De dumping van metallurgisch afval staat rechtop bij u in de tuin...!! Denk, denk, denk, ...... denk na...!!*

Bestuurlijke en politieke fraude op topniveau

EuroStaete . . EKC . . Klokkenluiders <===> SDN . . Wolmanzouten . . English

HANDLEIDING VOOR DE CODERING VAN NIET-CHEMISCHE AFVALSTOFFEN

    I.A.V.M./L.W.C.A. RAPPORT NR. 24

                                   LANDELIJKE WERKGROEP CHEMISCH AFVAL
    	WAGENINGEN                  INTERUNIVERSITAIRE ADVIESCOMMISSIE
    	 SEPTEMBER 1991                VEILIGHEIDS- EN MILIEUWETGEVING
    
    
    

HOOFDSTUK 1

    INLEIDING

    1. Algemeen

    Vanaf 1 november 1989 coderen vergunninghouders van de Wet chemische afvalstoffen (Wca) hun meldingen van chemische afvalstoffen met behulp van de chemische afvalstofcodelijst ("Handleiding Afvalstofcode"); in bijlage 4 is de hoofdindeling van deze lijst opgenomen. Als gevolg van de goede ervaringen met de codering van chemische afvalstoffen is behoefte aan een lijst met niet-chemische afvalstoffen ontstaan. Niet-chemische afvalstoffen zijn hier: afvalstoffen die vallen onder de Afvalstoffenwet, Destructiewet en de Meststoffenwet. Een systematische lijst vergemakkelijkt de verwijdering van deze afvalstoffen en stimuleert hergebruik.

    Overigens bestaan al lijsten met niet-chemische afvalstoffen: de Duitse Abfallkatalog en hiervan afgeleide lijsten. Maar een eenduidige en uitgebreide lijst van niet-chemische afvalstoffen ontbreekt tot nu toe. Daarom is deze lijst van niet-chemische afvalstoffen ontwikkeld door de Interuniversitaire Adviescommissie Veiligheids- en Milieuwetgeving (IAVM) en de Landelijke Werkgroep Chemisch Afval (LWCA). Het project is uitgevoerd door Adviesbureau BKH, met subsidie van het ministerie van VROM.

    Opmerkingen of suggesties over indeling en codering van de afvalstoffen in de hier gepresenteerde lijst, worden zeer gewaardeerd. U kunt deze kenbaar maken aan de Landelijke Werkgroep Chemisch Afval; zie bijlage 9 voor een retourkaart. Aan dit rapport kan geen rechtskracht worden ontleend met betrekking tot de indeling van afvalstoffen als chemisch of niet?chemisch afval.

    1.2 Gebruikers van de lijst

    De lijst met niet-chemische afvalstoffen (de criteria en de systematiek van de indeling en codering worden verderop in de tekst toegelicht) is bedoeld als middel voor de registratie


      VOORBEELD 1

    U wilt de afvalstof cadmiumhoudende grond coderen. U zoekt in de alfabetische lijst bij "grond" Daar vindt u:

      grond, n. e. g.	                            12.23.199
      grond, schoon	                            12.23.101
      grond, verontreinigd	                    12.23.111 *
      grond, verontreinigd met, aardolieproducten 12.23.112 *
      grond, verontreinigd met zware metalen      12.23.113 *
      

    Om de cadmiumhoudende grond te kunnen indelen, moet een analyse uitwijzen of de grond, onder de Wet chemische afvalstoffen dan wel onder de Afvalstoffenwet valt. Als uit de analyse blijkt dat de concentratie cadmium bijvoorbeeld. 160 mg/kg droge stof bedraagt; valt de cadmiumhoudende grond onder de Wet chemische afvalstoffen volgens de Lijst van stoffen, bijlage II van het Besluit Aanwijzing Chemische Afvalstoffen (BAGA) In dit geval levert de lijst met chemische afvalstoffen de codering: "5.05.100 grond, verontreinigd met zware metalen".

    Wanneer de concentratie aan cadmium in de grond kleiner is dan 50 mg/kg droge stof, betreft. Het een niet-chemische afvalstof.. U kiest dan voor de niet-chemische. afvalstofcode. "12.23.113 grond, verontreinigd met zware metalen".


      VOORBEELD 2

    U zoekt de afvalstofcode voor houtafval. Wanneer u kijkt in de alfabetische codelijst, vindt u verschillende soorten houtafval. U weet dat uw houtafval behandeld is met een koper?chroom?arseen?zout (een wolmanzout).. U deelt daarom de afvalstof in onder de code: "14.15 602 houtafval, geconserveerd (wolmanzout)".


      VOORBEELD 3

    U zoekt de code voor de afvalstof "afgedankte koelkasten". In de lijst zijn geen specifieke productnamen opgenomen. Daarom vindt u de: afvalstof "koelkasten" niet in de alfabetische moet u in de systematische: lijst kijken. U weet dat koelkasten uit metalen bestaan en dat: metalen soms hergebruikt worden. In de categorie 12 "Reststoffen (geschikt maken voor hergebruik)" vindt u de hoofdgroep "non-ferrometalen" (12.17). De afgedankte koelkasten worden door u ingedeeld onder de code "12.17.702 witgoed". Categorie 14: Brandbare afvalstoffen (thermisch behandelen).


    CODE	AFVALSTOFNAAM
    
                            HOUT, THERMISCH VERWERKEN
    
                houtafval, geconserveerd
    14.15.601	houtafval, geconserveerd (creosoot)
    14.15.602	houtafval, geconserveerd (wolmanzout)
    14.15.699	houtafval, geconserveerd, n.e.g.
    
    
                            DIERLIJK AFVAL EN DIERLICHAMEN, GEEN DESTRUCTIE
    
                dierlijk afval/dierlichamen
    14,24.201	kadavers (besmet)
    14,24.202	geïnfecteerde mest
    14.24.299	dierlijk afval/dierlichamen, ongeschikt voor destructie, n.e.g.
    
    
                            ORGANISCHE PROCESSLIBBEN
    
                organische processlibben
    14.40,101	slib uit voedingsindustrie
    14.40.102	zetmeelslib uit afscheiders
    14.40.103	slib uit zoetwarenindustrie
    14.40.104	slib uit stoken van alcohol
    14.40.105	slib uit wijnbereiding
    14.40.106	slib uit oliebereiding (plantaardige/dierlijke olie)
    14.40.111	slib uit spaanderplaatproductie
    14.40.112	slib uit cellulosefabricage
    14.40.113	slib uit celstofproductie
    14.40.114	alkalicellulose-afval
    14.40.113	alkylcellulose-afval
    14.40.131	slib uit papierbereiding
    14.40.132	ontinktingsslib uit de papierrecycling
    14.40,141	slib uit kunstzijdefabricage
    14.40.142	slib uit doek?/lakenfabricage
    14.40.143	wasserijslib
    14.40.144	slib uit wolwasserijen
    14.40.151	leerpolijstslib en leermeel
    14.40.152	schraapslib van huiden
    14.40,161	slib uit zeepziederijen
    14.40.199	organische processlibben, n.e.g.
    
    
                            MINERALE AFVALSTOFFEN, VERBRANDEN
    
                minerale afvalstoffen
    14.41.101	grafietstof
    14.41.102	grafietslib
    14.41.103	actieve kool, voor adsorptie
    14.41.104	kolenstof
    14.41.199	minerale afvalstoffen, n.e.g.
    n.e.g. niet eerder genoemd dubbele codering (zie chemische code)
    
    
    BIJLAGE 7

SAMENSTELLING BEGELEIDINGS? EN TOETSINGSCOMMSSIE


    Leden begeleidingscommissie:

    de heer M.P.H. de Roos, Ministerie van VROM, Directie Afvalstoffen
    de heer R.A. van der Welle, Rijksuniversiteit Utrecht, Bureau Veiligheid en Milieu
    de heer A.E. Roodbeen, Landbouwuniversiteit Wageningen, Bureau Veiligheid en Milieuhygiëne
    de heer A.P. de Groot, Dienst Stadsbeheer, 's-Gravenhage


    Leden toetsingscommissie:

    de heer J.P. Schets, Interprovinciaal Overleg (IPO)
    de heer H. Groen, AM (Afvalverwerking Regio Nijmegen B.V.)
    de heer A.A. Nijkerk, FHG (Federatie Herwinning Grondstoffen)
    de heer L.A.A.M. van Arendonk, VBM (Verwerking Bedrijfsafval Maasvlakte C.V.) NVRD/VEABRIN



    Van:

      Ad van Rooij,
      't Achterom 9a,
      5491 XD Sint Oedenrode.
      tel. 04130 ? 76137.

    Aan:

      Remi Poppe,
      S.P. Milieu-alarmteam..
      Vijverhofstraat 65.
      3032 SC Rotterdam.

    Sint Oedenrode, 26 december 1991.

    Beste Remi.

    Bijgevoegde documenten leveren het bewijs dat het Ministerie van VROM en de Gemeente Sint Oedenrode betrokken zijn bij het indirect lozen van sterk arseenhoudend chemisch afval van de BILLITON via het gewolmaniseerde hout zonder dat daarvoor Iemand strafrechtelijk kan worden aangepakt. De Firma Van Aarle B.V. wordt daarbij gebruikt als proefbedrijf. Bij dit bedrijf wil de VROM (adviseur beroepen) jurisprudentie opbouwen dat milleucategorie-5 impregneerbedrijven (chemische bedrijven, Seveso-bedrijven)) houtverwerkende bedrijven worden genoemd, welke qua gevaar, schade en hinder zonder problemen temidden van woningen in het ecologisch kerngebied van het Dommeldal kunnen worden opgericht.

    De VROM en de Gemeente Sint Oedenrode willen kost wat kost deze jurisprudentie opbouwen, want dan is het mogelijk om op duizenden plaatsen In Nederland chemische Impregneerbedrijven in kritische gebieden op te starten. Dit terwijl zo'n milieucategorie 5 bedrijf op nagenoeg geen enkel industrieterrein mag beginnen vanwege hun categorale indeling en het daarmee samenhangende gevaar.

    Wanneer op deze manier overal van die impregneerbedrijven kunnen worden opgericht dan ken er ook heel veel geïmpregneerd worden, zodat de BILLITON heel veel sterk arseenhoudend chemisch afval kan verkopen. Dit terwijl diezelfde VROM andere bedrijven voorschrijft dat zij arseenhoudend chemisch afval duur moeten afvoeren (concurrentievervalsing). opvallend hierbij is dat de BILLITON en de VROM in Leidschendam in een gebouw zijn gehuisvest. Hoe een en ander te werk gaat zal ik hieronder puntsgewijs beschrijven.


    1. Zie stuknr. 1.

      Uit dit krantenartikel van 7 juli 1989 (Eindhoven Dagblad) valt op te maken:

      • Dat aan zo'n 250 notabelen bekend gemaakt is dat impregneren met Superwolmanzout-CO heel goed is voor het milieu.
      • Dat de 'hr. Mouwen In goed overleg met de VROM dit allemaal uitgedokterd heeft. De Heer Mouwen overlegt met de VROM in naam van Techmil B.V.

    2. Zie stuknr. 2. Uit de brief van 11 april 1990 van de hr. Mouwen aan B&W van Sint Oedenrode valt op te maken

      • Hoe de Hr. Mouwen in de zaak Van Aarle is verweven en onder de naam Techmil B.V. technische en milieutechnische adviezen geeft.
      • Technil B.V. staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel in Dordrecht onder nr. 49960.

    3. Zie stuknr. 3. Uit bet uittreksel van de Kamer van Koophandel uit Dordrecht valt op te maken

      • Dat bij Techmil B.V. maar 1 persoon werkt namelijk de Hr. Houwen zelf.
      • Dat Techmil 1 B.V. op 31?12?1989 een kortlopende schuld heeft van f. 240.000. Het is toch wel neer opmerkelijk dat de VROM met dit bureau heel nauw samenwerkt.

    4. Zie stuknr. 4 Op 19 november 1990 maakt Techmil Management & Technologie namens de Firma Van Aarle B.V. een adviesrapport voor B&W van Sint Oedenrode i.v.m. zijn nieuwe hinderwetaanvraag. Hieruit valt op te maken:

      • Techmil B.V. Is veranderd in Techmil Management & Technologie. Opvallend hierbij is dat "Techmil" dikgedrukt is en "Management & Technologie" niet. Op die manier valt de naamsverandering niet op.
      • Het embleem van "10 mannetjes" is zowel bij "Techmil B.V." alswel bij "Techmil Management & Technologie" aanwezig. Bij "Techmil B.V." zijn alle mannetjes wit. Bij "Techmil Management en Technologie" zijn de helft van de mannetjes zwart en de andere helft is wit. Op deze manier valt de embleemverandering niet op,
      • "Techmil Management en Technologie" staat onder een ander Kamer van Koophandelnummer ingeschreven dan "Techmil B.V," namelijk onder "Dordrecht 63514" i.p.v. "Dordrecht 49960".
      • De inhoud van betreffend adviesrapport deugt niet en is er op gericht bij de Firma Van Aarle B.V. een impregneerbedrijf op te richten.

    5. Zie stuknr. 5. Medio augustus 1991 maakt Techmil Management & Technologie namens de Firma Van Aarle B.V. aan adviesrapport voor het Waterschap De Dommel. Hieruit valt op te maken a. Zie A t/m C van punt 4. b, De inhoud van betreffend adviesrapport deugt niet en is er op gericht bij de Firma Van Aarle B.V. een impregneerbedrijf op te richten zonder een daarvoor vereiste WVO?vergunning.

    6. Zie stuknr. 6. Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel uit Dordrecht valt op te maken dat

      • Bij Techmil Management en Technologie B.V. 2 tot 4 personen werken, namelijk dezelfde, Heer Mouwen en de Heer Leegwater.

      • "Techmil management en Technologie B.V." doet niet alleen In Technische. Milleutechnische en Managementadviezen zoals "Techmil B.V." maar voert tevens handel in chemische installaties en producten. Hieruit valt op te maken dat de Heer Mouwen er persoonlijk grote financiële belangen bij heeft dat de oprichting van het impregneerbedrijf bij de Firma Van Aarle B.V. doorgaat.

      • "Techmil Management en Technologie B.V." is een lege B.V. en heeft niets te vertellen. Het wordt namelijk bestuurd door een andere B.V. te weten Erel B.V. Deze staat Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel in Arnhem onder nr. 68949.

    7. Zie stuknr. 7. Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel uit Arnhem valt op te maken

      • Dat bij EREL B.V. maar 1 persoon werkt namelijk de Heer Leegwater.
      • Dat "Erel B.V," de bestuurder Is van "Techmil management en Technologie" en groothandel voert in chemische producten. Omdat de Heer Mouwen onder de naam Techmil B.V. als milieutechnisch adviesbureau (stuknr.3) onderhandelingen voert met de VROM (stuknr.1) betekent dat hij met de VROM, afspraken kan maken welke resulteren tot een enorme groothandel In chemische producten (chemisch afval.) Hieruit valt op te maken dat zowel de Heer Mouwen alswel de Heer Leegwater er persoonlijk grote financiële belangen bij hebben dat de oprichting van het impregneerbedrijf bij de Firma Van Aarle B.V. doorgaat.

      • "Erel B.V." is opgericht op 27?04?1990. Voor die tijd was de Heer Leegwater directeur bij Van Swaaij Garantor B.V. Ambachtweg 4 te Nijmegen, Toen de Heer Leegwater daar is vertrokken is de naam 'Van Swaaij en Garantor B.V. veranderd in Hickson Garantor B.V. en heeft bij EREL B.V. opgericht. Daarna hebben de Heer Leegwater en de Heer Mouwen op 15?10?1991 "Techmil Management en Technologie B.V." opgericht. (stuknr.6). Dit omdat de Heer Mouwen via "Techmil B.V," al vanaf 17?04?1984 goede kontakten heeft met de VROM,

      • Omdat de Heer Leegwater voor 27?04?1990 directeur was bij Van Swaaij Garantor B.V. (Hickson Garantor B.V.) betekent dat hij op de hoogte is van het feit dat "Superwolmanzout-CO" chemisch afval van de BILLITON is. Het op deze manier omzetten van "Chemisch afval van de BILLITON" tot "product Superwolmanzout-CO" vindt plaats door een aanvraag in te dienen bij de VROM overeenkomstig de bestrijdingsmiddelenwet. De VROM geeft vervolgens betreffend chemisch afval van de BILLITON vrij als product Superwolmanzout-CO. Frappant is dan ook dat de VROM en de BILLITON in Leidschendam zijn gehuisvest in hetzelfde gebouw. Met deze kennis ui t het verleden kan de Heer Leegwater via de Heer Mouwen bij de VROM en dus via de adviseur Beroepen bij de Raad van State druk uitoefenen. Dit is dan ook de reden dat mijn beroepschriften + schorsingsverzoeken bij de Raad van State meestal niet neutraal worden behandeld. hetgeen ik kan bewijzen.

    8. Zie stuknr. 8. Uit dit artikel uit catalogus 1991 van "land en water" valt op te maken

      • Dat Hickson Garantor een wereldconcern is. Ook de BILLITON (SHELL) is een wereldconcern. Deze bedrijven hebben dan ook veel macht.
      • Dat Hickson Garantor in dit milleublad de consument (tussenhandel) voorliegt met als doel een grote markt te creëren om heel veel chemisch afval van de BILLITON indirect via het hout te kunnen lozen.


      Met vriendelijke groeten,

      Ad van Rooij

      
      
      
      
      
      
      
      
      Bijlage stuknr. 1 t/m




    
    

    Postbus 20951, 2500 EZ 's-Gravenhage
    Telefoon (070) 26 42 01. van Alkemadelaan 85

    Telex 34429 voro.nl fax.: 070-245475

Rond naar commissie

    Stafbureau Managementteam

      ----------------------- | TWEEDE KAMER | Aan de voorzitter van de vaste | Der | Commissie van Milieubeheer | STATEN-GENERAAL | Tweede Kamer der Staten-Generaal | | Postbus 20018 | Datum: 2 APR. 1992 | 2500 EA 's-Gravenhage | | |DIENST: CS- MB-92-186 | | Nr. Uw brief van | -----------------------

    Uw kenmerk uw brief van Kenmerk Datum MB-92-99 17 maart 1992 SBM/27392009 31 maart 1992

    Onderwerp: Brief van de heer van Rooij te Sint-Oedenrode

    Naar aanleiding van de brief, die de heer Van Rooij te Sint Oedenrode u op 25 februari 1992 stuurde en die u naar mij doorstuurde met het verzoek om een reactie, deel ik u het volgende mede.

    De heer Van Rooij woont naast het houtimpregneerbedrijf Van Aarle b.v. De heer van Rooij maakt zich al geruime tijd erg bezorgd over de door de firma Van Aarle gebruikte houtverduurzamingsmiddelen, de werkwijze van het bedrijf en de consequenties van dit alles voor mens en milieu. Zijn zorg brengt hij tot uitdrukking door mij bij voortduring uitgebreide brieven, begeleid door talloze kopieën, te schrijven, waarin hij talrijke vragen over deze en aanverwante materie stelt. Brieven van gelijke inhoud of strekking stuurt de heer Van Rooij ook naar collega-ministers, de hoofdinspecteur voor de milieuhygiëne, de regionaal inspecteur milieuhygiëne in Noord-Brabant, de Nationale Ombudsman, de Raad van State en vele anderen. Om u een indruk te geven volgt in de bijlagen een - niet uitputtend - overzicht van zijn correspondentie aan VROM/DGM en overige instanties.

    Ik waardeer het in hoge mate als burgers een grote betrokkenheid vertonen bij de milieuproblemen waarmee de Nederlandse samenleving wordt geconfronteerd. De wijze waarop de heer Van Rooij zijn betrokkenheid uit, legt echter een zeer groot tijdsbeslag op medewerkers van het directoraat-generaal Milieubeheer, de Hoofdinspectie Milieuhygiëne en de Regionale Inspectie Milieuhygiëne te Noord-Brabant. Ik ben van mening dat dit tijdsbeslag, veroorzaakt door een burger, een thans niet meer te verantwoorden omvang is gaan aannemen. Dit te meer gezien de genoegzaam bekende wederzijdse standpunten en het feit dat zijn brieven ons na serieuze bestudering geen nieuwe gezichtspunten opleveren.

    Ik kan mij niet een de indruk onttrekken dat de klachten worden ingegeven door het feit dat de heer Van Rooij niet het antwoord krijgt dat hij graag wil hebben,

    Dit heeft mij ertoe gebracht een beslissing te nemen omtrent de behandeling van brieven van de heer Van Rooij. Deze beslissing houdt in, dat zijn brieven voor kennisgeving zullen worden aangenomen. Een inhoudelijke beantwoording zal niet meer plaatsvinden. Naar aanleiding van een brief, die de heer van Rooij mij op 16 februari jl. stuurde, heb ik de heer Van Rooij op 12 maart jl. een brief van hierboven genoemde strekking gestuurd. Een kopie heb ik voor uw informatie bijgevoegd. Overigens heb ik ook de Nationale Ombudsman, de heer mr. drs. M. Oosting, mijn beslissing meegedeeld. Inmiddels ontving ik verzoeken van het Kabinet der koningin en de minister van Binnenlandse Zaken, aan wie de heer Van Rooij zijn brief d.d. 25 februari 1992 onder meer ook heeft gestuurd, tot behandeling Van deze brief. Zowel de directeur van het Kabinet der Koningin, de heer drs. F.E.R. Rhodius, als de minister van Binnenlandse Zaken heb ik van mijn besluit op de hoogte gebracht.

    Hoogachtend,

    de Minister van Volkshuisvesting
    Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

    J.G.M. Alders

    
    
    
    
    
    
    Bij lagen:

    1. overzicht correspondentie van de heer Van Rooij (februari 1992)
    2. brief aan de heer Van Rooij d.d. 12 maart 1992.

    Februari 1992

    Correspondentie van de heer Van Rooij te Sint Oedenrode

    Correspondentie aan VROM/DGM:
    09 mei 1989
    11 juli 1990
    13 augustus 1990    }
    20 augustus 1990    } ons antwoord 19 november 1990
    03 september 1990   }
    10 september 1990
    11 december 1990    }
    10 januari 1991     } ons antwoord 06 maart 1991
    03 maart 1991         ons antwoord 02 april 1991
    05 mei 1991           ons antwoord 22 mei 1991
    21 augustus 1991    }
    22 augustus 1991    } ons antwoord 07 oktober 1991 na uitstelbrief 17 sept. 1991
    23 augustus 1991    }
    
    De laatste correspondentie met de heer Van Rooij betreft onze reactie op zijn brieven van 6 april 1991 en 6 juli 1991 aan de minister van LNV. Beide brieven zijn eind januari 1992 ter beantwoording aan ons overgedragen. Ons antwoord dateert van 14 februari.

    Met de hoofdinspectie en de regionale inspectie Noord Brabant heeft de heer Van Rooij ook ? maar niet tot zijn tevredenheid ? veelvuldig schriftelijk en mondeling contact.

    
    Overige correspondentie aan overheidsinstanties, voor zover bekend bij DGM:
    26 juni 1989       Commissaris van de Koningin Noord-Brabant
    04 augustus 1989   Commissaris van de Koningin Noord-Brabant
    30 oktober 1989    Commissaris van de Koningin Noord-Brabant
    04 december 1989   Commissaris van de Koningin Noord-Brabant
    20 februari 1990   Commissaris van de Koningin Noord-Brabant
    26 maart 1990      Commissaris van de Koningin Noord-Brabant
    23 april 1990      Tweede Kamer
    01 mei 1990        Commissaris van de Koningin Noord-Brabant
    03 mei 1990        Wethouder gemeente Sint Oedenrode
    07 mei 1990        College B&W Sint Oedenrode
    27 mot 1990        Commissaris van de Koningin Noord-Brabant
    27 mei 1990        Hare Majesteit de Koningin
    27 mei 1990        Minister-president
    11 Juli 1990       Minister-president
    10 september 1990  Minister van Justitie
    10 september 1990  Arbeidsinspectie Maastricht
    10 september 1990  College gedeputeerde Staten Noord-Brabant
    15 november 1990   College gedeputeerde Staten Noord-Brabant
    11 december 1990   Hare Majesteit de Koningin
    11 december 1990   Minister V&W
    11 december 1990   Minister LNV
    16 december 1990   Directeur Afvalstoffen DGM
    10 januari 1991    Hare Majesteit de Koningin
    10 januari 1991    Minister V&W
    10 januari 1991    Minister LNV
    10 januari 1991    College B&W Sint Oedenrode
    03 maart 1991      Minister V&W
    29 maart 1991      Minister van Justitie
    03 april 1991      Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
    03 april 1991      Ministerie van sociale Zaken en Werkgelegenheid (DG-Arbeid)
    06 april 1991      Minister LNV
    21 april 1991      Officier van Justitie 's-Hertogenbosch
    22 april 1991      Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
    03 meŁ 1991        Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
    05 mei 1991        Minister V&W
    03 Juli 1991       Ministerie van sociale Zaken en Werkgelegenheid
    06 Juli 1991       Minister LNV
    20 augustus 1991   Tweede Kamer
    20 augustus 1991   Ministerie Binnenlandse Zaken
    25 augustus 1991   Tweede Kamer
    28 september 1991  Minister LNV
    28 september 1991  Tweede Kamerfractie Groen Links
    03 november 1991   Minister LNV
    27 december 1991   Minister LNV
    
    
    Van diverse brieven zijn kopieën gestuurd naar één of meerdere van de volgende personen of instanties: Hare Majesteit de Koningin, Minister-president, Minister LNV, Minister V&W, Minister Justitie, Tweede Kamer, OvJ 's-Hertogenbosch, politie Boxtel, directeur vuilnisstortplaats, Stadsgewest 's-Hertogenbosch, voorzitter van directeuren van de landelijke vuilnisstortplaatsen, SP-Milieualarmteam, SP-Statenlid voor Noord-Brabant, Vereniging voor natuurbehoud en milieubeheer in midden en Noord?Oost Brabant, regionaal inspecteur Noord Brabant, Provinciale Staten Noord Brabant, Milieudefensie, Stichting Natuur en milieu, Greenpeace, Brabantse Milleufederatie, De Kleine Aarde.

    Ook bij de Raad van State en de Nationale Ombudsman is de heer Van Rooij Inmiddels bekend. Bij belde Instanties heeft hij in de loop der tijd diverse malen beroep aangetekend dan wel een klacht ingediend. Eind 1990 had de heer Van Rooij na drie jaar naar eigen zeggen zo'n 600 briefwisselingen met allerlei overheidsinstanties gevoerd.

    Postbus 20951, 2500 EZ 's-Gravenhage
    Telefoon (070) 26 42 01. van Alkemadelaan 85
    Telex 34429 voro.nl fax.: 070-245475




    
    
    
    
    
    
    
    DIRECTORAAT GENERAAL MILIEUBEHEER                 Ing. A.M.L. van Rooij
    Stafbureau Managementteam                         't Achterom 9a
                                                      5491 XD Sint Oedenrode
    
    
    Uw kenmerk        Uw brief               kenmerk            Datum
                      16 februari 1992      SBM/26292002         12 maart 1992
    
    Onderwerp: Uw brieven

    Geachte heer Van Rooij,

    U toont al vele jaren een hoge mate van betrokkenheid bij het milieu. Ik waardeer het zeer, wanneer burgers blijk geven van hun bezorgdheid voor een beter milieu. Vooral wanneer op deze bezorgdheid ook een daadwerkelijk handelen in de persoonlijke sfeer volgt. Het gebruik van houtverduurzamingsmiddelen door de firma Van Aarle brengt u door middel van talrijke vragen veelvuldig onder mijn aandacht. Ook in uw brief van 16 februari stelt u mij wederom een groot aantal vragen, voortvloeiend uit uw visie hierop. U legt inmiddels een zeer groot tijdbeslag op mijn medewerkers van het directoraat-generaal Milieubeheer, de Hoofdinspectie Milieuhygiëne en de Regionale Inspectie Milieuhygiëne. Ik ben van mening dat dit tijdbeslag een thans niet meer te verantwoorden omvang is gaan aannemen. Dit te meer gezien de genoegzaam bekende wederzijdse standpunten en het feit dat uw brieven ons na serieuze bestudering geen nieuwe gezichtspunten opleveren. u noopt mij daarom thans een beslissing te nemen omtrent de behandeling van uw brief d.d. 16 februari jl. en eventuele volgende brieven. Deze beslissing houdt in dat uw brieven voor kennisgeving zullen worden aangenomen. Een inhoudelijke beantwoording zal niet meer plaatsvinden.

    Hoogachtend,

    De Minister Ruimtelijke


      J.G.M. Alders
    
    
    
    Bijlagen

          Verzoeke bij beantwoording onderwerp, datum en kenmerk van deze brief te vermelden
          In verband met het regeringsbeleid om het aantal autokilometers terug te dringen wordt het zeer op prijs gesteld
          dat u bij bezoek aan een VROM-kantoor gebruik maakt van het openbaar vervoer.



    Sint Oedenrode. 25 februari 1992.

    Ing. A.M.L. van Rooij,
    't Achterom 9a,
    5491 XD Sint Oedenrode.


    Betreft:

      Bezwaarschrift op handleiding voor de codering van niet-chemische afvalstoffen, welke is opgesteld door de landelijke werkgroep chemisch afval interuniversitaire adviescommissie veiligheids- en milieuwetgeving.
    Aan:
      De Tweede Kamer der Nederlandse Staat. Binnenhof la, Postbus 20018, 2500 EA 's-Gravenhage.

    Kopie: Zie lijst pag. 20.


    Geachte Voorzitter, Kamerleden.

    Het Ministerie van VROM heeft subsidie gegeven voor het opstellen van een handleiding voor de codering van niet-chemische afvalstoffen. Daarom is zo'n lijst van niet-chemische afvalstoffen ontwikkeld door de interuniversitaire adviescommissie Veiligheids- en milieuwetgeving (IAVM) en de Landelijke Werkgroep Chemisch Afval (LWCA). Het is de bedoeling dat deze lijst binnenkort wordt geïmplementeerd in onze landelijke milieuwetgeving.

    Middels dit bezwaarschrift aan U. wil ik U kenbaar maken dat wanneer U toestaat dat deze lijst wordt geïmplementeerd in onze milieuwetgeving U verantwoordelijk bent voor;

    • Moord op termijn voor mens, dier en leefmilieu in Nederland.
    • Een snelle algehele verontreiniging van geheel Nederland met het uiterst giftige en kankerverwekkende Arseen en Chroom VI en andere milieuvernietigende stoffen.
    • Vernietiging van onze toekomstige economie.
    • Zware concurrentievervalsing.
    • Fraude en misbruik van onze gemeenschapsgelden.

    Dit omdat met wolmanzout geconserveerd houtafval staat opgenomen als een niet chemische afvalstof onder codenummer 14.15.602 en verbranden (thermisch behandelen) van dat sterk chemisch afval wordt voorgesteld. (zie stuknr.1). Ik verzoek u strafrechtelijk tot op de bodem te laten uitzoeken hoe het mogelijk is dat leden van de begeleidings- en toetsingscommissie in hun handleiding voor de codering van niet chemische afvalstoffen, afval van gewolmaniseerd hout als niet chemisch afval onder codenummer 14.15.602 op de lijst hebben laten zetten.

    • Temeer omdat de Heer A.E. Roodbeen, lid van de begeleidingscommissie mij wist te vertellen dat dit om politieke redenen is gedaan.
    • Temeer omdat Minister Alders in zijn brief van 21 januari 1991, kenmerk SK/29N0274 aan Remi Poppe



    (Socialistische Partij) schrijft.)

    ------------------------------------------------------------------------------- Tenslotte vormt hout, dat met koper, chroom en arseen is verduurzaamd een probleem in de afvalfase. Immers de norm van 50 ppm. arseen voor indeling als chemisch afval wordt in zulk hout meer dan een factor 10 overschreden. In de afvalfase moeten wij dit hout dus inderdaad beschouwen als chemisch afval en als zodanig verwijderen.

    -------------------------------------------------------------------------------

    Ditzelfde schrijft Minister Alders ook in zijn brief van 6 maart 1991. kenmerk DGM/SDG/28291002 en zijn brief van 2 april 1991, kenmerk DGM/SDG/25391002 aan ondergetekende. Ook in de brief van 1 mei 1991 kenmerk DGM/M/SR/13391008 aan de Directeur van Stichting Natuur en Milieu A.J.M. van de Biggelaar schrijft Minister Alders dit; want daarin wordt verwezen naar zijn brief van 21 januari 1991 aan de Soclalistiese Partij, Temeer omdat Minister Alders in zijn brief van 15 november 1990, kenmerk SR/1960251 aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Milieubeheer van de Tweede Kamer schrijft:

    -------------------------------------------------------------------------------

    Gewolmaniseerd hout dient te worden ingedeeld en verwijderd als chemisch afval op grond van een gehalte van meer dan 50 mg arseen per kg. hout.

    -------------------------------------------------------------------------------

    Ditzelfde schrijft Minister Alders ook in zijn brief van 19 november 1990 kenmerk SR/1080252 aan ondergetekende en in zijn brief van 19 november 1990 aan de Minister President, Temeer omdat ik in mijn brief van 20 augustus 1091 aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken heb kenbaar gemaakt dat bij verbranding chroom 111 verbindingen zich omzetten in chroom VI verbindingen en dat mede daardoor het opstoken van 5 m3 gewolmaniseerd hout een milieubelasting geeft van 440 ton zand tot chemisch afval in de vorm van roetdeeltjes (as) welke met de rook mee diffuus over de omgeving worden verspreid. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken reageerde daarop in hun brief van 11 september 1991, kenmerk EB91/2374 met de mededeling dat zij in zijn algemeenheid met mij de zorg deelden met betrekking tot verbranding van gewolmaniseerd hout.

      Conclusie bezwaarschrift

    Op grond van bovengenoemde argumenten verzoek ik U afval van gewolmaniseerd hout codenummer 14.15.602 van de lijst te laten schrappen als niet chemisch afval en mij hierover schriftelijk te berichten. Omdat ik ook grote twijfels heb over sommige andere afvalstoffen welke de commissie als niet chemisch afval heeft ingedeeld verzoek ik U betreffende lijst te laten screenen door minimaal:

    • R. Poppe, S.P. Milieu-alarmteam.
    • A. Klingenberg, Stichting Natuur en Milieu
    • J. Juffermans, Kleine Aarde. Boxtel.

    alvorens hem te implementeren in onze landelijke milieuwetgeving.

    Aangezien ik van mening ben dat dit alles het gevolg is van Infiltraties van moderne milieucriminelen binnen diverse overheidsinstanties zal ik hiervan een tipje van de sluier oplichten. Betreffend tipje van de sluier kunt U in ondergenoemd getal Punten lezen, waardoor U een beeld krijgt van ons milieu- en mensvernietigende beleid in Nederland, welke zich ook rond het bedrijf van de Firma Van Aarle in Sint Oedenrode afspeelt.

    1. De huidige EEG?richtlijnen schrijven de lidstaten strenge milieuwetgeving voor. Op grond daarvan mag de metaalindustrie zijn uiterst giftig en kankerverwekkend chemisch afval niet meer lozen in onze open wateren. Omdat de metaalindustrie betreffend chemisch afval toch blijft produceren heeft het Ministerie van VROM in samenspraak met het Ministerie van Sociale Zaken en het Ministerie van Landbouw, betrokken metaalindustrie en betrokken impregneerbranche de volgende constructie bedacht om van betreffend chemisch afval af te komen zonder dat daarvoor iemand strafrechtelijk kan worden aangepakt.

      • a. Betrokken metaalindustrie levert zijn uiterst giftig en kankerverwekkend chemisch afval aan 's werelds grootste impregneerconcern als reststoffen welke geschikt te maken zijn voor hergebruik,
      • b. 's Werelds grootste impregneerconcern bemonstert betreffend chemisch afval op arseen? chroom? en koperzouten.Vervolgens worden betreffende percentages aan werkzame arseen?, chroom?. en koperzouten ingevuld op een aanvraagformuller voor impregneermiddel "Superwolmanzout-Co". Vervolgens wordt bij de bestrijdingsmiddelencommissie de aanvraag voor vrijgave van dat bestrijdingsmiddel "Superwolmanzout-Co" ingediend.

      De Bestrijdingsmiddelencommissie geeft onder verantwoordelijkheid van bet Ministerie van VROM betreffend bestrijdingsmiddel blindelings vrij, Zij doen dit om betrokken metaalindustrie te helpen met het indirect lozen van dat uiterst giftig en kankerverwekkend chemisch afval zonder dat daarvoor iemand strafrechtelijk kan worden aangepakt. Diffuus lozen via het gewolmaniseerde tuinhout bij de niet geïnformeerde burger In de tuin kan namelijk niet strafrechtelijk worden aangepakt.

    2. Omdat betrokken metaalindustrie meer chemisch afval produceert dan er indirect via het gewolmaniseerde hout gestort kan worden, is onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van V?ROM een landelijke reclame campagne gestart om dit hout bij de niet voorgelichte burger te promoten en zelfs te verplichten. Via allerlei huis aan huis bladen, TV. en radio werd geadverteerd met

        - milieuvriendelijk gewolmaniseerd hout
        - gifvrij gewolmaniseerd hout
        - ecologische woningbouw van gewolmaniseerd hout.
        - Red ons milieu, gebruik geen tropisch hardhout maar gewolmaniseerd hout.
        - etc.

      Het Ministerie van VROM greep niet in, sterker nog zij waren van plan het gebruik van betreffend gewolmaniseerd hout te verplichten via de gemeentelijke bouwverordening, zogenaamd om de regenwouden te redden. Om de Nederlandse burger nog meer te misleiden wordt door het Ministerie van VROM vla landelijke kranten. radio en TV. steeds verteld dat Nederland een goed milieubeleid voert. Dit omdat de chemische bedrijven niet meer lozen in onze open wateren. Dat betreffend chemisch afval indirect via het gewolmaniseerde hout bij diezelfde burgers in hun tuin wordt geloosd wordt er niet bij verteld, want dan wordt het niet meer verkocht.

    3. Omdat betrokken metaalindustrie nog steeds meer chemisch afval produceerden dan er indirect via het gewolmaniseerde hout gestort kan worden is er onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van VROM iets bedacht om betreffend hout tot de kern toe vol te persen. Dan kan men namelijk per m3 hout wel zo'n 10 tot 20 kg. chemisch afval kwijt. Dompelen was dus ineens niet meer milieuvriendelijk, er moest onder hoge druk geïmpregneerd worden. Dat is milieuvriendelijk volgens het Ministerie van VROM. Hiervoor wordt dan ook subsidie gegeven (= misbruik van gemeenschapsgelden). Dit Moest dan ook via kranten. T.V. en radio bekend gemaakt worden want dan wordt het veel gekocht en kan er veel meer chemisch afval vin dat hout bij de mensen in de tuinen worden geloosd op plaatsen waar vroeger

      • beukenhagen
      • coniferen
      • lustrums
      • e.d. stonden.

      Dat betreffend gewolmaniseerd hout zoveel arseen en chroom bevat dat het bij de mensen in de tuin per m3 hout een mi1ieubelasting geeft van 20 tot 60 ton zand tot chemisch afval wordt er niet bij verteld, Dat betreffend gewolmaniseerd hout zoveel arseen bevat dat het soms 100 keer de WCA-grens te boven gaat wordt er niet bij verteld.

    4. Zowel Minister Alders. alswel Minister de Vries weten dat In het publicatieblad "Registratieverplichting gevaarlijke stoffen" zowel arseenzuur alswel chroomtrioxide staan opgenomen op de lijst van kankerverwekkende stoffen en dat registratieplicht geldt voor het werken daaraan wanneer het gewichtspercentage van die stof gelijk is of hoger dan 0.1% Omdat het gewichtpercentage aan arseenzuur en chroomtrioxide in gewolmaniseerd hout 0.5 % tot 1.5% bedraagt betekent dat voor het werken daaraan middels het ministerieel besluit krachtens het VBF, art.188c, lid 4 en het VBR, art 60. lid 4 een aanvullende registratieplicht geldt. Ondanks het feit dit bij zowel het Ministerie van VROM alswel het Ministerie van Sociale Zaken bekend is, schrijft de Directeur Gezondheid Ir. A.W.M. Balemans van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid In zijn brief van 23 januari 1992, kenmerk DGA/G/TOS/9110945 aan mij:

    -------------------------------------------------------------------------------

    Met Superwolmanzout-Co geïmpregneerd bout mag gezaagd. geschaafd en geschuurd worden zonder dat medische controle uitgeoefend moet worden op de betreffende werknemers. Ook registratieplicht van betreffend houtmot en houtafvalstukken is niet nodig.

    -------------------------------------------------------------------------------

    Hiermede heb ik het bewijs geleverd dat de Directeur Gezondheid handelt in strijd met het ministerieel besluit krachtens het VBF, art.188c. lid 4 en van VBR, art 60, lid 4. Hiermee pleegt hij een ernstig strafbaar telt. Ik verzoek U dan ook dit strafrechtelijk tot op de bodem te laten uitzoeken. Temeer omdat zowel het ministerie van VROM, alswel de Minister van Sociale Zaken weten dat betreffend bout wordt gebruikt voor

    • tuinschuttingen, waartegen bramen, druiven, frambozen e.d. worden geplant.
    • kinderzandbakken
    • kinderzwembadjes
    • champignonbakken
    • tuinhuisjes
    • tuintafels, tuinstoelen etc, etc.

    Temeer omdat zowel de Minister van VROM. alswel de Minister van Sociale Zaken weten dat betreffend bout overal wordt gezaagd, geschaafd, geschuurd etc, zonder beschermende maatregelen,

    Temeer omdat zowel de Minister van VROM. alswel de Minister van Sociale Zaken weten dat betreffend houtmot vermengd met ander houtmot wordt gebruikt voor:

    • palingrokerijen
    • worstrokerijen
    • onder de varkens, koelen. schapen e.d. en vervolgens als mest op het land wordt uitgereden.

    Temeer omdat zowel de Minister van VROM, alswel de Minister van Sociale Zaken weten dat betreffend hout?, wat vaak niet meer te herkennen is. wordt opgestookt

    • op brandstapels
    • in open haarden
    • in houtkachels

    en dat betreffend extreem giftig as gewoon met het blik wordt opgeschept zonder beschermende maatregelen om het vervolgens als humus voor de groentetuin te gebruiken. Temeer omdat zowel de Minister van VROM, alswel de Minister van Sociale Zaken weten dat al het arseenzuur en alle chroomtrioxide welke in het gewolmaniseerde hout wordt geperst op den duur In het grondwater terecht komt. Dit omdat het zware metaalzouten betreffen. Om die reden zijn betreffende arseenzouten en chroomzouten erg mobiel en zal ons toekomstig drinkwater daarmee worden vergiftigd.

    1. Op 13 augustus 1990 heb ik bij Minister Alders een Bezwaarschrift ingediend. Dit omdat Superwolmanzout-Co (chemisch afval van de BILLITON) toelatingsnummer 8228, van Hickson Garantor B.V. is vrijgegeven in strijd met de bestrijdingsmiddelenwet.

      In de brief van 19 november 1990. kenmerk SR/1080252 heeft Minister Alders beschikt op mijn bovengenoemd bezwaarschrift, zonder Inhoudelijk op mijn goed onderbouwde bezwaren te reageren. Omdat tegen overtredingen van de bestrijdingsmiddelenwet volgens de Wet Algemene Bepalingen Milieuhygiëne geen beroep mogelijk is en de vrijgave van Superwolmanzout-Co (chemisch afval BILLITON) ook In strijd is met artikel 34 van de Wet Chemische Afvalstoffen en artikel 21 van de Grondwet heb ik op 11 december 1990 op bovengenoemde beschikking van 19 november 1990 op grond van :

      • artikel 34 van de Wet Chemische Afvalstoffen
      • Artikel 21 van de Grondwet wederom een bezwaarschrift Ingediend bij Minister Alders.

    In de brief van 6 maart 1991, kenmerk DGM/5DG/28291Q02 heeft Minister Alders beschikt op mijn bovengenoemd bezwaarschrift van 11 december 1990 wederom zonder inhoudelijk op mijn goed onderbouwde bezwaren te reageren. In diezelfde brief van 6 maart 1991, kenmerk DGM/SDG/28291002 heeft Minister Alders tegelijk antwoord gegeven op mijn brief van 10 januari 1991 (? geen bezwaarschrift).

    Dit is het werk van moderne milieucriminelen werkzaam binnen het Ministerie van VROM. Dit is bewust gedaan omdat betreffende brief van Minister Alders dan wettelijk gezien niet meer beschouwd behoeft te worden als beschikking op mijn bezwaarschrift van 11 december 1990 waartegen beroep mogelijk 15 bij de Raad van State. Om dit te bewijzen heb ik op grond van Artikel 34 van de Wet Chemische Afvalstoffen op 31 maart 1991 bij de Raad van State. Afdeling Geschillen van Bestuur toch beroep aangetekend op bovengenoemde beschikking van 6 maart 1991 van Minister Alders.

    Ik heb daarbij de Voorzitter tevens om schorsing verzocht. In de uitspraak van 4 Juni 1991 no's G05.91.0472.BZ3221,91 en B05.91.0305 heeft Voorzitter Veringa mijn beroepschrift niet ontvankelijk verklaard. Dit omdat de beschikking van 6 maart 1991 kenmerk DGM/SDG/28291002 van Minister Alders beschouwd moet worden als een brief ter informatie waartegen geen beroep mogelijk is. Op 19 juni 1991 heb ik verzet aangetekend tegen bovengenoemde uitspraak van Voorzitter Veringa. In de uitspraak van 3 oktober 1991 no. G05.91.0472/Y60 heeft Mr. P. van Dijk lid van de enkelvoudige kamer ook mijn verzet ongegrond verklaard.

    Om dubbel te bewijzen dat dit bewust is gedaan door eerder genoemde moderne milieucriminelen heb ik ook op grond van artikel 21 van de Grondwet op 31 Maart 1991 bij de Raad van State, Afdeling Rechtspraak beroep aangetekend op bovengenoemde beschikking van 6 maart 1991 van Minister Alders. Ik heb daarbij de Voorzitter tevens om schorsing verzocht. in de uitspraak van 30 mei 1991 no's R01.91.1022/p60 en S.01.91.0143/p60 heeft waarnemend Voorzitter Mr. C.J. van Zeben mijn beroepschrift niet ontvankelijk verklaard. Dit omdat de beschikking van 6 maart 1991, kenmerk DGM/SDG/28291002 van Minister Alders beschouwd moet worden als een verwijzing naar een brief die Minister Alders aan de Socialistiese Partij heeft verzonden ter informatie waartegen geen beroep mogelijk is, op 10 juni 1991 heb ik verzet aangetekend tegen bovengenoemde uitspraak van Voorzitter Mr. C.J. van Zeben.

    In de uitspraak van 2 december 1991 no. RO1.91.1022/y60 heeft Mr J.H. Blaauw lid van de Enkelvoudige Kamer ook mijn verzet ongegrond verklaard. Hiermede heb ik bewezen dat de moderne milieucriminelen werkzaam bij het Ministerie van VROM van achter hun bureau ervoor gezorgd hebben dat de BILLITON zijn sterk arseenhoudend chemisch afval ongestoord kan blijven omzetten in bestrijdingsmiddel "Superwolmanzout-Co" met als doel het indirect diffuus te lozen via het gewolmaniseerde hout zonder dat daarvoor iemand strafrechtelijk kan worden aangepakt. Dit is om zowel veiligheidsredenen, milieuredenen, economische redenen. danwel concurrentieredenen onaanvaardbaar, hetgeen ik hieronder zal toelichten.

    Op dit moment wordt volgens de brief van Stichting Natuur en Milieu van 5 februari 1991 aan Minister Alders, kenmerk AK/IK/910090 jaarlijks zo'n 600 ton hout geïmpregneerd met wolmanzouten wat voor 20 % uit arseenzouten bestaat. Dit betekent dat jaarlijks zo'n 120.000 kilogram zeer giftige arseenzouten op een ongecontroleerde en dus onveilige manier (op den duur) in ons oppervlaktewater wordt gebracht, want recycling van dat arseen is niet meer mogelijk. 50 mg/kg arseen is chemisch afval. Dus 50 gram arseen geeft een mi1ieubelasting van 1 m3 grond tot chemisch afval.

    Dus 1 kg. arseen geeft een mi1ieubelasting van 20 m3 grond tot chemisch afval. Dus 120.000 kg, arseen geeft een mi1ieubelasting van 2.400.000 m3 grond -2.400.000 ton grond tot chemisch afval. Tijdens de receptie van het 10??jarig jubileum van Nederland Gifvrij heb ik vernemen dat in 1990 over geheel Nederland 800.000 ton grond is gesaneerd (schoongemaakt). Door arseenzouten (? chemisch afval) in wolmanzouten niet te verbieden betekent dat alleen daardoor al onze bodem Jaarlijks

        2.400.000 : 800.000 = 3 keer zo zwaar wordt belast als er in 1990 gesaneerd is.

    Dit terwijl arseenzouten in geïmpregneerd hout voor diezelfde duurzaamheid helemaal niet nodig zijn volgens A.J. Buys Voorzitter van de Nederlandse Bond van Fabrikanten en importeurs van houtbeschermingsmiddelen. Omdat het saneren achteraf. indien dat nog mogelijk is, zeer veel energie gaat kosten betekent dit dat we te maken gaan krijgen met een nog veel grotere mi1ieubelasting. De kans dat betreffende arseenzouten later nog gesaneerd kunnen worden is zeer klein vanwege de ongecontroleerde diffuse verspreiding en het feit betreffende arseenzouten zeer goed oplossen in water en erg mobiel zijn in de bodem en het telt in Groningen gebleken is dat met arseen verontreinigde grond met de huidige bekende technieken niet schoon te krijgen Is voor hergebruik. (zie artikel in Volkskrant d.d. 9 maart 1991).

    Ook uit concurrentieoverwegingen behoort arseen (? chemisch afval) In wolmanzouten direct verboden te worden. Dit omdat de metaalindustrie (BILLITON) op deze manier zijn sterk arseenhoudend chemisch afval kan verkopen, terwijl andere bedrijven er veel voor moeten betalen om het kwijt te kunnen. Daar komt nog bij dat juist die bedrijven die het netjes afvoeren, straks meer milleuheffing moeten gaan betalen om betreffende 2.4 miljoen ton aan met arseen verontreinigde grond uit de bodem te saneren. waar de metaalindustrie en impregneerbedrijven zich aan hebben verrijkt. Dit stimuleert de andere bedrijven dan ook niet om een goed milieubeleid te voeren. Ook uit economische overwegingen behoort arseen in wolmanzouten direct verboden te worden. 2,4 miljoen ton aan te saneren grond betekent op dit moment zo'n 2 miljard gulden aan saneringskosten, hetgeen over 20 Jaar wel het 5-voudige zal zijn.

    Dit betekent dat elk Jaar dat we doorgaan met het impregneren met arseenzouten onze economie over 20 jaar alleen daardoor al zo'n 10 miljard gulden per Jaar extra zal gaan kosten, wat door de ' vooraf foutief geïnformeerde Nederlandse burger zal Moeten worden betaald. Omdat de Minister van VROM sterk chemisch afval van de metallurgische industrie (BILLITON) vrij geeft als product "Superwolmanzout-Co" geeft hij hiermede de impregneerbedrijven een vrijbrief om betreffende zwarte lijststof "arseenzuur" met de best bestaande techniek via diffuse bronnen (hout) te lozen, zonder dat daarvoor iemand strafrechtelijk kan worden aangepakt. Dit terwijl bet Ministerie van VROM juist andere bedrijven voorschrijft dat zwarte lijststoffen met de best bestaande techniek uit ons aquatisch milieu moeten worden geweerd.

    Hiermede heb ik zelfs bewezen dat het Ministerie van VROM handelt in strijd met zijn eigen wetgeving. Hiermede heb Ik tevens bewezen dat de moderne milieucriminelen welke ook zijn geïnfiltreerd binnen het Ministerie van VROM in grove mate misbruik maken van onze gemeenschapsgelden (milieuheffingen) om daarmee een beperkt aantal mensen te verrijken. ons milieu te vernietigen en bij de niet geïnformeerde burgers die betreffende milieuheffingen moeten betalen veel schade aan te richten en mogelijk kanker te implementeren. In het bijzijn van een getuige heb ik op 16 oktober 1990 na de opname van het televisieprogramma. "De Kloof" Minister Alders persoonlijk hierover aangesproken. Hij vertelde mij dat hij dit alles wist maar dat hij hier niets aan kon doen. Hiermede heb ik dan ook tevens het bewijs geleverd dat de Minister van VROM ons milieu en onze burgers niet mag en niet kan beschermen maar dit overlaat aan de georganiseerde moderne milieucriminelen.

  • 6. Om veel arseenhoudend chemisch afval van de metaalindustrie diffuus via het gewolmaniseerde hout te kunnen lozen moet er ook veel geproduceerd kunnen worden. omdat volgens groene reeks no 80 "bedrijven en milieu-zonering" houtconserveringsbedrijven (SBI code 25.23) milieucategorie?5 bedrijven zijn, zijn er nagenoeg geen bedrijventerreinen ter beschikking waarop zo'n zware chemische procesindustrie mag starten. Ook hiervoor hebben de georganiseerde moderne milieucriminelen van achter hun bureau oplossingen bedacht. De oplossing is als volgt.

    • WIJ noemen milleucategorie-5 bedrijven die zelfs SEVESO-plichtig zijn houtverwerkende bedrijven in plaats van chemische industrie.
    • WIJ noemen het impregneren onder hoge druk in Impregneerketels van 44.000 liter houtbewerkingsmachines,
    • WIJ noemen stoomfixeren met hete stoom In snelfixeerketels van 44.000 liter eveneens houtbewerkingsmachines.
    • Dan zijn wij klaar went dan kunnen op duizenden plaatsen in Nederland in agrarische en zelfs ecologische kerngebieden temidden van burgerwoningen Milieucategorie Q impregneerbedrijven oprichten daar waar nu
    • klompenmakerijen
    • houtdraaierijen
    • houtzagerijen
    • etc. zijn gevestigd.

    Dit omdat houtverwerkende bedrijven in het buitengebied niet categoriaal zijn ingedeeld. Onder het mom van uitbreiding "houtverwerkend bedrijf" kan men dan heel simpel In een agrarisch categorie?2 gebied een milieucategorie?5 impregneerbedrijf en zelfs SEVESO bedrijf oprichten. Het enige wat daarvoor nodig is is te zorgen voor geschikte adviseurs die de lokale en landelijke overheden, ons administratiefrechtelijk en strafrechtelijk rechtsapparaat kunnen beïnvloeden (intimideren) met enorme schadeclaims (miljarden) ten gevolge van hun jaren lang acteren in strijd met nagenoeg alle wettelijke bepalingen.

    Nu de Firma Van Aarle B.V. Ollandseweg 159 te Sint Oedenrode heeft mijns inziens in de Heer Mouwen en de Heer Leegwater zo'n adviseurs gevonden. Hoe via vertakte B.V. structuren betreffende relaties met het Ministerie van VROM en andere hooggeplaatste notabelen verstrengeld met eigen belangen tot stand zijn gebracht kunt U lezen In mijn brief van 28 december 1991 aan Remi Poppe van het SP-milieualarmteam (zie stuknr. 2) Dat de Firma Van Aarle B.V. (mijn buurman) vanwege verstrengelde politieke belangen vanwege het ter beschikking hebben van bovengenoemde adviseurs continue door mag handelen In strijd met nagenoeg alle wettelijke bepalingen en voorschriften en daardoor geheel onze omgeving mag verontreinigen met het sterk kankerverwekkende arseenzuur en chroomtrioxide zal Ik hieronder bewijzen.

      Hinderwetprocedure

    Op 19 juli 19§8 vraagt de Firma Van Aarle B.V. bij Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode een hinderwetvergunning aan voor het verduurzamen van hout in een impregneerketel van 23000 liter als uitbreidings/wijzigingsvergunning van een inrichting voor machinale houtbewerking. (klompenmakerij) waarvoor:

    • op 12 oktober 1929 (48 jaar geleden een oprichtingsvergunning is verstrekt.
    • Op 13 augustus 1988 hebben buurtbewoners op bovengenoemde hinderwetaanvraag bezwaar aangetekend bij Burgemeester en Wethouders.
    • Op 28 september 1988 hebben Burgemeester en Wethouders ontwerpbeschikking verleend op bovengenoemde aanvraag van de Firma Van Aarle B.V. zonder inhoudelijk te reageren op ons bezwaarschrift.
    Tevens hebben Burgemeester en Wethouders misbruik gemaakt van hun bevoegdheid door in de voorschriften van de ontwerpbeschikking voorschriften op te nemen voor

    • het bedrijfsmatig stoken van houtkachels (open vuur)
    • De opslag en gebruik van 4 gastlessen van ongedefinieerde grootte.
    • het overschenken van vloeibaar propaan van grotere flessen in kleinere flessen,
    • de opslag en gebruik van acetyleendissous- en zuurstofflessen.
    • de bedrijfsmatige opslag van 1000 liter (1750 kg.) Superwolmanzout-Co.

    Zonder dat de Firma Van Aarle B.V. daarvoor hinderwetvergunning heeft aangevraagd.

    • Op 11 oktober 1988 hebben buurtbewoners op bovengenoemde ontwerpbeschikking bezwaar aangetekend bij Burgemeester en Wethouders.
    • Op 8 augustus 1989 hebben Burgemeester en Wethouders hinderwetvergunning verleend op bovengenoemde aanvraag van de Firma Van Aarle B.V. zonder inhoudelijk te reageren op ons bezwaarschrift op de ontwerpbeschikking. Tevens blijven Burgemeester en Wethouders misbruik maken van hun bevoegdheid door in de beschikking toch voorschriften op te nemen voor

      1. het bedrijfsmatig stoken van houtkachels (open vuur)
      2. de opslag en gebruik van 4 grote gasflessen van ongedefinieerde grootte.
      3. het overschenken van vloeibaar propaan van grotere flessen in kleinere flessen
      4. De opslag en gebruik van acetyleen dissous? en zuurstofflessen de bedrijfsmatige opslag van 1000 liter (1750 kg) Superwolmanzout-Co zonder dat de Firma Van Aarle B.V. daarvoor hinderwetvergunning heeft aangevraagd.

    Tevens hebben Burgemeester en Wethouders misbruik gemaakt van hun bevoegdheid door Voorschrift 2.18 stilzwijgend zodanig te veranderen t.o.v. de ontwerpbeschikking dat de Firma Van Aarle B.V. mag impregneren in een concentratie van een 6% oplossing Superwolmanzout-Co in plaats van een 4% oplossing. Dit betekent dat hierdoor het bedrijf van de Firma Van Aarle B.V. op 8 augustus 1909 voor het eerst EVR-plichtig is geworden op grond van het Besluit Risico's Zware ongevallen (SEVESO?richtlijn) vanwege het feit bij vanaf dat moment 792 kg. arseenzuur in verwerking mag hebben.

    Omdat het Besluit Risico's Zware Ongevallen op 15 november 1988 (4 jaar te laat) in werking is getreden betekent dat Burgemeester en Wethouders betreffende beschikking van 8 augustus 1989. vanwege de stilzwijgende concentratieverandering van 4% naar 6% tevens hadden moeten voorzien van een Extern Veiligheidsrapport om de omgeving tot op 500 meter afstand te beschermen tegen het gevaar van een ramp gelijk aan die van SEVESO.

    • Op 21 september 1989 hebben buurtbewoners beroep aangetekend bij de Raad van State Afdeling Geschillen van Bestuur en de Voorzitter om schorsing verzocht.
    • Op 19 december 1989 is door de adviseur beroepen (mr. G.J. Menken) een ambtsbericht uitgebracht (ABM/22140/s) voor de behandeling van het schorsingsverzoek zonder adequaat te reageren op onze bezwaren.
    • Op 16 maart 1990 heeft voorzitter Veringa mede op grond van een niet neutraal advies van de adviseur beroepen van de VROM, niet geschorst (uitspraaknr. G05.89.1087s).
    • Op 3 april 1990 heb ik op grond van nieuwe feiten een hernieuwd schorsingsverzoek ingediend bij de Voorzitter van de Raad van State.
    • Op 20 mei 1990 heb ik een aanvulling op mijn hernieuwde schorsingsverzoek van d.d. 3 april 1990 (nr.G.05.89.1087S2) verstuurd aan de Voorzitter van de Raad van State.

    Dit omdat ik er toevallig achter was gekomen dat de Regionale Inspecteur van de VROM Dr. H.A.M.A. de Vries in deze fase van de beroepsprocedure door misbruik te maken van zijn bevoegdheid zich het recht toe-eigent om in zijn brief van 3 mei 1990 kenmerk 025000ó/bl Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode voor te stellen om de voorschriftnummers 2.18 en 3.1 door de Voorzitter van de Raad van State aan te laten passen om op die manier onder het extern veiligheidsrapport uit te kunnen komen. Hiermede heb ik dan ook zeer duidelijk de betrokkenheid van de Regionale Milieuinspecteur Dr. H.A.M.A. de Vries en dus de VROM bewezen.

    • Op 5 juni 1990 heeft de Voorzitter van de Raad van State, ondanks dit alles wederom niet geschorst (G05.89.1Q6752)
    • Op 19 april 199,0 heeft de adviseur beroepen (Mr. G.J. Menken) een ambtsbericht uitgebracht (ABM/22140/H) voor de behandeling van het beroepschrift zonder adequaat te reageren op onze bezwaren.
    • Op 6 maart 1991 hebben het College van Beroep, mede op grond van een niet neutraal advies van de adviseur beroepen van de VROM onherroepelijk beslist (uitspraak nr.GO5.69.1087).

    Betreffend beroepscollege heeft beslist dat de Firma Van Aarle B.V. op grond van zijn onherroepelijk geworden hinderwetvergunning

    • mag starten met de oprichting van een Seveso-bedrijf zonder het vooraf vereiste externe veiligheidsrapport om de bewoners en de omgeving tot op 500 meter van betreffend bedrijf te beschermen. Het is toch absurd dat het in deze tijd mogelijk is om onder het mom van een uitbreidings/wijzigingsvergunning van een klompenmakerij uit 12 oktober 1939 een Seveso-bedrijf op te richten temidden van burgerwoningen (14 woningen tussen 0-100 meter afstand)
    • bedrijfsmatig houtkachels (open vuur) mag stoken In een SEVESO?ruimte zonder dat daarvoor hinderwetvergunning is aangevraagd.
    • Bedrijfsmatige opslag en gebruik van 4 grote gasflessen propaan van ongedefinieerde grootte mag hebben (bezigen) zonder dat daarvoor hinderwetvergunning is aangevraagd.
    • Bedrijfsmatige opslag en gebruik van acetyleendissous- en zuurstofflessen mag hebben (bezigen) zonder dat daarvoor hinderwetvergunning is aangevraagd.
    • bedrijfsmatig 1750 kg. Superwolmanzout-Co (bestrijdingsmiddel) mag opslaan zonder dat daarvoor hinderwetvergunning is aangevraagd.

    Dit alles kan in Nederland als je maar de juiste adviseurs kiest. Dit alles bleek overigens nog niet genoeg te zijn. De Firma Van Aarle B.V. plaatste voordat deze hinderwetvergunning in beroep uitgesproken was een oude impregneerketel van 44.000 liter in plaats van 23.000 liter waarmee hij tevens met hete stoom kan snelfixeren. Hij deed dit zonder B&W daarvan op de hoogte stellen. Van Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode had dit overigens gewoon gemogen, ware bet niet dat ik het ontdekte en bij de gemeente er schriftelijk op aandrong dat de Firma Van Aarle B.V. hiervoor een nieuwe hinderwetvergunning moest aanvragen.

    Op 11 december 1990 vraagt de Firma Van Aarle B.V. bij Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode een nieuwe hinderwetvergunning een voor bet verduurzamen van hout in een impregneerketel van 44.000 liter en het stoomfixeren van hout In een stoom/snelfixeerketel van 44.000 liter als uitbreiding/wijzigingsvergunning van een machinale houtbewerkings- en houtverduurzamingsinrichting, waarvoor op 8 augustus 1989 hinderwetvergunning is verleend.

    Op 19 december 1990, 8 dagen later. hebben Burgemeester en Wethouders beschikt op bovengenoemde uitbreidings/wijzigingsvergunning

    • zonder dat de Firma Van Aarle B.V. het bedrijf, op basis van zijn onderliggende hinderwetvergunning d.d. 8 augustus 1989, ooit in werking heeft gehad.
    • zonder dat op ons beroepschrift op de onderliggende hinderwetvergunning d.d. 8 augustus 1969 (G05.89.1087) onherroepelijk is beslist.

    Op 22 Januari 1991 hebben buurtbewoners op bovengenoemde hinderwetaanvraag bezwaar aangetekend bij Burgemeester en Wethouders.

    Op 10 juli 1921 hebben Burgemeester en Wethouders beschikt op de hinderwetaanvraag welke de Firma Van Aarle

    op 19 november 1990 heeft ingediend door er met de pen "ontwerp" op te schrijven moest het een "ontwerpbeschikking" lijken op de hinderwetaanvraag welke de Firma Van Aarle B.V, op 11 november 1990 heeft ingediend. Dit is door Burgemeester en Wethouders zo bedacht om de bezwaarmakers te misleiden. Dit omdat de beschikking op de hinderwetaanvraag van 19 november 1990 was bedoeld als beschikking welke tot stand is gekomen overeenkomstig hoofdstuk 4 van de WABM en beroep bij de Raad van State moet worden Ingesteld, terwijl de ontwerpbeschikking op de hinderwetaanvraag van 11 november 1990 was bedoeld als beschikking welke tot stand is gekomen overeenkomstig hoofdstuk 3 van de WABM en het bezwaar bij Burgemeester en Wethouders moet worden Ingesteld. Deze misleiding is niet gelukt. Ik heb namelijk bij de Raad van State beroep aangetekend en de Voorzitter om schorsing verzocht op de tot stand gekomen beschikking overeenkomstig hoofdstuk 4 van de WABM op de hinderwetaanvraag van 19 november 1990. (no. G05.91.1170p61 en B05.91.0749).

    Mijn beroepschrift werd door Voorzitter Veringa op onterechte gronden op 4 september 1991 niet ontvankelijk verklaard. Om die reden heb ik op 16 september 1991 tegen deze uitspraak verzet aangetekend (G05.91.1170/y61). Op 19 december 1991 ben ik door de voorzitter van Kamer V der afdeling Geschillen van Bestuur gehoord in mijn verzet. ik heb met behulp van aangeleverde bewijzen de Voorzitter zodanig overtuigd van mogelijk betrokken verstrengelingen binnen de Raad van State dat hij deze zaak niet zelf durfde te beslissen. Hij heeft deze zaak om die reden In handen gesteld van de Vice-president van de Raad van State. De Vice-president heeft tot op beden hierin nog geen uitspraak gedaan. Op de tot stand gekomen ontwerpbeschikking overeenkomstig hoofdstuk 3 van de WABM op de hinderwetaanvraag van 11 november 1990 hebben buurtbewoners op 20 Juli 1991 een bezwaarschrift ingediend bij Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode. Ook nu weer hebben Burgemeester en Wethouders misbruik gemaakt van hun bevoegdheid door In de voorschriften van de ontwerpbeschikking voorschriften op te nemen voor:

    • het bedrijfsmatig stoken van houtkachels (open vuur)
    • de opslag en gebruik van 2 gasflessen van ongedefinieerde grootte en ongedefinieerd gas.
    • De opslag en gebruik van acetyleendissous? en zuurstofflessen zonder dat de Firma Van Aarle daarvoor vergunning heeft aangevraagd

    Op 19 november 1991 hebben Burgemeester en Wethouders hinderwetvergunning verleend op bovengenoemde hinderwetaanvraag van 11 november 1991 van de Firma Van Aarle B.V. zonder inhoudelijk te reageren op ons bezwaarschrift op de ontwerpbeschikking. Tevens blijven Burgemeester en Wethouders misbruik maken van hun bevoegdheid door in de beschikking toch voorschriften op te nemen voor:

    • het impregneren met alle anorganische zouten in plaats van alleen met Superwolmanzout-Co
    • het bedrijfsmatig stoken van houtkachels (open vuur).
    • de bedrijfsmatige opslag en gebruik van 2 gasflessen van ongedefinieerde grootte en ongedefinieerd gas,
    • de bedrijfsmatige opslag en gebruik van acetyleendissous en zuurstofflessen zonder dat de Firma Van Aarle B.V. daarvoor vergunning heeft aangevraagd.

    Tevens hebben Burgemeester en Wethouders misbruik gemaakt van hun bevoegdheid door:

    • Op grond van foutieve gegevens de Firma Van Aarle B.V. te helpen om onder de verwerking van 500 kg. Arseenzuur uit te blijven: zodat de Firma Van Aarle B.V. niet behoeft te beschikken over een extern veiligheidsrapport op grond van het Besluit Risico's Zware ongevallen om de omwonenden te beschermen tegen een SEVESO ramp tot op 500 meter van betreffende locatie.
    • De Firma Van Aarle B.V. niet te verplichten, voorschriften overeenkomstig de CPR 15?1 richtlijn op te leggen m.b.t. 900 kg. Bestrijdingsmiddelenopslag (Superwolmanzout-Co).

    Sterker nog de Firma Van Aarle B.V, mag zijn 900 kg bestrijdingsmiddelen opslaan in een inpandige ruimte, pal langs een gaskamer bedoeld voor gasopslag, pal onder een gasgestookte stoomgenerator van 250.000 kcal/H voorzien van houten buitendeuren met een brandwerendheid van 0,0. Dit om de Mogelijkheid tot een sovesoramp te bespoedigen. Dit alles kan in Nederland als je maar de Juiste adviseurs kiest.

    Op 16 december 1991 hebben buurtbewoners beroep aangetekend bij de Raad van State. Afdeling Geschillen van Bestuur en de Voorzitter om schorsing verzocht. Betreffend schorsingsverzoek is nog niet In behandeling genomen. Wanneer er op grond van Nederlands recht onafhankelijk wordt beslist dan behoort betreffende beschikking van 19 november 1991 van Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode. wel 10 keer geschorst te worden.

      B. De Bouwvergunningprocedure.

    Op 24 oktober 1989 heeft B&W bouwvergunning verleend aan de Firma Van Aarle B.V. voor het oprichten van een bedrijfsruimte, Hierop loopt nog een beroepsprocedure bij de Raad van State Afdeling Rechtspraak. (R03.90,3692)

    Nadat B&W op 24 oktober 1989 bouwvergunning heeft verleend aan de Firma Van Aarle B.V. mocht de Firma Van Aarle B.V. van B&W voor 100% in strijd bouwen met zijn onderliggende bouwvergunning. Ook tegen dit besluit van 9 november 1990 van B&W loopt nog een beroepsprocedure bij de Raad van State Afdeling Rechtspraak (R03,91.2564),

    Op 8 januari 1991 beeft B&W aan de Firma Van Aarle B.V. voor dezelfde bedrijfsruimte een nieuwe 100 % afwijkende bouwvergunning verleend zonder de onherroepelijke beroepsuitspraak op de op 24 oktober 1969 verleende bouwvergunning af te wachten. Vanaf dat moment beschikte de Firma Van Aarle B.V. over een 2?tal geldige bouwvergunningen voor een en dezelfde bedrijfsruimte welke 100 % verschillend zijn. Ook tegen dit besluit loopt nog een beroepsprocedure bij de Raad van State Afdeling Rechtspraak (R03,91.2563).

    Op 23 april 1991 heeft B&W beschikt op het verzoek van de Firma Van Aarle B.V. d.d. 20 maart 1991 om intrekking van de op 24 oktober 1989 aan hen verleende bouwvergunning.

    Op 18 mei 1991 heb ik bij B&W bezwaar aangetekend op bovengenoemde beschikking van 23 april 1991. Dit omdat de bestemming van de bedrijfsruimte hetzelfde is gebleven en Ik eerst van het College van de Raad van State Afdeling Rechtspraak een onherroepelijke beroepsuitspraak wil hebben op mijn beroepschrift op de bouwvergunning van 24 oktober 1989 (R03,90.3692). Dit omdat ik daar recht op heb. Ik ben er namelijk van overtuigd dat Voorzitter Mr. J.H. Blaauw zich In bijbehorende schorsingsverzoeken niet overeenkomstig de wet heeft uitgesproken.

    Dit omdat Voorzitter Blaauw vindt dat:

    • impregneerketels van 44.000 liter stoomfixeerketels van 44.000 liter houtbewerkingsmachines zijn en de bedrijfsruimte daarvoor niet strijdig is met de bestemming houtverwerkende bedrijven.
    • Voorzitter Blaauw vindt dat deze chemische procesindustrie. waarin zoveel arseenzuur, chroomtrioxide en koperoxide wordt verwerkt onder hoge druk met een giftige stoomuitblaas naar buiten gewoon houtverwerken is.
    • Dat betreffende procesindustrie een SEVESO-ramp kan veroorzaken doet daar niet aan af.

    U begrijpt wel dat ik hierop eerst een beroepsuitspraak wil hebben alvorens de bouwvergunning van 24 oktober 1989 kan worden ingetrokken. Dat is dan ook de reden dat Ik op 18 mei 1991 bij B&W een bezwaarschrift heb ingediend op de beschikking van 29 april 1991 betreffende de intrekking van de op 24 oktober 1989 verleende bouwvergunning aan Gebr. Van Aarle B.V. Ondanks mijn diverse schriftelijke verzoeken hebben Burgemeester en Wethouders van Sint Oedenrode heden 9 maanden na het indienen van mijn schrift nog van mijn bezwaar steeds niet beschikt en zijn dit volgens gemeenteambtenaar Hendriks voorlopig nog niet van plan.

    Vanwege het feit de Raad van State Afdeling Rechtspraak mijn beroepschrift op de verleende bouwvergunning d.d. 24 oktober 1989 (na 2 ˝ jaar) nog niet in behandeling heeft genomen en het feit B&W van Sint Oedenrode na 9 maanden nog niet heeft beslist op mijn bezwaarschrift van 18 mei 1991 leveren mij het bewijs dat hier iets gebeurd wat niet in de haak is. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de Raad van State in samenspraak met B&W van Sint Oedenrode misbruik maken van de factor tijd met als doel de Firma Van Aarle B,V. daarmee te bevoordelen. Temeer omdat de Firma Van Aarle B.V. betreffende nieuwe bedrijfsruimte mag bouwen op een sterk met arseen, koper en zink verontreinigd bedrijventerrein zonder het vooraf te laten saneren.

      C. WVO procedure, watergangenreglement.

    • De brief van 31 juli 1991, kenmerk 91.2627/km van het Waterschap de Dommel.
    • Uitspraaknr, 155102 van 29 oktober 1991 van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant.
    • Mijn brief van 13 oktober 1991, aan het Waterschap de Dommel.
    • De beschikking van 9 december 1991, kenmerk 91.4262/vle van bet Waterschap de Dommel.
    • Mijn bezwaarschrift d.d. 28 december 1991 op bovengenoemde beschikking aan het Waterschap de Dommel.
    • De beslissing op bovengenoemd bezwaarschrift d.d. 7 februari 1992, kenmerk 92.26/vle van het Waterschap de Dommel.
    • Mijn bezwaarschrift d.d. 13 februari 1992 aan het Waterschap de Dommel en nog veel meer brieven (bezwaarschriften) van en aan het Waterschap de Dommel maken mijns inziens duidelijk dat het Waterschap de Dommel m.b.t. de zaak Van Aarle niet functioneert waardoor onze omgeving en onze grondeigendommen al matig tot sterk verontreinigd zijn met het kankerverwekkende en uiterste giftige arseenzuur. Dit alles is mogelijk als je maar de juiste adviseurs kiest.


    1. Volgens het besluit verplichtstelling veiligheidsrapport van 12 augustus 19§1 is een impregneerinstallatie waarin 2,5? kg., arseenzuur wordt verwerkt AVR-plichtig. Dit omdat de MAC-waarde van chloor 3 mg/m3 bedraagt terwijl de MAC-waarde van in water oplosbaar arseen 0,025 mg/m3 is. Op grond van bovengenoemd besluit van 12 augustus 1981 is bij het verwerken van 2,5 ka. arseenzuur in een impregneerketel en stoomfixeerketel een arbeidsvelligheidsrapport van het Ministerie van sociale Zaken vereist.

    Dit omdat bij het verwerken van 2,5 kg. arseenzuur een zodanige

    • mistvorming bij het impregneerproces
    • stoomvorming bij het stoomfixeerproces vrij kan komen dat de werknemer tot op 100 meter van betreffende installatie dodelijk kan worden getroffen. Dit kwam de moderne milieucriminelen niet goed uit. Om die reden heeft men binnen het Ministerie van Sociale Zaken hiervoor een oplossing bedacht. De oplossing was als volgt. Wij passen ons besluit van 12 augustus 1981 stb 556, bij besluit van 15 september 1988 stb. 432 hierop aan. Dit doen wij achter ons bureau in strijd met de onderliggende EEG?richtlijnen.

    Van achter het bureau heeft men gedacht, wanneer wij de STEL?waarde en MAC?waarde weglaten voor het bepalen van de grenswaarde dan is alles opgelost want dan kunnen wij impregneren met onbeperkte hoeveelheden arseenzuur onder hoge druk in een impregneerketel en snelfixeerketel zonder dat daarvoor een arbeidsveiligheidsrapport is vereist, om de werknemer te beschermen. Dit omdat arseenzuur geen LC-waarde kent.

    Ondanks het feit ik dit middels diverse brieven bekend heb gemaakt aan Minister de Vries en ook Minister Hirsch Ballin middels mijn syllabus "Grootschalige milieucriminaliteit in Nederland" d.d. 29 maart 1991 hiervan op de hoogte heb gebracht mag dit alles gewoon door blijven gaan, Omdat de Minister van Sociale zaken hiermee in strijd handelt met Richtlijn (80/1107/EEG) van de Raad van 27 november 1980, gewijzigd door Richtlijn (88/642/EEG) van de Raad van 16 december 1988 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan chemische. fysiche en biologische agentia op het werk heb ik op 26 Januari 1992 tegen de beschikking van 23 januari 1992 kenmerk DGA/G/TOS/9110945 van het Ministerie van Sociale Zaken een bezwaarschrift ingediend bij Minister De Vries. Tevens heb ik de 2e Kamer der Nederlandse Staat hiervan op de hoogte gebracht. Ingeval de Minister van Sociale Zaken voor 1 maart 1992 niet positief beeft beslist dan dien ik hierover een klacht in bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen wegens het niet naleven van het Gemeenschapsrecht.

    1. Middels zo'n 2000 briefwisselingen met allerlei overheden. tientallen schorsingsverzoeken en beroepschriften bij de Raad van State ken ik bewijzen dat ons landelijk administratief rechtssysteem bij de Raad van State erg ziek is. De organisatie is zo lek als een zeef waardoor het gemakkelijk mogelijk Is dat georganiseerde moderne milieucriminelen daarin kunnen infiltreren en een positieve uitspraak kunnen bewerkstelligen zonder dat de Voorzitter (het college) van de Raad van State dit in de gaten heeft. Er wordt geïnfiltreerd op de volgende manieren.

    • Er wordt op grote schaal misbruik gemaakt van de faktor tijd. Schorsingsverzoeken en beroepschriften welke de georganiseerde misdaad slecht uitkomen laat men veel langer liggen dan schorsingsverzoeken en beroepschriften welke voor hen goed uitkomen. Schorsingsverzoeken welke slecht uitkomen laat men in de tijd gezien met later ingediende schorsingsverzoeken bij de behandeling zodanig samenlopen dat de georganiseerde misdaad daar profijt van heeft en daarmee positieve uitspraken kunnen ontlokken terwijl ze negatief hadden moeten zijn. Doordat dit ook nog uitbundig In de krant komt. betekent dat zij daar nog meer profijt van hebben. Deze infiltratie is gemakkelijk op te lossen door duidelijk gedefinieerde termijnen te stellen voor zowel schorsingsverzoeken. alswel beroepschriften. Ik verzoek U dan ook de Wet op de Raad van State hierop aan te passen.

    • Volgens de Wet op de Raad van State is het niet verplicht dat een verzoek om verschuldigde rechten over te maken aangetekend of met bewijs van ontvangst wordt verstuurd. Dit terwijl diezelfde wet termijnen stelt aan het storten van die verschuldigde rechten ter secretarie van de Raad van State. Dit betekent dat ingeval van

      • het vergeten te verzenden door ambtenaren van de Raad van State
      • het zoekraken bij de Raad van State
      • het zoekraken bij de PTT?post
      • het foutief bezorgen dooi? de M?post
      • het op vakantie zijn van de aangeschrevene
      • etc.

      Dit resulteert in het niet ontvankeliik verklaren van de door betrokkene aangespannen beroeps- en/of schorsingsprocedure bij de Raad van State. Dit omdat in dat geval het gestelde termijn voor het overmaken van de verschuldigde rechten (14 dagen) is verstreken zonder dat betrokkene daarvan kennis heeft kunnen nemen. Uit de brief van 4 februari 1992, nummer 503.91.3256/p50 van Voorzitter P.W. de Bont blijkt dat in dat geval voor de gedupeerde geen enkel ander rechtsmiddel meer openstaat. Dit is natuurlijk een kolfje naar de hand van de georganiseerde misdaad. Omdat ik hiervan het slachtoffer ben geworden heb ik in mijn brief van 9 februari 1992 aan Hare Majesteit de Koningin, de Koningin verzocht de Wet op de Raad van State hierop voor 14 maart 1992 te laten aanpassen. Op 19 februari 1992 heeft Hare Majesteit de Koningin mij bericht dat in opdracht van haar mijn brief van 9 februari 1992 in handen is gesteld van de Vice-President van de Raad van State.

    • De Gemeente Sint Oedenrode heeft m.b.t. de zaak Van Aarle zodanige connecties met ambtenaren van de Raad van State dat lopende de schorsings- en beroepsprocedures stilzwijgend stukken en onderzoekrapporten aan het dossier kunnen worden toegevoegd, zonder dat de andere partij (buurtbewoners) daarvan op de hoogte worden gebracht. Op grond van die later toegevoegde gegevens, onderzoekrapporten, welke meestal niet op waarheid berusten, neemt de nietswetende Voorzitter (College) van de Raad van State zijn besluiten. Ook dit is een kolfje naar de hand van de georganiseerde misdaad..Ik verzoek U dan ook de Wet op de Raad van State hierop aan te passen.

    • Door ambtenaren binnen de Raad van State worden verder de volgende technieken toegepast om bij Voorzitters (colleges) van de Raad van State een niet onafhankelijke uitspraak uit te lokken.

      • Essentiële stukken in het dossier worden geheel of gedeeltelijk slecht gekopieerd zodat de Voorzitter (het College) die nagenoeg niet kan lezen.
      • Essentiële stukken in het dossier worden op een geheel andere volgorde samengeniet dan dat Ik ze heb opgestuurd, waardoor alles verwarrend en moeilijk leesbaar overkomt bij de Voorzitter (het College)
      • Essentiële stukken worden gewoonweg weggelaten uit het dossier, waardoor de Voorzitter (het College) onvolledig wordt geïnformeerd.
      • In zeer moeilijke gevallen wordt 1 zaak zelfs opgesplitst in 2 zaken om op die manier de Voorzitter (het College) te misleiden. Zo hebben ambtenaren van de Raad van State m.b.t. de Zaak Van Aarle te Sint Oedenrode van 1 zaak in verzet 2 zaken gemaakt namelijk zaaknummers G05,91.1170/y61 en G05.91.1170/y80. Dit is op dit moment in behandeling bij de Vice-President van de Raad van State,

    • De PTT-post mag van de algemeen direkteur handelen in strijd met de algemene voorwaarden voor het vervoer van postzendingen en de postwet. Aangetekende stukken met bewijs van ontvangst bedoeld voor de Raad van State mogen in zakken worden binnengegooid. Bijbehorende ontvangstbewijzen worden pas na een halve dag opgehaald. Ook dit is een kolfje naar de hand van de georganiseerde misdaad. waarvan ik al heel veel last heb ondervonden.

      • op deze manier kunnen ambtenaren bij de Raad van State vooraf betreffende stukken doorlezen voordat die officieel zijn ontvangen met alle gevolgen van dien.
      • op deze manier kunnen ambtenaren bij de Raad van State en bij de PTT-post, nadat zij de aangetekende stukken met bewijs van ontvangst hebben gelezen, rommelen met de ontvangstbewijzen door ze:

        • niet terug te sturen
        • niet ingevuld terug te sturen
        • half Ingevuld terug te sturen
        • te laat terug te sturen

      Ondanks het feit ik hierover een geschil heb aangespannen bij de Geschillencommissie Post en Telecommunicatie en het feit ik betreffend geschil (klachtnr. PT91.065) op 11 juli 1991 heb gewonnen mag dit alles toch gewoon vanouds door blijven lopen. Ik verzoek U dan ook de Algemeen Direkteur van de PTT?post te verplichten dat hij ook voor aangetekende stukken met bewijs van ontvangst aan de Raad van State en aan de Ministeries op dezelfde manier moet werken als naar particulieren, hetgeen hij mijns Inziens wettelijk verplicht is.

    • Doordat de adviseur beroepen onderdeel vormt van het Ministerie van VROM betekent dat hij vanuit zijn functie geen neutraal advies kan geven aan de Voorzitter en het College van de Raad van State. Hierdoor zijn de ambtsberichten welke de Voorzitter (het college) van de Raad van State meestal in zijn uitspraken volgt niet onafhankelijk. Ook dat ?is een kolfje naar de hand van de georganiseerde misdaad.

    Op grond van bovengenoemde punten A t/m F heb ik bewegen dat onze onafhankelijke administratieve Rechtspraak bij de Raad van State erg afhankelijk is van de geïnfiltreerde georganiseerde moderne milieucriminelen. Dit betekent dat uitspraken op schorsingsverzoeken en beroepschriften door hen in hoofdzaak kunnen worden bepaald, waarvan ik al zo'n 4 jaar last heb.

    Op grond van bovengenoemde feiten heb ik overduidelijk bewezen dat Nederland niet wordt geregeerd door Ministers maar door moderne georganiseerde en geïnfiltreerde milieucriminelen. Dit alles gebeurt vanuit hun kantoor, Omdat de Firma Van Aarle B.V. te Sint Oedenrode gebruik maakt van adviseurs die de diverse overheden (ministers) kunnen beïnvloeden (intimideren) betekent dat de Firma Van Aarle B.V. van al die overheden alles mag en zich aan geen enkele wet c.q. voorschrift behoeft te houden met alle gevolgen van dien.

    Om die reden heb ik ruim 2 jaar geleden deze zaak strafrechtelijk aangemeld bij de Veld? en Milieupolitie te Boxtel. De Heer J. Hurkmans van de Veld~ en Milieupolitie te Boxtel en' Mr. Wasser Officier van Justitie van bet arrondissementsparket te 's-Hertogenbosch welke deze zaak in handen hebben zijn door, mij hierover geheel geïnformeerd. Ook heb ik meer dan 2 jaar lang aan De Minister van Justitie Mevr. van der Meer, Hoofd van de sectie Milleucriminaliteit van de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) de Minister President de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. de Minister van VROM de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid diverse brieven (syllabi) gestuurd zodat ook zij goed geïnformeerd zijn. Ondanks alles blijft deze grootschalige milieucriminaliteit welke zich rondom het bedrijf van de Firma Van Aarle in Sint Oedenrode afspeelt gewoon doorgaan.

    Omdat U als 2e kamer der Nederlandse Staat verantwoordelijk bent voor dit gevoerde milieu? en mensvernietigende beleid in Nederland verzoek ik U onmiddellijk In te grijpen en alles tot op de bodem te laten uitzoeken. Tevens verzoek ik U ervoor te zorgen dat aan de grootschalige milieucriminaliteit welke zich rondom de Firma Van Aarle afspeelt onmiddellijk een einde wordt gemaakt. Ik verzoek U mij hierover binnen 1 maand (voor 1 april 1992) schriftelijk te berichten. Gezien de grote hoeveelheid intimidaties en bedreigingen vanuit het verleden verzoek ik U tevens voor extra politiehulp te zorgen.

    Afschrift van dit schrijven doe Ik tevens toekomen aan:

    • De Eerste Kamer der Nederlandse Staat
    • Hare Majesteit de Koningin
    • De Vice-president van de Raad van State
    • De Minister van Justitie
    • Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch
    • Het arrondissementsparket te 's-Hertogenbosch t.a.v. Mr. Wasser.
    • De Veld? en Milieupolitie te Boxtel t.a.v. J, Hurkmans
    • Interuniversitaire adviescommissie veiligheids? en milieuwetgeving in Wageningen t.a.v. A.E. Roodbeen.
    • De Vereniging van Nederlandse Gemeenten
    • De Ombudsman
    • De Consumentenbond
    • De Universiteit van Amsterdam afdeling Centrum voor Milleurecht t.a.v. Dr. M.V.C. Aalders
    • De Minister van VROM
    • De Minister van Verkeer en Waterstaat
    • De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
    • De Minister van Landbouw, Visserij eb Natuurbeheer
    • De Minister van Binnenlandse Zaken
    • S.P. Milleualarm team t.a.v. R. Poppe.
    • De Stichting Natuur en Milieu t.a.v. A. Klingenberg
    • De Kleine Aarde t.a.v. J. Juffermans
    • De Voorzitter van Greenpeace
    • De Voorzitter van de Vereniging Milieudefensie
    • De Voorzitter van de KR
    • de Heer Braks
    • De VARA, redactie "De Kloof"
    • Het Willempompe Instituut strafwetenschappen te Utrecht t.a.v. de Hr. Bovenkerk hoogleraar Criminologie.
    • Algemeen direkteur van de PTT-Post
    • Provinciale Staten van de Provincie Noord Brabant
    • Het Dagelijks Bestuur van bet Waterschap de Dommel
    • Burgemeester en Wethouders en aan Raad der Gemeente Sint Oedenrode
    • Het Stadsgewest te 's-Hertogenbosch t.a.v. de Heer Krete
    • De 2e Kamer fractie van Groen Linke
    • Het Groene Hart t.a.v. A. van Abeelen
    • De S.P. Regio Oost Brabant t.a.v. G. Wouters
    • S.P. Statenlid van de Provincie Noord Brabant t.a.v. R. Rovers

    Hoogachtend

    A.M.L. van Rooij.

    
    
    
    
    
    Van dit schrijven maken onderdeel uit:
    Stuknummer omschrijving                             aantal pag.
    1. Deel van de handleiding voor de codering van niet chemische afvalstoffen 5
    2. Mijn brief van 28 december 1991 aan Remi Poppe, S.P. Milleu-alarmteam.. 4

    terug naar het begin

    SDN-rubrieken
    Ecologisch Kennis Centrum