Dr. Wim Duisenberg en zijn laatste verslag als president van De Nederlandsche Bank NV

Pensioenen . . . SDN <====> Kamerzetel 151 . . . Schandpaal . . . Staatsschuld

De toestand van 's lands overheidsfinanciën in de afgelopen zestien jaar

De Volkskrant, Forum van 23 april 1997

Wim Duisenberg heeft zijn laatste verslag als president van De Nederlandsche Bank afgeleverd. Na zestien jaar de monetaire baas van Nederland te hebben gespeeld, stapt hij per 1 juli over naar het Europees Monetair Instituut en hoopt hij in 1999 de monetaire baas van Europa te worden. Van zijn eerste tot zijn allerlaatste jaarverslag heeft Duisenberg het belang van gezonde overheidsfinanciën benadrukt. Tot vervelens toe, vooral van politici, bleef hij hameren op de noodzaak van een lager financieringstekort en waarschuwen voor te royale of te gemakkelijke belastingverlagingen. Ook nu weer.

Deze mantra van Duisenberg heeft hem een beetje het imago van zeurkous opgeleverd. Ten onrechte, want de toestand van 's lands overheidsfinanciën in de afgelopen zestien jaar was er niet naar om eens verrassend positief uit de hoek te komen. Duisenberg heeft dit in zijn laatste jaarverslag toch gedaan. Daar heeft hij, nadat hij kennis nam van het recente begrotingsakkoord, spijt van gekregen. Hij had liever gezien dat het kabinet alle overtollige miljarden had gebruikt om het tekort te verlagen in plaats van deels te besteden aan lastenverlichting. Maar politieke argumenten zijn opnieuw sterker gebleken dan economische.

Met zijn kritiek op het kabinetsbeleid heeft Duisenberg naam gemaakt, maar het was niet zijn echte werk. Als president van De Nederlandsche Bank werd hij (en wordt hij nog even) betaald om de inflatie laag te houden. Het middel dat de bank daarvoor gebruikt is de koppeling van de koers van de gulden aan de Duitse mark. Dat beleid heeft Duisenberg vlak na zijn aantreden uitgestippeld en hij handelt er nog steeds naar. Dat hoeft niet te verbazen want Nederland heeft al jaren een lage inflatie en, als beloning daarvoor, een lage rente. in al die jaren heeft de Bank de smalle marges van het beleid goed gebruikt om de rente zo laag mogelijk te houden.

Duisenberg vindt zelf dat hij voor dit standvastig beleid een pluim verdient. De koppeling van de gulden aan de Duitse mark is de bijdrage van de Bank aan het succes van het Nederlandse poldermodel, schrijft hij in zijn laatste jaarverslag. Daarmee eist Duisenberg een deel van de eer voor zichzelf op. Dat was gezien zijn - terechte - reputatie als gedegen centraal bankier eigenlijk helemaal niet nodig. Is de claim van Duisenberg terecht? Dat is moeilijk vast te stellen. Het is wel aannemelijk dat van het beleid van de Bank een disciplinerende werking op de Nederlandse economie is uitgegaan. Niemand durfde het echt aan de harde gulden in de waagschaal te stellen. Maar de lage inflatie is toch vooral te danken aan de lang volgehouden loonmatiging. Het zijn werknemers en werkgevers die hiervoor verantwoordelijk zijn, niet de Bank.




Commentaar 1:

Met keerpunt '81 werd een bezuinigingsbeleid ingezet waarbij tot de dag van vandaag de sociale voorzieningen en de rechten van werknemers successievelijk zijn verminderd, danwel afgebroken. Het voorafgaande monetaire beleid van dr. Jelle Zijlstra heeft de basis gelegd voor de economische problemen gedurende de jaren zestig en zeventig. De structuur van het geld in omloop veranderde onder invloed van de computer zodanig, dat van een directe koppeling van het geld als ruil- en productiemiddel geen sprake meer was voor de volle honderd procent, welke verandering - bewijsbaar met CBS-statistieken - niet in het beleid van de Nederlandsche Bank was verwerkt. In 1981 besloot men de economie aan te passen aan de economisch-monetaire situatie en niet de monetaire situatie aan te passen aan de economie. Dit vanwege het ontbreken van theoretisch en praktisch inzicht in de structuur van het geldstelsel. Men relateerde de geldhoeveelheid in omloop nog steeds aan de hoeveelheid goederen en diensten die het bedrijfsleven genereerde, en hield geen rekening met de veranderende functionaliteit van het geld; onder andere m.b.t. de sociale wetten die ingevoerd waren en de verandering in het gedrag met geld door zowel de burgers als het bedrijfsleven.


Commentaar-2

Het feit dat het kabinet nu kiest voor een zeer lichte ontspanning van het bezuinigingsbeleid, komt mede door het bewustzijn (zie Melkerts opmerkingen) dat de koopkracht van grote delen van de eigen bevolking zo slecht is dat aan dat deel nauwelijks enig industrieel product uit het bedrijfsleven is te verkopen. De werkgelegenheid die altijd als argument werd gebruikt om tot loonmatiging te komen (aanpassing van de economie aan de monetaire situatie) en daarmee het productievermogen van de bedrijven dat verloren was gegaan weer op te bouwen, blijkt nu op grenzen te stuiten. Het met Melkertbaantjes toedienen van arbeidstherapie aan langdurig werklozen, blijkt niet alleen onvoldoende gewone werkgelegenheid op te leveren, maar ook geld te kosten dat evengoed uit belastingopbrengsten moet worden gefinancierd, net als bijvoorbeeld een verhoging van de uitkeringen. Het strikte beleggersbelang dat de Nederlandsche Bank behartigt met een fanatieke inflatiebestrijding, was en is nog steeds de hoofdoorzaak van de massale werkloosheid. Ondernemers nemen pas personeel aan wanneer de klanten met een gevulde portemonnee bestellingen plaatsen. Het bezuinigen op de koopkracht - lees: lonen en uitkeringen - werkt dus contraproductief en creëert werkloosheid. Duisenberg verdient de loftuitingen dus niet in die mate, dat het economisch herstel op zijn conto kan worden bijgeschreven. De hier volgende statistiek laat dat helder zien. href="http://www.sdnl.nl/kabinet3.htm">(click voor tabel)


Commentaar-3

Het laag houden van de inflatie (wat nu overal in Europa m.b.t. de EMU gebeurt) is op zich geen kunst, wanneer je de consumptieve vraag naar producten en investeringen afremt met kredietbeperking en een torenhoge reële rente, waardoor het prijspeil onder druk komt te staan. Het afbinden van bijvoorbeeld een arm of een been om de doorbloeding van de rest van het lichaam te verbeteren, levert nog geen gezondere persoon op. In tegendeel. Probeer het maar eens uit met het afbinden van uw onderarm. Wedden dat u binnen vijf minuten er achter komt dat ook het bezuinigen op de bloedsomloop van de samenleving - de geldstroom - net zo schadelijk is, als het bezuinigen op de bloedstoom in uw onderarm. Zelfs een VVD-er als Bolkestein die het eigenbelang ofwel "gezond egoïsme" tot grote hoogte koestert, zal niet aan deze klemmende bewustwording kunnen ontsnappen. Want het fundamentele verschil tussen uw eigen lichaam en het lichaam van de Staat der Nederlanden is, dat in uw lijf alle cellen direct met elkaar in verbinding staan en allemaal afhankelijk zijn van die ene bloedstroom om als organisme te kunnen overleven. Met het lichaam van de staat is het zo dat een deel er van juist ongegeneerd kan parasiteren en groeien ten koste van de andere delen en van het geheel. Het opgestoken vingertje van Wim Duisenberg dient zodanig geïnterpreteerd te worden dat hij zijn loyaliteit aan de economische elite wil demonstreren. Zijn verantwoordelijkheid voor de werkgelegenheid schuift hij daarmee krachtdadig van zijn bord.


Commentaar-4

De conclusie van de redactie van de Volkskrant is terecht. De lage inflatie is een gevolg van de maatschappelijke consensus tussen vakbeweging, werkgevers en overheid. Maar dat betekent niet de het resultaat als zodanig als positief kan worden beoordeeld, omdat zowel de oorzaak als het herstel van de economische malaise nog niet fundamenteel zijn blootgelegd. Mogelijk dat de analyse van Geld; het DNA van de economie om de werkelijke betekenis van het geld en zijn eigenschappen duidelijker kan maken.