Pensioenfondsen kunnen euro ook niet hard houden

EuroStaete . . Politiek .. . Klokkenluiders <==> SDN . . Kamerzetel 151 . . Kiesraad

Schaars gevulde pensioenpotten in landen als Duitsland, Frankrijk en Italië

van onze verslaggever

AMSTERDAM, 14 mei 1997

De schaars gevulde pensioenpotten in landen als Duitsland, Frankrijk en Italië zijn een gevaar voor de hardheid van de euro. Dit doemscenario voor de nieuwe Europese munt schetste directeur D. de Beus van PGGM, het een na grootste pensioenfonds van Nederland, twee dagen geleden. Zijn pleidooi was niet van eigen belang gespeend. Volgens zijn redenering zouden de hoge toekomstige pensioenlasten voor een aantal Europese landen de inflatie in Europa opdrijven. Hierdoor dreigt het pensioenvermogen van het PGGM te worden weggevreten.

Het is een waarschuwing die vorig jaar ook uit het Britse parlement opklonk. De parlementariërs claimden dat de Britten bij deelname aan de Economische en Monetaire Unie de rekening van de slechte pensioenvoorzieningen in de rest van Europa gepresenteerd krijgen. Alleen Nederland vormt in de ogen van de Britten geen risico.

Dat de eurovrees voor de pensioenen vooral in Nederland en Engeland opsteekt, is simpel te verklaren. Het zijn de enige twee landen van Europa die beschikken over omvangrijke pensioenfondsen. In alle andere landen wordt niet of nauwelijks gespaard voor de oude dag, maar worden de pensioenen direct uit de staatskas betaald. Deze directe vorm van financiering wordt in Nederland slechts toegepast voor de AOW. Het staatspensioen wordt alleen niet uit de schatkist betaald, maar grotendeels opgebracht door premiebetalers.

In de redenering van De Beus en de Britten zijn de pensioenfondsen een garantie voor een gezond financieel beleid door de overheid. De fondsen zijn zo'n grote financiële buffer dat Nederland en Engeland de kosten van de vergrijzing aanzienlijk minder zullen voelen dan andere landen. De Nederlandse en Britse regering zullen daarom ook niet, of in ieder geval minder snel, in de verleiding komen om de belastingen te verhogen zodat de pensioenen betaald kunnen worden. In Nederland en Engeland, nog steeds volgens De Beus en de Britten, zullen de vakbonden daarom ook geen looneisen stellen om de hogere belastingen te compenseren. Nederland en Engeland zullen dus ook niet aan de basis staan van de inflatie die Europa rond 2025, op het hoogtepunt van de vergrijzing, zal teisteren. Zeggen De Beus en de Britten.

    Kosten vergrijzing vallen in Nederland hoger uit dan elders

Op welke voorspellingen zij hun rampscenario baseren, is niet duidelijk, maar het kunnen niet die van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) zijn, of die van het ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland. Volgens de OESO zullen de kosten van de vergrijzing voor de Nederlandse overheid hoger uitvallen dan in bijna elk ander Europees land. Alleen Italië en Finland zijn slechter af. Dus als er landen zullen zijn die de inflatie zullen aanwakkeren om uit hun pensioenperikelen te komen, dan behoort Nederland daar volgens de redenering van De Beus zeker ook toe.

Ook de cijfers van het ABP bieden De Beus weinig ondersteuning voor zijn redenering. De toekomstige pensioenlasten zijn voor Nederland zeker niet de laagste van Europa. Die eer komt aan de Britten toe, terwijl ook bij het ABP Italië er slecht uitspringt. Als volgens deze berekeningen ook Nederland behoorlijk gebukt zal gaan onder de vergrijzing, vergroot dat - volgens de redenering van De Beus - alleen maar de risico's voor de euro. Maar op die redenering is ook wel het een en ander aan te merken, vindt Jan Kuné, stafmedewerker van het ABP.

Volgens Kuné doet het er weinig tot niets toe of er pensioenfondsen zijn of dat de kosten van de vergrijzing op de staatskas drukken. Weliswaar heeft financiering met pensioenfondsen bepaalde voordelen: Er is meer spaargeld dat geïnvesteerd kan worden, waardoor de economische kracht van een land kan toenemen. Maar volgens Kuné is de overschakeling naar een systeem met pensioenfondsen niet goed doenlijk omdat het hele generaties opzadelt met dubbele kosten. In bijna alle landen van Europa zal over ruim een kwart eeuw ongeveer een kwart van de bevolking ouder zijn dan 65 jaar. Deze vergrijzing heeft haar prijs. Maar een pensioenstelsel, hoe gefinancierd ook, blijft betaalbaar als de economie ononderbroken, of bijna ononderbroken, goed draait. Blijft de groei uit, dan is het crisis, met of zonder de euro, of er nu ABP'en of PGGM'en zijn of niet.


Commentaar: R.M. Brockhus

De paniekreactie van PGGM-directeur de Beus is voldoende gekritiseerd in het voorgaande artikel. De helderziendheid van de Beus gaat zelfs zover dat hij meent dat in Nederland de vakbonden geen looneisen zullen stellen wanneer belastingen of premies omhoog gaan voor het op niveau houden van de pensioenen. Het is juist deze kloof tussen de generaties, die door prof. dr. Flip de kam zelfs een oorlog tussen de generaties werd genoemd, die grote problemen kan opleveren. Wanneer we niet onmiddellijk de grondslag voor de pensioenen en uitkeringen gaan verbreden, en de lasten niet alleen laten rusten op de factor arbeid, dan zal blijken dat de werkenden die inflatie doodgewoon gaan afdwingen met looneisen.

Maar in een politiek klimaat waarin alleen het marktdenken prevaleert, is voor collectief goede regelingen geen ruimte. De VVD ziet bijvoorbeeld graag dat iedereen een spaarpotje voor zichzelf opbouwt. Je moet de VVD - en onderschat het Lubberiaanse marktdenken in het CDA niet - natuurlijk niet vragen BIJ WIE er gespaard kan worden. Bedoeld wordt dat door de gehele natie van Nederlanders gespaard wordt voor de oude dag, en men wil dat kapitaal toch onderbrengen bij een partij die garandeert dat niet alleen de hoofdsom wordt terugbetaald, zonder inflatie, maar daarbovenop ook nog eens een fiks rendement. Monique van der Ven en Wim Bosboom beloven koeien met gouden horens. wanneer u uw spaarcentjes vandaag nog bij een of ander spaarfonds komt inleveren. U wordt een fantastisch rendement voorgeschoteld, zonder te verklaren waar dat rendement vandaan komt. Want welke particulier wil geld tegen zo'n fabelachtig hoogrenderende vergoeding lenen?? Weet u iemand bij u in de buurt die dat doet? U zelf misschien..???

Kortom, er wordt wat afgelogen en bedrogen. Het meest verkochte onroerend goed in Nederland is dan ook met stip het LUCHTKASTEEL. De Beus heeft gelijk wanneer hij zijn zorgen uitspreekt over het wegvreten van het spaarvermogen. Maar alleen over dat deel dat uit nominale waarden of obligaties bestaat. Vandaar mijn advies: Verkoop alle obligaties en beleg in aandelen en infrastructurele objecten waarvan mensen altijd gebruik zullen blijven maken. Zoals communicatienetwerken, tolwegen, geneesmiddelen, gezondheidszorg, recreatie, transportmiddelen, voedselproductie en technologie.

    Mijn vraag aan ABP en PGGM van jaren terug was:
    Hebt u broodfabrieken om de ouderen van brood te voorzien?
    Hebt u geneesmiddelenfabrieken om de gepensioneerde leden van
    uw fonds van medicijnen te voorzien bij ziekte?
    Hebt u recreatievoorzieningen en transportmiddelen om gepensioneerden
    een passend genieten van de oude dag te bezorgen?

    Het antwoord was:
    Neen, wij bezitten hoofdzakelijk obligaties. Met name staatsobligaties,
    vanwege de zekerheid. Onze taak is het zo veilig mogelijk beleggen van
    de premies en het uitbetalen van pensioengelden over een lange termijn.

De spaarpotten lopen inmiddels over, maar niemand die zich nog de vraag stelt: "Waarvoor sparen we eigenlijk? En vooral: waarom zoveel?? Wat kost het vandaag aan werkloosheid door wegvallende bestedingen, en wie wil er straks nog werken voor oud kapitaal, of geld, dat dateert uit de prehistorie? Uw eigen kinderen misschien, die van de buren, of die in de Derde Wereld?"