Kluun wil haring en kuit over de omissies in de antwoorden van de PG Hoge Raad der Nederlanden
R. Kluun negeert de dreiging met voorarrest van Officier van Justitie in Maastricht mr. van der Ven
Protest van R. Kluun namens de schuldeisers tegen het afdekken van wat hij noemt "curatorfraude"
Goedemorgen dr. J.M. Eustatia, ik heb
uw website bijgewerkt. Uw relaas over gezwendel in de rechtspraak is kristalhelder. Probeer het ANP of ander zogenaamde ‘nieuwsbureaus’ eens te verleiden om de censuur op corruptie in de rechtspraak te openbaren. De media zijn wat mij betreft net zo wettelijk aansprakelijk voor vervolging van
strafbare feiten omdat ze collectief hierover zwijgen. Op 26 september houden de rechters, advocaten en andere magistraten een groot feest in Utrecht over hun fantastische prestaties. Natuurlijk
horen wij via de media loftuitingen en prachtige vergezichten over wat in ons land circa 500 mensen per jaar het leven kost.
Brandbrief aan alle honderdvijftig leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Akte van Compromis en de gelijktijdige aanvraag voor onafhankelijke arbitrage
Definitieve akte is getekend door Artsenlab en dr. J. Eustatia en advocaat mr. M.F. Bonapart
Verklaring van mr. M.F. Bonapart tegenover de Raad van Toezicht voor een schone kopie
Fax voor mr. R.A. Diaz inzake VoF Lab de Medicos aan advocatenkantoor Diaz
Uitbreidingslijst van aberrante arbitragebesluiten van Artsenlab en dr. J.M. Eustatia
Klachtbrief van dr. J. Eustatia aan Procureur-generaal van de Hoge Raad der Nederlanden
Aan de Heer Rob Brockhus SDN Per e mail
Ik bericht u in antwoord op uw brief als volgt. U beklaagt zich over de
zelfcensuur van de Nederlandse media. De zelfcensuur van de media is op Curaçao
evenwel vele malen erger dan in Nederland. Maar dat is begrijpelijk: De
papiamentstalige kranten die vooral het minder hoogopgeleide (dus het grootste)
deel van het volk als lezerspubliek hebben, richten zich vooral op de waan van
de dag. Journalist Craanberg van het papiamentstalige ochtendblad EXTRA (de
grootste krant van het Caribische deel van het koninkrijk) is een goede
uitzondering; maar hij kan in zijn eentje ook niet veel doen. Daar komt vooral
omdat het merendeel van zijn lezers alleen maar geïnteresseerd is in de
dorpspolitieke perikelen, de sport- en politieberichten. De Nederlandstalige kranten richten zich vooral op het publiek dat hoger is opgeleid. Hun lezerskring bestaat voor het merendeel uit minimaal op VSBO-niveau opgeleiden.
Men kan gezien hun relatief kleine lezersgroep en het belachelijk lage abonnementsgeld, geen wonderen van deze kranten verwachten. Met het betitelen van deze kranten als dorpskranten ontkent men dan ook de hen ontbrekende riemen die hun in staat moeten stellen roeiend veilig de overkant van de sloot te bereiken. Maar als je de (oneerlijke) vergelijking maakt met NRC, Volkskrant, Trouw of Parool, zijn het inderdaad niet meer dan dorpskranten, omdat ze zelfs het niveau van een stadskrant als de Haagse Courant niet halen. Hun beperkte middelen is inderdaad een van hun grootste handicaps, maar niet de enige:
De hypocrisie en de koudwatervrees is bij de redactie van onze Nederlandstalige kranten zo groot dat als het aan hun lag, pas melding van het misbruik in de katholieke kerk zou zijn gemaakt, op het moment dat dit bij het overgrote deel van het volk reeds bekend was. Elke vloek of ongerechtigheid in de door hen als heilige huisjes beschouwde instituten wordt vakkundig afgedekt, aan het wakend oog of luisterend oor onttrokken.
De hoofdredacteur van een van deze kranten is in het bezit van een groot deel van mijn dossier. Hij weet donders goed wat er aan de hand is, maar reserveert zijn hoofdredactionele commentaren voor het (risicoloos) bestrijden van individuen die door bijna iedereen, althans bijna iedereen die tot zijn en mijn sociale groep behoort, toch al als vijand zijn weggezet.
Als de media blijven zwijgen komen we nergens. De ontwikkeling zal gaan zoals het bij het misbruik in de katholieke kerk is vergaan: de beerput barst op een ongelegen moment open en men wordt door een niet te verwerken hoop bagger overspoeld. Omdat ontkennen dan geen zin meer heeft zal men dan overgaan tot het bekende ach en wee geroep van "we hebben dit niet geweten, we hebben ons dit nooit kunnen
voorstellen en dit had nooit mogen gebeuren"
Twee weken geleden stuurde ik de Raad voor de Rechtspraak een meer dan 100 bladzijden tellend dossier: een brief van 24 bladzijden plus om en nabij 100 bladzijden aan bijlagen ter onderbouwing van zelfs ELKE in de 24 bladzijden opgenomen woord. In dit goed onderbouwd dossier werd duidelijk gemaakt hoe onder leiding van de lokale Hofpresident het Curaçaose Gerecht er alles aan doet om de foute rechter mr. FJ.P. Veenhof (thans ongestoord werkzaam als rechter verbonden aan de prestigieuze rechtbank van Haarlem) uit de wind te houden.
Mr. F.J.P. Veenhof toentertijd als rechter-commissaris op Bonaire gevestigd, heeft bijklussend als arbiter in een arbitragezaak waarin ik partij was, DOELBEWUST van een valse akte gebruik gemaakt. Een valse akte die hem heimelijk werd toegespeeld door advocaat RD van de wederpartij. Advocaat RD, die eerder wegens fraude tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf was veroordeeld, had met helaas de hulp van mijn eigen raadsman, de door mij ongewenste benoeming van mr. Veenhof als arbiter doorgedrukt. Uit het vervolg van dit relaas zal men dan ook niet anders concluderen dat het op zijn minst de schijn heeft dat hier sprake is van een "you scratch my back and I will scratch yours"-scenario.
De akte is onweerlegbaar vals: Bij de executie van het eindvonnis bleek dat de voornaamste en tevens enige solvente wederpartij uit de procedure was gehouden. Het partijdige eindvonnis kon dan ook slechts op voorwaarden van de wederpartij worden geëxecuteerd. Afgezien van de schade als gevolg van de partijdige arbitrage bleef er van het door de arbiter toegewezen (betwiste) bedrag ook een restbedrag over dat door gebrek aan medewerking van de wederpartij tot op de dag van vandaag niet kan worden gevorderd.
Arbiter mr. Veenhof heeft niet één poging gedaan bij partijen te informeren of het inderdaad hun bedoeling was de voornaamste wederpartij aan het arbitrageproces te onttrekken. Arbiter mr. Veenhof besloot -het kan domweg niet anders- in samenspraak met advocaat RD, die zijn benoeming als arbiter had doorgedrukt, aan de hem door advocaat RD toegespeelde slordige conceptakte, de definitieve status te verlenen.
Dit omdat het woord concept was doorgehaald en bij het doorgehaalde woord concept parafen waren geplaatst. Omdat op de plaats waar voor de enige solvente wederpartij een handtekening had moeten worden geplaatst de handtekening van de gemachtigde (mr. RD) ontbrak, concludeerde mr. Veenhof in opperste wijsheid tevens dat partijen kennelijk ook hadden besloten deze partij aan de procedure te onttrekken.
Het kan niet anders dan dat in deze sprake was van opzet. Het uit een procedure weglaten van de voornaamste en enige solvente wederpartij is zo bizar dat dit voor elke arbiter (tenzij corrupt dan wel lijdend aan dementia praecox) aanleiding had moeten zijn voor navraag, overleg en nader onderzoek.
Mr. Veenhof vond echter de cryptische informatie verwerkt in het doorhalen van het woord concept en het ontbreken van een handtekening voldoende overtuigend om te concluderen dat afgezien kon worden van het stellen van ook maar één enkele vraag, laat staan overleg te plegen en nader onderzoek te doen.
Zelfs het ontbreken van een begeleidend schrijven om dit bizarre besluit te verantwoorden was voor mr. Veenhof geen reden om te twijfelen aan de echtheid van de slordige, hem door zijn weldoener doorgeleide, concept akte.
Opeenvolgende rechters hebben in tuchtprocessen die tegen mr. RD en de eigen raadsman mr. MB zijn gevoerd, met pseudoargumenten de voor deze wandaad verantwoordelijke advocaat mr. RD uit de wind gehouden. Men ging van de terechte veronderstelling uit dat indien men mr. RD zou laten vallen, hij onherroepelijk mr. Veenhof in zijn val zou meesleuren. En omdat dit coûte que coûte moest worden vermeden werden pseudoargumenten gehanteerd om de valse akte toch de schijn van legaliteit te geven.
De raadsman van mr. Veenhof, die normaliter op zijn blog brave stukjes
schrijft waarin hij scherpe grenzen stelt aan de mate waarin je als advocaat een
rechter in een civiel proces mag voorliegen toont zich in het civiele proces
een volleerd leugenaar.
Hij liegt alsof het gedrukt staat en houdt de rechter in de tegen mr. Veenhof
opgestarte civiele procedure voor dat partijen in een gezellig samenzijn
gezamenlijk besloten zouden hebben de enige solvente wederpartij aan de
procedure te onttrekken. Het enige dat hij niet heeft vermeld is dat vervolgens
op dit besluit is geproost. (red. Liegen, lasteren en karaktermoord plegen zijn
in Nederland in rechtszaken toegestane vrijheden voor advocaten om te winnen. De
rechters en raadsheren maken zich daar niet druk over. Af en toe wordt de
advocaat afgestopt.)
Tot hun voordeel moet gezegd worden dat de drie advocaten geen ruggespraak met elkaar hebben gehouden, want ze spreken elkaar glashard tegen. Zowel mr. RD als mr. MB spreken in hun verklaring de verklaring van de raadsman van mr. Veenhof volledig tegen. Mr. MB stelt in zijn verklaring tegenover de Raad van Toezicht (tuchtcollege), "dat met
mr. RD was afgesproken dat hij (mr. MB), toen het voornoemde akkoord was bereikt, een schoon exemplaar van het document zou uitdraaien en daarbij de in het concept doorgehaald aanduiding "concept" zou verwijderen. Dit opdat deze schone versie aan de arbiter ter behandeling zou worden gesteld en niet het concept met de doorhaling en parafen; dat document overleggen aan de arbiter werd door alle betrokkenen immers ongepast en slordig geacht. Hij (mr. MB) heeft aldus een schone versie uitgedraaid, deze door Eustatia doen ondertekenen en die schone versie vervolgens (conform de afspraak met mr. RD) ter medeondertekening door de cliënten van mr. RD doorgestuurd aan mr. RD. Mr. RD zou aldus mr. MB evenwel toch het concept met doorhalingen aan de arbiter hebben overgelegd en
zou zich in zoverre niet aan de met hem gemaakte afspraak hebben gehouden"……………….
Is het op zich reeds redelijk om aan de echtheid van de door mr. RD naar de arbiter doorgestuurde akte te twijfelen, die twijfel wordt tienmaal versterkt door de opmerkelijke behandeling die deze akte van mr. Veenhof mocht ondergaan. Maar de verklaring van mr. MB laat niet de minste twijfel dat het hier om vervalsing en misleiding gaat. Misleiding die gebruikt is door een rechter in
samenspraak met een advocaat, die vanwege fraude eerder tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is veroordeeld.
Kamerleden zoals van Raak en Bosman geven hoog op van de in de Dutch Cariben vervlechting van bovenwereld en onderwereld. In die gevallen gaat het veelal om contacten tussen de onderwereld en bestuurders.
We hebben hier een klassiek geval van samenspraak van een rechter met een niet echt okselfrisse advocaat, een advocaat die vanwege fraude tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is veroordeeld en geacht mag worden niet geheel onbekend te zijn met de gang van zaken in de onderwereld.
Ik heb van Raak gevraagd deze zaak met hem te mogen bespreken. Geen reactie. De Heer Roemer moet zich straks dan ook niet verbazen over de massale overstap van allochtone kiezers van de SP naar Groen Links en DENK. De Kamerleden van GroenLinks en de voormannen en voordame van DENK maken naar verluidt altijd tijd voor degenen die hen benaderen. (klopt).
Mr. P.H. Veling heeft het als rechter in het recente civiele proces tegen o.a. mr. Veenhof zo bont gemaakt dat ik zijn vonnis aan de
Procureur-generaal van de Hoge Raad ter kritische beoordeling heb voorgelegd. Er worden in zijn vonnis vele
alinea's besteed om mij voor te houden dat het concept vanwege de doorhalingen en de daar aanwezige parafen de definitieve status heeft verworven. Aan de verklaring van mr. MB, die deze redenering volledig onderuit haalt, wordt geen aandacht besteed.
Men heeft mij verzekerd dat het doorsturen van het vonnis van rechter mr. Veling naar de
Procureur-generaal van de Hoge Raad, om het aldaar kritisch te laten beoordelen niets zal uithalen, omdat men elkaar coûte que coûte de hand
boven het hoofd blijft houden.
Ik wil dat niet zonder meer aannemen en wil zelf ervaren hoe dit uitpakt. Want dat het vonnis van mr. Veling niets dan ook niets met objectieve en integere
rechtspraak van doen heeft, staat buiten kijf. (Red. De heer R. Kluun bewijst dat ook de Hoge
Raad der Nederlanden niet betrouwbaar is en alles doet om bewijsbare fraude rond faillissementen met de aanwijzing van oud-minister Hirsch Ballin in de doofpot te krijgen.
Geen leugen of wegkijken is te veel.
Dat geldt ook voor
ir.
A.P.H. Peters )
Ik heb eerder in dit artikel melding gemaakt van een aan de Raad van de
Rechtspraak gerichte brief. In deze brief verzocht ik de Raad het daarheen te leiden dat ik in het proces in Hoger Beroep mag rekenen op een objectieve waarnemer uit Nederland. Ik ben langzamerhand het geloof in de integriteit van de op Curaçao rechtsprekende Nederlandse rechters geheel kwijt geraakt, voor zover althans het gaat om het veroordelen van een vakgenoot.
Ik ontving gisteren met de post een beleefd briefje van de Raad voor de
rechtspraak waarin mij werd uitgelegd dat niet aan mijn verzoek kon worden voldaan. De Raad stelt geen bevoegdheid te hebben waar het gaat om de rechterlijke macht in Aruba, Curaçao, Sint-Maarten, Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. De Raad vervolgt dat artikel 96 van de Wet op de rechterlijke organisatie bepaalt, dat de Raad voor de
Rechtspraak niet bevoegd is om te treden in de procesrechtelijke behandeling van, de inhoudelijke beoordeling van, alsmede de
beslissing in een concrete zaak of concrete zaken.
Een beleefde brief met argumenten die onweerlegbaar zijn, maar desondanks teleurstellend.
Met name omdat de Raad stelt geen bevoegdheid te hebben waar het gaat om de rechterlijke macht van een gerechtshof dat valt onder de rechtsmacht van het Koninkrijk der Nederlanden. Het is in feite een bevestiging dat men in het "Wilde Caribische Westen" in een casus tegen een rechter aan de goden, althans aan de absolute willekeur van niet integer besluitende rechters, is overgeleverd. In
mijn brief aan de Raad voor de Rechtspraak stelde ik dat de rechtspraak in het onderhavige geval, het niveau heeft bereikt van de
rechtspraak in ons buurland Venezuela. Want daar is het "gewoon" dat rechters non-argumenten hanteren om corrupte
bestuurders uit de wind houden. (red.: Zie:
www.sdnl.nl/pdf/pleidooi-bollenboeren.pdf.
Ik moet vaststellen dat we zo nooit verder komen; dat als dit zo blijft de ommekeer pas zal volgen als de wal het schip keert, de te water geraakte kruik barst en de beerput zijn pestilente inhoud prijsgeeft. Precies zoals het in het geval van het kerkelijk misbruik is gegaan. Daar waren ook eerder duidelijke signalen, die echter doelbewust niet werden opgepakt.
Terugkerend naar de brief waarin u geachte heer Brockhus mij verzoekt lokaal belangstelling te kweken voor mijn zaak, omdat de objectiviteit van de pers in Nederland aan zelfcensuur ten onder gaat. Ik moet u tot mijn spijt meedelen dat het hier niet anders, maar wellicht zelfs erger is. Je krijgt eerder een doofstomme aan het praten, dan dat het je lukt de Curaçaose, zich zelfcensuur
opleggende bigotte Nederlandstalige media, over het onderwerp foute rechters aan het praten te krijgen.
Ik zet dan ook mijn pogingen door om een Nederlandse journalist voor dit onderwerp te interesseren. Ik heb de illusie dat dit vroeg of laat wel zal lukken.
Deze pogingen moeten worden doorgezet, want zonder de nodige publiciteit zal de Tweede Kamer niks doen, zal de Nederlandse regering volharden in haar weigering de grondwet aan te passen en blijft dit bolwerk dat zich boven de wet
verheven acht, voor decennia onaantastbaar.
Het is immers niet waarschijnlijk dat de Nederlandse rechtspraak uit
zichzelf in een opener rechtspraak zal veranderen: De reactie van de Raad van
de Rechtspraak op het door mij aan haar toegestuurd dossier bewijst, ondanks
dat de aangevoerde argumenten onweerlegbaar zijn, hoe versteend, gefossiliseerd
en in zichzelf gekeerd de instituten van de Nederlandse rechtspraak zijn.
Dr. J.M. Eustatia
1) De ontdekking
van de Sociale Databank Nederland door dr. Joe Eustatia op Curaçao:
Klik 2) De poging van
R.M. Brockhus van SDN om het
gebrek aan integriteit van de rechtspraak in Nederland aan de grote klok te
hangen, mede met onthulling van klokkenluiders die hetzelfde nastreven, maar
geen kans krijgen om dit probleem in de massamedia of in de politiek aan de orde
te stellen. Dit ondanks de veronderstelde vrijheid van drukpers. 3) Nederland
kent in de
Grondwet art. 120 wat feitelijk de grondwet compleet uitschakelt en daardoor
rechterlijke vonnissen niet mogen worden getoetst aan de Grondwet, zodat
rechters en raadheren de volledige vrijheid hebben om naar willekeur en
belangenverstrengeling te vonnissen. Dit mede omdat Nederland als enige in de
Europese Unie geen Grondwettelijk Hof
heeft, hetgeen een politieke schande is.
4) Een overzicht
van een aantal
klokkenluiders zijn te bekijken en ook te horen, waarvan inmiddels enkele al
zijn overleden zonder dat zij hun terechte poging om recht te krijgen hebben
mogen beleven. 5) Niet alleen
de schending van de Trias Politica is een vaststaand feit in Nederland, ook de
politieke integriteit staat ter discussie. Een heldere vaststelling daarvan is
te zien in de reclamespotjes in de zendtijd voor politieke partijen die vrijwel
allemaal en uitsluitend een blik op de toekomst tonen, zonder verantwoording af
te leggen voor wat zij in het verleden door de politieke machinatie kapot hebben
gemaakt. Een oplossing daarvoor kunt u vinden op deze link:
zendtijd voor politieke partijen. 6) Burgers die
een betere toekomst wensen voor zichzelf en hun kinderen kunnen zich oriënteren
op wat nodig is om verkiesbaar te zijn, of om een keuze te maken op welke
(nieuwe) partij een stem uit te brengen. Op de gekleurde informatie van de
massamedia kan niemand meer afgaan, omdat de info van en over innoverende
partijen niet wordt doorgegeven. Een essentieel aspect daaraan is het
inspreekrecht van burgers in de Tweede Kamer met zoals voorgesteld
KAMERZETEL
151. Een tweede aspect daarvan is dat een dag voor het verkiezingsdebat van de
grote partijen een gelijkwaardig debat moet worden georganiseerd bij de omroep
voor de nieuwe partijen met zendtijd. Referenda en splinterpartijen worden
daardoor overbodig. 7) Art 162 Sv
werd door
gerechtshof-president mr A.R. van de Winkel eindelijk geactiveerd met zijn
strafklacht tegen ambtenaren van het ministerie van Financiën. Beëdigde
kennisdragers dienen bij hun wetenschap van strafbare feiten gepleegd door een
derde, daarvan aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie, de politie en/of
Justitie.
Bewijs van Inmenging van het ministerie van Justitie in de rechtspraak en OM
Brief aan premier Rutte en Dhr. S.A.E. Schrover, directeur Rijksvoorlichtingsdienst
Plantagehuis Lange Tuin
Weg naar Fuik 86, Curaçao
Tel.: 00599 9 7673664
Commentaar:
Verzonden: maandag 18 september 2017 12:18
Aan:
sdn@planet.nl
Vraag aan vicepremier Asscher en premier Rutte over de structuur van de staatsschuld
De Omerta van de Raad van (Non-) Discipline blijkt weinig minder dan een doofpot
Brandbrief aan de presidenten van rechtbanken over de benoeming van hun rechters
Rechters aanvaarden gedragscode om onpartijdigheid van magistraten te waarborgen
Gebrek aan onpartijdigheid kan het vertrouwen in de rechtspraak zelfs ondermijnen
Rechter in Nederland heeft vaak te veel petten op en lijkt daarom niet onafhankelijk
Rechters moeten ook aansprakelijk worden om schade te kunnen verhalen op rechters
Kwaliteit van de rechtspraak lijdt onder de werkdruk en het zeer grote aantal zaken
Antecedentenregisters van juristen om mogelijke belangenverstrengeling te ontwaren
Integriteit van de advocatuur staat ter discussie zegt advocaat mr. Mic van Bremen
Terug naar het begin
Stichting Sociale Databank Nederland
E-mailadres: sdn@planet.nl
Internet site:
http://www.sdnl.nl/joe-eustatia-aan-rob-brockhus.htm