Drs. N.C. Burhove Jaspers was hoofdsamensteller van het IRM-rapport m.b.t. de bijbanen van juristen in Nederland

Klachtbrief aan minister Korthals over uitblijven antwoord van de staatssecretaris van Justitie

IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . N.C. Burhoven

Mr. van Delden, president van de rechtbank te Den Haag, ontnam mij mijn advocaat

drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA

Wassenaar, 4 oktober 1999

AAN:

    De Minister van Justitie, per fax en per post
    Mr. A.H. Korthals
    Ministerie van Justitie
    Schedeldoekshaven 100
    2511 EX Den Haag

BETREFT:

  • --eerdere correspondentie, waaronder mijn brief van 11 november 1998
  • --mijn brief d.d. 2 februari 1999 aan u
  • --uw brief d.d. 16 februari 1999 kenmerk 747323/899
  • --mijn brief d.d. 24 augustus jl aan Mr. M.J. Cohen


    Geachte minister,

Hierbij breng ik enkele punten onder uw aandacht:

  1. op bovenvermelde brief d.d. 24 augustus jl aan uw Staatssecretaris heb ik geen antwoord mogen ontvangen; ik betreur dat ten zeerste. Ik moge verwijzen naar Internet: burhoven.htm

  2. het is u bekend dat in het najaar van 1998 Mr. van Delden, president van de rechtbank te Den Haag, mij mijn advocaat ontnam. Hij oefende via de vertrekkende en de aantredende Deken van de advocaten te Den Haag zoveel grove druk uit dat mijn advocaat Mr. Bogaardt zich genoodzaakt achtte, zij het met enige vertraging, mij te laten vallen als cliënt. Mr. Bogaardt voelde zich daarbij op kwalijke en grove wijze onder druk gezet door Mr. Van Delden. In dat kader verwijs ik nogmaals naar de Telegraaf d.d. 6 februari 1999 en naar AMICE. maart 1999. Cruciaal is daarbij geweest een gesprek dat Mr. Van Delden had met de beide genoemde Dekens d.d. 27 oktober 1998, een zogenaamd Dekenoverleg van 45 minuten besteed aan de vraag hoe er moest worden opgetreden tegen mij. De drie deelnemers aan het bewuste gesprek waren:

      2.1 Mr. A.H. van Delden, president van de rechtbank te Den Haag
      2.2 Mr. H.J.A. Knijff, de nieuwe Deken >BR> 2.3 Jhr. Mr. A.W. Beelaerts van Blokland, de vertrekkende Deken

    Het resultaat is geweest dat de vertrekkende Deken telefonisch mijn advocaat namens de president van de rechtbank de boodschap doorgaf, in gewoon Nederlands: die cliënt laten vallen en anders gaan we met je kantoor het leven zuur maken. U bent van dit alles door mij op de hoogte gesteld maar ondanks mijn brief van 2 februari jl. waarvan ik verzoek de onbeantwoord gelaten inhoud te beschouwen als herhaald en ingelast, hebt u afgezien van enig daadwerkelijk optreden.

  3. hierbij wijs ik u op enige saillante feiten betreffende de eerder genoemde personen.

      ad 2.2--

    Na enkele brieven aan Mr. Knijff meen ik te mogen stellen dat hij traineert en op een neerbuigende wijze zijn verantwoordelijkheden als Deken ontwijkt. Het zal u bekend zijn dat Dekens, als waren zij leden van de rechterlijke macht, immuniteit verleend wordt/is door de Procureur-generaal bij de Hoge Raad. Zij worden boven de wet geplaatst en zij kunnen vrijelijk daarnaar handelen. Verder is Mr. Knijff sinds circa 15 jaar Rechter-plaatsvervanger in de rechtbank te Den Haag, dus staat hij in een directe en hiërarchische relatie met Van Delden, president van die rechtbank. Hij is advocaat van het zo gewichtige kantoor De Brauw Blackstone Westbroek, waarvan circa 15 advocaten een dubbelrol spelen als rechter in het Paleis van Justitie in Den Haag.

      ad 2.3--

    Jhr. Mr. A.W. Beelaerts van Blokland, de vertrekkende Deken, blijkt niet bereid te zijn brieven te beantwoorden. Hij is al circa 15 jaar Kantonrechter-plaatsvervanger in het Paleis van Justitie te Den Haag en kent dus zeker Van Delden vanuit die rol, die ook een hiërarchische verhouding van kantonrechter versus president van de Rechtbank inhoudt. Hij is advocaat bij Barents & Krans Advocaten. Zijn Haagse kantoorgenoot Grabandt is de cassatieadvocaat van mijn ex. Hij is in Den Haag lid van de Rotary, overigens in één club met Mr. B.O. Dittrich, TK-lid.

      ad 2.1--

    Mr. Van Delden kent mijn ex persoonlijk. De beste en oudste studievriendin van mijn ex is sinds tientallen jaren de zeer goede vriendin van Mr. Van Delden. Mr. Van Delden had ik in zijn rol van raadsheer in het Hof van Discipline gewraakt, overigens zonder effect omdat dit afgehandeld werd in strijd met de wet en rechtsregels. Ook die kwestie is afgedekt door de Procureur-generaal bij de Hoge Raad. Net als Mr. Beelaerts van Blokland is ook Mr. Van Delden in Den Haag lid van de Rotary, overigens in één club met de Chef binnenland van de NRC.

  4. de Procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft stelselmatig de rechters onder Van Delden gedekt ook in gevallen waar die handelden evident in strijd met grondwet, wet, rechtsprincipes en ambtseed. Dit was ook het geval met Van Delden en Paris die in het najaar van 1998 de wet terzijde schoven en een wraking "simpelweg" naast zich neerlegden. Op 4 oktober 1998 wraakte ik met harde feitelijke redenen enkele raadsheren van de Hoge Raad. De Hoge Raad stelde dat ik alleen kon wraken via een procureur/advocaat. Hun stellingen heb ik weerlegd. Van 21 oktober 1998 dateert het vonnis in kort geding van Mr. Paris. In dat vonnis spreekt hij zich uit over de wraking (die natuurlijk afgewezen wordt, in strijd met de wet), maar ook wordt beslist, zonder dat zulks gefundeerd is op enig feit in de werkelijkheid, dat ik mijn ex een "voorschot" van fl 200.000 dien te betalen en bovendien krijgt zij de ruimte om beslag te leggen op mijn inkomen. Aldus werden mij de middelen van bestaan afgenomen, werd mij de toegang tot de onafhankelijk advocaat afgenomen en is mij met het achteloos terzijde schuiven van de mogelijkheid van wraking de toegang tot de onafhankelijk rechter geblokkeerd. Welke rechten heb ik dan nog in deze rechtstaat ?

  5. ieder normaal mens kan het duidelijk zijn dat het gesprek d.d. 27 oktober 1998 tussen Mrs. Van Delden, Beelaerts van Blokland en Knijff een welbewuste (wraak)actie is geweest om mij te treffen door mij mijn advocaat af te nemen. De conclusie van criminele collusie dringt zich op.

  6. in mijn brief d.d. 2 februari 1999 legde ik aan u voor een aangifte/strafklacht over deze aangelegenheid. Naar aanleiding van die brief had u kunnen optreden. Waar u dat volledig hebt nagelaten, bent u verantwoordelijk voor de gevolgen van het aldus afdekken van de bij deze onverkwikkelijke zaak betrokken juristen, maar ook voor de verdere repercussies.

  7. het lijkt mij dat een onverwijlde reactie van uw zijde in de rede zou liggen, in het bijzonder over de vraag hoe u zich wenst op te stellen aangaande het geconstateerde machtsmisbruik van en de vermelde criminele collusie tussen de betrokken juristen. Nogmaals herhaal ik dat dit alles niet in overeenstemming kan zijn met het EVRM.

    Hoogachtend, Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA


    Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA
    tel + fax: 070 5118922
    van Polanenpark 58
    2241 RS Wassenaar


C.c.: Mr. M.J. Cohen, Staatssecretaris van Justitie



drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA

Wassenaar, 4 oktober 1999

AAN:

    De Staatssecretaris van Justitie Per fax en per Post
    Mr. M.J. Cohen
    Ministerie van Justitie
    Schedeldoekshaven 100
    2511 EX Den Haag

BETREFT:

  • 13 jaar protectie van een gerechtsauditeur van de Hoge Raad
  • mijn fax/brief d.d. 24 augustus 1999 aan u


Geachte heer Cohen,

Hierbij stuur ik u kopie van mijn brief van heden aan de Minister van Justitie.
Ik verzoek u de inhoud te beschouwen als herhaald en ingelast.

    Hoogachtend, Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA


    Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA
    tel + fax: 070 5118922
    van Polanenpark 58
    2241 RS Wassenaar