarvan hij bestaan kan.

De opbrengst voor degene die de grond gebruikt is van bijvoorbeeld 50.000/ha/jaar van grondstuk B dus 250.000/ha/jaar

Opmerking: Omdat de grondgebruikswaarde niet particulier geïnd wordt is hier geen sprake van grondrente en pacht.

De distributie als morele opgave bevat voor de bewerkers van grondstuk A en voor die van B het aantal eenheden groot (X + 5X) : 2 = 3 X joules/jaar. De bewerker van grondstuk B kan zich dus financieel meer veroorloven wanneer hij joules koopt van de bewerker van grondstuk A. Deze laatstgenoemde wordt financieel rijker. Door deze nivellering heeft het nu minder zin om grond in eigendom te hebben. Het heeft natuurlijk wel financieel voordeel grond te bewerken die me er geld opbrengt, maar niet zo veel, dat de grond, in speculatieve zin, aantrekkelijk is om het in eigendom te hebben. Het EE-stelsel schakelt dus niet alle rivaliteit, naijver en particulier initiatief uit. Het drukt alleen de gebruikswaarde van de grond uit in wetenschappelijk vast te stellen joules. Of de grond graan opbrengt of ijzererts of dat er een fabriek of winkel op staat, per oppervlakte-eenheid heeft de grond een hoge, lage of negatieve opbrengst aan energie.

Opmerking: Ook de 'bewerker' van de grond met een negatieve opbrengst deelt in de eenheden distributie die hij gebruiken kan om te verkopen en/of besteden.

Door de distributie van de grondgebruikswaarde uit te drukken in energie-eenheden wordt voldaan aan het zedelijk ideaal de opbrengst van alle grond te bestemmen voor de totale nu en in de toekomst levende gemeenschap. Het zou nog een stap verder zijn wanneer alle grond verkocht zou kunnen worden aan de Staat.

    De politieke betekenis van het begrip 'Staat'

Volgens van Dale is de betekenis van het begrip 'Staat': "de door een geordend gezag geregeerde volksgemeenschap beschouwd als één rechtspersoon". Volgens Baruch de Spinoza betekent de Staat de macht die de bewoners van ee n bepaald grondgebied gezamenlijk uitoefenen ("de Staat is de macht van de menigte"). Het verschil tussen beide opvattingen is dat in het eerste twee factoren het begrip bepalen, en in het tweede maar één. Afhankelijk van de politieke ontwikkeling van een volk in een Staat ligt de macht meer of minder bij het gezag of bij degene die het gezag zijn macht op legt zoals de kapitalisten dat nu doen. Bij het hanteren van het eerste begrip 'Staat' is de tekst van het strijdlied 'de internationale', "De Staat verdrukt, de wet is logen", beter te verstaan wanneer ze zou luiden: "Het gezag verdrukt, haar wet is logen".

De arbeider die het lied zong stond niet buiten of tegenover de gemeenschap, maar wel tegenover diegenen die de macht bezaten de wetten van het gezag tegen hen te keren. Ideaal zou zijn dat men ervan uitging dat de macht in handen zou zijn van het volk wat bestaat uit alle burgers van de Staat. Niet alleen de arbeiders, of de middenstanders, de studenten, soldaten, de producenten of de bezitters van kapitaal. En ook niet per definitie de twee factoren binnen het begrip die bij voorbaat een gezagsprobleem hebben.

Dit is geen irreële redenering omdat de geschiedenis aantoont dat de macht binnen een Staat toch al reeds verder verschuift van de factor 'gezag' naar de factor 'volk'. Het gezag wordt steeds meer afhankelijk van de wil van het volk dan het omgekeerde. Het distributiestelsel zal aan die groeiende tendens meewerken.

    Het Begin

  1. Het technisch bureau van het internationaal werkende restrictiebureau (Opm. Elke Staat heeft tegenwoordig wel een planbureau dat werkt met wetenschappelijke of empirisch verkregen cijfers) stelt vast hoeveel energie er in het jaar van aanvang van de berekeningen (stel het jaar 2000) aan de aarde zonder bezwaar onttrokken kan worden. Dit is in de figuur voorgesteld door de inhoud van axbxc.

      Daarin is:
    • de toe te wijzen energie in joules per persoon
    • het aantal personen op de wereld
    • de tijd, bijvoorbeeld 1 jaar

  2. Van deze schijf wordt, van onderen af gerekend, voor internationaal gebruik, zoals Verenigde Naties met politie en leger een deel gereserveerd. Dit is aangegeven met het woord 'interstaat'.

  3. 3 De staten voorgesteld met een A, B of C enz. krijgen een deel toegewezen naar het aan tal inwoners in die staten in het jaar van de berekening.

  4. Elke staat stelt, in overleg met volk, vast welk deel de staatsonderdelen (provincies, gemeenten en andere stadsdelen) voor bouw, aanleg en onderhoud van scholen, wegen, kanalen, spoorwegen, water, gas en elektriciteitsnetten kunnen worden toegewezen.

  5. Elk individu bepaalt welk deel van het resterende besteed moet of kan worden aan wat nodig is voor zijn bestaan en dat van zijn gezin, en welk deel verkocht kan worden, of hoeveel eenheden energie hij kopen moet. In het extreme geval waarbij in een volk de burgers geen behoefte hebben aan energie-eenheden (zij verbouwen en maken alles zelf), kan de Staat alle toegewezen EE's, verminderd met het aantal wat het EE bureau berekend heeft als energie opbrengst van de grond binnen die Staat besteden aan dat wat de overheid nuttig vindt of verkopen om bijvoorbeeld schulden af te betalen. In het algemeen geldt dat hoe meer de bewoners van een Staat hun rechten kunnen laten gelden bij de overheid in hun land, hoe meer er aanleiding kan ontstaan voor een democratisch of sociocratisch gevormd regeerbeleid. Het EE-stelsel is socialistisch omdat het alle mensen dezelfde rechten toekent en het is liberaal omdat het een streven naar individualiteit waardevol noemt.

    Slot

Het hiervoor geschetste EE-stelsel kan beter nog Restictiestelsel worden genoemd omdat het distribueren van Energie-Eenheden in feit een factor is in de veel zwaarder wegende restrictie van het economische systeem. Het hoofddoel van dit schrijven is namelijk het doen afnemen van de groei van de productie en de snelheid van het produceren, beide ten behoeve van de geldelijk winst. Het motief hiervoor is de bescherming van het milieu door verhoging van de duurzaamheid en spaarzaamheid - en - het rechtvaardiger distribueren van de rijkdom van de aarde. Al het voorgaande is misschien de utopie waarvan prof. dr. Tieleman in een SMO boekje onder 'Wetenschap en Maatschappij' zegt dat het is"als een droom van gerechtigheid voor de noodzakelijke sturing van de economische technische en wetenschappelijke ontwikkelingen die wij te routineus 'vooruitgang' plegen te noemen".

Ontleend aan Grondvest 3e kwartaal 1996
ISSN 0166-0284