Brief 'Open en sluiten' aan de AFM inzake aanpassing
van 38 miljoen polissen wegens terroristendreiging


Toezicht . . . . . SDN homepage . . . . Schandpaal


    
    
    

    De Minister van Financiën
    Zijne excellentie de heer G. Zalm
    Postbus 20201
    2500 EE 'S-GRAVENHAGE



    Lelystad, 22 september 2003

    Inzake:

      Verbond van Verzekeraars
      Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschade (NHT)
      Wijziging Polisvoorwaarden


    Excellentie,

    Operatie: 'Over en sluiten'

    De Stichting Toezichthoudend Nederland (STN) ontving in goede orde uw brief d.d. 9 september jl.

    Uw voornoemde brief werpt een merkwaardig en zwak licht op de door STN in het kader van de operatie 'Over en sluiten' aangekaarte problematiek. Het is eigenlijk niet meer dan een flauwe nabeschouwing.

    Blijkens uw brief d.d. 23 juni jl. aan de Voorzitter van de Tweede Kamer stond bij de uitwerking van de oplossing van het terrorismerisico in Nederland voorop:

    'Een zorgvuldige berichtgeving aan verzekeringnemers over de wijziging als gevolg van de terrorismepool is hierbij van essentieel belang. Aanpassingen in verzekeringscontracten dienen gecommuniceerd te worden op een transparante wijze die zekerheid biedt aan verzekeringsnemers en verzekeraars'.

    Zorgvuldige berichtgeving is achterwege gebleven. Transparante communicatie heeft niet plaatsgevonden. Zekerheid is niet geboden. Aan de doelstellingen en de randvoorwaarden van het door u geformuleerde beleid is door de verzekeraars niet voldaan.



    De brieven d.d .17 juli jl., d.d. 13 augustus jl., en d.d. 11 september jl. van STN stellen een aantal tekortkomingen van en in de strooibrief d.d. 15 juli jl. van het Verbond van Verzekeraars / NHT aan de kaak. Een overgrote meerderheid van de verzekerden is van de wijziging van polisvoorwaarden en de consequenties daarvan niet op de hoogte, zo blijkt uit onderzoek. Daarmee is de concurrentie op de markt van verzekeringen de facto beperkt. Opzet of niet.

    Het is één van de taken van de Minister van Financiën om de goede werking van de financiële markten tot stand te brengen, te handhaven en te bewaken. Daartoe staan de Minister van Financiën verschillende instrumenten ter beschikking. Marktordening aan de hand van wet- en regelgeving, al dan niet gebaseerd op Europese voorschriften vanuit Brussel. Ontwikkeling en implementatie van beleid. Overleg met marktpartijen en brancheorganisaties.

    Het is aan de Minister van Financiën om ten aanzien van deze marktwerking en marktordening een aantal vaste aandachtspunten als randvoorwaarden in acht te nemen. Zo zijn daar allereerst de grondrechten, zoals kenbaar uit de grondwet en internationale verdragen. Zo zijn daar de aanwijzingen voor de wetgeving. Zo is daar de toets van doelmatigheid. Tevens behoort tot de algemene toetsingscriteria voor wet- en regelgeving en beleid, dat daarmede de concurrentie op de financiële markten niet mag worden verstoord of beperkt op een wijze die in strijd komt met de regels van nationaal en / of internationaal mededingingsrecht.

    Uit uw brief d.d. 9 september jl. blijkt, dat de Minister van Financiën bij de beoordeling van de door het Verbond van Verzekeraars / NHT voorgenomen maatregelen met betrekking tot 'de oplossing van het terrorismerisico in Nederland' niet heeft (willen) bezien of deze maatregelen de concurrentie op de financiële markten ontoelaatbaar zouden (kunnen) beperken. Uit uw brief d.d. 17 juli jl. blijkt eveneens, dat de Minister van Financiën niet voornemens is om - nu gebleken is dat de maatregelen met betrekking tot 'de oplossing van het terrorismerisico in Nederland' zoals uitgevoerd door het Verbond van Verzekeraars / NHT (waaronder met name de strooibrief d.d. 15 juli jl.) inderdaad de mededinging op de financiële markten ernstig heeft beperkt zo niet uitgesloten - alsnog alle nodige en passende maatregelen te nemen opdat deze concurrentiebeperking alsnog wordt opgeheven en ongedaan gemaakt.

    Daarmede verwaarloost de Minister van Financiën één van zijn primaire taken als (onderdeel van) de uitvoerende macht op het terrein van de financiële markten. STN kan zich daarbij niet aan de indruk onttrekken dat de Minister van Financiën zich ook hierbij conformeert aan het overheidsbeleid waarin het systeembelang van het financiële stelsel gedragen door zijn centrale spelers prevaleert. Dit betekent dat de machthebbers op het terrein van de




    financiële markten zoveel mogelijk vrij spel wordt geboden en gelaten. Aldus wordt onder het mom van vrije marktwerking in wezen kartelvorming gestimuleerd. En dat in een markt die toch al bij uitstek wordt gekenmerkt door tendenties van kartelvorming en andere mededingingsbeperkingen (zoals bijv. non-transparante producten en advisering).

    In de brief d.d. 9 september jl. geeft de Minister van Financiën aan, dat ten aanzien van (eventuele) inbreuken op de mededinging geen taak voor de Minister van Financiën zou zijn weggelegd. Hiervoor is reeds uiteengezet, dat dit standpunt een opmerkelijk misverstand bij de Minister van Financiën omtrent zijn eigen taak en functie in het Nederlandse Staatsbestel, waaronder de marktordening op het gebied van financiële markten, aan het daglicht brengt.

    In voornoemde brief d.d. 9 september jl. geeft de Minister van Financiën aan, dat beoordeling van handelingen die de concurrentie op niet toegestane wijze beperken, is voorbehouden aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). De Minister van Financiën ziet daarbij echter zijn primaire taak als uitvoerende macht over het hoofd, en negeert daarmede ten principale zijn bestaansrecht. Het is immers aan de uitvoerende macht zelf om bij de uitvoering van haar taken zelf te bezien en te toetsten of haar gedragingen voldoen aan de criteria en de randvoorwaarden, die daaromtrent in onze rechtsstaat zijn gesteld. Daaronder het verbod van ontoelaatbare beperking van concurrentie mede begrepen. Het conceptueel focus van uw Ministerie (Directie Financiële Markten) blijkt in dit opzicht niet juist te zijn ingesteld.

    Het is tekenend voor een overheid in verval dat deze overheid ook in dat opzicht haar primaire taken denkt te hebben overgedragen en te kunnen overlaten aan een wettelijke toezichthouder. De wettelijke toezichthouder behoort en vermag niet op de stoel van de uitvoerende macht te zitten. Dat is niet de taak en functie van de wettelijke toezichthouder. De wettelijke toezichthouder als de Nederlandse Mededingingsautoriteit reageert vrijwel uitsluitend secundair op gebeurtenissen in de markt en vrijwel altijd uitsluitend achteraf.

    Het is aan de uitvoerende macht, waaronder de Minister van Financiën, om onjuiste en ongewenste gedragingen in de markt te voorkomen en - zo mogelijk - te genezen. De wettelijke toezichthouder als de Nederlandse Mededingingsautoriteit heeft daartoe niet de taak en de bevoegdheid. Aan de NMa staan slechts middelen ter beschikking om achteraf te onderzoeken, te controleren en - ingeval van overtreding - een sanctie op te leggen. In het merendeel der gevallen wordt daarmede echter de overtreding en de uitwerking van de overtreding niet ongedaan gemaakt. Dat is dan ook precies waar het stelstel van wettelijk toezicht in te kort schiet. De zieke wordt gestraft; de ziekte niet genezen. Regeren kan niet worden vervangen door repressie.




    Het bovenstaande brengt met zich mede, dat de Minister van Financiën naar het oordeel van STN gehouden is om zijn standpunt omtrent de door het Verbond van Verzekeraars / NHT gevolgde procedure in verband met 'de oplossing van het terrorismerisico in Nederland' te herzien om de simpele reden dat dit niet blijkt de voldoen aan de in de brief d.d. 23 juni jl. van de Minister van Financiën aan de Voorzitter van de Tweede Kamer verwoorde uitgangspunten en randvoorwaarden en omdat de uitwerking in de praktijk van de meergenoemde strooibrief d.d. 15 juli jl. van het Verbond van Verzekeraars / NHT indruist tegen een goede ordening en werking van de financiële markten.

    Voortschrijdend inzicht en de feitelijke ontwikkelingen sedert 23 juni jl. brengen de noodzaak met zich mede dat de Minister van Financiën alsnog passende maatregelen neemt (zoals bijv. het voorschrift aan de verzekeraars om de polishouders individueel aan te schrijven) zodanig dat op transparante wijze inzake aanpassing in verzekeringscontracten alsnog zekerheid wordt geboden aan met name verzekeringnemers en ook een beetje aan (concurrerende?) verzekeraars.

    De herfst heeft zijn intrede gaan. De bladeren waren reeds langer aan het vallen. Nu nog de concurrentiebeperkende gedragingen in het concurrentiebeperkend stelsel der financiële markten in Nederland.

    Hoogachtend,


    A.E. Flipse
    Stichting Toezichthoudend Nederland:
    Voorzitter STN

    
    
    
    
    
    
    
    
    
    

    Reageren: info@toezicht.nl