(22-02)  Fragment uit het openbare verhoor van kolonel F. Maurer vande

Schiphol-politie, op 19 februari 1999.

________________________

De heer Van den Doel: Op de afspraken die met El Al zijn gemaakt over speciale beveiliging, hoeven wij nu niet inhoudelijk in te gaan, maar zijn die afspraken vanuit Den Haag gekomen? Zijn er instructies of aanwijzingen van het ministerie van Justitie gekomen, zodat ook helder was voor de Dienst luchtvaart rijkspolitie wat de speciale positie was en welke rechten en plichten El Al had? Of was het een afspraak tussen uw voorganger enerzijds en El Al anderzijds?

De heer Maurer: Nee, zeker niet een afspraak tussen mijn voorganger en El Al. Ik zal de laatste zijn om te ontkennen dat er een goede verhouding was tussen de maat-schappijen op Schiphol en de Dienst luchtvaart, maar er waren geen afspraken in de zin van "Loopt u maar met wapens rond". Toestemming daarvoor is uitdrukkelijk gekomen van de ministeries. Ik meen dat de mensen ook uiteindelijk een vergunning hebben gekregen van de commissaris van de Koningin in Noord-Holland.

Er was ook een commissie in het leven geroepen: een nationale veiligheidscommis-sie voor de burgerluchtvaart die in het begin van de jaren zeventig begon te functioneren en waarin vertegenwoordigers van alle betrokken ministeries zaten. Ik denk aan Verkeer en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Justitie, terwijl er later ook mensen van bonden in zaten. Het ging om een gemêleerd gezelschap uitvoerenden. Mijn chef zat erin, de leiding van de Kmar zat erin en ik denk dat ook de korpschef van de gemeentepolitie Haarlemmer-meer erin zat. Daar werd overleg gepleegd, onder voor-zitterschap van het ministerie van Justitie, en daar werden zaken gesanctioneerd en later netjes in brieven vast-gelegd.

__________________________

Het fragment geeft aan dat de PEC zich niet heeft willen, durven of kunnen  verdiepen in de  'veiligheidsacpecten' van  de Bijlmerramp. 'Daar

hoeven wij nu niet  inhoudelijk op in te gaan,'  zegt commissielid Van den  Doel. Terwijl die 'veiligheidsaspecten' nu  juist een zeer belangrijke  rol speelden bij de ramp in  de Bijlmer.  

 

 

 

(22-02)  Pagina uit het Korpsbericht van de Amsterdamse politie van 5 oktober 1992, waaruit blijkt dat politieman Houtman om 21.47 uur in de commandowagen van de politie was.

_____________ _____________________________________________________________________

(22-02)  Uitzending van Brandpunt op 4 oktober 1992. NBDC-band 'Bijlmerramp Brandpunt 4-1-92'.

______________________________________________________________________________

 

 

21.16 uur staat op de klok achter presentator Frits van de Poel. Hij praat telefonisch rechtstreeks met verslagggever ter plaatse, die onder meer zegt:

'Zojuist is hier ook de Israëlische ambassadeur geweest; die is nu weg.'

 

______________________________________________________________________________

 

Een NRC-verslaggever noteerde om 21.10 uur dat 'de Israëlische veiligheidsmensen weer vetrokken waren'. Zijn Brandpunt-collega bevestigt dit - met een onbestrijdbare tijd-vastlegging erbij. Zou rijkspolitieman Hans Houtman - op zijn vroegst - de ambassadeur om 21.05 bij de commandowagen geïntroduceerd hebben (wat de PEC

beweert) dan zou Bavly slechts vijf minuten op de rampplek zijn gebleven. En hij was er niet niet zo heel lang, maar wél langer dan vijf minuten.

 

 

_______________________________________________________________________________

(22-02)  NOS-uitzending 3 uur na de ramp. NBDC-band 'Bijlmerramp Brandpunt 4-10-92'.

_______________________________________________________________________________

 

 

Ambassadeur Bavly is te zien tijdens zijn bezoek aan de rampplek. Hij draagt een opvallende donkere leren jas. De mensen die hem begeleiden dragen colbert en stropdas. Een van hen zegt tegen een journalist of cameraman: 'Not at this moment.' Hij zegt het in prima Engels - geen Israëlisch accent.

 

_______________________________________________________________________________

 

Niets 'driedelig pak' dus. De ambassadeur zelf niet, en de mensen die hem begeleidden ook niet. Het gezelschap dat rijkspolitieman Hans Houtman zag droeg volgens zijn stellige verklaring 'driedelige pakken'. Dat kunnen - ook om deze reden - dus niet ambassadeur Bavly en zijn begeleiders zijn geweest.

 

(22-02)  Memo van PEC-medewerker Marnix Norder over  gesprek met de Israëlische ambassadeur, gedateerd 4  december 1998.

___________________________________________________________________________________________

 

   

PARLEMENTAIRE ENQUÊTECOMMISSIE

VLIEGRAMP BIJLMERMEER

 

memo

 

Aan: Theo Meijer

Van: Marnix Norder

Betreft: gesprek ambassadeur

Datum: 4/12/98

 

Ten behoeve van het gesprek met de Israëlische ambassadeur heb ik een aantal suggesties om aan de orde te stellen:

1. Ter informatie: We hebben ElAl een uitgebreide vragenlijst gestuurd. (Kopie overhandigen?)

2. Kan hij bemiddelen in het spoedig beantwoorden van de vragen door ElAl?

3. De Knesset doet een tweetal onderzoeken in relatie tot de ramp.

   • Kan hij daar meer informatie over geven?

   • Heeft hij contactpersoon van het onderzoeksteam (tbv staf)

   • Wanneer zijn de onderzoeksresultaten gereed?

4. Zijn er nog andere onderzoeken gedaan in Israël naar de ramp? Wil hij zorgen dat we de

   (eventuele) rapporten krijgen?

5. Wat is de relatie tussen ElAl en de staat Israël?

6. Bestaan er verdragen tussen ElAl/Israel enerzijds en Nederland/Nederlandse organisaties

   anderzijds?(bilateraal verdrag)?

7. Heeft hij ten behoeve van de staf een contactpersoon bij de ambassade?

Marnix (handgescheven)

 

PLEIN 2, POSTBUS 20018, 2500 EA • 'S-GRAVENHAG E

TEL: 070-312 92 64 • FAX: 070-312 93 46


Deze website is tot stand gekomen in samenwerking met de Sociale Databank Nederland
Disclaimer