Henry George en Edward Bellamy waren twee econmen die een basisinkomen voor iedereen bepleitten

Basisinkomen van de 'Georgisten van het laatste uur'

Grondvest Henry George . . . . . SDN <=====> Bellamy . . . . . GB Institute

Remmende voorsprong ook van toepassing op de filosofen van het basisinkomen?





door Wim Sweers, voorzitter Stichting Grondvest

Is de wet van de remmende voorsprong ook van toepassing op de filosofen van het basisinkomen? Ik ben het helemaal eens met Hogervorst dat het gelijke recht van mensen op de productiviteit van grond (natuur) meer is dan de gelijke verdeling van de financiële tegenwaarde.

De eerste georgistische voorstanders van een 'inkomen voor iedereen' uit 'grondrecht' moesten het opnemen tegen geduchte opponenten van zowel kapitalistische als socialistische huize. Reeds in 1888 stelde de Grondpartij zich op het standpunt:

  • dat ieder mens door het feit van zijn geboorte een onvervreemdbaar recht heeft op het leven, op vrijheid en het zelfstandig streven naar geluk;
  • dat ieder kind recht heeft op een opvoeding in het gezin waartoe het behoort, waardoor het in staat gesteld wordt later dit levensrecht te kunnen uitoefenen;
  • dat de aarde, zo goed als de lucht, het licht en het water ten dienste moet staan aan de gehele gemeenschap en dus niet door enkelen aan de gemeenschap mag worden onttrokken; enz.

Bij de vijandige stromingen, kapitalisme en socialisme voerden economisten de boventoon. Bij die discussie raakte de ethische inbreng van de georgisten, 't grondrecht van de Grondpartij geheel ondergesneeuwd. Ook de kerken steunden het 'grondrecht' van de Grondpartij niet.

In de politieke discussie werden ook de georgisten meegezogen in de alles overheersende maalstroom van het economisme en ook voor hen ging min of meer gelden de 'ethiek' van de economisten: 'goed is datgene wat financiële baat oplevert'. En menig georgist kleedde zich met religieus klinkende begrippen als vrije wereld, vrije mensen, vrije markt, enz. en bij het overtuigen van tegenstanders wordt maar al te vaak gebruik gemaakt van de 'logica van de kontzak'. Thans echter proberen de jongste generaties georgisten zich weer te ontworstelen aan de wurggreep van het economisme.

    Nieuwe sociale ethiek en nieuwe visie op arbeid en inkomen

Het nog gangbare 'ethisch' denken inzake arbeid en inkomen is nog steeds: "wie niet werkt zal ook niet eten". Daarbij wordt werken vereenzelvigd met arbeid in dienst van overheid, handel en industrie, z.g. betaalde banen. Niet betaalde arbeid, hoe zinvol of dienstbaar die ook mag zijn t.a.v. medemens of samenleving, zij dient onmiddellijk te wijken als zich betaalde arbeid aandient, ook als deze betaalde arbeid beschadigend is voor medemens, milieu of samenleving.

Deze moraal; gij zult betaalde arbeid verrichten is thans sterk aan erosie onderhevig. Het besef begint door te dringen dat de oude ethiek van de 'onvrije arbeider is verplicht om een bijdrage te leveren in de winst van de vrije ondernemer' zijn geldigheid verliest. Zo rijst de vraag of de werkloze verpleger wegbezuinigd in de gezondheidszorg moet voorkomen dat een roekeloze vrije ondernemer - die meer aspergebedden heeft aangelegd en meer asperges heeft gekweekt dan de 'markt' tegen redelijke kostprijs wil afnemen - verlies gaat lijden. Wat is de ethische logica van het subsidiëren van de vrije ondernemer door de niet vrije arbeider?

Gelukkig hebben enkele lokale bestuurders in Limburg geweigerd om de maatregelen van minister Melkert uit te voeren en de niet werkwillige aspergestekers te sanctioneren. Overigens is de weigering niet gebaseerd op ethische overwegingen maar op praktisch economische: de arbeidsinspanning die de lokale bureaucratie zich moet getroosten om aspergestekers te 'werven' is vele, vele malen groter dan het aan arbeidskracht voor de aspergeteler oplevert. Indien er een leefbaar basisinkomen zou hebben bestaan, zou de asperge-economie anno 1995 er dan anders hebben uitgezien? Zouden er dan meer aspergestekers bereid zijn geweest om de aspergeteler te helpen? Of zou de aspergeteler met de steun in de rug van het basisinkomen zijn overgestapt op een gewasteelt met een betere arbeidsspreiding over het seizoen, waardoor hij niet meer aangewezen is op veel intensieve arbeid gedurende korte tijd?

Aldus heeft invoering van een basisinkomen voor iedereen een gunstig effect op land- en tuinbouw, midden- en kleinbedrijf. Het is echter maar de vraag of het basisinkomen hetzelfde effect heeft op de grootindustriële bedrijvigheid en op de multinationals. Immers de grootschalige industriële bedrijvigheid beschikt over de macht (eigendom) om te beslissen over wat, waar en door wie er geproduceerd gaat worden. Andere maatregelen zullen nodig zijn om te voorkomen dat de maatschappelijke voordelen van het basisinkomen door de macht van 'het grote geld' onderuit worden gehaald. Om die maatregelen ingevoerd te krijgen is het nodig dat de samenleving anders gaat denken over natuur, arbeid en bestaansmiddelen waardoor een nieuw economische paradigma ontstaat dat de bedrijvigheid weer dienstbaar maakt aan de samenleving in plaats van omgekeerd: een nieuwe economie, en wel in drievoud: Dienstbaar, Doelmatig en Duurzaam.

    Nieuwe ethiek maakt basisinkomen betaalbaar

Binnen het huidige economisch en ethisch denken krijgt de betaalde arbeid - ook als zij veel schade toebrengt aan milieu en samenleving - de hoogste prioriteit. Het hoogst genoteerd staat de arbeid in industrie en handel die goederen levert voor de wereldmarkt. Daarna de banen bij overheid, non-profit organisaties, sociale dienstverlening en banen in de kleine lokale economieën en productiebedrijven. Geheel onder aan de waarderingsschaal verschijnen economische activiteiten die onbetaald worden uitgevoerd.

Wie de betaalde en onbetaalde arbeid wat nader beschouwt en beoordeelt in het licht van onze dringende behoefte aan dienstbaarheid, doelmatigheid en duurzaamheid komt tot de ontdekking dat onze economische arbeidswaardering omgekeerd evenredig is aan onze arbeidsbehoefte. Sommige tegenstanders van het basisinkomen vinden dat de vrouw van de tandarts of de vrouw van de notaris geen basisinkomen mag hebben omdat tandartsen en notarissen genoeg verdienen om hun vrouw te onderhouden. Maar dezelfde critici van het basisinkomen maken geen bezwaar tegen het arbeidsloos inkomen van Mw. Brenninckmeijer, dat net zo groot is als het inkomen van 100 bijstandsgezinnen tezamen.

Ongeveer één derde deel (ca 185 miljard) van ons nationale inkomen bestaat uit arbeidsloos inkomen op grond van bezit (Grond, Geld en Goed). Als de Nederlandse economie het op kan brengen om een arbeidsloos inkomen van totaal 185 miljard te verstrekken aan een heel klein deel van de bevolking die het minder nodig heeft dan de arts- en de notarisvrouw, dan is zij ook in staat om een leefbaar basisinkomen op te brengen voor de hele bevolking dat niet meer kost dan het bedrag dat thans toevloeit aan enkele machtige eigenaren.

Basisinkomen betaalbaar? Kwestie van verdeling en goed economisch denken: Dienstbaar, Doelmatig en Duurzaam.

BEWAAR DE WAARDE VAN DE AARDE



Voor meer informatie:
Gasthuislaan 22
6883 JD Velp
Telefoon: 026-3610689