Sterk vervuild Hokatex-terrein bestemd voor woondoeleinden


EKC homepage . . . . . SDN homepage

Raad van State blijkt papieren tijger, omdat uitspraken door lage overheden worden genegeerd


Schandalig geknoei met sanering Hokatex-terrein te Santpoort-Zuid

In 1993 staakte Wasserij-Stomerij Hokatex aan de Bloemendaalsestraatweg haar bedrijfsactiviteiten in Santpoort-Zuid. Tot die tijd onttrok de wasserij veel grondwater voor bedrijfsgebruik. Daardoor bleef de grondwaterstand continu op een peil van -70 cm onder het maaiveld. De gemeente Velsen besloot in haar vergadering van 11 januari 1994 om medewerking te verlenen aan bestemmingswijziging van het Hokatex-terrein zodat woondoeleinden mogelijk zouden worden. Op een gegeven moment bleek dat de bodem en het ondiepe en diepe grondwater op en rondom het terrein ernstig verontreinigd te zijn met olie, gechloreerde koolwaterstoffen en het afbraakproduct vinylchloride, een kankerverwekkende stof.

Gedeputeerde staten hebben bij besluit d.d. 20 december 1996 (nr. 97-510113) de ernst en urgentie van het geval van bodemverontreiniging bepaald. In het besluit is vastgelegd dat de casus "Hokatex" zich uitstrekt tot ver buiten het perceel Bloemendaalsestraatweg 17. Bovendien is bepaald dat het een geval van ernstige, zeer urgente bodemverontreiniging betreft die eeuwigdurend beheerst zal moeten worden.

Allereerst stelde de fa. De Ruiter te Halfweg een saneringsplan op en begon met het gedeeltelijk ontgraven van het Hokatex-terrein. In een rapport beschrijft het bedrijf de extreme concentraties aan gechloreerde koolwaterstoffen tot ver boven de C-waarde op het terrein zelf en in een gedempte sloot direct naast het terrein. De provincie meldt vervolgens in een brief aan De Ruiter dat de verontreiniging op het terrein zelf ontgraven moet worden en de verontreiniging in de gedempte sloot geïsoleerd dient te worden zodat die zich niet verder kan verspreiden. Spoedig daarna wordt De Ruiter door Hokatex op een zijspoor gezet.

    IJmuider Courant

Een artikel in de lJmuider Courant in april 1996 meldt dat het Hokatex-terrein nog jaren vervuild zal blijven aangezien de sanering door de fa De Ruiter is mislukt en beide partijen na een ernstig meningsverschil uit elkaar zijn gegaan. Op 16 oktober 1996 wordt door de fa Groen-Holland een nieuw saneringsplan bij de provincie Noord-Holland ingediend. Daarin staat o.a. dat "duidelijk moet zijn dat een multifunctionele sanering gezien de diepte van de verontreiniging en de aanwezigheid ervan onder bestaande huizen als niet-realistisch bestempeld moet worden.

De aanwezigheid van verontreinigingen in de kleiige secties van het matig watervoerend pakket op 10 m diepte, maakt een multifunctionele sanering technisch vrijwel onmogelijk." Over de gehaltes van boven de 8600 µG/L aan vinylchloride die zich in de gedempte sloot bevinden, wordt met geen woord gerept. De tekst "aangezien de nieuwbouw op korte termijn zou moeten starten"... enz. ontbreekt niet in het rapport, terwijl op dat ogenblik al duidelijk is dat er geen enkel zicht is op wanneer de vervuiling van grond en grondwater tot een redelijk niveau zijn teruggebracht.

Een "oplossing" zou volgens dat saneringsplan van Groen-Holland zijn om het grondwater met 40 cm te verlagen tot 1.15 m mv en een folie onder de kruipruimten van de nieuw te bouwen huizen om te voorkomen dat vanuit dat grondwater verdampende stoffen in de kruip- en woonruimten kunnen doordringen. Dit is een van de voorwaarden waaronder de bouwvergunning werd afgegeven. Van deze voorwaarden weet de projectontwikkelaar met een verzoek tot een alternatief, het volgens velen minder effectieve gasdichte beton, aan de gemeente Velsen af te wijken. De eerder genoemde maatregelen zijn volgens het saneringsplan zeker noodzakelijk, aangezien vooral de stof vinylchloride problemen geeft indien er een halve meter water op het veen blijft staan. Die stof zal bovendien de komende jaren in steeds hogere mate aanwezig zijn, aangezien het een afbraakproduct betreft van gechloreerde koolwaterstoffen die in zeer hoge concentraties op het terrein en ver daar buiten aanwezig zijn.

Op 6 februari 1996 wordt reeds door de gemeente Velsen aan de omwonenden een bouwplan gepresenteerd zonder dat er enige zekerheid bestaat of de sanering wel een kans van slagen heeft en dat is op zijn minst noodzakelijk voor een terrein dat een woonbestemming gaat krijgen. Een oud-docent ecologie en biologie van de Universiteit Amsterdam besluit bij de start van de inspraakprocedure op 1 april 1998 een schrift van bedenkingen te schrijven, aangezien hij na het lezen van het saneringsplan ernstige twijfels heeft over de aanpak van die sanering en de doeltreffendheid daarvan. Dit schrift van bedenkingen wordt door de betrokken partijen, de milieudienst lJmond, dienst Volksgezondheid en de colleges van B&W van de gemeente Velsen en Bloemendaal volledig genegeerd.

In 1999 wordt er een definitieve tussenrapportage door Groen-Holland aan de provincie Noord-Holland uitgebracht. Dezelfde oud-docent ecologie en biologie rekent de rapportage door en komt tot de conclusie dat er een discutabele methode wordt gebruikt om cijfers te interpreteren en dat gegevens niet verwerkt zijn of weggelaten. Het Ministerie van VROM met wie hij daarover een telefoongesprek heeft, komt tot dezelfde conclusie. Hij besluit dan om over zijn bevindingen een rapport te schrijven en stuurt dit naar de gemeente Velsen, Milieudienst lJmond, de GGD Midden-Kennemerland en de afdeling bodemsanering van de provincie Noord-Holland. Geen van de aangeschreven partijen reageert op dit uiterst belangrijke rapport. De gemeente Velsen en de provincie Noord-Holland gaan onverstoorbaar door met de voorbereiding van de plannen die zij koste wat kost gerealiseerd willen zien.

    Bodemsanering

Het grondwater, dat volgens het eerder genoemde saneringsrapport tot 1.15 m mv verlaagd zou moeten worden om uitdamping tegen te gaan, blijkt absoluut niet onder controle te kunnen worden gehouden, hetgeen bevestigd wordt door metingen van GroenHolland zelf. De inmiddels sterk gereduceerde duinwaterwinning die binnenkort in zijn geheel wordt stopgezet, is daarvan mede oorzaak. Om de hoge grondwaterstand op een redelijk niveau te houden is in de regio een grondwaterbeheerssysteem aangelegd, ook rondom het Hokatex-terrein. De IJmuider Courant/Haarlems Dagblad meldde onlangs dat de leidingen hiervan totaal verroest zijn en niet meer functioneren. Het grondwaterbeheerssysteem heeft echter onvoldoende effect, omdat het niet toegespitst is op de specifieke situatie van het Hokatex-terrein.

Volstrekt onduidelijk is bovendien wat er met de verontreiniging met gechloreerde koolwaterstoffen en minerale olie gebeurt en het drainagesysteem op het Hokatex-terrein heeft onvoldoende reikwijdte om al het grondwater schoon of vervuild te kunnen afvoeren. Sinds 2 1/2 jaar staat het grondwater op een peil van -10 cm mv tot -50 cm mv. Volgens dat saneringsplan zou dat gevaarlijk kunnen zijn. De 'schone "bovengrond is door de hoge grondwaterstand uiteraard ook weer verontreinigd geraakt. De verontreiniging bevindt zich nog steeds in de gedempte sloot, is niet geïsoleerd en kan alle kanten heen stromen. Provincie noch gemeente controleert of alle aspecten die zij aan het saneringsplan verbonden, door de saneerder daadwerkelijk uitgevoerd worden.

De zaak wordt bij de Raad van State op 16 augustus 2001 gehoord door de voorzitter mr. R. Cleton en dr. M. Oosting en mr. P.A. Offers. Totaal is voorbijgaan aan het advies van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak. In zijn uitspraak d.d. 31 oktober 2001 stelt de Raad van State (nr.19990232111 en 1999032211) "dat zij in aanmerking neemt dat uit een deskundigenbericht blijkt dat milieutechnisch gezien geen bezwaren bestaan tegen woningbouw op deze plaats. In dit verband is aangetekend dat verlaging van het grondwaterpeil - noodzakelijk om de schone bovengrond niet met (nog) vervuild grondwater in contact te laten komen - onderdeel uit maakt van het totale saneringsplan."

Maar juist dit omstreden saneringsplan, goedgekeurd door de afdeling bodemsanering van de provincie Noord-Holland, schiet aan alle kanten schandelijk tekort en van enige controle op naleving van dat plan is geen sprake. In een brief aan de Raad van State d.d. 29-11-01 schrijft de gemeente Velsen: "in de bouwvergunning hebben wij ter bescherming van de gezondheid van de bewoners van de nieuwe wijk voorwaarden opgenomen. Over de folielaag merken wij op dat deze een tijdelijke functie vervult; wanneer het grondwater gesaneerd is, verliest de folielaag zijn functie. Op 15 maart 2000 verleende de gemeente echter aan de projectontwikkelaar al vrijstelling van de verplichting om de folie onder de woningen aan te brengen. Sanering in eigen beheer lijkt zo een vrijbrief te zijn voor de opdrachtgever!

    Conclusie:

De gang van zaken tot nu toe maakt duidelijk dat het onvoldoende nakomen van voorschriften die van wezenlijke betekenis zijn wat betreft milieutechnische aspecten, zeer ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor alle bewoners van het Hokatex-gebied zelf en de directe omgeving. Zij worden de dupe van het gedrag van overheden. Deze informatie is op Internet geplaatst in verband met de zitting van de Raad van State op 4 juli 2002. Hoe zal deze keer worden rechtgesproken?

Namens bewonerscommissie Hokatex-terrein

Drs. M.C. Groenhart
Mevrouw A. v.d. Wende


Raad van State blijkt papieren tijger, omdat uitspraken door lage overheden worden genegeerd