Partijdigheid, vooringenomenheid, belangenverstrengeling en corruptie verzieken ons rechtssysteem tot aan de Hoge Raad!


Google de woorden corruptie (NL) in Wikipedia, en corruption (ENG), zie de aantallen !! Vraag:
Is corruptie in ons joods-christelijk land afwezig bij onze integere overheid Alexander Pechtold?
Of moet je om carrière te maken bij de Siciliaans maffia eerst drie jaar stage lopen in Den Haag?
De kwaliteit van de Nederlandse corruptie is werkelijk van wereldklasse, men ziet het bijna niet !!

IRM . . Juristen . . EU Grondwet <==> SDN . . Klokkenluider . . N.C. Burhoven

Een nieuwe onthulling over fraude en gezwendel in het rechtssysteem van Nederland

Door dr. J.M. Eustatia woonachtig op Curaçao: jose-eustatia-over-curruptie-op-curacao.pdf

NRC - van onze redacteuren Joep Dohmen en Jos Verlaan

Ambtelijke top schat: 'Vijf procent van politici is corrupt'; en wat te doen?

NIEUWS - Topfunctionarissen in het openbaar bestuur schatten dat in Nederland één op de twintig (5,2 procent) politici corrupt is. Ook 3,2 procent van de ambtenaren zou corrupt zijn.

Door onze redacteuren Joep Dohmen en Jos Verlaan

ROTTERDAM, 13 AUG. Topfunctionarissen in het openbaar bestuur schatten dat in Nederland één op de twintig (5,2 procent) politici corrupt is. Ook 3,2 procent van de ambtenaren zou corrupt zijn.

Bij dit artikel
ACHTERGROND - Ware omvang corruptie blijft onbekend

Dat blijkt uit een rondvraag van onderzoekers van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam onder de hoogste leidinggevenden van departementen, provincies, waterschappen, zelfstandige bestuursorganen en de rechterlijk macht.

Omgerekend naar absolute aantallen zou het gaan om 775 corrupte politici en 31.380 corrupte ambtenaren. De 'corruptieperceptie' van de top van het openbaar bestuur wijkt sterk af van de officiële cijfers, die veel lager zijn. In het openbaar bestuur vinden jaarlijks naar schatting 130 interne onderzoeken en vijftig strafrechtelijke onderzoeken naar corruptie plaats. Per jaar belanden vijf corrupte ambtenaren en omkopers daadwerkelijk achter de tralies.

De rondvraag onder de top van het openbaar bestuur maakt deel uit van een onderzoek naar de aard en omvang van corruptie in het openbaar bestuur. Het onderzoek, dat op het departement van Justitie circuleert en binnenkort gepubliceerd wordt, is uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van dit ministerie.

Minister Donner (Justitie, CDA) vroeg in 2003 om het onderzoek, na afloop van de parlementaire enquête Bouwnijverheid. Het kabinet-Balkenende vond dat corruptie in Nederland 'uitzonderlijk' was. Een deel van de Kamer bracht daar tegenin dat de bouwfraude aantoonde dat fraude en corruptie juist wordt onderschat.

Bij de vraag naar de omvang van de corruptie in het openbaar bestuur gaat het om subjectieve en intuïtieve schattingen, zo wordt benadrukt. Aan het onderzoek deden onder anderen mee: de secretarissen-generaal van de departementen; de voorzitters van de Hoge Raad, de gerechtshoven, het college van procureurs-generaal; de directeur van de rijksrecherche, de griffiers van de provincies, de secretaris-directeur van de waterschappen en de directeuren van de zelfstandige bestuursorganen.

In totaal reageerden 188 (55 procent) van de 341 aangeschreven functionarissen. Van hen denkt bijna 30 procent dat corruptie in het openbaar bestuur de laatste jaren sterk is toegenomen.

De perceptie van de ondervraagden, dat 5,2 procent van de politici en 3,2 procent van de ambtenaren corrupt is, wijkt af van de uitkomst van een soortgelijk onderzoek negen jaar geleden. In 1996 schatten 35 Nederlandse experts, ook in een onderzoek van de VU, dat 2,5 procent van de politici en 4 procent van de ambtenaren corrupt waren.

Geconcludeerd wordt dat de overheid geen goede registratie van corruptiemeldingen heeft. Ook handelen overheden corruptie vaak intern af, bang voor reputatieschade. Een meerderheid van de onderzochte organisaties zei afgelopen vijf jaar niet één corruptieonderzoek te hebben uitgevoerd.

13 augustus 2005

Ware omvang corruptie blijft onbekend

Ook nieuw onderzoek beantwoordt niet de vraag of het aantal officiële meldingen van corruptie het 'topje van de ijsberg' is.

Door onze redacteuren Joep Dohmen en Jos Verlaan

Bij dit artikel
NIEUWS - 'Vijf procent van politici is corrupt'

ROTTERDAM. 13 AUG. Vraag topfunctionarissen van departementen, provincies, de rechterlijke macht of zelfstandige bestuursorganen hoe het gesteld is met corruptie in eigen huis. Het meest gehoorde antwoord luidt dat corruptie sterk is teruggedrongen. Vraag vervolgens hoe het staat met corruptie in het openbaar bestuur, en het meest gegeven antwoord luidt dat die elders, vooral bij de buren, is toegenomen.

In een onderzoek naar de aard en omvang van corruptie in het Nederlandse openbaar bestuur kregen topfunctionarissen uit het openbaar bestuur eind vorig jaar zulke vragen voorgelegd. Het gaat onder meer om secretarissen-generaal van de departementen, griffiers van provincies, de voorzitters van de Hoge Raad, gerechtshoven en rechtbanken en het college van procureurs-generaal; de hoofdofficieren van het functioneel en landelijk parket en het management van zelfstandige bestuursorganen (zbo's). Respondenten die in overgrote meerderheid (92 procent) aangaven dat ze op de hoogte waren van alle corruptieonderzoeken binnen hun organisatie.

Een meerderheid van de ondervraagden (61,2 procent) zegt dat corruptiebestrijding en bescherming van de integriteit in het openbaar bestuur te weinig aandacht krijgt. Tegelijkertijd zegt 56,4 procent dat eigen medewerkers inmiddels juist meer ruimte hebben gekregen om gevallen van corruptie te melden. Opnieuw de veronderstelling dat het in eigen huis wel op orde is, maar elders in overheidsland niet.

Opmerkelijk is ook dat de ondervraagden schatten dat van alle politici in Nederland één op de twintig (5,2 procent) corrupt is. Ook 3,2 procent van de ambtenaren zou corrupt zijn. Hierbij gaat het om subjectieve en intuïtieve schattingen, zo wordt benadrukt.

De rondvraag onder topfunctionarissen maakte deel uit van een onderzoek van de bestuurskundigen Leo Huberts en Hans Nelen van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zij kregen van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie opdracht om de aard en omvang van corruptie bij de overheid in kaart te brengen. Het eindrapport circuleert inmiddels op het departement van Justitie en wordt binnenkort gepubliceerd.

Directe aanleiding voor het onderzoek was de parlementaire enquêtecommissie Bouwnijverheid in 2003. In de reactie van het kabinet op de bevindingen van de enquêtecommissie werd corruptie bij de overheid nog als 'uitzonderlijk' beschouwd. Maar bij de parlementaire behandeling van het commissierapport gaf minister Donner (Justitie) aan dat de kennis om die stelling te onderbouwen, ontbreekt.

In het rapport wordt becijferd dat jaarlijks in het openbaar bestuur zo'n 130 interne corruptieonderzoeken plaatsvinden. Daarvan worden er slechts 50 overgedragen aan politie of justitie. Afgezet tegen het totaal aantal medewerkers bij de overheid levert dat 0,8 corruptieonderzoeken per duizend medewerkers op.

Dat is een lage score, maar de onderzoekers wijzen erop dat er geen enkele reden is om genoegzaam achterover te leunen. Overheidsinstanties bij landbouw, milieu, sociale zekerheid of volkshuisvesting maakten nauwelijks melding van eigen corruptie- en fraudeonderzoeken, terwijl het hoogst onwaarschijnlijk is dat dergelijke praktijken zich daar niet voordoen. Die instanties besteden onvoldoende aandacht aan intern anti-corruptiebeleid, zo wordt geconcludeerd.

In dat verband wordt verwezen naar de verdeling van de in het totaal 155 corruptieonderzoeken in de periode 1999 tot 2003 bij de departementen. Tachtig daarvan waren voor rekening van het ministerie van Defensie. Een vergelijkbaar onderzoek onder gemeenten (ook van de VU) leverde enkele jaren geleden eenzelfde beeld op voor Amsterdam. Daar vonden veel meer corruptie- en fraudeonderzoeken plaats vonden dan in vergelijkbare gemeenten. De gemeente Amsterdam bleek alerter dan andere gemeenten, was de conclusie. Diezelfde alertheid kan volgens de onderzoekers ook aan het ministerie van Defensie worden toegeschreven.

Onderzoek naar de aard en omvang van corruptie in bestuurlijk Nederland wordt bemoeilijkt omdat corruptieonderzoeken, of meldingen ervan, zelden goed worden geregistreerd, en dan ook nog met verschillende definities. In het VU-onderzoek is uitgegaan van de klassieke definitie van corruptie: 'het verschaffen, vragen, of verkrijgen van private gunsten of beloften met het oog op wat zo iemand in functie deed, doet, of zal doen'.

Of dat recht doet aan de praktijk van malversaties bij de overheid is de vraag. Tegen corruptie die aan die strakke definitie voldoet, wordt anders en serieuzer opgetreden dan bij de randverschijnselen ervan, zoals vriendjespolitiek, belangenverstrengeling of collusie, luidt een van de conclusies.

Toch gaan corruptie en andere strafrechtelijke delicten, zoals manipulatie, diefstal of valsheid in geschrifte, vaak hand in hand, blijkt uit de vraaggesprekken en onderzoek naar strafdossiers inzake corruptiepraktijken. Corruptie, aldus het onderzoek, is een glijdend pad, het begint vaak met kleine malversaties. De onderzoekers spreken over een slippery slope, het hellend vlak van minder ernstige integriteitsschendingen die vooraf gaan aan feitelijke corruptiepraktijken.

Het profiel van de ambtenaar die zich tot dergelijke praktijken laat verleiden, is ook niet die van de grijze muis, zo blijkt uit de onderzochte dossiers. Het gaat vaak juist om solistisch optredende functionarissen die intern juist te boek staan als slimme, kleurrijke ritselaars die van het management hun gang mogen gaan. Juist omdat ze de reputatie hebben dat ze zaken met harde hand voor elkaar kunnen krijgen. Het beeld dat corrupte ambtenaren zich onderaan de hiërarchie op uitvoerend niveau bevinden klopt ook niet. In eenderde van de corruptieonderzoeken gaat het om leidinggevenden.

Rest de vraag of de onderzoekers erin geslaagd zijn om 'de aard en omvang van corruptie in het Nederlandse openbaar bestuur' vast te stellen. Ze geven zelf aan dat die missie niet gehaald is, omdat de onderzoekstechnieken en analyses van de strafdossiers tekort schieten. De vraag of het aantal officiële meldingen van corruptie het 'topje van de ijsberg' is, wordt ook in dit onderzoek niet beantwoord.

Mogelijk dat andere onderzoeksmethoden, zoals anonieme enquêtes, wel antwoord geven op die vraag, zo schrijven de onderzoekers. Daarbij zouden dan niet alleen overheidsfunctionarissen, maar ook het bedrijfsleven betrokken moeten worden.

In ieder geval zou de overheid de eigen registratie van corruptiemeldingen op orde moeten hebben, aldus de onderzoekers. Dat is nu maar bij een beperkt aantal instanties het geval. Elders bij de overheid is het gissen wat er gebeurt met normafwijkend gedrag, zoals corruptie en fraude, van eigen personeel.

13 augustus 2005

    Brief aan premier Rutte en Dhr. S.A.E. Schrover, directeur Rijksvoorlichtingsdienst
    De Omerta van de Raad van (Non-) Discipline blijkt weinig minder dan een doofpot
    Brandbrief aan de presidenten van rechtbanken over de benoeming van hun rechters
    Rechters aanvaarden gedragscode om onpartijdigheid van magistraten te waarborgen
    Gebrek aan onpartijdigheid kan het vertrouwen in de rechtspraak zelfs ondermijnen
    Rechter in Nederland heeft vaak te veel petten op en lijkt daarom niet onafhankelijk
    Rechters moeten ook aansprakelijk worden om schade te kunnen verhalen op rechters
    Kwaliteit van de rechtspraak lijdt onder de werkdruk en het zeer grote aantal zaken
    Antecedentenregisters van juristen om mogelijke belangenverstrengeling te ontwaren
    Integriteit van de advocatuur staat ter discussie zegt advocaat mr. Mic van Bremen
    Terug naar het begin