Verzoek om herziening van uw uitspraak 200104739/1 van 6 november 2001 vóór 31 december 2001
en vóórdat op bijbehorend bezwaarschrift is beslist op grond van nieuwe feiten.


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

't Achterom 9a
5491 XD
Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

AANTEKENEN

Per fax 070-3651380

Voorzitter van de Raad van State,
Afdeling bestuursrechtspraak,
Postbus 20019,
2500 EA 's-Gravenhage.

Sint Oedenrode, 9 december 2001.

Tevens, excl. bijlagen, verstuurd per fax 070 - 3651380.

OPEN BRIEF

Verzoek om spoedbehandeling.

Ons kenmerk: SBL/rijksw/09121/hz.

Uw nummer: 200104739/1.


Betreft:

  • Stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving, Holstraat 17, 6082 BA Buggenum met 15 gemachtigden.
  • J. Hoebers, Haelenerweg 9, 6082 AA Buggenum.
  • J. Rulkens, Dorpsstraat 94, 6082 AR Buggenum.
  • P. Topeeters, Neel Doffstraat 18, 6082 AE Buggenum.
  • H. Slabbers, Galgenberg 35, 6082 AZ Buggenum.
  • L.G.G.M. Mom, Bergstraat 13, 6082 AJ Buggenum.
  • H.P.J. Vissers, Holstraat 6, 6082 BC Buggenum.
  • A.M. Schreuder, Thorbeckestraat 24, 6042 CR Roermond.
  • J. Schuermans, Roermondseweg 92, 6081 NW Haelen.
  • C.J. Schreuder, Eikendreef 23, 6081 EA Haelen.
  • C.J.M. Wijers, Poelakkerweg 3, 6082 NC Buggenum.
  • H.J.J. Sleutels, Holstraat 9, 6082 BA Buggenum.

Verzoek om herziening van uw uitspraak 200104739/1 van 6 november 2001 vóór 31 december 2001 en vóórdat op bijbehorend bezwaarschrift is beslist op grond van nieuwe feiten.

Majesteit,
Voorzitter,


Namens opgemelde stichtingen en personen hierna te noemen: appellanten, verzoekt ondergetekende u om herziening van uw uitspraak 200104739/1 van 6 november 2001 en wel vóór 31 december 2001 en vóórdat op bijbehorend bezwaarschrift is beslist, op grond van de volgende nieuwe feiten:

Een kopie van uw uitspraak 200104739/1 d.d. 6 november 2001 vindt u bijgevoegd (zie bijlage A)(5 pagina's).

Bij uitspraak 200104739/1 van 6 november 2001 heeft u mijn eerdere verzoek om voorlopige voorziening van 23 september 2001 afgewezen op onjuiste overwegingen. De volgende nieuwe feiten bevestigen dit:

    Eerste nieuwe feit.

Onder "punt 2.3" schrijft u letterlijk het volgende:

Mede gelet op de omstandigheid dat de kolenvergassingsinstallatie sedert 1993 in werking is, gaat de voorzitter er van uit dat het spoedeisend belang van verzoekers moet worden geacht voort te vloeien uit de wijziging van de activiteiten, verband houdende met het meevergassen van secundaire brandstoffen.

Dit is volstrekt onjuist. Kippenmest, RWZI-slib en sloophout uit bouw- en sloopafval zijn geen secundaire brandstoffen maar afvalstoffen. Als bikkelhard bewijs daarvoor vindt u bijgevoegd het artikel "afvalstof of niet?" uit de Staatscourant van 25 oktober 2001, nummer 207 (zie bijlage B) (1 pagina). Dit artikel is gebaseerd op de volgende jurisprudentie.

Het arrest van het Europese Hof van Justitie inzake Arco Chemie en EPON d.d. 15 juni 2000 (de gevoegde zaken C-418/97 en C-419/97), de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak op 30 november 2000 (iz. Atoglas B.V., 200005055/1), op 6 maart 2001 (iz. Beside B.V., E03.95.1216), op 29 maart 2001 (iz. Esso Nederland B.V., nrs. E03.96.0141, E03.96.1335 en E03.97.1061), op 26 april 2001, (iz. Moleman terugwinning B.V., nr. E03.97.1813) en op 20 juni 2001 (iz. EPON, nr. E03.96.0894/1).

Staatsraad mr. J.M. Boll moest ten tijde van de in geding zijnde uitspraak 200104739/1 op 6 november 2001 van deze jurisprudentie op de hoogte zijn geweest. De verklaring waarom staatsraad mr. J.M. Boll, in de in geding zijnde uitspraak, deze afvalstoffen dan toch secundaire brandstof noemt moet gezocht worden in het afdekken en in de doofpot stoppen van een gigantisch groot milieuschandaal dat is ontstaan als gevolg van een tekortkoming in de Bestrijdingsmiddelenwet die geen rekening hield met de afvalfase van het geïmpregneerde hout. Met enige nadruk moge ik u verwijzen naar:

  • Mijn powerpoint-presentatie voor de Nederlandse Vereniging van Veiligheidskundigen op 15 november 2001 te Ede; zie Sociale Databank Nederland nvvk.htm
  • Mijn op internet gepubliceerde informatie over de groene-stroom-maffia; zie Sociale Databank Nederland epon-3.htm en houtmot.htm

Ik verzoek u kennis te nemen van bovengenoemde informatie op internet, hier als herhaald en ingelast en ook aan u gericht te beschouwen.


    Tweede nieuwe feit.

Onder "punt 2.4" schrijft u letterlijk het volgende:

Gezien hetgeen hiervoor is overwogen onder 2.3 is het geschil daarom toegespitst op beantwoording van de vraag of het meevergassen van secundaire brandstoffen overtreding van het bij of krachtens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren bepaalde oplevert, en zo ja, of daartegen handhavend dient te worden opgetreden. Daarbij merkt de Voorzitter op dat het inzetten van gevaarlijke afvalstoffen niet is vergund. Ook als de stelling van verzoekers dat geïmpregneerd afvalhout visueel niet is te onderscheiden van ander hout juist zou zijn, kan niet de conclusie worden getrokken dat in de inrichting - anders dan bij wijze van incident - geïmpregneerd hout wordt vergast. Zulks is ook niet voldoende aannemelijk gemaakt.

Staatsraad mr. J.M. Boll heeft zich te baseren op de uitspraak no's F03.98.0171, F03.98.0179, F03.98.0180, F03.98.0181, F03.98.0182, F03.98.0183 en F03.98.0184 van 19 augustus 1998 van collega staatsraad mr. J.H.B. Hulshof, die zijn uitspraak heeft gebaseerd op een onafhankelijk onderzoek van de stichting Advisering Bestuursrechtspraak. (zie bijlage C) (6 pagina's)

In de overwegingen van die uitspraak staat letterlijk het volgende:

    Uit het door de stichting Advisering Bestuursrechtspraak uitgebrachte deskundigenbericht is gebleken dat verduurzaamd hout niet visueel valt te onderscheiden van onbehandeld hout.

Deze overwegingen zijn gebaseerd op een onafhankelijk onderzoek van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak. Juist om die reden heeft collega staatsraad mr. J.H.B. Hulshof in zijn uitspraak no's F03.98.0171 e.v. van 19 augustus 1998 beslist dat, vanwege de onherkenbaarheid van het verduurzaamde hout tussen het hout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, al het sloophout niet meer mag worden geshredderd. Alle provincies van Nederland weigeren al ruim 3 jaar lang uitvoering te geven aan deze bindende uitspraak van staatsraad mr. J.H.B. Hulshof. Zie hiervoor bijgevoegd artikel "provincies negeren verbod Raad van State op houtversnippering", uit het Algemeen Dagblad van 31 juli 1999 (zie bijlage D)(1 pagina). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen en tevens gericht aan u.

U zult zich afvragen: hoe is het mogelijk dat staatsraad mr. J.M. Boll, zonder voorafgaand onafhankelijk onderzoek van de stichting Advisering Bestuursrechtspraak, negeert uitvoering te geven aan de uitspraak no's F03.98.0171 e.v. van 19 augustus 1998 van zijn collega staatsraad mr. J.H.B. Hulshof die zijn uitspraak wel heeft gebaseerd op een degelijk onafhankelijk onderzoek van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak. Mijn brief van 8 december 2001; kenmerk: VROM/08121/br, aan de minister van VROM drs. J.P. Pronk geeft hierover volledige duidelijkheid. Om die reden heb ik betreffende brief, inclusief bijlagen, bijgevoegd (zie bijlage E)(13 pagina's).

Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen en ook aan u gericht.

In die brief staat letterlijk het volgende:



Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens


't Achterom 9a,
5491 XD Sint Oedenrode
Tel. 0413-490387
Fax. 0413-490386

Aantekenen
/Fax 070 - 3391350

Sint Oedenrode, 8 december 2001.

De minister van VROM,
drs. J.P. Pronk,
Rijnstraat 8,
2515 XP 's-Gravenhage.

    OPEN BRIEF


Ons kenmerk: VROM/08121/br.
Uw kenmerk: MJZ2001093107.

Betreft: Reactie op uw brief van 21 augustus 2001, kenmerk: MJZ2001093107.

Excellentie,

Met enige nadruk vraag ik uw aandacht voor een urgent probleem.

Onder verwijzing naar uw brief van 21 augustus 2001 waarin uw ambtenaar mr. M. Hübner namens u weigert een beschikking te geven op mijn verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur d.d. 6 augustus 2001 (kenmerk VROM/06081/vi) en waarin u, zonder daar om verzocht te hebben, heeft beslist dat u over de door mij aangevoerde onderwerpen nooit meer zult reageren, waarvan ik gemakshalve een kopie bijsluit (zie bijlage 1), vraag ik uw aandacht voor enkele opmerkingen:

  1. Ik verzoek u de inhoud van mijn verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur d.d. 6 augustus 2001 hier te beschouwen als herhaald en ingelast en wederom ook aan u gericht.

  2. Wellicht hoeft u zich niet aan de wettelijke verplichtingen te houden, die de Wet openbaarheid van bestuur u oplegt en bent u in een zodanige positie dat u op voorhand kunt beslissen dat u al mijn toekomstige brieven onbeantwoord laat. Dit lijkt mij ronduit onacceptabel. Ik verneem gaarne uw opstelling in deze.

  3. Bij brief van 21 maart 2001, waarvan ik een kopie bijsluit (zie bijlage 2) heeft u EPON (de Electrabel-Groep) verzocht om een nieuwe afvalvergassingsinstallatie te bouwen bij de Eemscentrale voor de verwerking van CCA-afvalhout, dat de elementen koper, chroom en arseen bevat. In die brief staat geschreven dat dit CCA-afvalhout gevaarlijk afval is maar dat het door u wordt erkend als bron van duurzame energie, biomassa genaamd. Dus dat moet ook gelden voor al het andere gevaarlijke afval. Hiermee heeft u blijkbaar beslist dat al het gevaarlijk afval voortaan biomassa kan worden genoemd als bron voor duurzame energie, groene stroom genaamd. Dus; weg met de afvalverbrandings-installaties (AVI's); weg met de C2-deponie; weg met de nuloptie-technologie van Edelchemie. Al het gevaarlijke afval mag vanaf heden met overheidssubsidie als biomassa in de kolengestookte electriciteitscentrales worden opgestookt voor de opwekking van duurzame energie. Ik verneem gaarne uw opstelling in deze.

  4. In de brief van 21 maart 2001 schrijft EPON dat CCA-afvalhout 4800 mg/kg chroom (=chroomtrioxide=chroom VI) kan bevatten en 2600 mg arseen (=arseenzuur). Ingevolge de BAGA is er al sprake van gevaarlijk afval bij concentratie van 50 mg/kg chroom VI of 50 mg/kg arseen. De concentratiegrens van gevaarlijk afval komt hiermee voor wat betreft chroom VI op 96 maal en voor wat betreft arseen op 52 maal te liggen. Het betreft derhalve extreem gevaarlijk afval. Dus al het gevaarlijk afval tot 96+52=148 maal de concentratiegrens is vanaf heden biomassa voor de opwekking van duurzame energie, groene stroom genaamd. Ik verneem gaarne uw opstelling in deze.

  5. Bij brieven van 21 februari 1995 en 19 augustus 1996, waarvan ik kopieën heb bijgevoegd (zie bijlage 3 en 4) heeft u houtimpregneerbedrijf Carl Tissen Import Export B.V. bericht dat alle milieu-, gezondheids- en economische schade, dat ontstaat als gevolg van het door de houtimpregneerbedrijven geproduceerde geïmpregneerde hout, voor rekening van deze houtimpregneerbedrijven komt. U bent tot dat besluit gekomen op basis van de volgende wettelijke onderbouwing:

      Op grond van boek 6 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek bestaat er immers een civielrechtelijke (risico)-aansprakelijkheid van de producent ten gevolge van een gebrek in een door hem geproduceerd product (artikelen 185 t/m 193). Bovendien geldt op grond van 175 en 176 een risico-aansprakelijkheid voor producenten met betrekking tot gevaarlijke stoffen en verontreiniging van lucht, water en bodem.

    Gaarne verneem ik van u waarom u weigert uitvoering te geven aan uw eigen bovengenoemd besluit, door niet deze houtimpregneerbedrijven (zijnde de vervuilers) aansprakelijk te stellen voor alle schade van het vrijkomende CCA-afvalhout, maar de onjuist voorgelichte consumenten daarvoor laat opdraaien.

  6. U heeft beslist dat bovengenoemd extreem gevaarlijk CCA-afvalhout in Nederland wordt erkend als bron van duurzame energie, biomassa genaamd. U heeft besloten om verbranding (vergassing) van dit uiterst gevaarlijk CCA-afvalhout in de kolengestookte electriciteitscentrales, als de EPON-centrale te Nijmegen, de AMER-centrale te Geertruidenberg en de Willem Alexander-centrale te Buggenum, zwaar te subsidiëren middels het terugbetalen van de REB-belasting en het aanwenden van EU-subsidies. Betreffend geld dat u op deze wijze voor subsidieverlening aanwendt is opgebracht door Nederlandse en Europese burgers, en wordt door u gebruikt om henzelf daarmee te vergiftigen. Heeft u deze burgers hierover al geïnformeerd?? Vindt u dat u hieraan gemeenschapsgeld mag besteden??

  7. Waar het werkelijk om gaat is het afdekken en in de doofpot stoppen van een gigantisch groot milieuschandaal dat is ontstaan als gevolg van een tekortkoming in de Bestrijdingsmiddelenwet die geen rekening hield met de afvalfase van het geïmpregneerde hout. Met enige nadruk moge ik u verwijzen naar:
    • Mijn powerpoint-presentatie voor de Nederlandse Vereniging van Veiligheidskundigen op 15 november 2001 te Ede; zie Sociale Databank Nederland nvvk.htm
    • Mijn op internet gepubliceerde informatie over groene stroom maffia; zie Sociale Databank Nederland epon-3.htm en houtmot.htm

    Ik verzoek u kennis te nemen van bovengenoemde informatie op Internet, hier als herhaald en ingelast en ook aan u gericht te beschouwen.

  8. Met hetgeen onder bovengenoemde punten 1 t/m 7 staat verwoord heb ik u de feitelijke bewijzen aangeleverd dat, mede door uw toedoen, Nederland niet meer beschikt over een democratie maar over een polderdictatuur. Voor onderbouw verwijs ik u naar het artikel "wij leven in een polderdictatuur" Katholiek Nieuwsblad 3/19 oktober 2001, pagfina 14, of zie Sociale Databank Nederland dictatuur.htm
    Prof. A.Q.C. Tak constateerde dat er anno 2001 in Nederland geen rechtsbescherming meer bestaat tegen deze polderdictatuur en wijst met de vinger vooral naar de Raad van State, zie Katholiek Nieuwsblad 6/9 november 2001, pagina 13 en op Internet Sociale Databank Nederland tak-rvs2.htm Hij had ook kunnen wijzen naar het gehele rechtsbestel.

    Ik verzoek u kennis te nemen van deze informatie op Internet, hier als herhaald en ingelast en ook aan u gericht te beschouwen.

  9. De indruk dringt zich op dat het ministerie van VROM, koste wat kost, de hierboven beschreven polderdictatuur wil afschermen en vanuit Nederland, met misbruik van gemeenschapsgeld (subsidieverlening), dit wil uitbreiden naar andere landen. Het beeld van een rechtsbestel dat, bijvoorbeeld ook middels de Pikmeerarresten, dit beleid van het ministerie van VROM in strafrechtelijke zin afdekt, stemt niet tot opgewektheid. Naar mijn mening is het nog maar een kwestie van tijd en Nederland heeft onder uw verantwoordelijkheid de dictatuur compleet gemaakt.

Hier lijkt zich het probleem voor te doen dat u een tekortkoming in de Bestrijdingsmiddelenwet, die geen rekening hield met de afvalfase, waarvoor u primair verantwoordelijk en aansprakelijk bent, niet wilt toegeven. Dit omdat de daaruit voortkomende enorme schade door de Staat der Nederlanden nooit meer kan worden opgebracht en u dat vanwege gezichtsverlies naar buiten niet wilt toegegeven. Om u daarmee over de drempel te helpen heb ik deze brief maar naar buiten gebracht door die bij de Sociale Databank Nederland op internet te laten plaatsen onder adres: http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-vr31.htm

Ik hoop dat u begrijpt dat ik met het openbaar maken van deze brief op internet beoog u over de drempel te helpen. Het komt mij voor dat het op uw weg moet liggen hierin te treden. Met enige nadruk verzoek ik u mij te berichten of u daartoe bereid bent.

Een spoedige reactie lijkt mij geboden en zou ik nadrukkelijk erg waarderen.


    Hoogachtend,

    ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige Ecologisch Kennis Centrum BV
    Voor deze

    Ing. A.M.L. van Rooij,
    directeur.


Websiteadres: www.sdnl.nl/ekc-vr31.htm

C.c.

  • Sociale Databank Nederland (adres: http://www.sdnl.nl/index1024.html)
  • Vereniging Milieudefensie
  • Vrijwillige milieurecherche
  • Katholiek Nieuwsblad
  • Twee Vandaag.

Bijlage:

  1. Brief d.d. 21 augustus 2001, kenmerk MJZ2001093107, van de Minister van VROM (1 pagina).
  2. Brief d.d. 21 maart 2001, ref: FVD/TdG, 01/4078, van EPON aan de provincie Groningen (5 pagina's).
  3. Brief d.d. 21 februari 1995, kenmerk: 170295007/GM/MdB, van de Regionaal Inspecteur van VROM voor Noord Brabant, namens de minister van VROM, aan houtimpregneerbedrijf Carl Tissen Import Export B.V. te Luyksgestel (1 pagina).
  4. Brief d.d. 19 augustus 1996, kenmerk: IBP96040460, van de minister van VROM aan houtimpregneerbedrijf Carl Tissen Import Export B.V. te Luyksgestel (1 pagina).



Uit die inhoud kunt u opmaken dat bij verduurzaamd CCA-afvalhout de concentratiegrens voor gevaarlijk afval (BAGA) 148 maal kan zijn, en derhalve ruim 100 maal te boven gaat. Dit betekent dat wanneer 1% van het afvalhout, dat vrijkomt als bouw en sloopafval verduurzaamd hout is, dit al het sloophout tot gevaarlijk afval maakt.

Al in 1995 heeft onafhankelijk onderzoek van de TNO uitgewezen dat zo'n 10% van al het afvalhout, dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, verduurzaamd hout betreft. Betreffend TNO-onderzoekrapport "probleemschets en stand van zaken verwerkingstechnieken voor geïmpregneerd afvalhout" van 18 december 1995, vindt u bijgevoegd (zie bijlage F)(3 pagina's). Ik verzoek u kennis van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen.

Het moge u duidelijk zijn dat wanneer 10% van al het afvalhout dat vrijkomt als bouw- en sloopafval uit verduurzaamd hout bestaat, dit vershredderd sloophout de concentratiegrens voor gevaarlijk afval (BAGA) 10 maal te boven gaat.

Het moge u ook duidelijk zijn dat het laten onderzoeken van enkele monsters houtspaanders, nadat het sloophout is geshredderd, geen eerlijke meting is; zeker niet als dit in opdracht van de afvalverwerker gebeurd die bovengenoemde overheid helpt met de oplossing van hun gezamelijk probleem. Er zijn namelijk altijd wel spaanders te vinden van schoon hout. Neem maar van mij aan dat men juist die spaanders laat onderzoeken als daarmee veel geld te verdienen valt. Van een dergelijk niet-onafhankelijk en belangenverstrengeld onderzoek mag nooit worden uitgegaan.

Met vorenstaande onafhankelijk feitelijke gegevens heb ik toch echt bewezen dat het sloophout, dat vrijkomt als bouw- en sloopafval, zo'n 10% verduurzaamd hout bevat, niet te herkennen is van het overig sloophout, en daarmee van al dat sloophout gevaarlijk afval heeft gemaakt. Juist om die reden heeft uw collega staatsraad mr. J.H.B. Hulshof bij uitspraak no's F03.98.0171 e.v. van 19 augustus 1998 beslist dat al dit sloophout, dat vrijkomt uit bouw- en sloophout, niet meer mag worden geshredderd. Met klem verzoek ik u zich aan deze uitspraak van uw collega staatsraad mr. J.H.B. Hulshof te houden en u niet te laten beïnvloeden door de hierboven beschreven alles vergiftigende polderdictatuur.

    Derde nieuwe feit.

De Demkolec-electriciteitscentrale loost ook afvalwater in de oppervlaktewateren die niet vallen onder het beheer van Rijkswaterstaat, zoals sloten, beken, waterlopen e.d. zonder een daarvoor vereiste Wvo-vergunning van het Zuiveringschap Limburg. Voor de feitelijke onderbouw verwijs ik u naar mijn verzoek om voorlopige voorziening d.d. 26 november 2001, kenmerk SBL/Zuiv/26111/VV, aan de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Betreffend verzoek staat bij u ingeboekt onder nummer 200105843/2/M1 (zie bijlage G)(9 pagina's). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen.

Omdat u heden nog niet heeft beslist op dit verzoek om voorlopige voorziening resp. schorsing betekent dat u mij daarmee wederom het bewijs in handen hebt gegeven dat u dat heeft gedaan om deze alles vergiftigende polderdictatuur af te dekken. De onafhankelijke positie van de Raad van State is hiermee wederom in geding. Dit baart mij grote zorgen.

Uit de inhoud van betreffend verzoek om voorlopige voorziening resp. schorsing kunt u opmaken dat de Demkolec electriciteitscentrale zonder een daartoe vereiste Wvo-vergunning van het Zuiveringschap Limburg bedrijfsafvalwater loost in sloten, beken, waterlopen e.d. en dat zonder een daarvoor vereiste Wvo-vergunning van de minister van Verkeer en Waterstaat vanuit die sloten, beken, waterlopen e.d. doorloost naar het lateraal kanaal Linne-Buggenum en de rivier De Maas.

    CONCLUSIE.

Met bovengenoemd 3-tal nieuwe feiten is vast komen te staan dat de Demkolec electriciteitscentrale geen secundaire brandstoffen meevergast maar afval en gevaarlijk afval. Bijgevoegd vindt u het artikel "De Wet verontreiniging oppervlaktewateren (1)": doelen en doelgroepen van de Wet in NVVK-info van december 1995, van ing. P. Meertens, hoofd van de groep vergunningen van het Zuiveringschap Amstel- en Gooiland te Hilversum. (zie bijlage H)(4 pagina's). Ik verzoek u kennis te nemen van de inhoud en die inhoud hier als herhaald en ingelast te beschouwen. Ook daarin staat geschreven dat bedrijven die afvalstoffen opslaan, behandelen of verwerken bij algemene maatregel van bestuur (amvb; KB van 4 november 1983, stb 577) zijn aangewezen als categorieën van bedrijven die ongeacht de lozingssituatie op grond van artikel 1, tweede lid, en 31, vierde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, Wvo-plichtig zijn. Het bedrijf Demkolec B.V. valt hieronder nu ik met vorenstaand 3-tal nieuwe feiten heb bewezen dat er geen sprake is van secundaire brandstoffen maar van afval en gevaarlijk afval.

Ik verzoek u daarom uw uitspraak 200104739/1 van 6 november 2001 hierop te herzien en bij die herziening de peildatum van 6 november 2001 aan te houden. Dit omdat de onderliggende jurisprudentie van bovengenoemd 3-tal nieuwe feiten van vóór 6 november 2001 is.

Ik verzoek u daarom alsnog:

  • Het in geding zijnde besluit lopende de bezwaarprocedure te schorsen.
  • De minister van Verkeer en Waterstaat met oplegging van een dwangsom per dag te dwingen dat Demkolec B.V. onder oplegging van een last onder dwangsom van f.100.000,- per dag tot een maximum van f. 300.000.000,- wordt gedwongen tot onmiddellijke verwijdering van alle binnen de inrichting aanwezige (gevaarlijke) afvalstoffen, als RWZI-slib, kippenmest, e.d. en hen te verbieden deze nog langer te vergassen.
  • De Minister te veroordelen in de proceskosten.

De bij besluit van 6 februari 2001, kenmerk CD 6471, aan Demkolec B.V. verleende veranderingsvergunning krachtens de Wet milieubeheer is geldig tot 31 december 2001. Dit betekent dat als u op dit verzoek vóór 31 december 2001 een beslissing neemt wij deze zaak moeten winnen. Neemt u echter na 31 december 2001 op dit verzoek een beslissing dan verliezen wij.

Wij richten aan u het nadrukkelijke verzoek om de hierboven beschreven alles vergiftigende polderdictatuur niet langer af te dekken en vóór 31 december 2001 een beslissing te nemen op dit verzoek. Bovengenoemde feiten zijn zo duidelijk dat u van appellanten in deze zaak direct uitspraak mag doen, zonder hoorzitting. Dit om daarmee alle mogelijke vertragingstechnieken van uw zijde, om de zaak over 31 december 2001 te tillen, uit te sluiten.

Het moge u duidelijk zijn dat als u, ondanks hetgeen hierboven staat verwoord, toch nog na 31 december 2001 uitspraak doet op dit verzoek, er sprake is van boze opzet van uw zijde om daarmee bovengenoemde polderdictatuur behulpzaam te zijn. In dat geval zullen appellanten zich wenden tot het Europese Hof van Justitie en de Europese Unie. Daarbij zal een afschrift van dit verzoek worden overlegd.

Omdat appellanten het vertrouwen in de onafhankelijkheid van de Raad van State volledig hebben verloren, heb ik dit verzoek bij de stichting Sociale Databank Nederland op internet laten plaatsen. Adres: http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-rs76.htm

Expliciet maken wij u kenbaar dat de griffiekosten ten laste van de rekening courant nummer 705 - 151R gebracht moeten worden. De volmachten van appellanten vindt u bijgevoegd (bijlage I)(12 pagina's)

Bijgevoegd vindt u verder:

  • uittreksel KvK met dossiernummer 41067701, van de Stichting tot behoud leefmilieu Buggenum, Haelen, Horn, Nunhem en naaste omgeving (Bijlage J)(2 pagina's)
  • uittreksel KvK, met dossiernummer 16090111, van het Ecologisch Kennis Centrum B.V. (bijlage K)(2 pagina's)
  • uittreksel KvK, met dossiernummer 17102683, van Van Rooij Holding (Bijlage L)(2 pagina's)


    Hoogachtend

    ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige Ecologisch Kennis Centrum BV
    Voor deze

    Ing. A.M.L. van Rooij,
    directeur.


C.c.

  • Vereniging Milieudefensie
  • Katholiek Nieuwsblad
  • Dagblad de Limburger
  • Limburgs Dagblad
  • Twee Vandaag.

Bijlagen: Dit verzoek bevat de bijlagen A t/m L, bestaande uit 60 pagina's.