Henry George en Edward Bellamy waren twee econmen die een basisinkomen voor iedereen bepleitten

S.W. Couwenberg, hoofdredacteur van Civis Mundi en oud-hoogleraar publiekrecht: 'Stemmen heeft geen enkele zin'

Grondvest . . . SDN Henry George <=====> SDN . . . Bellamy . . . GB Institute


van vrijdag 26 februari 1999 _ _

    Dit jaar moeten we als kiezers weer tweemaal naar de stembus om onze stem uit te brengen.
    Maar, vraagt S. W. Couwenberg zich af, is het een stem die telt, die er politiek toe doet?

Stemmen heeft geen enkele zin

KUNNEN we ons bij de komende staten- en Europese verkiezingen duidelijk uitspreken over de vraag hoe we denken over het gevoerde en te voeren beleid op provinciaal en Europees niveau? Wie dit gelooft, draait zich een rad voor de ogen. De kloof tussen provinciale politici en kiezers is nog groter dan die tussen landelijke politici en kiezers. De politieke verhoudingen op provinciaal niveau zijn nauwelijks een weering van de typisch provinciale problemen en opties waarover kiezers geacht worden zich uit te spreken. En daarom worden de statenverkiezingen weer niet meer dan een landelijke politieke opiniepeiling. De gekozen politici in de provinciale staten zitten zodoende opgescheept met een politiek mandaat dat nauwelijks betrekking heeft op hun politiek functieneren. Bij de Europese verkiezingen zal dit niet anders gaan.

De verkiezingen worden nog steeds beheerst door politieke partijen die hun wortels hebben in de nationale politiek en daaraan hun oriëntatie en aanhang ontlenen. Op Europees niveau worden kiezers evenmin in staat gesteld zich duidelijk uit te spreken over de problematiek die daar aan de orde is uit de politieke koers van partijen te dien aanzien. Die problematiek wordt niet vertaald in heldere partijpolitieke opties. Ook op dit niveau monden verkiezingen derhalve uit in een van de nationale politiek afgeleid mandaat. Met een volwassen functionerende democratie heeft dit alles niets te maken.

Politici zullen de kiezers weer oproepen hun democratische plicht te vervullen en dus te gaan stemmen. Maar zij verzuimen zelf nog altijd hun eigen democratische plicht de kiezers in staat te stellen een politiek relevante keuze te maken. Dit geldt ook op nationaal niveau. Want op dit nog altijd politiek belangrijke niveau moeten we ons op de drempel van de 21ste eeuw nog steeds behelpen met een partijpolitiek stelsel dat stamt uit de vorige eeuw. Er zijn genoeg aanknopingspunten voor inhoudelijke politieke strijd die tot inzet gemaakt kunnen worden van verkiezingen die er echt toe doen. Maar zij lopen veelal dwars door de oude politieke stromingen en partijen heen en worden daar in interne compromissen gesmoord.

Ook partijen die nog een links imago cultiveren, hebben inmiddels het poldermodel, en daarmee een bestuursstijl die tegenstellingen verdonkeremaant, enthousiast omhelsd. Ook de voorheen als kwalijk rechts beschouwde zaken als migratiebeleid, misdaadbestrijding, ordehandhaving, vinden in partijen van traditioneel linkse huize steeds meer weerklank. Wat stelt links in de praktijk nog voor als duidelijk onderscheiden politiek alternatief? Op allerlei terreinen zijn onze politici heel actief om de burgers voor te houden dat zij zich moeten aanpassen aan de eisen des tijds. Het terrein van het onderwijs is daarvan een saillant voorbeeld. Maar zelf blijven ze zich krampachtig vastklampen aan politieke verhoudingen uit de vorige eeuw. Sinds de jaren zestig beschikken we over een overvloed van voorstellen en ideeën om tot een meer volwassen functionerende democratie te komen. Maar de enige politieke vrucht van al die inspanningen is een uiterst voorzichtige introductie van het referendum dat door veel politici overigens met tegenzin is aanvaard. Voor hen is de huidige representatieve democratie het politieke eindstation.

Europa is nu het platform geworden voor politieke vernieuwing, meent CDA-ideoloog Jos van Gennip. Maar die vernieuwing wordt hoofdzakelijk ingegeven door machtsmotieven en niet nagestreefd op grond van een verschillende visie op de Europese integratieproblematiek. De Europese Volkspartij (EVP) is bezig met de uitwerking van een meerderheidsstrategie die erop gericht is een rechts machtsblok te vormen als tegenwicht tegen de sociaal-democratische machtsvorming op Europees niveau. Met het oog daarop heeft de EVP zich opengesteld voor steeds meer conservatieve partijen in Europa, die geen deel uitmaken van de christen-democratie. Ter rechtvaardiging hiervan wijst men erop dat sociaal-democraten ook niet kieskeurig zijn bij het kiezen van hun (ex-)communistische bondgenoten.

De christen-democratische oorsprong van de EVP raakt daardoor wel sterk verzwakt en de vraag rijst hoe dat alles te rijmen valt met een CDA dat in zijn beleid juist het accent wil leggen op christelijk-sociale waarden en zich tot voorkort op het standpunt stelde dat een conservatieve oriëntatie onverenigbaar is met een christelijk inspiratie. In deze postmoderne tijd is onze partijpolitiek meer dan ooit een oefening in doen alsof die politiek er nog echt toe doet en alsof bij verkiezingen nog iets te kiezen valt dat echt verschil uitmaakt. In feite is hun voornaamste functie de bestaande politieke orde met alle daarmee verbonden machtsposities en belangen in stand te honden. Achter de façade van onze parlementaire democratie ontwikkelt zich geruisloos een corporatieve en technocratische staatsorde waarin de electorale democratie een randverschijnsel wordt een verplicht politiek ritueel met weinig reële politieke invloed.

Op de verdeling van de 150 miljard gulden bijvoorbeeld die in dit land beschikbaar komen voor de realisering van grote infrastructurele werken hebben wij als kiezers nauwelijks enige invloed, Daarover besluit in feite een hecht netwerk van topambtenaren, vertegenwoordigers van belangengroepen, invloedrijke (ex-)politici, ondernemers en adviseurs die elkaar in de geest van de oud-Hollandse regententraditie op effectieve wijze de bal toespelen.

Symptomatisch voor de huidige politieke decadentie is dat bij de komende verkiezingen de grootste zorg die politici koesteren de vraag is hoeveel kiezers bereid zullen zij, hun stem uit te brengen. Maar zolang politici niet bereid zijn van verkiezingen meer te maken dan een leeg politiek ritueel dat er alleen maar toe dient hun het idee te geven dat ze het volk vertegenwoordigen, hoewel ze dit volk niet echt serieus wensen te nemen, zolang kunnen zij kiezers die zo'n behandeling niet wensen te accepteren en dus niet gaan stemmen, niet verwijten dat zij hun democratische plicht verzaken. Door niet te stemmen brengen zij een proteststem uit.

S.W. Couwenberg is hoofdredacteur van Civis Mundi en oud-hoogleraar publiekrecht.