| Homepage | Wetgeving algemeen, Asbestregelgeving, Europese richtlijnen, Artikelen, | ||||||||
Nederlandse wetgevingVolgens voorzichtige schattingen sterven in Nederland jaarlijks tussen drie- en zeshonderd mensen als gevolg van beroepsmatige blootstelling aan asbest. Reeds in 1977 heeft de overheid consequenties getrokken uit de toen bekende gegevens door het tot stand brengen van het Asbestbesluit (Stb.1977, 269) gebaseerd op de Silicosewet (Stb.1951, 134). Naast het verspuiten van asbest verbiedt het besluit tevens het bewerken, verwerken en ter verkoop hebben van crocidoliet, een buitengewoon gevaarlijk soort asbest. Voor het be- en verwerken van andere asbestsoorten werden arbeidsbeschermende voorschriften ingevoerd. Het Asbestbesluit (1988) In 1988 werd het Asbestbesluit van 1977 vervangen door het Asbestbesluit van de Arbeidsomstandighedenwet (Stb.1988, 560). Met dit nieuwe besluit werd uitvoering gegeven aan de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 september 1983 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk (EG 1983 L263). Kort samengevat houdt het Asbestbesluit het volgende in: Als bij werkzaamheden gevaar bestaat op blootstelling aan asbest moet de aard en de mate van blootstelling worden vastgesteld teneinde het gevaar te kunnen inschatten. Blijkt uit de beoordeling van meetresultaten dat de concentratie aan asbeststof hoger is dan het actieniveau, dan zijn de maatregelen noodzakelijk om mens en omgeving te beschermen. Bij Koninklijk Besluit van 10 december 1991 (Stb.1991, 685) zijn stringentere regels opgenomen in het Asbestbesluit van de Arbeidsomstandighedenwet (paragraaf 4a) op het gebied van het slopen en het verwijderen van asbest in het algemeen en crocidoliet in het bijzonder. Verbod op gebruik, opslag en verwerking van asbestEnkele artikelen van het Asbestbesluit zijn verder uitgewerkt en weergegeven in het Koninklijk Besluit van februari 1993 (Stb.1993, 135). In dit Besluit is vastgelegd dat gebruik, opslag en verwerking van asbest in principe verboden is. Uitzonderingen worden gemaakt voor toepassingen van asbest indien hiervoor geen geschikte alternatieven beschikbaar zijn en voor het gebruik een wettelijke toestemming is verkregen. Reparaties en onderhoud van asbest of asbesthoudende materialen alsmede asbestsloop blijven toegestaan onder stringente procedures die zijn vastgelegd in het gewijzigde Asbestbesluit van de Arbeidsomstandighedenwet (Stb.1993, 136). Het Asbestverwijderingsbesluit (Stb.1993, 290) is op 1 oktober 1993 in werking getreden. De voorschriften voor het verwijderen van asbest uit bouwwerken treden in een gemeente pas in werking als deze zijn opgenomen in de gemeentelijke bouwverordening. Dit moet uiterlijk 17 juni 1994 zijn gebeurd. Voor gedetailleerde informatie betreffende het gebruik van asbest in het algemeen en het slopen van asbest in het bijzonder wordt verwezen naar de genoemde besluiten en de daarbij behorende nota's van toelichting. De zorg omtrent het gevaar van asbest komt tevens tot uitdrukking in de wetten die betrekking hebben op een specifiek deel van de maatschappij. Ook de volgende wettelijke regelingen zijn op de asbestsloop van toepassing:
|
||||||||
|