Katholiek Nieuwsblad van 7 juni 2002: 'Welvaart is nog geen welzijn''

Steeds meer mensen in Europa maken zich ongerust over de maatschappelijke ontwikkelingen

href="http://www.sdnl.nl/kn.htm"> Katholiek Nieuwsblad . . Kamerzetel 151 . . Klokkenluiders <===> SDN . . Crisisdebat . . Media

Leo Andringa, tot voor kort regiodirecteur van de Nederlandse Bank, verwijst
naar het succes van de Lijst Pim Fortuyn en van het CDA van Balkenende


van 7 juni 2002


Naar een nieuwe economie

Ed Arons


"Welvaart is nog geen welzijn"

Volgens financieel-econoom Leo Andringa wordt de tijd rijp voor een heel andere benadering van de economie, waarin niet het geld maar de mens centraal staat. Zaterdag begint hierover in Soesterberg een internationaal congres.

Steeds meer mensen in Europa beginnen zich ongerust te maken over de maatschappelijke ontwikkelingen. Leo Andringa, tot voor kort regiodirecteur van de Nederlandse Bank, verwijst naar het succes van de Lijst Pim Fortuyn en van het CDA van Balkenende. "Het ging en gaat ons economisch in Nederland voor de wind. Daar liet het paarse kabinet zich op voorstaan. En toch hebben de verkiezingen laten zien dat mensen méér willen dan enkel economie. Welvaart brengt nog geen welzijn..."

Alternatief
Vorige maand was Andringa in het Poolse Krakow en in Genève, waar hij sprak over een alternatieve visie op de economie. Het is een visie die afkomstig is van de Focolarebeweging, waarvan hij zelf deel uitmaakt. Of zoals Andringa liever stelt: "afkomstig uit het Evangelie." Het Focolare heeft bijna zestig jaar ervaring met vormen van 'gemeenschap van goederen' van

**** De Wereldraad van Kerken heeft het initiatief genomen tot een internationale conferentie over het wereldgeldstelsel. De bijeenkomst begint a.s. zaterdag 15 juni in Kontakt der Kontinenten te Soesterberg en zal tot de 19e duren. Leo Andringa werkte mee aan de voorbereiding ervan en is een van de vele financiële deskundigen, die eraan zullen deelnemen. De hiervoor op initiatief van mgr. Van Burgsteden geschreven brochure Economie in dienst van Leven - met onder andere de economische ervaring van de Focolarebeweging - is deze maand gepubliceerd door de Raad van Kerken in Nederland en door het blad 121. Deze brochure is ook in het Engels vertaald. Conferentiedocumentatie en de brochure zijn te vinden op de website www.stichtingoikos.nl Zie ook de Nederlandse en internationale websites van de Focolarebeweging (www.focolare.nl en www.focolare.org ). ****

individuen tot gezinnen. Deze ervaring krijgt sinds enkele jaren ook op bedrijfsniveau gestalte, in de bedrijven van de zgn. 'economie van gemeenschap'. "Daar staat niet het kapitaal, maar de mens centraal. De winst van de bedrijven wordt in drieën gedeeld. Een derde gaat direct naar de armen, een derde naar de vorming van mensen, een derde blijft in het bedrijf." In Brazilië is dit model in 1991 voor het eerst in praktijk gebracht en wordt nu in meer dan 750 bedrijven en bedrijfjes beproefd. In Europa zijn er 478 bedrijven. Intussen zijn er een honderdtal scripties en doctoraal studies over dit nieuwe economisch fenomeen verschenen en is op basis hiervan aan Chiara Lubich, de stichter van de Focolarebeweging, een aantal eredoctoraten in de economische en sociale wetenschappen verleend.

Harde aanpak
Om deze nieuwe economie te plaatsen schetst Andringa in ruwe trekken de essentie van de huidige economie. "Er zijn twee benaderingen. De Amerikaanse, het Angelsaksische model, staat voor de harde aanpak. Een manager wordt afgerekend op zijn targets. De mens is in dit model een instrument, een productiefactor. Andringa schetst ook het in Europa gangbare Rijnlandmodel. "Daarin probeert de overheid de harde kanten van het Angelsaksische model wat af te zwakken door een beter sociaal beleid. Het christendom, de sociale encyclieken van de Kerk, het socialisme en vooral de dreiging van het communisme hebben hiertoe bijgedragen. Door de ineenstorting van het communisme, de voortschrijdende globalisering en vele andere factoren komt dit model steeds meer onder druk te staan.

Volgens de econoom staat het Rijnlandmodel weliswaar wat dichter bij het christendom dan het Angelsaksische, maar zijn beide gebaseerd op een materialistische visie op de mens. "Niet de mens staat centraal, die telt alleen als producent of consument. De 'wetten' van vraag en aanbod zijn bepalend voor het economisch handelen. Er zijn geen ethische begrenzingen binnen het systeem zelf. Een onderneming die een sociale verantwoordelijkheid op zich durft te nemen is bijzonder."

Geld telt
Daarmee is volgens Andringa het marktmechanisme op zichzelf nog niet fout. "Het is vooral de kapitalistische materialistische cultuur, de cultuur van hebben en voortdurend méér moeten consumeren en produceren, die de grote problemen veroorzaakt. Het systeem kent van binneuuit geen stimulansen de mens te beschermen en de gemeenschap op te bouwen. Om deze intrinsieke zwakte van het stelsel te corrigeren, moet er een overheid zijn die in het systeem ingrijpt om de schadelijke effecten weg te nemen, bijvoorbeeld via inkomensoverdrachten aan de zwakkeren in de samenleving, gratis onderwijs, studiebeurzen, huursubsidies.

Maar als door de globalisering de nationale overheden hun invloed verliezen of door privatisering zelfs vele publieke taken, zoals de spoorwegen, overdragen aan het marktmechanisme, dan wordt de intrinsieke zwakte van het systeem pijnlijk duidelijk. De meeste gelden stemmen, in plaats van de meeste stemmen gelden. De arme, het arme land, verliest. Logisch zou dan een sturing en correctie op bovennationaal niveau zijn. Maar dat lukt voorlopig nog volstrekt niet. Het IMF en de Wereldbank kunnen zich niet op die taak richten. Die zijn afhankelijk van de wensen van Wallstreet en van het Amerikaanse congres, dat merkwaardig genoeg, voor alle belangrijke beslissingen van beide organen feitelijk een vetorecht heeft!"

Stille Vennoot
Daartegenover staat het model van 'de economie van gemeenschap', waar Andringa zich al jaren internationaal mee bezighoudt. "De basis ervan is een trinitaire mensvisie." Verduidelijkend: "De relatie staat centraal, de één staat ten dienste van de ander, vice-versa. Centraal staat de gemeenschap van personen, verenigd in een economisch doel: het produceren van goederen en diensten."

Twee voorbeelden ter illustratie komen onmiddellijk bij hem naar boven. 'Een plattelandsbank in de Filippijnen is tot bloei gekomen, mede dankzij de onverwachte hulp van een consultantbedrijf, dat eveneens behoort tot de bedrijven van deze 'economie van gemeenschap'. De bank behoort qua omzet nu tot een van de grootste Filippijnse plattelandsbanken en heeft inmiddels, ondanks de recente economische crisis, acht filialen geopend. In Genua heeft een initiatief van twee werknemers geleid tot de oprichting van de cooperatie Roberto Tassano.

Deze is in een paar jaar tijd enorm gegroeid en stuurt thans verschillende activiteiten aan, waarbij de persoonlijke dienst aan zieken en ouderen centraal staat. Er zijn 900 mensen bij betrokken." De evangeliewoorden 'Waar er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben ik in hun midden' (Mt.18,20) worden volgens Andringa in deze bedrijven beleefd. "Een 'Stille Vennoot' is actief betrokken bij de onderneming en zorgt voor het honderdvoud. Hij gebruikt hiervoor mensen. Ook vele andere kleine en grote gebeurtenissen illustreren dat 'wie goed doet, goed ontmoet'. Uitgangspunt van het economisch handelen is: 'Zoek eerst het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid, dan zal alles u erbij gegeven worden (Mt 6,31-33). Het blijkt dat Hij deze heroïsche houding van de 750 ondernemers die dit momenteel nastreven niet onbeloond laat.

Hemel en hel.
De kern van het verschil tussen de twee economische modellen illustreert Leo Andringa aan de hand van een parabel. "Iemand mocht van God een blik werpen in de hel. Verbaasd was hij toen hij daar mensen zag zitten aan rijk beladen tafels. Zij konden echter niets eten, omdat zij hun ellebogen niet konden buigen. Vervolgens mocht hij een kijkje nemen in de hemel. Daar zag hij tot zijn verbazing hetzelfde tafereel. Ook daar zaten mensen met gestrekte armen aan een rijke dis. De hemel leek wat dat betreft op de hel. Toen zag hij dat in de hemel ieder met zijn gestrekte armen het voedsel aanreikte aan zijn overbuur." Dat vraagt van de betrokkenen een motivatie die sterker is dan hun egoïsme. Hoe haalbaar is dat? Andringa: "Mensen merken steeds scherper dat de huidige economische cultuur niet gelukkig maakt. Immateriële zaken worden belangrijker. De mens wil gemeenschap ervaren, hij is immers een sociaal wezen. Dat kan alleen als mensen met elkaar als broers en zussen omgaan.

Hoop
In honderden bedrijven in Brazilië, Argentinië, Polen en Italië, Duitsland, België, en zeer vele andere landen, die meedoen met de economie van gemeenschap, is die broederschap een realiteit. "Een realiteit die wel iedere dag opnieuw moet worden gevestigd. De mensen dienen elkaar door de inzet van hun talenten: tijd, verstand, geld. Ook de armen brengen hun talenten en hun noden in. De maatschappelijke verantwoordelijkheid voor deze bedrijven - het ondersteunen van de armen - motiveert mensen zichzelf ten volle in te zetten. De opzet maakt mensen creatief en opent geheel nieuwe wegen. Bedrijven helpen elkaar met kennis en octrooien, startkapitaal et cetera." De tijd wordt volgens Andringa gevoeliger voor dit soort tekens van hoop. Een belangrijke rol ziet hij weggelegd voor de Kerken. "Die moeten mensen meer bewust maken dat de geldeconomie en de geldcultuur niet ten dienste van de mens staan, maar hem steeds meer tot slaaf maken. Mensen in de bedrijven en de kiezers zouden beter moeten worden geïnformeerd en niet zomaar klakkeloos deze situatie aanvaarden."

Zie ook KN van 13 juli 2001

Kadertjes Leo Andringa: "De meeste gelden stemmen, in plaats van de meeste stemmen gelden" Mensen merken steeds scherper dat de huidige economische cultuur niet gelukkig maakt De verkiezingen laten zien dat mensen méér willen dan enkel economie

Leo Andringa.