Henry George en Edward Bellamy waren twee econmen die een basisinkomen voor iedereen bepleitten

Stichting Grondvest

Grondvest . . . SDN Henry George <=====> SDN . . . Bellamy . . . GB Institute

Het Grondvest nummer van het derde en vierde kwartaal in 2001

ISSN 0166- 0284 3e en 4e kwartaal 2001

Inhoud                                                                pag.
Van de redaktie                                                           1
Nieuw Tijdperk  door Wouter ter Heide                                     3
Acht argumenten voor een landbouw van aarde door Herman Verbeek           5


Terrorisme en de Nieuwe Tijd

Van de redaktie

Zo tegen het eind van het jaar beginnen we ons af te vragen, wat hebben we in de verstreken 12 maanden gepresteerd, wat is ons overkomen? Hebben we verwachtingen voor het komende jaar? Hoe goed of hoe slecht hebben we het 3e millennium ingezet?

Hoe verschrikkelijk waren de gebeurtenissen in 2001: Vliegtuig ongelukken, vergane schepen , volgepakt met vluchtelingen, treinongelukken, tunnelbranden, instortende flatgebouwen etc. En de natuurrampen, aardbevingen, wateroverlast als gevolg van de klimaatsverandering. Bij het laatste kan de vraag worden gesteld of hier sprake is van een natuurramp of van een gevolg van menselijk handelen zoals het broeikaseffect. Zijn we als totale mensheid hiervoor veranwoordelijk of komt het hoofdzakelijk voor rekening van de westerse beschaving? Waar komt het terrorisme vandaan? Wie is er verantwoordelijk voor de vernieling van het WTC in New York waarbij ongeveer 3500 mensen om het leven kwamen?

Was dit het werk van een handvol misdadigers? Of waren het mensen die hun leven gaven om af te rekenen met de verziekte profijtcultuur van het Westen met name van de Verenigde Staten?

Is er sprake van protest tegen de economische, politieke en militaire hegemonie van de Verenigde Staten die massale armoede en honger veroorzaakt en heel veel slachtoffers eist all over the world. Was het afschuwelijke gebeuren op 11 september een aanval of een verdediging? Is er een parallel te bedenken met de zelfmoord actievoerders en de grondlegger van onze humanistisch christelijke westerse cultuur, die welbewust 2000 jaar geleden zijn leven gaf om de mensen te verlossen van alle kwaad?

Aan welke kant staan wij nu anno 2001. De vraag is moeilijk te beantwoorden en zorgt voor veel verwarring. In "Nieuw Tijdperk" gaat Wouter ter Heide hier nader op in. Vervolgens gaat Herman Verbeek nader in op de onnodige armoede en honger in de wereld met "Acht argumenten voor een landbouw van aarde".

Tenslotte de vraag hoe gaat de redaktie verder om met het blad Grondvest. Wat is de functie van het blad?

  • het uitdragen van de Georgistische idealen van rechtvaardigheid en duurzaamheid, alle mensen nu en in de toekomst hebben gelijke rechten op wat de aarde ons biedt leven , op-voeding, kleding, onderdak
  • het propageren van en streven naar een sociaal economisch en fiscaal systeem dat recht doet aan volwaardig menselijk leven voor iedereen. In de statuten van de stichting Grondvest als volgt verwoord:
  • "De stichting heeft ten doel de menselijke samenleving juridisch en economisch te grondvesten op het principieel gelijke recht van alle leden dezer samenleving op de natuurgave GROND." Voor de betekenis van 'grond' zie artikel van Herman Verbeek.
  • Vervolgens heeft het blad ook de functie om het contact te onderhouden met de donateurs van de stichting. De stichting is niet vermogend en heeft voor haar acties en activiteiten wel geld nodig ondanks het feit dat alle werk bij de stichting vrijwilligerswerk is en geen betaalde krachten in dienst zijn.

Met de komst van internet heeft stichting Grondvest een zusterorganisatie in het leven geroepen, de Stichting Sociale Databank Nederland, adres: www.sdnl.nl

Veel Grondvest-teksten die te maken hebben met de actualiteit en met directe actie vinden hun weg via de databank, de SDN. De databank werkt eveneens geheel met vrijwilligers, heeft helemaal geen financiële reserve en is aangewezen op giften en donaties. U kunt de SDN rechtstreeks steunen door storten op giro NL57 INGB 0000 7084 52 van Stichting SDN 6883 JD Velp . Elke bijdrage is welkom. Vrienden van de Georgistische denkwereld die over een internet aansluiting beschikken kunnen dagelijks kennisnemen van actuele ontwikkelingen.

Met de komst van de databank is het karacter van het blad Grondvest ook gaan veranderen. De meest actuele teksten gaan naar de SDN en de minder tijdgebonden thema', s komen in Grondvest.

De redaktie van Grondvest wenst u een gelukkig Kerstfeest en een gelukkige start in 2002

Nieuw Tijdperk.

"Eén voor allen, allen voor één".

door Wouter ter Heide

Ondanks alle begrip voor de Amerikaanse wraakgevoelens, getuigt de oorlogsverklaring van president Bush aan het internationale terrorisme niet van realiteitszin, waardoor de oorlog tegen het Afghaanse Taliban-regime zijn (gerechtig-heids-)doel volledig voorbijschiet. Het terrorisme is namelijk geen tegenstander maar een verschijnsel. Een ongrijpbaar fenomeen, dat enkel effectief te bestrijden is via het stellen van de juiste diagnose. Een foute diagnose leidt immers onherroepelijk tot een foute therapie, met alle ten hemel schreiende gevolgen van dien!

Wat de diagnose betreft, ga ik er vanuit dat de terroristische aanslagen in New York en Washington - door hun beestachtigheid - slechts te bevatten zijn, door deze te plaatsen in theologisch (de jongste dag), ideologisch (het morgenrood) of humanistisch (het VN- of vredesideaal) perspectief.

Hierop voortbordurend houd ik het erop dat de ongehoorde terreurdaden op het WTC en het Pentagon alles te maken hebben met 'De Barensweeën van de Nieuwe Tijd', waarover Marjan Berk verhaalt in haar column 'Doorgaan' (GPD-bladen). Sterker, de barbaarse aanslagen - die het normale bevattingsvermogen verre te boven gaan - zijn enkel te verklaren door deze te bestempelen als "de laatste barenswee". Dit uiterst pijnlijke wereldgebeuren, waar nagenoeg de totale wereldbevoking 'life' getuige van was, doet de wereldgemeenschap begrijpelijkerwijs op haar morele grondvesten trillen, met alle daarbij horende hectiek van dien. Niet alleen in de Verenigde Staten, maar wereldwijd. Zwarte dinsdag (11 september 2001) valt zodoende samen met de geboorte van de Nieuwe Tijd, waarin de mondiale samenleving haar heilloze verdeeldheid zal omsmeden tot een vruchtbare eenheid-in-verscheidenheid onder het Zwitserse devies "Eén voor allen, allen voor één".

Wat de therapie betreft, staan wij (als mensheid) momenteel dan ook voor de politieke vraag 'op welke wijze' wij de levenskansen van deze immer gekoesterde en vurig bezongen boreling (het Nieuwe Jeruzalem, de socialistische heilstaat, de mondiale rechtsstaat, de democratische wereldorde, de Eenheid in Verscheidenheid,….….) zeker of veilig dienen te stellen. Niet alleen in ons eigen belang, maar met name in dat van onze kinderen en kindskinderen. Wat dat betreft zullen wij allereerst gezamenlijk op zoek moeten gaan naar een passend en duurzaam gemeenschappelijk onderkomen. Gelukkig betreft het hier geen vergeefse zoektocht of onmogelijke opgave, omdat deze huisvesting al sinds 1945 bestaat, te weten: "De Verenigde Naties".

Slechts zullen wij (de 189 VN-lidstaten) met vereende krachten de structuur daarvan aan moeten passen aan de eisen van de Nieuwe Tijd, via het organiseren van een algemene VN-conferentie ter herziening van het Handvest. Artikel 109 van het VN-Handvest biedt daartoe alle mogelijkheid. Officieel had deze wereldconferentie al in 1955 moeten plaatsvinden, maar destijds is zij uitgesteld 'tot een daartoe geschikt tijdstip'. Dát nu is aangebroken door de geboorte van het Nieuwe Politieke Tijdperk op 11 september. Voor het aannemelijk of zichtbaar maken daarvan zullen wij uiteraard allereerst het Oude of Huidige (partij-)Politieke Tijdperk, waarin sinds '98 de VS de scepter zwaait, ten grave moeten dragen. Daarvoor nu is een grondige reorganisatie van de Verenigde Naties een eerste vereiste.

Daarbij moet vooral worden gedacht aan de opheffing van de ondemocratische (vetorecht!) Veiligheidsraad en het overhevelen van zijn kerntaak, "het handhaven van vrede en veiligheid", naar de Algemene Vergadering. Daarmee worden de uitzichtloze dictatoriale machtsverhoudingen in onze volkerenorganisatie automatisch doorbroken, waardoor deze eindelijk kan uitgroeien van een ongeloofwaardige organisatie van regeringen, die primair niet het algemeen of mondiaal maar het nationaal belang laten prevaleren (de VS zijn hier een sprekend voorbeeld van), tot een mondiaal beleidsorgaan met bovennationale bevoegdheden.

Een gezaghebbend wereldforum bemand door lieden met een fijne neus voor de (door de mensenrechten doortrokken) tijdgeest en gezegend met het vermogen daaraan adequaat vorm te geven. Mannen en vrouwen uit alle windstreken toegerust met de nodige intellectuele en morele bagage, die op basis van

  • op elk terrein beschikbare know how,
  • de alom onderschreven rechten van de mens en
  • onze onovertroffen "ICT", een vruchtbaar, rechtvaardig en bovenal duurzaam (want niet persoonsgebonden) wereldbeleid weten op te stellen, waarmee de onverteerbare wereldproblemen en het daaraan gekoppelde onrecht snel en effectief aangepakt kunnen worden. Uiteraard zonder vervaarlijk wapengekletter en het daarbij horende zinloze bloedvergieten.

Vanzelfsprekend zal het internationaal terrorisme daardoor automatisch de wind uit de zeilen worden genomen, waartoe de - op militaire leest geschoeide - internationale antiterreur-coalitie nimmer in staat zal zijn. Integendeel! Geweld roept nu eenmaal geweld op, hoe ondoelmatig dit aloude reactiepatroon ook moge zijn. Helaas hebben 2000 jaar christologie en 1400 jaar islamologie daaraan niets kunnen veranderen.

Kortom, voor het doelgericht bestrijden van het terrorisme, zullen wij onze kaarten niet moeten zetten op de VS, maar op de VN. Alleen dáár ligt 'dé' sleutel om herhaling van de 11e september te voorkomen. In feite hangt deze universele (antiterrorisme-)loper om ons aller nek, dus óók om die van Bush en Bin Laden en hun respectieve supporters. Met elkaar, zo'n dikke 6 miljard, vormen wij namelijk de Verenigde Naties. Samen moeten wij dan ook in staat zijn met vereende krachten onze volkerenorganisatie ten goede te veranderen, om te voorkomen dat wij samen met haar definitief ten onder gaan. Een door niemand beoogt einde, onder regie van de laatst overgebleven wereldmacht die denkt het gelijk aan zijn kant te hebben en daarin nog breed gesteund wordt ook. Tenminste op dit moment. Dat kan gelukkig echter verkeren, zoals Bredero al zei. Hopelijk zal zijn universele visie nog op tijd bewaarheid worden.

Wouter ter Heide.

Acht argumenten voor een landbouw van aarde
door Herman Verbeek

De plagen die slag op slag de landbouw treffen, veehouderij, akkerbouw en tuinbouw, zijn symptomen van een totaal verziekt systeem. Technologie, industrie, commercie, en in dat alles grootkapitaal, bepalen het denken, de belangen en het beleid in de landbouwwereld. Het is een mondiaal pervers proces dat drie slachtoffers maakt:

  • Arbeid en leven van boerengezinnen.
  • Armen die voor voedsel geen grond en geen koopkracht meer hebben.
  • Aarde, zij die alle leven en levensmiddelen voortbrengt en agro-commercieel wordt uitgeput.

Deze drie: arbeid, armen en aarde, de 'drie a's', moeten ons doen inzien dat een mentale,economische en politieke omkeer in de voedselvoorziening onontkoombaar is. De voedselketen is op zijn kop gezet.Handel in agrarische productiemiddelen en producten domineert. Oook agrarische handel komt neer op geldmaken. Dat geld moet geperst worden uit voedsel en voedselproducenten. Boer en natuur zijn tot afgeleiden gedegradeerd. Zij moeten zoveel mogelijk 'grondstoffen' leveren voor een zo laag mogelijhke prijs. Agro-concerns maken er dan voedsel van, supermarkten brengen die naar de consument. De winstmaximalisering gaat naar de aandeelhouders, de anonieme nooit tevreden veelvraten. Met argfumenten valt aan te tonen, waarom en hoe dit wereldmarkt systeem doodt en ten dode is opgeschreven.

Prijs

Na de Tweede Wereldoorloorlog is ook de agrarische technologie revolutionair en razendsnel ontwikkeld. Die dynamiek heeft in de rijke landen boeren en tuinders gedwongen tot permanente en nog steeds toenemende overproductie. Daarvoor geldt de eerste wet van de markt, bij overproductie krijg je onderprijzen lager dan je productiekosten, niet alleen van de kleine bedrijven, maar juist ook van de grote, zogenaamd gerationaliseerde bedrijven waarvan die overproductie afkomstig is. Het zijn de groten die gewikkeld zijn in een moordende concurrentieslag om te overleven.

De kleinen komen daar helemaal niet aan te pas. Zij verdwijnen bij miljoenen, mondiaal. In Nederland nu per dag tien boerderijen. Er zijn er nog honderdduizend. Een onzichtbare agrarische genocide. Hoe dit systeem van onderprijzen werkt, kunnen een paar voorbeelden laten zien. Een beker koffie in de trein kost drie gulden. Over smaak valt niet te twisten. In dat bekertje zit voor een halve cent koffie, als je wilt voor een halve cent suiker en voor een halve cent melk. Drie boerengezinnen moeten bestaan van die anderhalve cent; in een koffieland in de Derde Wereld, in Zeeland en in Friesland, terwijl de treinrijziger drie gulden betaalt.

Die weet niet waar dat geld heengaat, uit welke delen die prijs is opgebouwd. De consument is tot economisch analfabeet gemaakt aangaande het meest primaire in zijn leven, de levensmiddelen. Van boer naar consument gaat de prijs dus tweehonderdmaal over de kop, de koffiehandelsketen maakt van anderhalve cent drie gulden. Een miljardenspel.

Ander voorbeeld. Een volkorenbrood kost bij de warme bakker drie gulden, of meer. De akkerbouwer krijgt voor de vijfhonderd gram graan die erin zit, vijftien cent. Of neem een portie patat, voor een rijksdaalder bij de frietkraam. De aardappelteler krijgt er vijf cent van. Een kilo schouderham van het varken kost in de supermarkt vierentwintig gulden, de varkenshouder krijgt een rijksdaalder of daaromtrent. Nu, door de slachtstagnatie door de MKZ-uitbraak, nog minder dan die bodemprijs.

Regeringen in rijke landen, vooraan de Verenigde Staten en de Europese Unie, geven miljarden subsidies, het meest aan de mega-bedrijven, omdat zij zelfs voor die heersende marktprijzen niet kunnen produceren. Als belastingbetaler moet dus de consument de boerenprijs nog enigszins aanvullen. In arme landen hebben regeringen dat geld niet. Aan het slot van deze analyse zal een voorstel voor een 'Boerenfonds' laten zien hoe langs politiek-economische weg de consument de werkelijke kostprijs aan de boer kan betalen, voor een ecologisch verantwoorde en sociaal rechtvaardige beloning.

Grond

Grond is het duurste productiemiddel en meest lucratieve speculatieobject geworden. Nederland, met België en Bngladesj het dichtsbevolkte land ter wereld, heeft een onverzadigbare honger naar schaarse grond. Voor woonwijken en industrieterreinen, voor autowegen en spoorverbindingen, voor natuur- en recreatieterreinen. En voor landbouw. Een jonge Groninger boer die één hectare kleiland wil kopen, betaalt daar zeventig mille tot een ton voor. Zo kan niemand nog boer worden.

De agro-technologie, met ideologie en al geleverd door 'Wageningen', de landbouw-hogeschool, wist uitkomst: groenten en bloemen produceren in kassen op substraatwol, met honderd procent chemische voeding, de olie- en gasconcerns leveren graag de energie. Dieren persen in hokken en kooien, zonder beweging en uitloop, zonder licht, zonder stro. Het voer maken we van mais-, soja- en citruspulp, een restproduct van uit de voedingsindustrie, met scheepsladingen ingevoerd uit de Verenigde Staten, Argentië, Thailand, waarvandaan niet. Rotterdam, de grootste wereldhaven in het kleinste land, werd zo de bek van de buik Europa. En de kont, want de mest moet er deels via grond- en rivierwater weer uit.

Nederland, op de wereldkaart een postzegel groot, is in volume het tweede agrarische exportland ter wereld, na de Verenigde Staten, van vlees en zuivel, groenten en bloemen, pootaardappelen en suiker. Dat levert miljarden op voor de exporthuizen. En voor de staat. Zonder agrarische export zou Nederland een negatieve handelsbalans hebben. En toch gaan onze boerengezinnen kapot. Vanwege de onderprijzen voor de overproductie. De grondvraag luidt: wat is eigenlijk grond? Een cultuur van asfalt, glas en gewapend beton, van cyberspace en beursschermen weet dat niet meer.

Grond is de eigenlijke en eerste arbeidskracht die ons is gegeven. Arbeid verstaan als voortbrenger van leven en levensmiddelen. Alle leven is van aarde. In een kluit grond huizen miljoenen micro-organismen die het moedermateriaal, de materie maken voor alle leven. Wie, met steeds meer chemie en gif, met megamachines en fossiele energieën, de grond uitput, doodt de levensmaterie. Het eerste grondrecht, in ieder handvest van mensen- en volkenrecht vast te leggen, in iedere gronwet te garanderen en in elk politiek-economisch systeem te realiseren, is het recht op grond. Dat is de voorwaarde voor het recht op leven en levensmiddelen, het recht op voedselvoorziening en zelfredzaamheid. Een nieuwe mondiale arbeidsdeling zal ook een nieuwe toedeling moeten inhouden van grond en grondgebruik, in sociaal, ecologisch en democratisch beheer.

Arbeid

In de landbouw arbeiden boeren - en boerinnen, in de Derde Wereld het eerst en het meest boerinnen - samen met de natuur, licht en lucht, grond en water, planten en dieren. Landbouw is werken met leven dat werkt. Menselijke arbeid heeft recht op loon, op inkomen om te leven. In een kapitalistisch productieproces is arbeid, van mens en natuur, geworden tot een kostenfactor die de winst drukt. Machines, fossiele brandstoffen en chemische middelen zijn goedkoper. Op een 'vrije' markt beslist de concurrentie in bezuinigen. Wie het goedkoopst produceert, verovert de markt. Let op de taal, 'verovert'. De taal van de heersende economie is een oorlogstaal, de markt 'veroveren', de concurrent 'verslaan'. Economie is verworden tot oorlog met economische middelen.

Daarmee is economie niet meer wat het bedoelt en belooft, volkshuishouding, wereldhuishouding te zijn. Economie is een vernietigingsmachine geworden. Dat wreekt zich het eerst in de primaire sektor, die van de voedselwinning en -verdeling. Daar wordt huisgehouden door het techno-industrieel complex dat winst moet maken en daarin steeds hogere records moet vestigen. Winst met daarom systematisch arbeid, van mens en milieu, vernietigen. Zo ontvolkt het platteland. Het ergste in de Derde Wereld waar grootgrondbezitters (bij voorbeeld de Zorreguieta's in Argentinië) samen met agro-multi's mljoenen boerengezinnen van hun lapjes grond verdrijven en naar de slums in de metropolen drijven, waar geen werk is en geen leven.

Elk houdbaar en rechtvaardig economisch systeem zal moeten beginnen arbeid van mens en natuur te scheppen en veilig te stellen. Dat gaat vóór alle aandeelhouderswinst, waarvoor geen enkele arbeid wordt gepresteerd. Elke economie zal voor landbouwproducten de volledige sociaal-ecologische kostprijs moeten garanderen. Als de markt van bezuinigen om winst te vergroten dat niet kan, moet een democratisch politiek rechtssysteem dat rechttrekken.

Energie

Elke boerderij is een kleine energiecentrale. Daar worden organische voedingsmiddelen omgezet in producten die voor de mens verteerbaar zijn en hem zo energie leveren. Tachtig procent van wat de boerderij levert, kan rechtstreeks naar de keuken, daar hoeft helemaal geen voedingsindustrie aan te pas te komen. Organische energie is levende energie, is energie van leven, van licht en lucht, van grond en water met hun bewoners, micro-organismen, planten en dieren.

In dit transformatieproces worden levende energieën steeds meer vervangen en geforceerd door kapitaalsintensieve fossiele energieën. Een jonge boer in Friesland liet door agrarische studenten de energiebalans van zijn melkveebedrijf opmaken. Hij bleek er vijftien calorieën in te steken om er één uit te krijgen. Veertien calorieën, energie-eenheden, verdwijnen dus onbenut, in de lucht, in de grond, in het grondwater, vooral stikstof- en fosforverbindingen.

Vele van die calorieën komen als mineralen voor veevoer en kunstmest uit derde wereldlanden. Als krachtvoor wordt het in dieren gestampt, zoveel dat hun spijsverteringsorganen het niet kunnen verwerken en als mest uitscheiden. Die mineralenrijke mest wordt gedumpt op en in de grond. De stank van de organische afbraakprocessen is ernaar. De fossiele energieresten die in de lucht verdwijnen, vormen het agrarisch aandeel in het broeikaseffect. Nederland heeft nu een veestapel van dertien miljoen varkens met een mestcyclus van zes maanden, dus zesentwintig miljoen slachtvarkens per jaar.

Voorts vier miljoen runderen, melkvee, zoogkoeien, vleesstieren en mestkalveren. En honderd miljoen stuks pluimvee. Slachtkuikens worden in zes weken afgemest, per jaar is dat dus het zes- tot zevenvoudige aantal. De agrarische energiebalans in de rijke landen is er, evenals heel hun energiebalans, een van groei en verspilling. De snel eindigende fossiele rijkdommen, het gemeenschappelijke erfgoed van de mensheid, wordt er doorgejaagd.

Twintig procent van de wereldbevolking, het rijke deel, eist nu al vijfentachtig procent op van alle aardse reserves, met een groei van meerdere procenten per jaar. Met achterlaten en uitstoten van evenveel afval en vuil. En dit systeem van 'vrije en democratische' overproductie en overconsumptie wordt de wereld voorbehouden en opogedrongen als het enig mogelijke. Ook de landbouw zal terug moeten naar een kringloop economie, waarin ten naaste bij evenveel energie wordt ingebracht als er uit komt. Eco-boerderijen en -tuinderijen beantwoorden aan die evenwichtsregel.

Gezondheid

Waarschijnlijk het meest acute gevaar dat de heersende landbouw veroorzaakt en ook voor zichzelf steeds bedreigender wordt, is het resistentieprobleem. Planten en dieren worden steeds meer 'veredeld', opgewerkt tot nog hogere productiviteit. Dat gaat ten koste van andere, onmisbare levensfuncties. Een mestvarken, een kistkalf, een batterijkip is geen dier meer, het is een productiemiddel waarvan de opbrengst gemaximaliseerd moet worden. Zo worden planten en dieren systematisch bewerkt met antibiotica als zogenaamd geneesmiddel, in feite meestal als groeimiddel. Pure vormen van prestatiedoping.

Een lichaam dat (te) veel antibiotica krijgt toegediend, wordt qua weerstand lui. Er worden minder antistoffen aangemaakt, omdat antibiotica die taken overnemen. Tegelijk worden virus, schimmel, bacterie, insect, waartegen die bestrijdingsmiddelen worden ingezet (hoe meer gebruik, hoe meer winst), daartegen steeds resistenter. De balans wordt dus op twee manieren tegelijk verstoord. Die race kan de mens alleen maar verliezen. Aan resistentieverlies bij dieren en aan intensieve vee-dichtheid is het te wijten dat plagen als varkenspest, BSE, MKZ, salmonella enzovoort permanent zijn geworden.

Stoppen met vaccineren, zoals de Europese Unie sinds 1992 practiseert, wordt ingegeven door het credo van een economisch Staphorst - de geldgod verbiedt inenten - om de groei van de vleesexport niet te belemmeren. Vaccineren is niets anders dan het organisme zelf de nodige antistoffen laten aanmaken, preventief. Het omgekeerde dus van resistentie afbraak met overdosis antibiotica. Ook in de akkerbouw gaat resistentie razendsnel verloren door chemische bestrijdings-middelen. Ook daar zijn ziekten als phytophtora, bruinrot, aardappelmoeheid onbestrijd-baar geworden. Ook aardappelvelden worden geruimd, maar dat haalt het journaal niet. Van elke arts kun je vernemen hoe natuurlijke weerstand ook bij mensen afneemt en hoe antibiotica bij steeds hogere dosering toch steeds machtelozer worden. En hoe in de spijsverterings organen steeds meer kanker optreedt.

Elk soort voedsel wordt op zich vrij van kanker verklaard, omdat residuen kankerverwek-kende stoffen in de voedselproducten minimaal zouden zijn. Niemand berekent echter de accumulatie van die miniscule hoeveelheden in het menselijk lichaam. Niemand is er dus ook verantwoordelijk voor. Zo is de gangbare landbouw in snel toenemende mate ziekmakend. Landbouw levert dan geen levensmiddelen, maar doodsmiddelen. We zullen moeten terugkeren naar natuurlijke resistentie van plant, dier en mens. Onder andere door terug te kruisen naar nog van nature sterke soorten en rassen. En door te stoppen met chemische overdaad die een ecologische, biologische en humanitaire misdaad is. Tegen natuurlijke resistentie hoeven natuurlijke vijanden niet op te boksen. Er ontstaan weer evenwichten op een basaal niveau. Eco-landbouw werkt op die manier.

Verdeling

Overproductie op het noordwestelijk deel van de aarde is alleen mogelijk door massaal mineralen en energieën te halen uit de rest van de wereld, voor bijna geen geld, of helemaal geroofd, bijvoorbeeld als 'schuld'-afbetaling, wat in feite herstelbetaling van Noord aan Zuid zou moeten zijn voor al die jaren economisch kolonialisme en imperialisme. De rijke landen produceren veel meer voedsel dan hun consumenten, met overvoeding en al, aankunnen. Aan overschotten wordt grof verdiend, door agro-concerns en overheden. Gesubsieerd uit de markt nemen, opslaan en exporteren betaalt de belastingbetaler. Exporteren onder de kostprijs van de producent, de boer dus, heet dumpen.

Dat is sinds jaren verboden in de GATT- en WTO-akkoorden. En toch gebeurt het, systematisch en massaal door de rijke landen, met de politieke ogen dicht. Voorop de Verenigde Staten en de Europese Unie. Zij zijn in elkaars greep gevangen, in de worsteling om voedselmarkten te veroveren voor hun overschotten. De WTO-strijd gaat er om hoeveel subsidie nog gegeven mag worden aan productie en export van landbouwoverschotten en hoeveel importprotecties en -barriéres je nog mag praktiseren. In feite bestaat er helemaal geen wereldvoedselmarkt. Vijfennegentig procent van alle voedsel dat door de wereldbevolking wordt geproduceerd, blijft op het eigen boerenerf, in het eigen dorp, of gaat hoogstens naar de eigen regionale markten, de provinciestad dichtbij. Wat wereldmarkt wordt genoemd is de dumpmarkt van de westerse overschotten. Die betreffen dus slechts vijf procent van de wereldproductie. Maar aangezien overschot voor onderprijs wordt gedumpt, maken die dumphoeveelheden wel alle boerenprijzen op lokale, regionale en nationale markten kapot.

De voedselvoorziening is zo wereldwijd in de uitverkoop. Boeren moeten leveren voor onderprijzen, opdat agro-industrie en -handel er maximaal aan verdienen. Derdewereldlanden verliezen die slag op voorhand. Met een halve hectare en twee dieren kan een boerengezin in het Zuiden nooit op tegen de agro-fabrieken in het Noorden. Regeringen van rijke landen zeggen tegen de hongerlanden: je krijgt zoveel schepen goedkoop graan, melkpoeder en vlees. Wiens brood men eet…. Voedsel is tot economisch wapen verworden om politieke afhankelijkheid af te dwqingen. Arme landen krijgen dat importvoedsel goedkoop. Hun boeren daar gaan daarom massaal kapot, zij worden van de eigen markt verdrongen.

Er zal een wereldhuishouden bevochten moeten worden waarbij volken, naties, landen allereerst het recht kunnen realiseren op eigen voedselvoorziening. Het Noorden moet stoppen met dump te verkopen als hulp. De ruilvoet tussen Noord en Zuid zal in evenwicht moeten worden gebracht. Rechtvaardige prijzen voor grondstoffen en voedsel die armgemaakte landen kunnen leveren op rijke markten die daarvoor geopend moeten worden. Zoals Max Havelaar dat doet op kleine schaal, met koffie, cacao, bananen, citrus, katoen enzovoort.

De rijke landen moeten stoppen met overproductie en dump daarvan. Ecologisch produceren brengt de productiviteit terug naar een niveau dat de natuur aankan. Zo leveren bio-boeren in Noord- Nederland bijvoorbeeld bio-melk aan een nieuwe bio-melk fabriek in Drachten. Voor een kiloprijs die tien cent hoger ligt dan voor de gangbare melk. Die fabriek dumpt geen overschot aan melk als melkpoeder in de Derde Wereld en verleidt daar moeders niet met reclame om borstvoeding te vervangen door 'veel betere en veiliger' poedermelk, al of niet geleverd als voedselhulp.

Voedsel voldoende

Er wordt op aarde meer dan genoeg voedsel geproduceerd voor zeven miljard mensen en meer. Maar het wordt niet naar behoren verdeeld. Zoals Gandhi zei: 'Er is genoeg voor de behoeften van allen, maar niet genoeg voor de begeerten van enkelen.'

Genen

De winner op de geldmarkten moet genenmanipulatie worden, na de chip- en elektronicahype op de beursen. Het eerst en het meest valt te verdienen aan gemanipuleerde planten en dieren. Niet iedereen iedereen hoeft een computer en een gsm, maar iedereen moet wel eten. Dat valt te exploiteren. Genen zijn de dragers van het leven, van de eigenschappen van soorten en individuen. Genetisch materiaal, moedergoed, behoort tot het gemeenschappelijk erfgoed. Maar met name chemiereuzen zien levende organismen als bouwpakketten die je kunt manipuleren. Zo komt het genetisch erfgoed in privé-handen, voor winstdoeleinden van eindeloze omvang. De genentechnologie is kostbaar. De producten zullen dus zo veel mogelijk verkocht moeten worden. Zo worden de wereldvoedselgewassen teruggebracht tot een aantal monoculturen die op de vingers van enkele handen te tellen zijn.

Maar leven bestaat bij de gratie van genetische diversiteit. Zo vindt evolutie plaats. Differentiatie is de verzekering van alle leven. Dat is de eerste ecologische wet. Monoculturen zijn totalitaire bedreigingen, zoals dominante monotheïsmen en dictaturen dat zijn. Er vindt in de opgehemelde genenindustrie een, onuitgesproken, ideologische vergoddelijking plaats. De 'eerste' schepping was bij nader inzien toch niet zo goed. Geen vakwerk, wat wil je ook, in zes dagen klaar, een haastklus. Wij gaan dat overdoen en nu beter, de tweede schepping, professioneel. Vergeef het hun niet, want zij weten niet wat zij doen. Het is onvergefelijk. Wij moeten terug naar natuurlijke sterke soorten-rijkdommen, in heel de natuur, het eerst in de landbouw. Daarin is overleven. Daarin is verscheidenheid van agro- en voedselculturen.

Twee Heren

Hoe kon het zover komen? Waarom plegen boeren zo weinig verzet? Waarom laten zij alle ecologische, biologische, economische, politieke plagen over zich komen? Waarom laten zij zich hersenspoelen tot lijfeigenen van de agro-industrie?

Omdat zij geen strijdorganisaties meer hebben. Omdat hun belangenorganisaties hun verraders zijn geworden. Honderd jaar geleden was er een eerdere mondiale landbouwcrisis. Spoorwegen waren aangelegd naar havens, stoomschepen staken oceanen over. Zo kwam goedkoop graan uit de Verenigde Staten, Argentinië, Oekraïne op de Europese markten. Milioenen boerengezinnen gingen kapot. Deels werden zij gedeporteerd naar de uitbuiting van de stadsindustrieën. De boeren die overbleven, hebben toen coöperaties opgericht om de economische en politieke belangen te bundelen.

Die organisaties zijn de laatste veertig jaar in hun tegendeel verkeerd. Aan de top zitten bestuurders die twee heren dienen. Zij zeggen te vechten voor hun leden, de boeren. De belangen van de boeren zijn allereerst: minder produceren voor een hogere prijs. Maar dezelfde bestuurders zitten ook op de zetels van de agro-banken, agro-industrieën, agro-handelshuizen. Die hebben precies de tegenovergestelde belangen: meer producten van de boeren voor lagere prijzen. Zo kan op levering aan boeren van kapitaal en produktiemiddelen, en aan afnemen, verwerken en verhandelen van boerenproducten maximaal winst worden gemaakt. Zelfs de eigen coöperaties van de boeren betalen geen winsten uit aan hun leden-eigenaars. Coöperaties opereren niet op de beurs, boeren zijn geen aandeelhouders. Zij kunnen in tegendeel tot de laatste cent worden uitgezogen.

De rol van de consumenten

De consumenten bevinden zich aan het andere eind van de voedselketen. Zij kennen het verhaal van de boer niet. Zij weten niet dat die in hetzelfde hok als hun dieren gevangen zitten. Zelfs de milieubeweging, hoofdzakelijk door stadsmensen bezet, kent dat politiek- economisch verhaal niet. Zij helpt mee de boeren zwart te maken als schuldigen, in plaats van voor ze op te komen als slachtoffers. Ecologie gaat ook langs economische weg. Als er geen inkomen meer stroomt naar het platteland, houdt het landbouwverhaal op.

Boerenfonds

Aansluitend bij het begin van deze analyse volgt nog een voorbeelds hoe men de boerenprijs, als uitgangspunt voor een terugkeer naar een sociaal-ecologische landbouw, in beginsel eenvoudig kan organiseren via een politiek-economische consumenten-prijsbeleid. Consumenten geven in elk onderzoek aan dat zij bereid zijn wat meer voor voedsel te betalen, als het daarmee veilig, gezond, ethisch, sociaal en ecologisch wordt geproduceerd. Maar slechts twee tot drie procent van de consumenten zet uit eigen beweging de stap naar de bio-producten. We moeten dus de bereidheid van de meerderheid omzetten in praktijk door politiek-democratische maatregelen, door wetgeving.

Een voorbeeld daarvan kan het volgende zijn. Stel, op alle basisvoedsel in de winkel wordt een heffing gelegd van een kwartje per kilo. Het gaat daarbij in hoofdzaak om groenten, fruit brood, pasta, zuivel, eieren en vlees. Noem die geringe heffing ecotaks. Te vergelijken onder andere met het 'kwartje van Kok' op benzine. Dat kwartje is nooit voor het milieu bestemd geweest, maar voor de staatskas. Er is ook geen kilometer minder door gereden, was het maar waar. Vergelijk de prijscurve van benzine eens met die van brood, voedsel voor de motor met voedsel voor de maag, dan zie je hoe machtig Shell is en hoe machteloos de boer.

Van die kwartjes voedselheffing vormen we een 'boerenfonds'. Dan gaat het om miljarden guldens/euro's per jaar. Vertrouw die toe aan een publiek orgaan, benoemd en gecontroleerd door regering en parlement. Uit dat fonds worden premies toegekend aan elke kilo ecologisch verantwoord product van boeren en tuinders. Dat is geen zoveelste subsidie, betaald door de belastingbetaler, integendeel, het is een prijscorrectie die de markt van overproductie niet kan leveren. Boeren en tuinders bieden als contraprestatie voor de premies ecologisch en ethisch verantwoorde bedrijfsvoeringen en producten. Over premies en voorwaarden wordt periodiek door het publiek orgaan met de sectoren van land en tuinbouw onderhandeld, zoals bij CAO-akkoorden.

Zo'n systeem van correcte consumentenprijzen zal door de Europese Unie in Brussel niet worden tegengehouden, er zijn talrijke ecotaks-voorbeelden in de Europese Unie. Brussel zal er zelf baat bij hebben, bij een voorbeeld van sociaal-ecologische herstructurering van de vastgelopen landbouw. Zo moet het ook mogelijk zijn zulke condities in de nieuwe WTO-ronde op tafel te leggen.

Hulp van bewuste kiezers

Om te beginnen zou de Nederlandse kiezer aan zo'n 'Boerenfonds' het fiat kunnen geven, als politieke partijen bij de volgende verkiezingen in 2002 de moed hebben erom te vragen. Een socialer en ecologischer coalitie zal werk moeten maken van echte landbouwvernieuwing.