Nederland ontbeert een Grondwettelijk Hof als enig land in Europa. Rechterlijke willekeur is dan ook dagelijkse praktijk


IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . Jeugdzorg . . Burhoven

Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA / Beroepschrift tegen het besluit van
24 november 2000, kenmerk: WJB 2000/1227 M, van de minister van Financiën.

Henry George (1839-1897): De Aarde behoort toe aan alle levende wezens


    't Achterom 9a,
    5491 XD Sint Oedenrode
    Tel. 0413-490387
    Fax. 0413-490386

AANTEKENEN

Sint Oedenrode, 29 januari 2001.
Tevens verstuurd per fax 070 - 3813360 op 29 januari 2001.

Arrondissementsrechtbank 's-Gravenhage, sector bestuursrecht, Juliana v. Stolberglaan 2, Postbus 20302, 2500 EH 's-Gravenhage.

Uw procedurenummer: 01/17 WOB BB
Ons kenmerk: NBJ/02011/B.

Betreft:

    Drs. N.C. Burhoven Jaspers MBA / Nadere motivering van het beroepschrift tegen het besluit van 24 november 2000, kenmerk: WJB 2000/1227 M, van de minister van Financiën.

 

Geacht college,

Hieronder vindt u de nadere motivering van ons beroepschrift van 2 januari 2001, kenmerk: NBJ/02011/B.

    Nadere motivering beroepschrift.

Op grond van de volgende 'beroepsgronden' kan het in geding zijnde besluit nooit in stand blijven.

    1e beroepsgrond

Deze zijn gelijk aan onze eerder bij brief van 19 september 2000 ingediend bezwaarschrift nader gemotiveerd bij brief van 29 oktober 2000. Wij verzoeken de inhoud daarvan hier als geheel herhaald en ingelast te beschouwen.

    2e beroepsgrond

In de nadere motivering van ons bezwaarschrift d.d. 29 oktober 2000 hebben wij onder de punten 1, 2 (2.1 t/m 2.3), 3, 4 (4.1 t/m 4.5) en 5 (5.1 t/m 5.5) zeer concrete bezwaargronden naar voren gebracht. Deze puntsgewijs concreet gemotiveerde bezwaargronden worden door de staatssecretaris op een hoop geveegd en ongemotiveerd afgewezen met de simpele zinsnede:

    Hetgeen u in uw bezwaarschrift en nadere motivering daarvan naar voren hebt gebracht heeft mij geen aanleiding gegeven mijn beschikking te herzien.

Daar komt nog bovenop dat de minister van financiën appellant ook niet heeft uitgenodigd voor een hoorzitting en dus niet in de gelegenheid heeft gesteld om genoemde bezwaarpunten nader toe te lichten. Onderliggend verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur d.d. 22 juni 2000, kenmerk: NBJ/22060, is door de staatssecretaris eveneens niet gemotiveerd met de volgende simpele zinsnede afgewezen.

Ik kan u de informatie die u verzoekt niet verstrekken. Ik verwijs voor dit besluit naar artikel 10, tweede lid, onderdeel e van de Wob. Het belang dat bij openbaarmaking van informatie moet hier naar mijn oordeel wijken voor het bijzonder zwaarwegende belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Daar komt nog bij dat de staatssecretaris appellant ook hier niet heeft uitgenodigd voor een hoorzitting en ook niet in de gelegenheid heeft gesteld haar zienswijze kenbaar te maken, alvorens op 10 augustus 2000 een besluit is genomen.

De staatssecretaris (minister) heeft derhalve het aan het in geding zijnde besluit ten grondslag liggende besluit van 10 augustus 2000 tot stand laten komen in strijd met artikel 3:30 lid 2 Awb en/of artikel 4:7 Awb. Omdat de staatssecretaris hiervan heeft afgezien, had hij appellant tenminste hierover in de bezwarenprocedure moeten horen en nooit toepassing mogen geven aan artikel 7:3, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht.

De staatssecretaris heeft het in geding zijnde bezwaarschrift als wel onderliggend verzoek om informatie ongemotiveerd afgewezen. Hierbij heeft de staatssecretaris het in geding zijnde besluit ook nog in strijd met artikel 3:46 Awb tot stand laten komen. Uit dit alles kan enkel de conclusie worden getrokken dat de staatssecretaris (minister) haar bevoegdheid tot het nemen van een besluit voor een ander doel heeft gebruikt dan waarvoor die bevoegdheid is verleend. De staatssecretaris heeft hiermee ook gehandeld in strijd met artikel 3:3 Awb en maakt zich daarbij schuldig aan een détournement de pouvoir.

    Conclusie.

Op grond van bovengenoemd 2-tal beroepsgronden kan het in geding zijnde besluit nooit in stand blijven. Wij verzoeken u daarom hierop:

  • Het in geding zijnde besluit van 24 november 2000 te vernietigen.
  • Het onderliggende besluit van 10 augustus 2000 te vernietigen.

Tenslotte verzoeken wij u ondergetekende hierover in ieder geval te horen op een dinsdag of donderdag. Dit vanwege het feit dat ondergetekende op die andere dagen verplichtingen elders heeft.

Hoogachtend, Ecologisch Kennis Centrum B.V. voor deze,

ing. A.M.L. van Rooij, directeur.

Hoogachtend,

 Ecologisch Kennis Centrum BVing.A.M.L. van Rooij, veiligheids- en milieudeskundige
Voor deze

Ing. A.M.L. van Rooij, directeur.

Websiteadres: bur-zalm10.htm

sdn-bbs.htm">SDN-rubrieken
ekc.htm">Ecologisch Kennis Centrum