Antecedentenregister RM . . . . SDN homepage . . . . Mijn Pleidooi


    Driebergen 03-02-2003.

    Arie van Velsen
    P/a. Cordestraat 11
    3971 VK Driebergen Rijsenburg
    Tel 06-17036320/Fax 0343-533201

    PER FAXBERICHT.

    Aan: Stichting Heuvelrug Wonen
    t.a.v. Mw. Anke van Dort
    Schippersdreef 2
    Driebergen Rijsenburg


    Mevrouw van Dort;

    U heeft namens de stichting heuvelrug wonen op dinsdag 21 januari een woningaanbod gedaan betreffende de woning op de Marijke laan 4 in Driebergen. Dit op grond van de in medio 2000 gedane inschrijving met terugwerkende kracht tot 02 april 1998 n.a.v. onwil van gemeentezijde. Dit vanwege weigering van Sophie Bies als medewerkster huisvesting om mij in te schrijven. U bood mij aan om de sleutels te halen en de woning te gaan bekijken waarna ik kon beslissen of ik dit voor mijn relatie, het kind en mijzelf geschikt vond. Nadat ik dit met een positief resultaat had gedaan melde ik mij telefonisch bij uw kantoor op vrijdag 24 januari en vervolgens op 27 januari met de door u vereiste papieren. In deze papieren, noch in enig andere schriftelijke of mondelinge informatie welke ik vanaf datum inschrijving mocht ontvangen, werd gewag gemaakt van restricties omtrent de woon of verblijfplaats van mijn relatie en dit terwijl aan u bekend was, en is, wat de problematiek in mijn specifieke zaak is.

    Op dinsdag 28 januari kreeg ik een telefonische mededeling van u dat ik de woning toch niet kreeg met de motivatie; ik zou alleenstaande zijn en in strijd met de waarheid mijn aanvraag hebben ingediend. Hierop vroeg ik u om een gesprek waarin ik met bewijzen, o.a. een excuusbrief van de politie en van het college van procureur generaal en bemiddelaars, uit kon leggen hoe de situatie was. Ik vertelde u dat ik wel degelijk een relatie mét kind heb waar ik de zorg voor heb en dat bewijzen kan. U echter, weigerde om over dit onderwerp te spreken.

    Vervolgens heb ik mijn papieren verzameld en ben naar uw kantoor gegaan waar ik alsnog om een onderhoud vroeg om u met feiten te tonen dat uw beslissing m.i. voorbarig, ongerechtvaardigd en van alle normen en waarden vervreemd is. Wederom weigerde u pertinent de documenten in te zien, wel herhaalde u dat u niet diegene was die de regels had opgesteld en ik geen recht had op een huis. U hebt mij ook op geen enkele mogelijkheid gewezen waarmee ik op een behoorlijke wijze mijn rechten, welke ik door mijn inschrijving van 5 jaar had verworven, kon verdedigen.

    Nadat ik de politie had ingelicht over mijn voornemen om deze ongerechtvaardigde beslissing aan de kaak te stellen door te blijven zitten waar ik was, deelde ik u mede dat ik bleef zitten en verzocht ik u om de politie te bellen. Nadat de politie arriveerde, ik door hen was gesommeerd om het pand te verlaten en ik hieraan niet voldeed werd ik ingerekend en afgevoerd. Ik werd verhoord op het politiebureau te Zeist, waar mijn situatie enkele maanden eerder al duidelijk aan de orde was gekomen door de schandelijke aangifte van stalking door de heer professor Dr. T. Oei, psychiater te Bosch en Duin, verbonden aan de forensisch psychiatrische dienst in het arrondissement van de Rotterdamse justitie die mij met liefde in een gekkenhuis willen plaaten.

    Derhalve zijn de verantwoordelijke politie en justitie functionarissen zich volkomen bewust van het onrecht wat mij is aangedaan vanwege ontoelaatbare overheidsdaden naar aanleiding van een bewezen onterechte arrestatie. Dat ik door deze incompetentie en diefstal uit mijn woning door die politie, hetgeen eveneens is bewezen en na anderhalf jaar ambtelijk liegen is toegegeven, zeer ben gedupeerd, wordt gedeeltelijk duidelijk in mijn verklaring inzake de affaire Oei.

    Blz. TA 269a

    Midden in dit strijdtoneel komt de woningstichting echter met deze onbegrijpelijke beslissing terwijl zij evenals de politie op de hoogte is van alle problematiek. Bovendien mag duidelijk zijn dat evenals de politie de woningstichting haar handen ook niet thuis kan houden bij haar huurders. In 1978 heeft personeel van de woningbouwstichting n.l. aan mij een schadebedrag uitbetaald in verband met de diefstal door haar personeel, en wel uit mijn woning aan de Margrietlaan te Driebergen.

    Nadat de politie Zeist mijn verklaring had opgenomen, welke begrijpelijkerwijze op enige onwillige reacties van de zijde van de verbalisant stuitte omdat ik verklaarde dat het nazidom ontstaan is uit formele gedragingen van functionarissen, kon ik weer gaan. Functionarissen die alle normen, waarden en rechtvaardigheid terzijde schuiven, niet bereid zijn om de moeite te nemen passende oplossingen te zoeken om problemen te voorkomen, deze zelfs achter houden zoals in dit geval, veroorzaken leed en maken misbruik van machtsoverwicht.

    Ik overlegde met enige vrienden die besloten de woningstichting een brief te schrijven en mij adviseerden om mijn advocaat hierover in te lichten, wat ik op donderdag 30 januari deed. Tevens telefoneerde ik mijn relatie in Cuba, tel 00 53 650 384275, voor wie uw beslissing even onbegrijpelijk als onrechtvaardig was als voor een ieder die hiervan hoort. Ook bij de gemeente Driebergen liet ik mij niet onbetuigd, waarbij begrip en meedenken door ettelijke functionarissen mijn overtuiging staafde dat niet allen door deze hypocriete stoornis zijn bevangen. Doch wat schetste mijn verbazing toen ik van een zegevierend kijkende politieagent op het gemeentekantoor vernam, dat mijn pas aangeboden woning, waar ik uit pure noodzaak al wat kleine spulletjes heen had gebracht, door de politie in opdracht van de woningstichting was leeggehaald. Dit echter zonder tussenkomst van de rechter in een civiele procedure en zonder mij daarvan in kennis te stellen.

    Erg vreemd is dat u, zowel als de politie bekend waren met mijn telefoonnummer en postadres en in de wetenschap van het feit bent dat u sleutels aan mij had afgegeven zodat e.e.a. in overleg had kunnen geschieden i.p.v. in het geniep. Verder weet ik niet waar kleding, en andere zaken, van mij, zowel als mijn relatie zijn gebleven en heb geen enkele schriftelijke of telefonische reactie omtrent uw voorbarige en onnodige actie ontvangen. Het geheel overziende kom ik en met mij, vele anderen tot conclusie dat de mentaliteit welke de woningstichting en de politie praktiseren, overeenkomt met de voorbeelden die ik reeds stelde incluis die door de Sovjet autoriteiten werden gebezigd jegens hen die het ventileren van waarheid niet schuwden.

    Kortom, de inmiddels bekende Schipholse eekhoornmoordenaars in functie mentaliteit.Inmiddels heb ik mijn advocaat in deze zaak gevraagd een kort geding in te stellen, ook heb ik het bestuur regio Utrecht op de hoogte gesteld, die mij een niet door u genoemde oplossing onder verantwoordelijkheid van B. en W. aandroegen. Burgemeester en Wethouder hebben zoals u zou moeten weten uitzonderingsbevoegdheid betreffende huishoudensgrote en als ik geen uitzondering ben, wie dan wel?? Alsmede zal ik mij apart daarvan bezwaren bij de daarvoor geëigende instellingen en dit incident in mijn pleidooi voegen in zaken die hiermee in verband gebracht kunnen worden en omwonenden inlichten.

    Tevens maak ik van deze gelegenheid gebruik u in kennis te stellen van mijn voornemen, documenten welke verband houden met deze zaak, in een openbaar pleidooi te gebruiken om het machtsmisbruik van een gedeelte van de overheidsfunctionarissen in bepaalde zaken en onder bepaalde omstandigheden met naam en toenaam onder aandacht van media te brengen. In verband hiermee kan ik u o.a. verwijzen naar het inmiddels uitgebrachte boek " Nederland als SCHURKENSTAAT" ISBN 90-807477-1-8 Bestellingen, tel nr. 038-4530205.

    Ten slotte wil ik u vragen om uw beslissing z.s.m. te herzien en daarmee de nare gevolgen van een kort geding en andere onaangename consequenties, zowel voor de woningstichting als voor mij te voorkomen, immers "mijn Pleidooi" wordt te lang zonder uw permissie.

    Vr. groet,

    A. van Velsen



    C.c.

      Aangesloten gemeenten B.R.U., politie, Justitie, opname in pleidooi en Ambassade.
      Bijl. Brief Politie, brief P.R.F. baron Groeninx van Zoelen, verklaring


    Blz. TA 269 B

gepubliceerd bij: St. Sociale Databank Nederland