Drs. N.C. Burhoven Jaspers was hoofdsamensteller van het IRM-rapport m.b.t. de bijbanen van juristen in Nederland

Brief van Justitie over inzagerecht registers

IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . Jeugdzorg . . Burhoven

Door het lid van de Tweede Kamer T.J.M. Hendriks, reeds vragen gesteld







               Ministerie van Justitie
               Directie Rechtspleging
               Directoraat-generaal Wetgeving,
               Rechtshandhaving en Rechtspleging




               Postadres Postbus 20301.               Bezoekadres
               2500 EH Den Haag                       Schedeldoekshaven 100
                                                      2511 EX Den Haag
               Drs N.C. Burhoven Jaspers MBA          Telefoon [070) 3707911
               Van Polanenpark 58                     Fax (070) 3707969
               2241 RS WASSENAAR                      Telex 34554 mvj nl


     Onderdeel Afdeling Beleid/JZ                     Bij beantwoording
Contactpersoon M.M. den Boer                          de datum en ons
 Doorkiesnr(s) (070-)3707579                          kenmerk vermelden.
         Datum 16 februari 1999
   Ons kenmerk 747323/899
     Onderwerp vragen over scheidingsprocedure


      Geachte heer Burhoven Jaspers,

    in antwoord op uw brief van 2 februari 1999, waarin u aandacht vraagt voor bepaalde procedures waarbij u bent betrokken, merk ik het volgende op.

    Kern van de kwestie, waarop bovenbedoelde procedures betrekking hebben, is een individuele echtscheidingszaak. De - naar uw oordeel te wensen overlatende - behandeling van dit geschil door rechterlijke instanties is voor u aanleiding geweest tot uitgebreide correspondentie niet alleen met het Ministerie van Justitie, maar ook met rechterlijke instanties en de advocatuur. over deze procedure waarin u en uw ex-echtgenote zijn verwikkeld, zijn door u zelf en door het voormalige lid van de Tweede Kamer de heer T.J.M. Hendriks, reeds veel klachten geuit en vragen gesteld, die door mijn ambtsvoorganger zijn onderzocht en zijn beantwoord. Ik verwijs in dit verband naar antwoorden op kamervragen van 24 april 1997, van 26 juni 1997 en van 16 maart 1998. Ook breng ik aan u gerichte brieven van 12 en 13 mei 1998 over onderhavige kwestie in herinnering.

    De door u of namens u gestelde vragen, voorzover deze betrekking hadden op mijn beleidsterrein en gegeven de aan de Minister van Justitie ten dienste staande middelen (welke naar hun aard beperkt zijn vanwege de rechterlijke onafhankelijkheid), zijn mijns inziens uitputtend beantwoord. In meer algemene zin moge ik u ook wijzen op het beleid dat de laatste jaren is ingezet inzake openbare registers van nevenfuncties van rechters,

    Aangezien uw brief van 2 februari jl. naar mijn mening op de door u voorgelegde kwestie geen nieuw licht werpt, is er voor mij geen aanleiding opnieuw op de inhoud van de in die brief aangeduide kwestie in te gaan. Ik beschouw daarom de door ons over dit onderwerp gevoerde correspondentie als beëindigd.

    Hoogachtend,

    De Minister van Justitie,
    namens deze
    de directeur Rechtspleging,

    
    
    
                                          J.A.A.A. Samson
    
    
    
    


      antecedenten-juristen.htm">Bijbanenregister van de magistratuur
      kinderen.htm">Overzicht Integriteit Kinderbescherming