Milieudefensie, v/h de milieubeweging
Index SDN . . . . . SDN Homepage . . . . Schandpaal

Wat is het toch waardoor Milieudefensie zo tot de verbeelding spreekt?"

    Milieudefensie nummer 6, juni 2001

    Hein-Anton van der Heijden OPINIE

      Actiepoot Milieudefensie bloedt dood

    "Wat is het toch waardoor Milieudefensie zo tot de verbeelding spreekt?"

    Politicoloog Hein-Anton van der Heijden zocht op deze vraag een antwoord.
    En kraakt een harde kritische noot:
    Idealisme, activisme worden ten onrechte ingeruild voor professionele lobby.

    Over Milieudefensie heb ik altijd enthousiast kunnen vertellen. Milieudefensie is een middelgrote vereniging die inmiddels bijna dertig jaar bestaat, trouw is gebleven aan haar oorspronkelijke idealen, maar tegelijk een club die midden in de maatschappij staat, zich voortdurend vernieuwt en beschikt over een goed ontwikkelde radar voor maatschappelijke trends en vernieuwingen.

    Wanneer ik dat zeg zijn er altijd wel buitenlandse collega's die meer informatie vragen en studenten die een werkstuk willen schrijven over Milieudefensie, veel meer dan over welke andere milieugroep dan ook. Wat is het toch waardoor Milieudefensie zo tot de verbeelding spreekt? Ik denk dat het eerst en vooral een diepgeworteld gevoel is over de samenhang van de doelen die je nastreeft, de wijze waarop je die doelen probeert te bereiken en de manier waarop je met elkaar omgaat. De kenmerken van de milieubeweging als nieuwe sociale beweging zijn voor veel jongeren en ouderen een blijvende inspiratiebron en een alternatief voor de ideologie, de politiek en de omgangsvormen van het huidige neo-liberale tijdperk. Maar wat zijn dan precies die kenmerken en in hoeverre zie je ze werkelijk nog terug bij Milieudefensie?

      Niemand

    In de eerste plaats is er de nadruk op wat wel de post-materialistische waarden worden genoemd. Nederland is rijker dan ooit, maar tegelijk groeit overal in de maatschappij de onvrede en het verzet. Onvrede over koopzondagen, de alomtegenwoordigheid van de reclame en de privatisering van publieke diensten. Onvrede over dioxinekippen, gekke koeien en gepeste varkens. En natuurlijk onvrede over de milieuconsequenties van dit alles: klimaatsverandering, landschapsvernietiging, verlies aan biodiversiteit. Ecologische modernisering is het toverwoord waarmee overheid, bedrijfsleven en ook Milieudefensie het onverzoenlijke proberen te verzoenen. Voortgaande economische groei en verbetering van de kwaliteit van het milieu kunnen heel goed samengaan, zo luidt de redenering, mits die groei maar op een slimme manier wordt georganiseerd: Verhandelbare emissierechten, vrijwillige convenanten en gesubsidieerde milieuhulp aan Oost-Europa

      Ondertussen gaat de milieudegradatie alleen maar door.....

    Het is mijn stelling dat Milieudefensie zich de laatste jaren teveel heeft uitgeleverd aan het ecologische moderniseringsdenken, waardoor de ontwikkeling van nieuwe ideeën en het presenteren van werkelijke alternatieven hopeloos stagneert. En als Milieudefensie dat niet doet, doet niemand het. Een tweede kenmerk van de milieubeweging als nieuwe sociale beweging was dat haar aanhang overwegend jong was en afkomstig uit de nieuwe middenklasse. Dat laatste klopt wat Milieudefensie betreft nog steeds; de gemiddelde leeftijd van de leden is echter behoorlijk omhoog gegaan. Door haar pragmatische opstelling slaagt Milieudefensie er steeds minder in jonge leden aan zich te binden omdat groepen als "Groen Front" veel meer te bieden hebben aan idealisten die echt iets meer willen.

    Een volgend kenmerk heeft te maken met de manier waarop de milieubeweging is georganiseerd. Nieuwe sociale bewegingen bestonden van oudsher uit netwerken van autonoom opererende lokale groepen. De anti-kernenergiebeweging, die op haar hoogtepunt bestond uit driehonderd basisgroepen, is hiervan in Nederland het mooiste voorbeeld. Vanaf de jaren tachtig is de Nederlandse milieubeweging in snel tempo geïnstitutionaliseerd. Natuurmonumenten, het Wereldnatuurfonds en Greenpeace zijn van bij elkaar 400.000 leden en donateurs in 1980, via 1,5 miljoen in 1990, gegroeid tot het huidige aantal van 2,3 miljoen. De organisaties van de drie clubs zijn ware bureaucratieën geworden, waar professionals de dienst uit maken en de betrokkenheid van de achterban zich beperkt tot het beruchte giro-activisme.

    Milieudefensie wist zich tot voor kort met succes aan deze trend te onttrekken. In vergelijking met de drie giganten kende zij altijd een relatief bescheiden ledental: 15.000 in 1980, 27.000 in 1990 en 34.000 nu. De organisatie is geprofessionaliseerd, maar de invloed van de leden via de plaatselijke groepen en de Algemene Ledenvergadering bleef reëel aanwezig. De veranderingen die het laatste jaar zijn voorgesteld, eerst de fusie met de Stichting Natuur en Milieu en later de ontwikkeling van de vereniging in de richting van een bedrijf met uiteenlopende salarissen voor de betaalde medewerkers, zouden een wezenlijke breuk betekenen met de tot voor kort bestaande organisatiecultuur. Van een half idealistische, door professionals en vrijwilligers gezamenlijk gerunde club met een hoge doelmotivatie en een sterk ontwikkelde collectieve identiteit, lijkt Milieudefensie nu een professionele lobbygroep te worden.

      Blikvernauwing

    Dit brengt me op het vierde kenmerk van de milieubeweging als nieuwe sociale beweging: Het verzet tegen de institutionele politiek. Milieudefensie heeft altijd terecht het milieubelang naar voren gebracht als universeel belang tegenover de particuliere belangen van boeren, wegenbouwers en vliegtuigfabrikanten en zich er tegen verzet dat het milieubelang werd gereduceerd tot een deelbelang. Door de rol die Milieudefensie tegenwoordig speelt in het groene poldermodel lijkt zij echter toch de behartiger te worden van het milieubelang als een van de vele belangen die meespelen, waardoor per definitie compromissen moeten worden gesloten. Dit leidt tot blikvernauwing.

    In het verleden had Milieudefensie altijd een scherp oog voor de relatief beperkte mogelijkheden van de institutionele politiek. Zij richtte zich altijd meer op de maatschappij dan op de institutionele politiek, omdat er in de maatschappij meer resultaten konden worden behaald. Door zich te ontwikkelen in de richting van een lobbygroep is het gevaar reëel dat Milieudefensie een van de véle spelers in de Nederlandse politieke arena wordt. Dat is een veel kleinere rol en een flinke stap terug.

      Actierepertoire

    Het volgende kenmerk, onconventionele actievormen, hangt hiermee nauw samen. Lange tijd heeft Milieudefensie gewone en ongewone actievormen met elkaar gecombineerd. Onderhandelen met de Schiphol-directie čn vliegtuigen aan de wielklem leggen. De lokale groepen ontwikkelden hun eigen, niet zelden onconventionele actie-repertoire. Het denken over nieuwe, onconventionele actievormen zal stagneren door de voorgenomen centralisatie van de vereniging. De top van een professionele lobbygroep heeft domweg geen behoefte aan een onvoorspelbare, soms radicaal optredende achterban, en daardoor zal de actie-poot van de vereniging onvermijdelijk langzaam doodbloeden.

    Het zesde en laatste kenmerk dat jarenlang aanwezig was in Milieudefensie als nieuwe sociale bewegingsorganisatie, was het bezit van een onvervreemdbare collectieve identiteit. Door het heilig besef dat het strijden voor een beter milieu een hoger doel dient dan de behartiging van de deelbelangen van melkveehouders, bierkratproducenten en handelaren in tropisch hardhout, ontstond er onder de leden van Milieudefensie, zelfs als zij niet daadwerkelijk actief waren, een duidelijk besef van collectieve verbondenheid.

    De voorgenomen centralisatie en professionalisering zouden dit gevoel van betrokkenheid wel eens in gevaar kunnen brengen. Bij veel leden van Milieudefensie leefde tot voor kort, hoe diffuus ook, het besef dat zij deel uitmaakten van een wereldwijde milieubeweging. Dit besef dreigt nu te worden vervangen door de realiteit van het lidmaatschap van een lobbygroep waarop je weinig invloed kunt uitoefenen en waarmee je je ook steeds minder kunt identificeren. Waarom zou je van zo'n organisatie eigenlijk nog lid blijven?

    -----////----

    Hein-Anton van der Heijden is docent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam
    en publiceerde vorig jaar: Tussen aanpassing en verzet. Milieubeweging en milieudiscours.