Naftaverontreiniging in Panheel, Sluisweg, Limburg

EKC Milieu . . . Kamerzetel 151 . . . Klokkenluiders <====> SDN . . . G. Meerten

Statenlid Gonnie Meerten van Provinciale Staten in Noord-Brabant stelt moeilijke vragen

    Limburg

    
    
    
    
    
    
    
    
    
    
Op 23 mei 1997 heeft de Unie 55+ het volgende betoog gehouden in de plenaire vergadering van Provinciale Staten van Limburg.

Geacht College,

Toen ik uw College attendeerde op de naftaverontreiniging aan de Sluisweg in Panheel heeft uw College een monster genomen en onderzocht. Nadien las ik in de krant dat uw College tot de conclusie was gekomen dat er alleen maar sprake was van wat roest. Een week later komt U tot de conclusie dat het toch geen roest is maar dat er sprake is van een historisch naftarestant.

Dan zegt uw College er is een vervuiling van 150 meter lengte en 30 meter breedte en de vervuiling zit op 2 tot 6 meter diepte. Als het gaat om plm. een halve hectare kun je niet meer spreken over een restant.Verder stelt U dat de concentraties door afbraak van de verontreinigde stoffen langzaam minder worden. Net zomin als het eerst roest was is hetgeen U hier zegt ook niet waar. Uit peilputinformatie blijkt duidelijk dat de vervuiling toeneemt met de diepte en de tijd.

Vervolgens zegt U dat de oude naftaleiding die gelekt heeft op die locatie is verwijderd. Wie schets mijn verbazing wanneer ik op 4 en op 12 april in de krant lees dat woordvoerders van DSM mededelen: "Er ligt op die plek namelijk inderdaad een leiding van ons onder de grond".

U stelt verder dat de 30 jaar geleden naftavervuiling bij de sluis was. De naftavervuiling die ik geconstateerd heb ligt plm. 450 meter verder van de sluis verwijderd. Naar aanleiding van mijn vraag over de ondergrondse spoelwaterleiding zegt uw College hiervan niet op de hoogte te zijn.Het komt mij uiterst ongeloof~waardig over dat een open en bloot gesitueerde leiding, in dit waterwingebied, aan de kritische aandacht van uw College zou zijn ontsnapt.

Geacht College, Uw gehele manier van benaderen en uw wijze van beantwoording van vragen omtrent de naftavervuiling komt bij mij zeer verkrampt over. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat uw antwoorden opereren in het wazige, warrige circuit gelegen tussen waarheid en onwaarheid.



Fase B onderdeel van de Maasplassen in Limburg.

Het College van Gedeputeerde Staten van Limburg heeft geen gebruik gemaakt van haar voorkeursrecht tot terugkoop van een gigantische waterbron die~ handen is van Aqua Terra c.q. Fam. Baggen.

Op 25 mei 1997 heeft de Unie 55+ het volgende betoog gehouden in de plenaire vergadering van Provinciale Staten van Limburg.

BETOOG

Op 17 mei 1996 heeft de Unie U het voorstel gedaan om Fase B te bestemmen als drinkwatervoorziening, en de bestemming van dit hele gebied te wijzigen in : Stille recreatie c.q. arboreturn.

Op 25 juni 1996 antwoord uw College als volgt: Het onderzoek naar de mogelijke uitbreiding van Fase C boven de 20 miljoen m3 water is tevens gepland. In het kader van de realisatie van Fase C als spaarbekken heeft Fase 13 reeds een belangrijke functie in het kader van de bescherming van het water in Fase C. Fase B komt in het grondwater beschermingsgebied te liggen.

Het water uit Fase C wordt gewonnen middels een oevergrondwaterwinning hetgeen betekent dat middels putten niet alleen water Fase C wordt aangetrokken, maar ook water uit Fase B. Tevens wordt er tussen Fase B en C een noodkoppeling aangelegd om bij calamiteiten bij waterinname uit de Maas water vanuit Fase B in te laten in Fase C. Gelet op het voorgaande vervult Fase 13 een belangrijke rol bij de bescherming van Spaarbekken Panheel (Fase C).

Op 23-12-1996 besteden de Limburgse kranten aandacht aan de verkoop van de Maasplassen aan de Familie Baggen, die deze weer onderbrengt in een aantal dochtervennootschappen. Advocaat H. Breeman van Aqua Terra heeft het gebied al pro forma omwille van het voorkeursrecht - eerst te koop aangeboden aan de Provincie Limburg om van het voorkeursrecht gebruik te maken. Het College van Gedeputeerde Staten ziet af van het voorkeursrecht tot terugkoop.

Op 10 januari jl. verzoekt de Unie uw College Fase 13 te verwerven, immers Fase B blijkt een gigantische waterbron te zijn, Fase B bevriest niet~het waterniveau daalt niet na het strijken van de stuwen. Fase B krijgt op grote schaal grondwater toegevoerd uit het diepe tweede grondwater voerende pakket, d.m.v. diepe putten in Fase B.

Op 14 januari jl. stelt een woordvoerder van WML in Dagblad de Limburger "Wij hebben de Boschmolenplas niet nodig. Ons eigen waterbekken naast de Boschmolenplas gaat over vijf jaar zo'n twintig miljoen kubieke meter water per jaar leveren". Dit is toch in tegenspraak met hetgeen hier is aangegeven. Waarom zijn er dan diepe putten geslagen in de nabijheid van Fase C en Fase B?

Op 8 maart jl. lees ik in het Limburgs Dagblad Provincie neemt afstand van bewering Unie 55+", "Boschmolenplas geen gigantische waterbron" De Boschmolenplas is nog niet zo lang afgesloten van de Maas. Het water in de plas is daardoor nog op zoek naar een nieuw evenwicht en stijgt waarschijnlijk een halve meter. Daarna is de hoeveelheid water die de plas instroomt even groot als de uitstroom. De Boschmolenplas is in zijn geheel afgesloten. De aanvoer van het water kan dan ook alleen maar komen uit de diepe grondlagen, dit is zonder meer het bewijs dat hier veel diepgelegen water vanonder de scheidingslaag tussen het eerste en tweede watervoerend pakket op 19-22 meter beneden maaiveld in de Fase B stroomt. Het uitstromende goede grondwater stroomt vervolgens door het poreuze grind-zand pakket weg richting maas. Goed grondwater gaat zo verloren. Dit is onverantwoord beleid.

Op 14 maart jl. lees ik in het Limburgs Dagblad : "Geen grote jachten in Boschmolenplas". Dat maakte Aqua Terra gistermiddag tijdens een hoorzitting in het provinciehuis bekend over de grindplas Fase B".

Op 1 april jl. zijn de waterstanden opgevraagd bij Rijkswaterstaat in stuw in Linne.

  • De stand was 20,81 m boven NAP. In het Kanaal Wessem Nederweert beneden de stuw te Panheel, ook plas, was de stand 20,84 m. NAP.
  • Fase B stond ruim een meter hoger. Er stroomde door een dikke pijp water uit Fase B in de Teskenplas.
  • Fase C lag duidelijk 1-1,5 meter lager dan Fase B.
  • Dit bewijst dat Fase B een gigantische waterbron is.
  • De waterhoogte in Fase B is nog verder gestegen.

Naar aanleiding van onze vragen inzake boringen pompputten in Beegden geeft uw College toe dat U vergunning heeft gegeven aan WML op 11 juli 1995 voor realisatie pompputten tot een diepte van circa 40 meter beneden maaiveld. Dit betekent het opgepompte water komt uit Fase C en Fase B. Vervolgens zegt U: "Het onttrokken water wordt gedeeltelijk gevoerd naar de proeffabriek (zuiveringsinstallatie) en gedeeltelijk ongebruikt weer geloosd op het waterbekken (Fase C)". Volgens een aantal buurtbewoners waarmee ik heb gesproken bestaan deze pompputten al plm. 9 jaar.

Op 3 mei jl. lees ik in het Limburgs Dagblad: "Leemlagen Tuspeel bedreigd door uitdroging". Het grondwater rond het waterspaarbekken Heel is sinds de afsluiting van de plas B flink gedaald. Ook het peil van het bekken zelf ging met een meter omlaag, het reddingsplan komt er in het kort op naar dat water vanuit de Boschmolenplas in het spaarbekken wordt gepompt. Voor het zo belangrijke drinkwater bestaat aan de ene kant het gevaar van de rigoureuze Duitse bruinkoolwinning en aan de andere kant de totale verstoring van de scheidingslagen, aan Nederlandse zijde.

De verdroging heeft dus twee kanten. Een Duitse en een Limburgse. Immers, de (oerlagen) bovengrond op enkele meters onder het maaiveld dragen de vennen. De scheidingslaag tussen het 1 de en 2e watervoerend pakket, gelegen op 19-22 meter beneden maaiveld is in Fase B verstoord en mogelijk eveneens in andere grindgaten. Waar blijven de resultaten van de dieptemetingen in de Fase B-metingen te verrichten nadat de grindwinning was afgesloten en nadat volgend op deze grindwinning massaal zand ( vele honderd duizenden m3) is weggezogen?

Onze zorgen zijn in deze terecht, verdroging alom, drinkwater wordt onbetaalbaar, politiek grijpt niet in. Er moet een uitgebreide MER komen en het College van GS dient op zo'n kort mogelijke termijn Fase B terug te kopen.