Partijdigheid, vooringenomenheid, belangenverstrengeling en corruptie verzieken ons rechtssysteem! Wie durft vragen stellen?

Gronden beroepschrift tegen besluit v/h dagelijks bestuur Waterschap De Dommel

IRM . . Juristen . . Court Watch <===> SDN . . Klokkenluider . . N.C. Burhoven

Ing. A.M.L. van Rooij

Milieu- en Veiligheidskundige

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

't Achterom 9a                Sint Oedenrode
5491 XD                       19 oktober 1997
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

Afgegeven met bewijs van ontvangst.
Tevens, excl. bijlagen, verstuurd per fax:
073-6816371 op 19 oktober 1997.


Mijn kenmerk: WAT/05097/B. Uw kenmerk: 97/8803 GEMWT V35 AZ.

Betreft: Gronden beroepschrift tegen het besluit van 28 juli 1997 van het dagelijks bestuur van het waterschap De Dommel, verzonden op 30 juli 1997 onder kenmerk 97.3370/VV.


Aan:
    Mr. H.F.M. Hofhuis (persoonlijk),
    President van de Arrondissementsrechtbank,
    sector bestuursrecht, Postbus 90155,
    5200 MH ''s-Hertogenbosch.


    Geachte Heer Hofhuis.

Bij brief van 7 september 1997 (kenmerk:WAT/07097/B) heb ik beroep aangetekend tegen het besluit van 28 juli 1997, verstuurd op 30 juli 1997 onder kenmerk 97.3370/VV, van het dagelijks bestuur van het waterschap De Dommel. Als inhoudelijke motivatie laat ik U het volgende toekomen:

Zware georganiseerde misdaad is oorzaak
van het ontstaan van het bestreden besluit

Aan het ontstaan van het bestreden besluit ligt zware georganiseerde misdaad ten grondslag. Coördinerend Vice-president P.H.C.M. Schoemaker speelt hierin een zeer bedenkelijke rol.

Hoe gaat die misdaad te werk?

F. v/d Biggelaar plaatst illegaal een schuurtje op de insteek van de sloot, plaatst midden in die sloot een beschoeiing van geïmpregneerde palen en deels asbesthoudende golfplaten en dempt voor de helft de sloot tot aan die beschoeiing. Het dagelijks bestuur van het Waterschap De Dommel heeft dit alles oogluikend toegestaan. Diverse telefoontjes van mij richting het Waterschap De Dommel om dat te verhinderen werkten averechts.

Ook op mijn verzoek om bestuursdwang d.d. 20 januari 1996 weigerde het dagelijks bestuur te beslissen. Ik werd door het dagelijks bestuur steeds opzettelijk in mijn rechtsgang geblokkeerd. Dit was voor F. v/d/ Biggelaar reden om door te gaan met zijn illegale praktijken. Hij bracht vervolgens illegaal een rij coniferen aan over zon 40 meter lengte pal op de insteek van de sloot. Ook daarmee werd F. v/d Biggelaar door het Waterschap De Dommel geholpen.

Daar er voor mij geen enkel recht meer was en ik ook recht heb om op deze manier mijn grondeigendommen uit te breiden heb ik aan het dagelijks bestuur éénzelfde ontheffing aangevraagd voor in diezelfde sloot. Ik heb tenslotte op grond van artikel 1 van de grondwet recht op een gelijke behandeling als F. v/d Biggelaar. Wie dat dacht heeft het mis. Het waterschap De Dommel legt voor mij veel strengere voorschriften op dan voor F. v/d Biggelaar.

Bij besluit van 21 februari 1997 (kenmerk: 96.5179/96.5922/vle) heeft het dagelijks bestuur naar eigen inzicht mijn bovengenoemd bezwaarschrift in een 4-tal punten samengevat en afgewezen met de vermelding dat er op twee punten een besluit is genomen, te weten de punten I en II en dat ik tegen hun besluit op het punt I beroep kan aantekenen bij sector bestuursrecht van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch en tegen punt II uit hetzelfde besluit bij het dagelijks bestuur van het waterschap de Dommel een bezwaarschrift kan indienen.

Op deze manier heeft het dagelijks bestuur van het waterschap De Dommel weten te bewerkstelligen dat naar hun eigen inzicht een besluit welke is ontstaan uit één bezwaarschrift in zijn vervolgprocedure een gesplitste rechtsgang krijgt. Op deze manier heeft het dagelijks bestuur van het waterschap De Dommel geprobeerd om deze zaak diffuus te maken met de bedoeling de zware georganiseerde misdaad achter F. v/d Biggelaar daarmee behulpzaam te zijn en om mij middels dubbele gerechtelijke procedures, dubbele griffierechten e.d. financieel veel schade toe te brengen.

Hier is dus zeer nadrukkelijk sprake van misdaad van de ergste soort.

Vanwege het feit ik in deze al jarenlang voortdurende misdaadpraktijken van het waterschap De Dommel niet meer intrap, heb ik bij brief van 5 april 1997 (kenmerk:BB/05047) beroep aangetekend tegen het gehele besluit van 21 februari 1997 (kenmerk 96.5179/96,5922/vle) en dus ook tegen punt II uit betreffend besluit. Voor bewijslast zie mijn bijbehorend beroepschrift van 5 april 1997 (bijlage 1).

Dit kwam de georganiseerde misdaad niet goed uit. Om die reden heeft Uw griffier in opdracht van Coördinerend Vice-president P.H.C.M. Schoemaker, buiten die beroepsprocedure om, mij bij brief van 29 april 1997 kenbaar gemaakt dat niet de rechtbank maar het dagelijks bestuur van het waterschap De Dommel bevoegd is om punt II uit hun besluit van 21 februari 1997 te behandelen (bijlage 2).

Coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker was daartoe niet bevoegd, vanwege het feit ik ook tegen punt II reeds bij brief van 5 april 1997 (kenmerk BB/05047) beroep heb aangetekend bij de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch en op betreffend beroepschrift (en dus ook punt op II) nog steeds geen beslissing is genomen.

Bijgevoegd vindt U verder:

  • Mijn brief van 16 september 1997, betreffende maffiapraktijken van burgemeester en wethouders te Sint Oedenrode rondom F. v/d Biggelaar, aan mr. H.F.M. Hofhuis president van de rechtbank te 's-Hertogenbosch op internet (bijlage 3).

  • Artikel uit de Midden Brabant van 15 oktober 1997, betreffende raadslid Will van Gerwen eist hom of kuit, op internet (bijlage 4).

  • Mijn aangifte van 13 oktober 1993 van het plegen van strafbare feiten door o.a. F. v/d Biggelaar aan de hoofdofficier van Justitie te 's-Hertogenbosch (bijlage 5).

Ik verzoek U kennis te nemen van de inhoud. Uit die inhoud kunt U opmaken dat er door toedoen van met name coördinerend Vice-president mr. P.H.C.M. Schoemaker er rondom F. v/d Biggelaar een misdaad is ontstaan van een omvang die niets meer onderdoet voor die van de maffia uit Italië.

Nu uit vorenstaande is vast komen te staan dat ik tegen het bestreden punt II bij brief van 5 april 1997 (kenmerk BB/05047) bij U reeds beroep heb ingesteld en U op dat beroepschrift nog steeds geen beslissing heeft genomen kan het bestreden besluit van het dagelijks bestuur van het waterschap De Maaskant nooit in stand blijven. Tegen één en hetzelfde punt II uit hetzelfde besluit kan op grond van de algemene wet bestuursrecht namelijk maar één beroepschrift worden ingediend.

Ik richt aan U daarom het nadrukkelijke verzoek het bestreden besluit hierop te vernietigen. Verder verzoek ik U mij in ieder geval hierover te horen en het tijdstip van de hoorzitting af te stemmen met mijn drukke agenda. Ook verzoek ik U het dagelijks bestuur te veroordelen in de kosten overeenkomstig artikel 8:73; 8:74 en 8:75 Awb.

Dit beroepschrift met oproep tot herstel van de integriteit van ons gerechtelijke apparaat is te vinden op internet pagina http://www.sdnl.nl/irm-14.htm.


Hoogachtend,


    Ing. A.M.L. van Rooij

    Milieu- en Veiligheidskundige


Bijlagen:

  1. Mijn beroepschrift van 5 april 1997 (mijn kenmerk: BB/05047; Uw nummer 97/4046) aan de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch (3 pagina's).
  2. Brief van 29 april 1997 (inzake mijn kenmerk: BB/05047; Uw nummer 97/4046) van de griffier van de Arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch (1 pagina).
  3. Mijn brief van 16 september 1997 aan mr. H.F.M. Hofhuis, president van de arrondissementsrechtbank te 's-Hertogenbosch op internet (2 pagina's).
  4. Artikel "raadslid Will van Gerwen eist ham of kuit" uit de Midden Brabant van 15 oktober 1997 op internet (2 pagina's)
  5. Mijn aangifte van 13 oktober 1997 (kenmerk: Jus/13107) aan de hoofdofficier van Justitie, Arrondissementsparket te 's-Hertogenbosch (4 pagina's).

Milieu-onderwerpen
Integriteit Rechterlijke Macht


Steun SDN op bankgiro NL93 RABO 0339 9134 44 Stichting Sociale Databank Nederland
Site adres:
http://www.sdnl.nl/irm-14.htm
E-mailadres: sdn@planet.nl

Disclaimer