Bellamy de ziener: De Gouden Eeuwen liggen voor ons, en niet achter ons. Het jaar 2000 bezien vanuit 1887

Waarde aan grond gehecht, door Siebe Sevenster

Grondvest Henry George . . . . . SDN <=====> Bellamy . . . . . GB Institute

Mensen hechten zich met verschillend waarden aan verschillende grondstukken

Member of the 'council of Georgist Organisation' - New York

GRONDVEST

Uit Grondvest 3e kw.1980

door Siebe Sevenster

Heel gewoon is te zeggen: 'daar hecht ik waarde aan'. Dit kan materiële zaken betreffen maar ook beginselen en denkbeelden. Grond en waarde van grond zijn meetbaar. Veelal wordt aan het gebruiksrecht van grond grote waarde gehecht. Bijvoorbeeld om er een woning op te bouwen. Die grond moet dan liefst wel 'gunstig gelegen" zijn. Er is ook veel grond op de wereld waar niemand waarde aan toekent. Hieruit volgt, dat het niet zozeer de grond zelf is waaraan waarde kleeft, maar eerder aan de plek waar die grond gelegen is. Vandaar dat we spreken van "liggingswaarde". En het zijn mensen die deze waarde toekennen.

Vanuit de mensen gezien hechten zich verschillende waarden aan verschillende grondstukken. Ook komt het voor dat, ofschoon wel in gebruik, de betreffende grond voor dat doel geen extra waarde heeft. Wij spreken dan van een marginale toestand, een situatie op de grens van het mogelijke, zoals een boerenbedrijf op arme grond of een winkeltje aan de stadsrand. De werkers in zulke bedrijven kunnen doorwerken als hun beloning van dezelfde orde is als die van werkers elders. Omgekeerd verdienen werkers in gunstiger gesitueerde bedrijven in doorsnee niet meer dan werkers in de marge. Het marktmechanisme is hierbij doorslaggevend.

    Gelijkheid in het marginale

Toch is onder die omstandigheden de opbrengst van hun arbeid meer of minder hoog dan onder marginale omstandigheden. En die meerdere waarde vinden we terug in de waarde van de grondstukken. Die over allen te verdelen waarden geven aan de werkers en ondernemers onder zeer verschillende omstandigheden toch gelijke kansen voor zich en anderen in hun levensonderhoud te voorzien. De waarde aan grond gehecht is op haar beurt gelijk aan de waarde van de meerdere productie, die tot stand kwam door de inspanning van arbeid en gespaarde arbeid, d.w.z. van kapitaal. Zo zien we dus: allen werken voor een marginale beloning, terwijl de waarde van het meerdere zich hecht aan de grond. Het functioneert even onontkoombaar als de zwaartekracht. De eerste kennismaking met dit verschijnsel kan weerzin wekken. Het is diep frustrerend, dat arbeid en kapitaal delen van de opbrengst van hun inspanning verliezen aan 'de dode grond'.

    Gelijkheid in het boven-marginale

De universele weg om deze sociale waarde aan werkers en spaarders ten goede te laten komen loopt via de samenleving, vertegenwoordigd door de overheid. Deze moet de aan de grond gehechte waarden innen ten bate van alle leden van de samenleving. Allen ontvangen dan een gelijk deel waardoor het evenwicht zich herstelt.

Het onrecht in de bestaande economische orde is, dat dit evenwicht niet tot stand kan komen. Dit heeft ingrijpende gevolgen. Arbeid en kapitaal zijn niet in staat bóven de marge zelf terug te kopen. De consumptie is kleiner dan de productie. Economen noemen dit 'onderbesteding' of 'overproductie'. Dit veroorzaakt grote aantallen werkers zonder werk. Er is een sociale maatregel notie om die zeer scheve verhoudingen recht te trekken. De gemeenschap moet dit bewerkstelligen. Het is immers de gemeenschap die de grondwaarden doet ontstaan.

Dan is het ook de opdracht van de gemeenschap te bewerken, dat die waarden aan álle leden ten goede komen. 'Grondvest' spant zich in om steeds meer mensen bewust te maken van de betekenis van deze sociale grondslag.

4e Kwartaal '99