Verzoek Wet Openbaarheid v. Bestuur (WOB) wegens lokaal eco-terrorisme in St-Oedenrode


EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens

    't Achterom 9a
    5491 XD
    Sint Oedenrode
    Tel. 0413-490387
    Fax. 0413-490386

Afgegeven met ontvangstbevestiging.

Sint Oedenrode, 5 februari 2003.

    Burgemeester en wethouders
    Van Sint Oedenrode,
    Postbus 44,
    5490 AA Sint Oedenrode.

    Tevens verstuurd per fax 0413 - 478060.


    Grondwet artikel 21 en 22

      OPEN BRIEF

    Ons kenmerk: Aar/05023/VI.

    Betreft:

      A.J. van Rooij, J.M. van Rooij v/d Heijden, A.M.L. van Rooij en J.E.M. van Rooij van Nunen (cliënten)/
      Verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur; inzake Gebr. van Aarle B.V. aan de Ollandseweg 159.


    Geacht college,

    Namens A.J. van Rooij, J.M. van Rooij v/d Heijden, A.M.L. van Rooij en J.E.M. van Rooij van Nunen, hierna te noemen: cliënten, berichten wij u als volgt:

    Toevalligerwijze ben ik in het bezit gekomen van het verslag van een geheime bespreking, gehouden op 18 augustus 1992, op het parket te 's-Hertogenbosch onder voorzitterschap van de officier van justitie mr. G. Bos. In betreffend verslag staat letterlijk het volgende geschreven: (zie bijlage 1).




    
    
    

    GEMEENTE SINT-OEDENRODE

    
    
    Verslag van bespreking, gehouden op 18 augustus 1992, op het parket te 's-Hertogenbosch.

    Onderwerp: Situatie houtverwerkend bedrijf Gebr. van Aarle en opstelling van de appellant dhr. A.M.L. van Rooij.

    Aanwezigen:
    Paleis van justitie:

      officier van justitie, dhr. G. Bos (voorzitter)
      parketsecretaris dhr. G. Broeren;
      Kabinetnummer S-011823191.

    Milleu-inspectie Noord-Brabant:
      het hoofd dhr. H. de Vries.

    Provincie Noord-Brabant:
      juridisch medewerker dhr. H. Artz.

    Waterschap De Dommel:
      hoofd algemene zaken dhr. V. Ditters.

    Rijkspolitie Sint-Oedenrode:
      wachtmeester I mevr. I. Valk en
      wachtmeester I dhr. M. Saris.

    Gemeente Sint-Oedenrode:
      burgemeester dhr. P. Schriek,
      wethouder mevr. E. van Dijk-Eerhart.
      hoofd afdeling B&M. dhr. C. Kerstholt.
      milieutechnisch medewerker. dhr. G. van Aarle (notulist)

    Afwezig:

      vanwege vakantie Provincie Noord-Brabant. projectleider bodemsanering dhr. M. Kerstholt.


      Korte samenvatting van de situatie.

    In Sint-Oedenrode bevindt zich het houtverwerkend bedrijf van de Gebr. van Aarle gelegen aan Ollandseweg 159-161. Tegen het bedrijf in zijn algemeenheid en het impregneren in het bijzonder wordt geageerd door A.M.L. van Rooij wonende aan 't Achterom 9a.
    Een aantal van zijn bezwaarschriften worden onderschreven door omwonenden. Dhr. van Rooij probeert bij alle mogelijke instanties zijn gelijk te halen, en schuwt daarbij verbale agressie niet. De minister en de ambtenaren van VROM reageren niet meer op de argumenten van dhr. van Rooij.

    Alle aanwezigen hebben hun persoonlijke ervaring inzake zijn verbale agressie. Dhr. van Rooij te tot op heden slechts gedeeltelijk, en dan vaak op ondergeschikte punten in het gelijk gesteld. Momenteel stelt dhr. van Rooij dat de gevaarsaspecten van het vrijkomende stoom niet onderzocht zijn en dat voor de impregneerinstallatie een bouwvergunning vereist is. Het impregneren volgens de huidige methodiek is een activiteit welke op termijn verboden wordt. Momenteel is er geen verwerkingsmogelijkheid voor geïmpregneerd (afval)hout. Op 14 augustus 1992 heeft de Raad van State het verzoek om schorsing van de, door het college van B. en W., verleende H.W.-vergunning verworpen waardoor deze vergunning rechtsgeldig is.

    De doelstelling van deze bijeenkomst is te komen tot afstemming. Het bedrijf heeft nu de vereiste vergunning en zal op korte termijn starten met het impregneren. Dhr. van Rooij zal proberen dit te bestrijden.

    Op pagina twee wordt een overzicht gegeven vindt gemaakte afspraken. Op pagina drie treft u een adressenlijst, inclusief de telefoonnummers van de contactpersonen, aan. Als bijlage is de beschikking van de Raad van State van 14 augustus 1992 bij dit verslag gevoegd.

    De volgende afspraken zijn gemaakt:

    • Het waterschap gaat niet in op het verzoek om op te treden tegen eventuele vervuiling van het oppervlaktewater veroorzaakt door de stoom.

    • De gemeente richt een verzoek aan de milieu-inspectie inzake onderzoeksresultaten naar de mogelijke gevaarsaspecten van het, na het impregneren vrijkomende, stoom.

    • Op voorstel van dhr. de Vries zal door de burgemeester, een medisch milieukundige dhr. Jans om bijstand verzocht worden. Dhr. Jans zal de persoonlijke gevolgen voor zowel de familie van Rooij als voor de familie van Aarle gaan onderzoeken om hier zo mogelijk aanbevelingen over te doen.

    • De Provincie zegt prioriteittoekenning toe inzake de geconstateerde bodemvervuiling. Dhr Artz geeft daarbij ook de knelpunten aan, om te komen tot een oplossing.

    • Dhr. Bos verzoekt om een afschrift van de H.W.-vergunning. Tevens dringt hij aan om afschriften van controlerapporten op te sturen naar de politie. Voorlopig wordt het bedrijf twee maal per maand gecontroleerd, op termijn kan deze controlefrequentie afnemen. In geval van constatering van strafbare feiten dient er resoluut opgetreden te worden.

    • Indien dhr. van Rooij aangifte wenst te doen bij de Politie neemt zij vervolgens voor instructies contact op met het O.M. Namens het O.M. is dhr. van of dhr. Broere de contactpersoon. Dhr. van Aarle (gemeente) zal de gebr. van Aarle erop attenderen om in geval van bijzonderheden altijd en direct contact op te nemen met gemeente en/of politie. Dhr. Ditters vermeld dat het verzoek om woonvergunning is ingetrokken. mogelijk komt er op termijn een nieuw verzoek om W.V.O.-vergunning.

    • Vanuit de gemeente wordt aangegeven dat het bedrijf (voorlopig) hemelwater wat mogelijk verontreinigd is op moet vangen omdat dit niet geloosd mag worden.

    • Indien sprake is van aanspannen van een kort geding tegen Gebr. van Aarle en de gemeente wordt dhr. Bos hiervan in kennis gesteld.

    • De aan dit overleg deelnemende instanties ontvangen een afschrift van de uitspraak gedaan op 14 augustus door de Raad van State.

             Sector   : Grondzaken
             Afdeling : Bouwen & Milieu
               2 september 1992
               G. van Aarle

    Rubrieken SDN
    Milieu-onderwerpen
    Milieu-onderwerpenIntegriteit Rechterlijke Macht
    Brief aan de minister van Binnenlandse Zaken



    Bovengenoemd verslag betreft een besprekingsverslag met als onderwerp: "Situatie houtbewerkend bedrijf Gebr. van Aarle en opstelling van de appellant dhr. A.M.L. van Rooij." Voor dit onderwerp bent u het bevoegde gezag. Dit des te meer dit verslag op briefpapier van uw gemeente is geschreven en door milieu-technisch medewerker dhr. G. van Aarle is opgesteld, die bij het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. steeds de milieucontroles uitvoerde.

    U bent als bevoegd gezag dan ook wettelijk verplicht om cliënten de hieronder verzochte informatie naar aanleiding van dat geheim verslag binnen het maximaal wettelijke termijn van twee weken te laten toekomen. Dit des te meer dit geheime overleg bij cliënten grote schade tot gevolg heeft gehad.

      1e informatieverzoek.
    Ik verzoek u mij éénduidig kenbaar te maken welke persoon de opdrachtgever is geweest tot het bijeenroepen van dit geheime overleg.

      2e informatieverzoek.
    Deze op 18 augustus 1992 gehouden bespreking heeft betrekking op mijn persoon (A.M.L. van Rooij) en heeft als zodanig ook consequenties voor mijn gezin en mijn ouders (cliënten). Ondanks deze wetenschap heeft u mij van betreffend besprekingsverslag geen afschrift laten toekomen en niet de mogelijkheid gegeven mijn zienswijze daarop kenbaar te maken. Ik verzoek u mij een afschrift van de wet- en wetsartikelen te laten toekomen waarin staat geschreven dat u daartoe bevoegd bent.

      3e informatieverzoek.
    De besproken situatie rondom het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. en de opstelling van mijn persoon (A.M.L. van Rooij) heeft betrekking op de vergunningsituatie van de Gebr. van Aarle B.V. Betreffend besprekingsverslag had u dan ook als openbaar stuk in de diverse dossiers die betrekking hebben op de vergunningssituatie van het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. voor eenieder ter inzage moeten leggen. Dit heeft u niet gedaan. Ik verzoek u mij een afschrift van de wet- en wetsartikelen te laten toekomen waarin staat geschreven dat u betreffend verslag uit de daarop betrekking hebben dossiers mag houden.

      4e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle, die bij het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. ook de milieucontroles uitvoerde, letterlijk het volgende:

"De heer van Rooij probeert bij alle mogelijke instantie's zijn gelijk te krijgen en schuwt daarbij verbale agressie niet".

    Wanneer u dit over mij beweert dan zult u toch op zijn minst moeten beschikken over geluid opname's op tape of cassette, waarmee u die verbale agressie van mij feitelijk kunt bewijzen. Ik verzoek u mij een kopie van die geluid opname's op cassette of tape te laten toekomen.

      5e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle letterlijk het volgende:

"De minister en de ambtenaren van VROM reageren niet meer op de argumenten van dhr. Van Rooij."

    Wanneer u dat over de minister van VROM en zijn ambtenaren beweert dan zult u toch op zijn minst moeten beschikken over één of meerdere brieven waarin dat staat geschreven. Ik verzoek u mij een afschrift van die brieven te laten toekomen.

      6e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle letterlijk het volgende:

"Momenteel stelt dhr. Van Rooij dat de gevaarsaspecten van de vrijkomende stoom niet onderzocht zijn."

    Hiermee beweert u dat u de gevaarsaspecten van de bij Gebr. van Aarle B.V. vrijkomende stoom vóór 18 augustus 1992 wel hebt laten onderzoeken. Mij is een dergelijk onderzoekrapport niet bekend. Ik verzoek u mij een afschrift te laten toekomen van een onderzoeksrapport van vóór 18 augustus 1992 waarmee u kunt bewijzen dat de gevaarsaspecten van de vrijkomende stoom wel zijn onderzocht.

      7e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle letterlijk het volgende:

"Momenteel stelt dhr. Van Rooij dat voor de impregneerinstallatie een bouwvergunning vereist is."

    Hiermee beweert u dat voor het bouwen van de impregneerinstallatie geen bouwvergunning is vereist. Dit ondanks het feit dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij onherroepelijke uitspraak heeft beslist dat voor de houtimpregneerinstallatie wel een bouwvergunning is vereist. Kennelijk beschikt u over een uitspraak van het Europese Hof van Justitie die deze onherroepelijke uitspraak van de Raad van State heeft vernietigd. Ik verzoek u mij een afschrift te laten toekomen van een dergelijke uitspraak van het Europese Hof van Justitie waarmee feitelijk is komen vast te staan dat voor de impregneerinstallatie geen bouwvergunning is vereist.

      8e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle letterlijk het volgende:

"Het impregneren volgens de huidige methodiek is een activiteit welke op termijn verboden wordt."

    Volgens mij was het op deze ongecontroleerde wijze in water, bodem en lucht brengen van jaarlijks zo'n 5650 kg. arseen (arseenzuur) en 7900 kg. chroom VI (chroomtrioxide), zijnde zwarte lijststoffen, door het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. al op 18 augustus 1992 verboden. Ik verzoek u mij een afschrift te laten toekomen van de wet- en regelgeving waarin staat geschreven dat in 1992 de Nederlandse bedrijven jaarlijks duizenden kilogrammen arseenzuur en chroomtrioxide, zijnde zwarte lijststoffen, op een ongecontroleerde wijze in water, bodem en lucht mogen brengen.

      9e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle letterlijk het volgende:

"Momenteel is er geen verwerkingsmogelijkheid voor geïmpregneerd (afval)hout."

    Hiermee suggereert u dat er heden 11 jaar later wel een verwerkingsmogelijkheid voor geïmpregneerd (afval)hout is. Ik verzoek u mij een afschrift te laten toekomen van een besluit waarin staat geschreven hoe u op dit moment het door de Gebr. van Aarle B.V. geïmpregneerde hout, dat als afval vrijkomt uit de tuinen van inwoners binnen uw gemeente, laat verwerken.

      10e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle letterlijk het volgende:

"Op 14 augustus 1992 heeft de Raad van State het verzoek om schorsing van de, door het college van B en W, verleende H.W. vergunning verworpen, waardoor deze vergunning rechtsgeldig is."

    U verzwijgt daarbij dat de Gebr. van Aarle B.V. op 11 augustus 1992 van u heeft mogen beginnen met het impregneren van hout met superwolmanzout-Co zonder een daarvoor vereiste hinderwetvergunning en zonder een schriftelijke gedoogbeschikking van burgemeester en wethouders.

    U verzwijgt daarbij dat u daarna onder druk van ondergetekende op 13 augustus 1992 een schriftelijke gedoogbeschikking heeft afgegeven aan het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. Ik verzoek u mij een afschrift te laten toekomen van uw schriftelijke gedoogbeschikking van 13 augustus 1992. Ook verzwijgt u dat tijdens en pal na het afgeven van bovengenoemde schriftelijke gedoogbeschikking op 13 augustus 1992, diezelfde dag nog, burgemeester P. Schriek persoonlijk een halve dag lang aan het telefoneren is geweest met de Raad van State en dat deze Raad van State onder (chantage)druk van burgemeester P. Schriek de schorsing van de op 19 november 1991 aan de Gebr. van Aarle B.V. verleende hinderwetvergunning op 14 augustus 1992 heeft opgeheven zonder mij daarover te hebben gehoord. Deze beslissing van de Raad van State is daarmee onrechtmatig tot stand gekomen.

    Ook verzwijgt u dat het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. op grond van deze op 19 november 1991 verleende hinderwetvergunning geen met arseen, chroom VI en koper verontreinigde stoom naar de lucht mocht uitstoten en dit vanaf 11 augustus 1992 tot op heden (10,5 jaar lang) wel heeft gedaan en dat u daartegen al die tijd weigerde handhavend op te treden.

    Ook verzwijgt u dat het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. van u vanaf 11 augustus 1992 hout heeft mogen impregneren in een impregneerketel die is gebouwd zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning in strijd met de vigerende bestemming op sterk verontreinigde grond en derhalve in strijd met de bouwverordening. (zie bijlage 2 en 3). Tegen dit alles weigerde u handhavend op te treden.

    Ik verzoek u mij een afschrift te laten toekomen van de op 18 augustus 1992 van kracht zijnde wet- en regelgeving waarin staat geschreven dat het gebruik van een bouwwerk (impregneerketel) zonder een voorafgaande bouwvergunning wettelijk is toegestaan. Ook verzoek ik u mij een afschrift te laten toekomen van de op 18 augustus 1992 van kracht zijnde wet- en regelgeving waarin staat geschreven dat het bouwen op sterk verontreinigde grond, zonder voorafgaand saneringsonderzoek en sanering, wettelijk is toegestaan.

      11e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle letterlijk het volgende:

"Het doel van deze bijeenkomst is te komen tot afstemming."

    Uit de inhoud van het verslag kunt u niet anders concluderen dan dat ik (A.M.L. van Rooij), in geval van afstemming, uitgenodigd had moeten worden voor die bijeenkomst op 18 augustus 1992. Dit heeft u nagelaten. Hier is dan ook, volgens de Dikke van Dale, geen sprake van afstemming maar van samenspanning tegen mij. In geval u het daar niet mee eens bent verzoek ik u mij een afschrift te laten toekomen van een erkend document waarin bovengenoemde "samenspanning" tegen mij "afstemming" wordt genoemd.

      12e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle letterlijk het volgende:

"Het bedrijf heeft nu de vereiste vergunning en zal op korte termijn starten met het impregneren. Dhr. Van Rooij zal proberen dit te bestrijden."

    Dit verslag is van een op 18 augustus 1992 gehouden bijeenkomst. Ondanks het feit dat u gedoogde dat de Gebr. van Aarle B.V. op 11 augustus 1992 is begonnen met het impregneren van hout zonder een daarvoor vereiste hinderwetvergunning in een impregneerketel zonder een daarvoor vereiste bouwvergunning, en burgemeester P. Schriek toen persoonlijk bij het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. naar dat impregneren is gaan kijken, schrijft u op 18 augustus 1992 toch dat het bedrijf op korte termijn zal starten met het impregneren. Hiermee heeft u uw opzettelijke valsheid in geschrift gepleegd. Ik verzoek u mij de wet- en regelgeving te laten toekomen waarin staat geschreven dat u opzettelijk valsheid in geschrift mag plegen.

      13e informatieverzoek.

    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle dat de volgende afspraak is gemaakt:

"Het waterschap gaat niet in op het verzoek om op te treden tegen eventuele vervuiling van het oppervlaktewater veroorzaakt door stoom."

    Volgens mij is het waterschap De Dommel als bevoegd gezag juist wettelijk verplicht om handhavend op te treden tegen bedrijven die het oppervlaktewater verontreinigen zonder een daarvoor vereiste Wvo-vergunning. Ik verzoek u mij een afschrift te laten toekomen van de wet- en regelgeving waarin staat geschreven dat deze wettelijke verplichting van handhavend optreden door het waterschap De Dommel tegen het verontreinigen van het oppervlaktewater zonder een daarvoor vereiste Wvo-vergunning voor het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. niet van toepassing is.

      14e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle dat de volgende afspraak is gemaakt.

"Op voorstel van dhr. De Vries zal door de burgemeester, een medisch milieukundige dhr. Jans om bijstand verzocht worden. De heer Jans zal de persoonlijke gevolgen voor zowel de familie Van Rooij als voor de familie Van Aarle te gaan onderzoeken om hier zo mogelijk aanbevelingen over te doen."

    Ik verzoek u mij een afschrift te laten toekomen van de wet- en regelgeving waarin staat geschreven dat u als bevoegd gezag mag beslissen welke (GGD)arts bij mij en mijn familie (cliënten) de persoonlijke gevolgen als gevolg van de door u gedoogde vergiftiging van onze (adem)lucht met de genotoxische carcinogene stoffen arseen en chroom VI moet onderzoeken en daarover aanbevelingen moet doen?

      15e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle dat de volgende afspraak is gemaakt:

"De provincie zegt prioriteitstoekenning toe inzake de geconstateerde bodemvervuiling. Dhr. Artz geeft daarbij ook de knelpunten aan om te komen tot een oplossing."

    Oriënterend onderzoek in mei 1989 (NB/505/008) heeft uitgewezen dat o.a. als gevolg van de jarenlang door u gedoogde illegale dompelactiviteiten in het verleden het bedrijventerrein van de Gebr. van Aarle B.V. sterk is verontreinigd met arseen, koper en zink. Alvorens de Gebr. van Aarle B.V. met de bouw van de houtimpregneerinstallatie had mogen beginnen had eerst dit sterk verontreinigde bedrijventerrein gesaneerd moeten worden (zie bijlage 3). Voorafgaande aan deze sanering moet op grond van de Wet bodembescherming een saneringsonderzoek worden uitgevoerd. Een dergelijk saneringsonderzoeksrapport is bij mij niet bekend. Ik verzoek u mij daarvan een kopie te laten toekomen.

      16e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle dat de volgende afspraak is gemaakt.

"Dhr. Bos verzoekt om een afschrift van de HW-vergunning. Tevens dringt hij aan om afschriften van controlerapporten op te sturen naar de politie. Voorlopig wordt het bedrijf tweemaal per maand gecontroleerd, op termijn kan deze controlefrequentie afnemen. In geval van constatering van strafbare feiten dient er resoluut opgetreden te worden."

    U schrijft dat in geval van constatering van strafbare feiten resoluut dient te worden opgetreden. Uit hetgeen ik heb geschreven onder bovengenoemde informatieverzoeken 1 t/m 15 kunt u niet anders concluderen dan dat de Gebr. van Aarle B.V. met uw hulp van meet af aan continue strafbare feiten heeft gepleegd en dat daartegen door de officier van justitie mr. G. Bos niet strafrechtelijk wordt opgetreden. Ik verzoek u mij een afschrift van de wet- en regelgeving te laten toekomen waarin staat geschreven dat het plegen van de onder bovengenoemde informatieverzoeken 1 t/m 15 gepleegde strafbare feiten niet voor het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. van toepassing is.

      17e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle dat de volgende afspraak is gemaakt:

"Indien dhr. Van Rooij aangifte wenst te doen bij de politie neemt zij vervolgens voor instructie's contact op met het O.M. Namens het O.M. is dhr. Bos en dhr. Broere de contactpersoon."

    Hiermee is vast komen te staan dat het O.M. (dhr. Bos en dhr. Broere) voor mijn aangiftes speciale instructie's heeft opgesteld. Ik verzoek u mij een afschrift van die instructie's te laten toekomen.

      18e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle dat de volgende afspraak is gemaakt.

"Dhr. Van Aarle (gemeente) zal de Gebr. van Aarle erop attenderen om in geval van bijzonderheden altijd en direct contact op te nemen met gemeente en./of politie."

    Een dergelijke gemeentelijke inmenging van politie en justitie m.b.t. een bedrijf die van meet af aan continue alle wetten mag overtreden vind ik zeer opmerkelijk. Ik verzoek u daarom mij een afschrift te laten toekomen van een overzicht aan bijzonderheden waarop u de Gebr. van Aarle B.V. hebt geattendeerd dat hij daarover met u direct contact moest opnemen.

      19e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle dat de volgende afspraak is gemaakt.

"Dhr. Ditters vermeld dat het verzoek van Wvo-vergunning is ingetrokken. Mogelijk komt er op termijn een nieuw verzoek om Wvo-vergunning."

    Ik vind het zeer opmerkelijk dat het waterschap De Dommel heeft toegestaan dat het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. zijn Wvo-vergunning heeft ingetrokken. Dit ondanks het feit dat het waterschap De Dommel weet heeft van het feit dat het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. arseen, chroom VI en koper loost in het oppervlaktewater, waarvan arseen zelfs een zwarte lijststof is voor water. Ik verzoek u mij daarom een afschrift te laten toekomen van de wet- en regelgeving waarin staat geschreven dat het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. zonder een daarvoor vereiste Wvo-vergunning van het waterschap De Dommel arseen, chroom VI en koper mag lozen in het oppervlaktewater.

      20e informatieverzoek.
    In betreffend verslag schrijft uw ambtenaar G. van Aarle dat de volgende afspraak is gemaakt.

"Indien sprake is van aanspannen van een kort geding tegen Gebr. van Aarle en de gemeente wordt dhr. Bos hiervan in kennis gesteld."

    Ik vind het zeer opmerkelijk dat u de officier van justitie mr. G. Bos in kennis moet stellen als ik een kort geding aanspan tegen het bedrijf Gebr. van Aarle B.V. Dit des te meer het strafrecht volledig gescheiden moet zijn van het civiel recht. Ik verzoek u daarom mij een afschrift van de Wet- en regelgeving te laten toekomen waarin staat geschreven dat het toegestaan is dat strafrecht met inmenging van een officier van justitie (dhr. G. Bos) het civiel recht mag beïnvloeden.

      EINDBERICHT.

    Op grond van artikel 6 van de Wet openbaarheid van bestuur bent u wettelijk verplicht om mij binnen twee weken na heden een afschrift te laten toekomen van hetgeen ik u in mijn bovengenoemd 20-tal informatie-verzoeken hebt verzocht. Al jarenlang is bij mij bekend dat u structureel de maximaal wettelijke termijnen overtreedt. Daarom maak ik u hierbij op voorhand zeer nadrukkelijk kenbaar dat als u het wettelijke termijn van twee weken nu weer overtreedt, ik tegen uw weigering om te beschikken in beroep zal gaan bij de rechtbank 's-Hertogenbosch en de president om voorlopige voorziening zal verzoeken. Alle daarmee samenhangende kosten zullen op u, als wetsovertreder, worden verhaald. Een afschrift van uw besluit op dit Wob-verzoek zal door mij ook naar ondergenoemde kopiehouders worden verstuurd.

    De volmacht van cliënten vindt u bijgevoegd (zie bijlage 4).

      Hoogachtend,
      Ecologisch Kennis Centrum B.V.
      voor deze,

      Ing. A.M.L. van Rooij, directeur.

      ing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige

    C.c.
    • R. Brockhus, Sociale Databank Nederland (www.sdnl.nl).
    • H. Rijkers, Katholiek Nieuwsblad.
    • T. v/d Ham, Twee Vandaag.
    • Diverse niet nader te noemen personen, organisatie's en instanties.

    Bijlage:

    1. Verslag bespreking, gehouden op 18 augustus 1992, op het Parket 's-Hertogenbosch onder voorzitterschap van de officier van Justitie mr. G. Bos (2 pagina's).
    2. Brief d.d. 12 december 1988, kenmerk: 16N8020/vdL, van de Regionaal Inspecteur van VROM dr. H.A.M.A. de Vries (2 pagina's).
    3. Brief d.d. 5 september 1989, kenmerk: 2589012/vdL, van de Regionaal Inspecteur van VROM dr. H.A.M.A. de Vries (1 pagina).
    4. De volmacht van cliënten (1 pagina).

    Website: http://www.sdnl.nl/ekc/ekc-bw35.htm