Kolonel b.d. L.J.J. Dorrestijn met zijn politieke analyse
IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . Paul Quekel . . Woekerpolissen . . Klacht NMA

De monarchie bestaat 'bij de gratie Gods,' maar ook bij de instemming van het volk

Politieke analyse

  Door L.J.J. Dorrestijn

  Inleiding:  

De Nederlandse geschiedenis leert dat ons volk overheden erkent voor zover deze hen dienstbaar zijn en heeft weinig op met overheden die wel offers vragen, maar voornamelijk ten dienste staan van zichzelf. Het was dan ook halverwege de 16e eeuw de vrije wil van het volk om Willem van Oranje een leidende rol te geven in de strijd tegen de Spaanse onderdrukker. Door de eeuwen heen is telkens gebleken dat de positie van de overheden gedragen moet worden door het volk. Dat geldt onverkort voor ons huidige politieke bestel met haar constitutionele monarchie, dat niet alleen bestaat 'bij de gratie Gods,' maar ook en vooral bij de instemming van het volk en bij wederzijdse erkenning en respect in internationaal verband. 

Door de eeuwen heen hebben Nederlanders zich ontberingen en opofferingen getroost om het land in betere staat aan de volgende generatie over te dragen. Om democratie, vrijheid en een nationaal saamhorigheidsgevoel te bewerkstelligen ondanks religieuze of etnische verschillen. Die taak geldt ook voor onze generatie. Wij zijn nu de rentmeesters. Dat betekent dat we willen behouden wat Nederland tot eer strekt en tegelijkertijd de kansen benutten om zich verder te ontwikkelen als een veilige, leefbare en welvarende samenleving te midden van de andere volken.

Het was in het bijzonder aan Pim Fortuyn te danken dat de interesse van gewone mensen voor de toekomst van ons land en voor de politiek sterk is toegenomen. Voor korte tijd leek het erop dat dankzij deze talentvolle man de mening van de burgers opnieuw weerklank vond bij de bestuurders en dat de 'werkvloer' weer invloed kon uitoefenen op de gang van zaken in het land, zonder tot stakingen over te gaan. De onopgeloste kwesties betreffende het leven van alledag kwamen eindelijk op de politieke agenda te staan.

De onvrede over de situatie in ons land blijft namelijk groot. Het is echter goed om te beseffen dat het huidige Nederland als een momentopname moet worden gezien in de ontwikkeling van westerse soevereine staten. Onze nationale geschiedenis kent veel roerige tijden en kenmerkt zich door voortdurende veranderingen. Ook de huidige toestand zal eindig zijn. Daarom is de vraag die we ons het best kunnen stellen: In welke richting willen wij dat ons Nederland zich ontwikkelt en hoe kan dit met politieke middelen worden bereikt?


Uiteenvallende samenleving: 

Grote groepen burgers dreigen zich af te wenden van de samenleving en de politiek. Ze begrijpen of accepteren de ontwikkelingen in ons land niet meer en vragen zich daarbij af waarom de overheid niet ingrijpt. Met name de oudere generatie die is opgegroeid met de waarden en normen van hun ouders, de school en de kerk - en daardoor gewend was aan plichten, werken, nabuurschap en fatsoen - voelt zich in de steek gelaten en respectloos behandeld. Hoewel van hen tijdens de na-oorlogse wederopbouw solidariteit werd verlangd en bescheidenheid in hun levensomstandigheden, hebben ze inmiddels de indruk gekregen dat eerst de welvaartsstaat en nu zelfs de rechtsstaat aan hen voorbij gaat. Terecht wijzen ze er op dat de terugkeer naar beproefde opvoeding- en opleidingsmethoden de enige manier is om het tij te keren. Met name waar de overheid zich terugtrekt en de samenleving overlaat aan de vrije markt, buitenparlementaire en elitaire belangengroepen, egoïstische profiteurs en criminelen, evenals aan ondemocratische instituties. 

Nederland is gegijzeld door politieke, ambtelijke, financiële, universitaire, justitiële, criminele en kunst- en cultuurelites die de indringende waarschuwingen van onder meer Pim Fortuyn, Andreas Kinneging, prof. Smalhout, prof. Ellian, Ad Verbrugge, Pamela Hemelrijk, Paul Gerbrands, Paul Scheffer, Peter Siebelt, Carel Brendel, prof. Twan Tak, prof. Hendrik Kaptein, prof. dr. ir. Anton van Putten, Leo de Winter, Paul Ruijs, Rob Hoogland, Syp Wynia en vele anderen over de toekomst van ons land, wensen te negeren of te ontkennen dan wel met subversieve activiteiten, of hun steun daaraan, onze samenleving trachten te ontwrichten. 

Het veiligstellen van hun belangen en hun toekomst heeft een grotere prioriteit dan de rechtsstaat en een rechtvaardige samenleving, waarbij hun credo kennelijk luidt: na ons de zondvloed. Deze ontwikkelingen zijn zo snel gegaan dat een overheid die zich alleen op haar kerntaken richt, welke die ook mogen zijn, slechts kan remmen. Revisie of terugkeer naar de menselijke maat, waarbij ruimte blijft voor individualisme maar niet voor egoïsme, vereist veel méér inspanningen en over een langere periode dan een coalitieprogramma voorziet. De veranderingen sinds de moord op Pim Fortuyn tonen aan dat het nog niet te laat is om van Nederland weer een thuis te maken voor alle burgers, maar daarbij zijn zachte heelmeesters ongewenst.

De noodzaak om Nederland economisch gezond te maken door onder meer de verspilling van belastinggeld, de zelfverrijking en de onderlinge bescherming van elitaire groepen tegen te gaan, dwingt ons voor innovatieve politieke maatregelen te pleiten. Om een aantal van de vele probleemgebieden te noemen, is de volgende pijnlijke opsomming onvermijdelijk: De welvaart van ons land is gekaapt door elitaire zakkenvullers die zichzelf boven de wet hebben geplaatst, hun nevenactiviteiten verzwijgen, de belasting ontduiken en zich beschermen door een netwerk van eigen tuchtcommissies en gedragscodes.

Intussen leven bijna 2 miljoen burgers op de armoedegrens of hebben schulden, zijn er bijna 1 miljoen WAO-ers en ongeveer 1,5 miljoen werklozen (goedgekeurde WAO-ers, werkzoekende alleenstaanden met bijstand en mensen met VUT/prepensioen of een gesubsidieerde baan meegerekend). Terwijl er hier nog altijd ca. 400.000 geregistreerde werkzoekenden zijn, in Europa tientallen miljoenen, menen enkele 'deskundigen' al van een krapte op de arbeidsmarkt te moeten spreken, mede ter rechtvaardiging van het aantrekken van buitenlandse werknemers of zelfs van onbeperkte immigratie.

De bevolking groeit sneller dan onze welvaart en het probleem van naar schatting 250.000 illegalen en van grote aantallen criminele buitenlanders en allochtonen, is bijna onoplosbaar geworden, terwijl sommige gemeenten weigeren mee te werken aan het uitzettingsbeleid of aan een spreidingsbeleid voor nieuwkomers. Vele ouderen voelen zich buiten de samenleving geplaatst, afgedankt of financieel uitgekleed. Ze worden te vaak genegeerd door de politie, de banken, de belastingdienst, het 'gemeenteloket' en de jongere generatie. Vooral commerciële instellingen bekommeren zich nog om hen, maar kwaliteit is daarbij soms ver te zoeken.

De doemdenkers die menen dat de 'vergrijzing' een nadeel is voor ons land, beseffen niet wat de morele en economische schade is van leeftijdsdiscriminatie. Daarbij zou de jongere generatie een steeds groter wordend ouder resp. werkloos deel van de samenleving moeten ondersteunen ZONDER DAT DIT NODIG IS, gezien het vermogen van ouderen om langer dan voorheen een niet-fysieke werkbelasting aan te kunnen. Scholen zijn verworden tot experimenten voor ambtenaren, onderwijskundigen, managers en politici. De schaalvergroting en het geringe aantal contacturen (lesuren) in het onderwijs hebben de inhoud naar een bedenkelijk laag niveau doen dalen. Dit geldt deels ook voor het middelbare en universitaire onderwijs.

Honderdduizenden zijn niet meer geïnteresseerd in normale gedragsregels, profiteren van de gezondheidszorg zonder zich te verzekeren (300.000 - 500.000), rijden in onverzekerde auto's, werken zwart, betalen geen wegenbelasting, kweken wiet of maken schulden om die vervolgens te laten saneren. Sommigen intimideren artsen, ambtenaren, leraren, bus- en treinpersoneel of (sociale) controleurs, veroorzaken vernielingen in achterstandswijken en winkelcentra, of houden zich bezig met straatterreur in hun woonbuurt.

Tienduizenden scholieren per jaar verlaten het voortgezet onderwijs zonder diploma. Het werk waarvoor ze dan geschikt zijn, wordt hier echter ook al verricht door illegalen en buitenlandse arbeiders, of wordt verplaatst naar lage-lonenlanden. Het netto-inkomen gebaseerd op het wettelijk minimumloon is ontoereikend om een gezin te onderhouden. Vaak ligt het zelfs onder het bijstandniveau, waardoor de verleiding van een uitkering (WAO, WW, bijstand) soms groter is dan het zelfrespect. Het niet-meegroeien van het minimumloon met de vele belastingverhogingen en kostenstijgingen, heeft zelfs gevolgen voor (de ontoereikende loonschalen van) het lagere politiepersoneel.  

De arbeidsmarktsituatie en de hoge belasting en heffingen, dwingen vele gezinnen naar een dubbel inkomen te streven. De opvoeding van en ouderlijke zorg voor kinderen komen daarbij onder druk te staan. Daarnaast kunnen echtscheiding en ontkerkelijking van negatieve invloed zijn op de sociale voorbeeldfunctie van de ouders en daardoor schadelijk voor de vorming van hun kinderen. De vorming en begeleiding op school en in (sport)verenigingen kunnen dit effect niet altijd compenseren, terwijl de media met 'brood en spelen' en de aandacht voor luxe, miljoenenverdiensten en 'rechten' een vals beeld van de werkelijkheid en van onze nationale cultuur tonen.

In toenemende mate moeten kinderen, gezinnen en bedreigde echtgenotes worden begeleid door maatschappelijke organisaties die steeds duurder en bureaucratischer worden, tegelijk minder efficiënt en die soms helemaal falen of hun cliënten intimideren, evenals klokkenluiders. Ook het verwekken van kinderen om een verblijfsvergunning af te dwingen, leidt tot meer kansarmen en 'zielige' gevallen waarover de samenleving zich in toenemende mate moet ontfermen zonder dat er uitzicht is op verbetering.

Geleidelijk wordt in ons land een tweedeling zichtbaar tussen degenen die het toenemende individualisme en de persoonlijke keuzevrijheid kunnen benutten voor een zinvol en kwaliteitsgericht leven en degenen die geen behoefte of geen mogelijkheden hebben om zichzelf te ontplooien of een bijdrage te leveren aan de samenleving of zelfs aan hun eigen inkomen. Voor velen binnen de laatste groep is bovendien nog een scala aan hulpverleners en 'vangnetten' nodig dan wel correctie door politie of strafrechter.

Terwijl de staatsschuld van ongeveer 250 miljard euro nog steeds groeit, verdwijnt jaarlijks ongeveer 10 miljard euro belastinggeld naar het buitenland - inclusief de EU, VN, IMF en ontwikkelingslanden - en miljarden naar asielzoekers, illegalen en allochtonen in Nederland. Zonder de 100 miljard aan aardgasbaten in de afgelopen dertig jaren was ons land waarschijnlijk al in financiële problemen gekomen, want nu reeds moet vanuit de jaarlijkse begroting ook nog bijna 10 miljard euro aan rente worden betaald.

De kosten van alle collectieve voorzieningen zijn onevenredig gestegen, dankzij een managerscultuur waarbij de (financiële) belangen van enkelen prioriteit hebben gekregen boven de dienstverlening en efficiëntie. Bij elk denkbaar voorbeeld is het raak: gezondheidszorg, universiteiten, bedrijfsschappen, politie, kinderbescherming, gemeentes, provincies, waterschappen, ministeries en rijksdiensten, parlement en zelfs commissarissen van de Koningin. Het werkt evenzeer door bij goede doelen en humanitaire organisaties, de ontwikkelingshulp, de vakbonden, de reïntegratiebedrijven voor werkzoekenden, de kunst- en cultuurelite, de gesubsidieerde media, de maatschappelijke hulpverleners, toezichthoudende en adviserende organen, de verzekeraars, de topmanagers van bedrijven, gesubsidieerde (milieu- en dieren)activisten en de asielzoekersindustrie.

Het aantal ambtenaren met een zeer bevoorrechte rechtspositie is nauwelijks gedaald, in feite gestegen als de vervroegde uittreders en niet-gekeurde WAO-ers worden meegeteld, terwijl de overheid steeds meer afhankelijk is geworden van dure adviesorganen, dure inhuurkrachten, vakbonden die misbruik maken van het stakingsrecht en van uitspraken door het Europese Hof.  

Huizen zijn onbetaalbaar geworden voor starters. Lokale overheden, woningcorporaties, projectontwikkelaars en de bouwwereld zijn nog te vaak op eigen belangen gericht, waardoor er niet alleen onnodige verspilling van spaartegoeden plaatsvindt, maar de totale hypotheekschuld (met belastingaftrek op rente) gigantisch is gestegen tot inmiddels 560 miljard euro. De bouw van groene ruime woonwijken is onnodig afgeremd, waardoor de leefbaarheid van de vele betongetto's nu ter discussie staat.

De rechtsstaat heeft zware klappen gekregen door de falende criminaliteitsbestrijding, de OM-blunders, het gedrag van topfunctionarissen en rechters, de lacunes in de wetten, het TBS-beleid, de interne problemen bij politie en justitie, de Jeugdzorgblunders, de schandalig lage aangifteverwerkings- en oplossingscijfers, de politieke moorden, de onmacht (onwil?) om terreur en rampen effectief aan te pakken, de corruptie en willekeur bij faillissementen, de falende parlementaire enquêtes, de fouten in de bewijsvoering en veroordelingen, evenals de problemen bij de aanpak van illegalen die zich als asielzoeker voordoen en van buitenparlementaire activisten.  

De verkeerde besteding van miljarden voor de nationale infrastructuur heeft de fileproblematiek alleen groter gemaakt, onvoorstelbare verspillingen veroorzaakt vanwege regelrechte chantage of sabotage door de milieu- en dierenactivisten en de bereikbaarheid van industrieterreinen, winkelcentra, woonwijken en ziekenhuizen/zorgcentra geschaad, waardoor honderdduizenden werkenden afhankelijk zijn van het gebruik van een auto.  

Een jarenlang gevoerd beleid van decentralisatie vanuit de randstad naar de buitengewesten heeft een extra druk op alle middelen van vervoer rond de piekuren veroorzaakt, waarop in de infrastructuurplannen jarenlang geen antwoord is gegeven, met alle consequenties en verspilling van dien. De onvoldoende integratie van sommige allochtone groeperingen en hun dubbele nationaliteit (loyaliteit), hebben wederzijds wantrouwen en onaangepast gedrag veroorzaakt. Bovendien vormen het gebrek aan communicatie en respect voor onze wetten - evenals openlijke provocaties (demonstraties, kleding, politieke beschuldigingen, uitdagen politie) - een voedingsbodem en stimulans voor toenemende afkeer van onze democratie.  

Momenteel wordt het aantal allochtone jongeren dat zich afzet tegen onze samenleving op ongeveer 15.000 geraamd. Daarnaast zijn er min of meer gesloten leefgemeenschappen binnen de meer dan 3 miljoen allochtonen ontstaan, waarvan ongeveer de helft van niet-westerse afkomst, die de integratie in onze samenleving kunnen belemmeren en het aantrekken van familie of huwelijkspartners uit het buitenland kunnen bevorderen. Het onvermogen van ouders en moskeebesturen om fundamentalistische tendensen tegen te gaan, de discriminatie van vrouwen, joden en homo's te bestrijden en bloedvergieten (eerwraak, moord bij echtscheiding, vrouwenbesnijdenis) te voorkomen, evenals het niet-westerse regime in moslimscholen en de bendevorming op straat, dwingen de overheid zich af te vragen hoe de jongere generatie van vooral allochtonen en kansarmen zich zal ontwikkelen. Het gaat hierbij niet alleen om de beheersing van onze taal, maar ook om respect voor onze wetten, cultuur, welvaart, rechten, overheid, vrouwen en eigendommen.

  De externe invloeden vanuit ontwikkelingslanden, Turkije, Marokko, de VN, de EU en soms ook het Europese Hof, die onze identiteit, zelfstandigheid en welvaart kunnen aantasten, vormen voor veel mensen een bron van zorg. 'Baas in eigen huis' en weerbaarheid tegen de onpraktische/onbedoelde uitleg of onaanvaardbare gevolgen van internationale verdragen, vormen momenteel geen kenmerken van het regeringsbeleid. Wellicht zal de economische recessie en de terreurdreiging, in combinatie met de afwijzing van EU- en VN-doelstellingen die de nationale autonomie bedreigen, hierin verandering kunnen brengen voor het te laat is en er te veel onomkeerbare beslissingen zijn genomen.  

De privatisering en verzelfstandiging van basisvoorzieningen - zoals de zorg, spoorwegen, energievoorziening, jeugdzorg, waterschapstaken, scholen, universiteiten, CWI/UWV (centrum voor werk en inkomen / uitkeringsorgaan voor werknemersverzekeringen), sociale woningbouw - en van de ontwikkelingshulp, het natuurbeheer en de milieubewaking, hebben de kosten daarvan enorm verhoogd en de kwaliteit van de dienstverlening aangetast. Het falende overheidstoezicht en het gebrek aan feitenonderzoek door het parlement zorgen voor een toenemende afhankelijkheid van klokkenluiders, enkele schaarse onderzoeksjournalisten en mediapubliciteit. 'Controle' en 'openheid' lijken besmette woorden geworden, ook als het handelen van de overheid zelf in opspraak raakt (wachtgelden, Bijlmerramp, Srebrenica, EU-gelden, TBS-blunders, vermissing OS-gelden).  

De omvang van de Tweede Kamer in relatie tot de kosten en het controlerende vermogen, is veel te groot. De kwaliteit van het werk lijdt bovendien onder een tekort aan werklust en initiatief, de lange vakanties (recessen), de incidentenpolitiek en het gebrek aan integriteit. Telkens opnieuw tonen politici zich geschokt, verbijsterd, verontrust of onwetend over misstanden die reeds jaren bestaan en in brieven of ingezonden stukken veelvuldig werden gesignaleerd. Het bemachtigen van spreektijd, liefst in het front van camera's en van andere (overheids)banen, waarbij de Kamerfunctie tussentijds wordt opgegeven, hebben het vertrouwen van de burgers ondermijnd.

De ongeloofwaardige (voorgekookte) parlementaire enquêtes, de geclaimde wachtgelden, evenals de veelvuldige afwezigheid vanwege bijbanen en buitenlandse reizen, versterken het beeld van opportunistische 'belangen'behartigers. Daarnaast blijken telkens weer figuren met een activistische, ondemocratische of criminele achtergrond in het parlement te worden 'verkozen.'

De affaires rond het Koningshuis, de (politieke) beïnvloeding achter de schermen, de kosten van meer dan 100 miljoen per jaar (127 miljoen in 2008), de belastingvrijdom, het (weg)gedrag en de politiek-correcte of belerende toespraken hebben bij veel burgers twijfel doen ontstaan omtrent de politieke rol, de privileges en de omvang van de koninklijke familie. De recente zelfpromotie buiten de premier om, de bevordering van burgermeisjes tot 'prinses,' de officiële contacten met (communistische) dictators en corrupte staatshoofden en de vaak eenzijdige belangstelling voor het wel en wee van allochtonen, versterken de indruk dat de monarchie een elitair fenomeen is geworden met (te) weinig toegevoegde waarde voor een betere samenleving.

In vervolg op deze beperkte opsomming, moet worden gewezen op het ongefundeerde optimisme over onze economie. Er zal in dit land harder dan wel langer moeten worden gewerkt en geleerd, ook door ambtenaren en uitkeringontvangenden, minder moeten worden geëist door vakbonden en gesubsidieerde organisaties en minder zwart moeten worden gewerkt en belastinggeld verspild, teneinde de staatsschuld ooit binnen aanvaardbare grenzen te krijgen. Linkse, zgn. 'sociale' chaospolitiek én de zachte heelmeesters bij confessionele partijen, bieden hiervoor geen oplossing; dat hebben de afgelopen decennia reeds aangetoond.  

 
Bewustwording en invloed burgers:

Sinds de ontmaskering van het linkse beleid om grote groepen kansarmen en bewoners van achterstandswijken te negeren, of afhankelijk te maken en te houden van de overheid en die problemen nog te vergroten door de grenzen open te zetten voor buitenlanders, terroristen, internationale criminelen en zelfs oorlogsmisdadigers, zijn de gewone burgers wakker geworden. De boodschap van Pim Fortuyn en anderen hebben hen bewust gemaakt van wat er in dit land werkelijk aan de hand is en welk onrecht zich onder onze ogen afspeelt. Daarmee moet het dieptepunt zijn bereikt en wordt het tijd vooruit te kijken naar een andere samenleving waarin de sociale bouwstenen - familieverband, school/vorming en cultuur/godsdienst - weer de plaats en kwaliteit krijgen, die nodig zijn om iedere Nederlander een gerespecteerde en gewaardeerde bewoner te laten worden van het huis dat Onze Nieuwe Samenleving heet.  

Daartoe zullen mensen die materialistisch en ik-gericht leven een langetermijnvisie voorgehouden moeten krijgen om duidelijk te maken dat het anders kan en anders moet. En zij die zich verschuilen in de grote steden - als illegaal of bijstandontvangende - dan wel in de eigen (belangen)groep of gedoogzone, moeten leren beseffen dat er elders in ons land werk kan worden gevonden of een zinvol(ler) bestaan, dat onze wetten voor iedereen gelden en dat van de rest van de samenleving geen onbeperkte solidariteit met hun asociale leefstijl kan worden verwacht.  

Uitkeringsfraude, crimineel gedrag, straatterreur, huur- en energieschulden, de eerdergenoemde intimidatie van overheidsfunctionarissen (politie, leraren, sociale dienst) en artsen, geweld tegen betrokken goedwillende burgers, gebrek aan scholing en aan ethische normen, vormen de kenmerken van bepaalde sociale milieus waarin een nieuwe generatie opgroeit. Dat vraagt om effectieve tegenmaatregelen op zo kort mogelijke termijn.

Bovenstaande problemen kunnen dus niet achter gesloten deuren worden opgelost, waartoe zittende (beroeps)politici geneigd zijn, want dan zal de onvrede verder toenemen. Er is een volksbeweging nodig om echte veranderingen en een nieuwe solidariteit, gebaseerd op rechten én plichten, te realiseren. Bestaande partijen - zoals het overbodig geworden CDA - zijn daar kennelijk niet toe in staat of bereid.

Bestaande grote partijen gaan nog steeds voorbij aan het feit dat veel kiezers zich niet meer herkennen in hun veelal halfslachtige politiek en hun gevestigde belangen. Een aantal punten van Fortuyn is weliswaar op papier overgenomen, maar terugblikkend op de verkiezingsstrijd van 2002 en 2003 vloeit dat beslist niet voort uit nieuwe politieke ideologie en drijfveren. Bovendien laten de slagvaardigheid, compromisloze standvastigheid en vernieuwingsdrang van regering en partijen veel te wensen over. Er worden wel pogingen gedaan om interne hervormingen door te voeren, maar zodra posities en macht van partijgenoten, elites of buitenparlementaire pressiegroepen in het geding zijn, schrikt men uiteindelijk terug.  

Er moet een nieuwe politieke stroming ontstaan - gericht op de terugkeer van de rechtsstaat - om aan de noodzakelijke maatschappelijke en politieke veranderingen richting en sturing geven. Met name als een soort katalysator die enthousiasme bij andere goedwillende burgers kan losmaken en bestaande partijen kan inspireren. Het is namelijk onze overtuiging dat veel Nederlandse burgers gewonnen willen worden voor een duidelijke visie op de toekomst en deel willen hebben aan de realisatie hiervan.  

Als alle ontwikkelingen en veranderingen de bevolking als het ware overkomen, die er geen invloed op kan uitoefenen, dan zal er een gevoel van machteloosheid en onverschilligheid kunnen ontstaan: 'Ze doen toch maar waar ze zin in hebben.' De mensen zijn dan sterk geneigd zich naar binnen te keren en zich uitsluitend te richten op het privé domein, waarbinnen ze menen nog wél enige invloed te kunnen uitoefenen, dan wel hun eigen of groepsbelangen veilig te moeten stellen. De sociale betrokkenheid op de samenleving zal op die manier steeds verder afnemen met alle gevolgen van dien.  

Dat het volk zelf een stem wil hebben ten aanzien van grote veranderingen blijkt wel uit de hoge opkomst bij het referendum over de zgn. Europese grondwet. Het 'nee' bij het referendum was een correctie van de bevolking op het chronische tekort aan voorlichting of feitelijke informatie en dus aan invloed op de positie en toekomst van Nederland binnen de Europese Unie. Tevens was het een motie van wantrouwen tegen de macht en invloed van de EU-instellingen, inclusief het Europese Hof te Luxemburg, op onze wetgeving en economische keuzes.  

En ook uit andere recente ontwikkelingen blijkt dat de burgers hun stem willen laten horen en transparantie eisen in de politieke en financiële structuren. Sinds 2002 is een veelheid aan nieuwe politieke groeperingen, discussieplatforms en denktanks opgericht. Wetenschappers, onderzoeksjournalisten en actiegroepen hebben in publicaties en via internet de samenleving wakker geschud.  

 
Oorzaken en gevolgen:  

De overheid zelf is ten gunste van interne belangen uitgegroeid tot een log en duur apparaat met een overvloed aan moeizame regels en procedures, waarin topambtenaren tevens tot politieke belangenbehartigers zijn verworden. De effectiviteit van de overheid blijkt niet rechtevenredig met haar omvang; integendeel, het omgekeerde is het geval. Bij de semi-overheid en geprivatiseerde diensten is het niet veel beter; vaak nog slechter als het gaat om zakkenvullerij, gebrekkige dienstverlening en de beschermde status van functionarissen.  

Voor het herwinnen van het vertrouwen van de mensen in de overheid en in de toekomst van ons land, is het nodig de oorzaken van de problemen te analyseren en die op te lossen. Volgens ons heeft een belangrijke oorzaak alles te maken met het toenemende spanningsveld tussen de verschillende grondwettelijke vrijheden en de noodzakelijke scheiding van kerk en staat. Sinds de Franse revolutie zijn de begrippen 'vrijheid, gelijkheid en broederschap' het devies in de moderne westerse wereld. Van de 'broederschap' is mede door de uitholling van morele waarden, de culturele tegenstellingen, de politieke intimidatie (vooral door links), het gebrek aan wederzijds respect en door het toenemend individualisme steeds minder overgebleven. Dit in tegenstelling tot de drang naar 'vrijheid en gelijkheid.'   

Zo blijkt dat de vrijheid om de Nederlandse taal niet te spreken, onderscheidende kleding te dragen of om religieus gemotiveerde discriminatie hier voort te zetten, tot vervreemding leidt en averechts werkt op wederzijdse acceptatie. Taal en cultuur zijn immers de basis om contact met elkaar te krijgen en begrip voor wat mensen bindt. Ook blijkt de vrijheid om de eigen niet-westerse cultuur in Nederland onverkort voort te kunnen zetten en daarvoor gelijkheid te eisen, de opsplitsing van de samenleving en het verlies aan saamhorigheid in de hand te werken. Deze ontwikkeling en de daarmee verbonden misstanden zijn niet tijdig een halt toe geroepen, ten gevolge van een tot onverschilligheid leidend individualisme én een opgelegde en verwrongen vorm van 'politiek-correcte' tolerantie. Daarbij bleef men blind en doof voor de gevolgen van multiculturele dogma's.  

De rechterlijke macht heeft hieraan een eigen bijdrage geleverd, door waarden en normen van andere culturen in overweging te nemen bij de bepaling van de strafmaat en het vervolgingsbeleid zoals bij eerwraak, ontvoering, racistische demonstraties, discriminatie van vrouwen en homo's. De verontwaardigde burger werd monddood gemaakt door iedere kritiek op en afwijzing van ontwrichtend profiteursgedrag of van provocerende cultuuruitingen (sluier, boerka) aan te merken als discriminatie. De conclusie moet dan ook zijn dat in de laatste decennia door de ongebreidelde vrijheid zonder verplichtingen en door het gelijkwaardig stellen van normen en waarden uit andere culturen, de Nederlandse identiteit en weerbaarheid ernstig zijn verzwakt en de wetshandhaving bedenkelijke lacunes vertoont.  

Door recente incidenten blijken de gevolgen van de begrenzing van kerk en staat sinds tijden weer actueel. Het streven om het bijzonder onderwijs te handhaven en tegelijk het optreden van kerkelijke organisaties en activisten die politieke doelstellingen nastreven (belemmeren uitzetting), hebben de discussie over de noodzakelijke scheiding tussen kerk en staat doen ontbranden. Vrijheid van persoonlijke levensovertuiging en godsdienst is een kostbaar goed, mits de rechtsstaat niet ondermijnt wordt. In Nederland is de fundamentalistische ('politieke') islam met daarbij passende politiek-religieuze uitingen in opkomst, dankzij een ongewenste passiviteit van politiek en bestuurders.

De islamitische Nederlander geniet hier ongekende (religieuze) vrijheid in vergelijking met veel andere landen, ook indien daar een fundamentalistische staatsgodsdienst de wet (sharia) bepaalt. Ernstige spanning ontstaat als dezelfde vrijheid niet wordt gegund aan mensen die niets moeten hebben van een vermenging van kerk en staat, religieuze dwang of niet-westerse rechtsregels. Indien gelijktijdig de goedwillende islamieten te weinig of niets doen om fundamentalistisch activisme in eigen kringen tegen te gaan, ontstaat het risico van morele medeplichtigheid. In de afgelopen jaren bleek hierdoor dat Nederlandse politici ernstig belemmerd werden in hun taak en werd er zelfs een moord uit 'godsdienstige' motieven gepleegd, zonder dat het fundamentalisme openlijk werd veroordeeld en bestreden in islamitische kringen.  

De handhaving van de rechtsstaat wordt sindsdien bedreigd door personen die zich buiten de wet hebben gesteld en die algemene mensenrechten en internationale oorlogsregels schenden, maar er toch op rekenen zelf te worden behandeld volgens humanitaire rechtsbeginselen. Kortom: de kwaliteit van de westerse samenleving als geheel en die in ons land in het bijzonder, is in het geding geraakt door alle bovenstaande feiten en de falende aanpak daarvan.  

Dat dilemma beseffen inmiddels ook de bestaande partijen, maar het blijkt in praktijk onmogelijk de last van het besmette verleden af te werpen. Er is geen echte bereidheid om desnoods ten koste van de eigen bevoorrechte positie en persoonlijke belangen de democratie, vooruitgang en welvaart boven alles te stellen.  

Het blijkt bovendien te veel tijd te vergen om een nieuwe gemeenschappelijke visie en een doelgericht streven te ontwikkelen en tegelijkertijd onderling vertrouwen, integriteit en discipline op bouwen. De tijd is daarom rijp voor een echte volkspartij die de maximale vrijheid bezit om zowel qua inhoud als qua effectiviteit een andere koers te varen. Enkele kritische vernieuwers willen hier, samen met alle burgers die zich aangesproken voelen, aan werken, omdat ons land dat meer dan waard is.  


  Toekomstvisie:

In dit besef moeten wij streven naar: Een samenleving met een strikte scheiding tussen kerk en staat, met godsdienstvrijheid, respect en erkenning van het belang en de vormende werking van religieuze beleving. Doch met verwerping van alle demonstratieve uitingen die strijdig zijn met de grondbeginselen van onze rechtsstaat, zoals neergelegd in wetten.  

Een Nederland gebaseerd op onze waarden en normen voortvloeiend uit onze in de afgelopen eeuwen gevormde joods-christelijk-humanistische cultuur en met strikte handhaving/bescherming van deze gevestigde basis voor cultuurbehoud. Daaronder mede te verstaan de bevordering en ondersteuning van het wederzijds respect, een hoge moraal, medemenselijkheid, zelfbeperking bij materiële en emotionele behoeftebevrediging, vrijheid van ontplooiing, integriteit, verantwoordelijkheidsgevoel, positieve betrokkenheid en de bereidheid om (vrijwilligers)werk te verrichten in welke vorm dan ook. Voorts gericht op wetshandhaving, zelfdiscipline en plichtsbesef in alle geledingen van de samenleving. Aldus ontstaat een legale, inhoudsvolle en samenbindende levensstijl voor eenieder die daarin wil deelnemen.  

Aangezien de jeugd een beslissende rol speelt bij het behoud van cultuur en het herstel van de saamhorigheid, is het noodzakelijk ervoor zorg te dragen dat alle jongeren gelijkelijk de kans krijgen én gestimuleerd worden om zich te ontwikkelen tot een volwaardig lid van de Nederlandse gemeenschap. En dat ongeacht de sociale achtergrond of herkomst, maar met inachtneming van democratische uitgangspunten, wetten, verplichtingen en wederzijds respect tussen jongeren en ouderen.  

Een Nederland dat een volwaardig en verantwoordelijkheid nemend lid is van de internationale gemeenschap. Een Nederland dat een actief en kritisch lid is van de Europese Unie, de Verenigde Naties en de NAVO, doch steeds voor ogen heeft dat ons lidmaatschap niet alleen plichten maar ook rechten verschaft. Rechten die ons bijvoorbeeld kritisch doen opstellen over de lage graad van democratisering en goed bestuur, zoals in een rechtsstaat aanwezig behoort te zijn, bij het merendeel van de VN-leden. Bij het functioneren in die gemeenschap zal Nederland nooit concessies mogen doen die ten koste gaan van het algemeen welzijn of die het verkwanselen van Nederlandse uitgangspunten en belangen inhouden.  

Voorts een Nederland dat in samenwerking met andere Europese staten de democratische staatsvorm en de veiligheid van haar burgers met alle middelen die haar ten dienste staan, veilig stelt tegen welke externe of interne bedreiging dan ook. Daarbij dienen onze democratische onafhankelijkheid en staatsrechtelijke soevereiniteit te worden beschermd tegen uithollende invloeden van buiten.  

Indien de EU niets doet aan de problemen die Europa en onze welvaart bedreigen, dan dient Nederland de inhoud van de Europese verdragen te heroverwegen, waarbij veiligheid, bewaking van de buitengrenzen, criminaliteits- en terreurbestrijding dezelfde aandacht dienen te krijgen als grensoverschrijdende handel en personenverkeer. Ons parlement zal meer controle moeten uitoefenen op de besteding van de EU-miljarden en de zeer hoge Nederlandse bijdrage daaraan dient te worden bijgesteld tot een redelijke omvang. Tevens zullen andere, internationale en effectieve, instrumenten moeten worden ontwikkeld om de werkgelegenheid in Europa te vergroten.  

Een solidair - zonder te verwennen - en liberaal Nederland met een terughoudende overheid (ambtenaren, regelgeving), dat eisen stelt aan iedereen om bij te dragen aan onze samenleving en daarbij maximale ontplooiingskansen biedt aan elk individu in een inspirerende omgeving. Daarbij treedt de overheid zoveel mogelijk terug uit het maatschappelijke domein, richt zich vooral op het handhaven van de rechtsstaat en legt maximale verantwoordelijkheid bij individuen en daartoe geschikte zelfstandige maatschappelijke organisaties. Dit onder strikte voorwaarden, zoals handhaving van effectieve controle en een beperkt sociaal vangnet, uitsluitend voor legale kwetsbare inwoners.  

Dit voorkomt tevens het inefficiënt en frauduleus omgaan met het geld van de belastingbetaler en andere vormen van machtsmisbruik door de staat. Voorts schept het ruimere mogelijkheden voor de burger om zelf invulling aan zijn leven te geven. Aan de andere kant dient de overheid mensen die niet (meer) actief kunnen deelnemen aan de maatschappij te beschermen, waarbij met name moet worden gedacht aan zieken, gehandicapten, armen en ouderen. Tevens dient de overheid zorg te dragen voor een menswaardig bestaan voor allen die hier legaal verblijven en bereid zijn actief aan de samenleving bij te dragen.  

Een Nederland met een overheid die zich bewust is van haar dienende taak en waarbij de volksvertegenwoordigers en gezagsdragers hun verantwoordelijkheid jegens de samenleving en de individuele burger hogere prioriteit geven dan hun politieke carrière of nevenfuncties. De voorwaarde van integriteit voor eenieder die macht uitoefent of waarvan de burger afhankelijk is, dient met alle denkbare middelen te worden gewaarborgd. De revisie van de rechtsstaat en uitbanning van het gedoogbeleid dient ook de wetshandhavers (politie, justitie) te inspireren en het vertrouwen van de burgers te herstellen.  

De privatisering van overheidstaken en basisvoorzieningen mag niet ten koste blijven gaan van de beoogde kostenreductie voor of van de dienstverlening naar de burgers. Daarbij geldt dat de integriteit van eenieder die macht uitoefent of van wie de burger afhankelijk is, met alle denkbare middelen dient te worden gewaarborgd.  

Kortom, wij willen een nieuwe samenleving waarin een fatsoenlijk, democratisch en alle burgers omvattend thuis ontstaat, waarin een herkenbare nationale identiteit wordt gewaarborgd en waarin geen plaats is voor illegalen, fundamentalisten en zelfverrijkende elites. Dit met het oog op het in saamhorigheid ontwikkelen van nieuwe structuren en leefstijlen in een kwaliteit biedende rechtsstaat.  

 Redactie: Breda-en-alles-daaromheen.

26 september 2007

Diverse artikelen: L.J.J. Dorrestijn: