Aan de Heer J. Hop
Joubertstraat 24
3851 DM Ermelo
's-Gravenhage 11 maart 1998
Kenmerk : NO. 98-22/EvV/RK
Geachte heer Hop,
In Uw fax-brief van 24 februari 1998 klaagt U over mevrouw mr. R.H.M. Hooymans-van Oerle, Coördinerend Vice-president bij de Rechtbank te 's-Hertogenbosch wegens belangenverstrengeling en/of schijn van belangenverstrengeling. U schrijft dat mr. Hooijmans-van Oerle kinderrechter en voorzitter van de familiekamer van de Rechtbank is en dat haar echtgenoot Algemeen Directeur is van het Landelijk Bureau Raad voor de Kinderbescherming.
Zoals ik U reeds eerder in antwoord op andere door U ingediende klachten heb geschreven (onder meer bij brief van 13 augustus 1997) kunnen in het kader van de klachtregeling tegen rechters uitsluitend klachten worden ingediend door hen jegens wie de betrokken rechter zich in de uitoefening van zijn functie heeft gedragen. Uit Uw klacht blijkt niet van een gedraging door mr. Hooymans-van Oerle jegens U. Gelet hierop kan ik (ook) de thans door U ingediende klacht niet in behandeling nemen.
Ik zend de President van de Rechtbank te 's-Hertogenbosch ter kennisneming een afschrift van Uw fax-brief van 24 februari 1998 en van mijn brief van heden aan U.
De Procureur-generaal,
Kinderdieven | Wetteloze praktijken |
Andere tijden | Hoe wordt het raadsrapport geschreven? |
De zaak Admiraal/Vermaas | De zaak J. Zander |
De zaak Jansen/Vermeulen | De zaak J. Hop |