(20-04)      Bladzijde uit het stenografisch verslag van het gesprek van de

PEC met ex-BVD-directeur Docters van Leeuwen, waarin deze onder meer

zegt dat de Mossad waarschijnlijk geen eigen mensen naar een plaats als

de rampplek in de Bijlmer zal sturen, maar daar het werk door anderen

zal laten opknappen.

______________________________________________________________________________

 

OVB077 (vastgesteld)                                                                                                                         5

                                      ONDERZOEK VLIEGRAMP BIJLMERMEER

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

de Mossad zich zo adverteren zou. Dat lijkt mij hoogst onwaarschijnlijk. Ik kan het echter niet uitsluiten,

want ik weet het niet.

De heer Oudkerk : Waarom vindt u dat hoogst onwaarschijnlijk? Het gaat hier om een toestel van El Al

waarop mogelijk een terroristische aanslag is gepleegd - dat weet de Mossad immers ook met op dat moment

- of waar mogelijk andere dingen mee zijn. Als ik mij verplaats in de mensen van de beveiliging van zo'n

toestel - zij rijden mee en kunnen waarschijnlijk zien waar het toestel crasht - lijkt het mij logisch dat zij

even daarheen rijden. Of zie ik dat verkeerd?

De heer Docters van Leeuwen : Ik kan u hier geen exact antwoord op geven. Ik weet niet hoe de Mossad

precies werkt en als ik het zou weten, mag ik het u niet vertellen.

De heer Oudkerk : Nee, maar qua logica? Het lijkt u immers onwaarschijnlijk?

De heer Docters van Leeuwen : Geheime diensten werken in het algemeen niet zo. Ik zal u niet een generiek

antwoord geven waarvan ik denk dat het niet op de Mossad van toepassing is. Laat ik het zo maar zeggen, ik

moet een beetje voorzichtig zijn. Geheime diensten houden er niet van aan het front te zitten. Die tonen een

wijkend gedrag. Die wachten en hebben geduld. Eén ding vindt geen enkele dienst prettig, namelijk dat hun

eigen officieren het risico lopen op video vastgelegd te worden; gezichten, gestalten identificabele aspecten

van hun eigen officieren. U herinnert zich misschien nog wel, hoe wij gefilmd werden door de VARA en hoe

onplezierig dat was. Dat vindt een geheime dienst die in het buitenland opereert bepaald onplezierig. Ik ken

geen diensten die dat prettig vinden.

De heer Oudkerk : Dat kan ik goed volgen.

De heer Docters van Leeuwen : Ik druk mij nog voorzichtig uit.

De heer Oudkerk : Dat begrijp ik. Ik kan het goed volgen. Dat een dienst niet herkenbaar aanwezig wil zijn,

niet in de frontlinie wil opereren en rustig wil afwachten tot...., dat kan ik allemaal volgen.

De heer Docters van Leeuwen : Een ander het werk laat doen. Dat is natuurlijk ook een kenmerk van

geheime diensten.

De heer Oudkerk : Wij zitten met het probleem van een paar onidentificeerbare witte pakken die niet bij de

EHBO en de medische dienst horen en die wij niet kunnen onderbrengen. Ik blijf nog even bij de vraag van

de heer Van den Doel. Zou het dan denkbaar zijn dat een geheime dienst - ik veralgemeniseer het even -

opdracht aan derden geeft en zegt: jongens, wij willen ons er met mee bemoeien maar ga even kijken of je

die cockpit voice recorder van ons uit het staartstuk kunt halen? Dat is toch geen abnormale vraag?

De heer Docters van Leeuwen : Ik was er niet bij, want ik was ziek zoals ik reeds zei. Maar wat ik ervan

gezien en gehoord heb, het was een chaos die bij een ramp hoort. Het was donker, overal smeulend vuur, je

weet absoluut niet waar die is.

De heer Oudkerk : Die zit in het staartstuk.

De heer Doctors van Leeuwen : Mannen in witte pakken die even de voice recorder uit zo'n staartstuk gaan

halen. Dat komt mij echt heel onwaarschijnlijk voor. Als het de Mossad met zelf geweest is - en dat komt

mij heel onwaarschijnlijk voor - moet er wel iets buitengewoon belangrijks geweest zijn, wil men dat risico,

exposure van de eigen agenten en zeker Mossad agenten, nemen. Ik vind een uur ook heel kort Daarin kun je

niet veel doen. Dan moet je die pakken klaar hebben liggen. Ik weet nog uit mijn brandweertijd dat dit

allemaal niet zo simpel is. Bij dat soort beschermende kleding heb je ook perslucht nodig. Die.moet je dus bij

je hebben. Verder moeten de mensen met dat soort kleren kunnen omgaan. Dat is geen sinecure. U zou dat

misschien de brandweer moeten vragen. Het is ook niet eenvoudig om in dat soort pakken te werken.

 

 

 

(20-04)  Verklaring van bergster Marianne Makkinje tegenover Pierre Heijboer (op 21 mei 2001) over op de rampplek gevonden metalen bollen.

__________________________________________________________________________________

 

 

'Wat die bollen betreft: ik heb er denk ik wel zo'n twintig gezien. Ze waren van metaal,  tamelijk zwaar (ik denk een kilo of twee, drie), zodat ik eerst dacht dat ze helemaal massief waren. (Ze geeft met de hand de grootte aan: een centimeter of 12, 15 in doorsnee). Ze hadden dezelfde lichtgroene kleur als de inwendige delen van het vliegtuig, dus wij dachten eerst dat ze bij het vliegtuig hoorden. Maar wat waren het dan? Kogellagers, zei iemand op een gegeven moment. Maar dat kon niet, want kogellagers moeten glad zijn, en dat waren deze bollen niet. Er zat rond om heen een duidelijk voelbare naad, het waren twee aan elkaar gelaste helften. En aan een kant zat er van boven ook nog een tutertje op, ja zo noem ik het maar. Een soort dop - maar die kon je er niet van af krijgen.'

 

 

(20-04)  Verklaring van RLD-medewerker Henk Pruis tegenover Pierre Heijboer, over in hangar 8 gevonden bollen en cilinders.

__________________________________________________________________________________

 

 'Die metalen en bollen en die koperen cilinders hebben we op een gegeven moment verzameld en in een hoek van de hangar bij elkaar gelegd. Die bollen waren net niet helemaal rond, ze waren een klein beetje ellipsvormig. De cilinders hadden de vorm van een over-dikke sigaar. Ik heb er geen dop of schroefdraad op kunnen vinden.

 

Het verzamelen van met name deze twee zaken was niet ons eigen initiatief. We deden het op verzoek van de Israëli's. Bepaalde delen van de lading moesten terug naar El Al, zo kregen we te horen. Het waren die bollen en die cilinders. Daar is zeer specifiek om gevraagd. En ze hebben ze mijns inziens ook gekregen.

 

De opdracht tot dat verzamelen kwam mondeling, ik weet niet meer precies van wie. Ofwel van de politie, ofwel van het BVO. Ik gok op het laatste, dat ik het van Erhart hoorde. Daarbij hoorde ik dus ook dat El Al die dingen terug wilde hebben. Toen ik op een avond vertrok lagen ze nog in de hoek. De volgende ochtend waren ze verdwenen.  

 

Ik herinner me nog dat het verzamelen gebeurde onder politie-toezicht. Er stonden mensen in uniform omheen. Maar weet niet meer of dit nu mensen van de dienst luchtvaart waren, of gewone politiemensen, of marechaussee.

 

Dat de Israëli's die spullen terugkregen was ongewoon. Want alles wat naar ons idee nader onderzoek vergde ging naar het gerechtelijk laboratorium. Maar deze dingen dus niet.

 

Iemand die ik vanuit de kerk ken heeft me later verteld dat die koperen capsules gebruikt worden voor het vervoer van zeer giftige stoffen. Hij noemde tegenover mij onder meer methylbromide. Ook zijn er mensen die zich van het werk in de hangar hebben teruggetrokken toen ze die cilinders hadden gezien. Ze zeiden: dit is linke soep; ik maak me uit de voeten.

 

Die bollen waren van dof metaal. 'n Titanium-achtige kleur. Er zat inderdaad een naad op en zo' toetertje bovenop. Er stond geen serienummer of zo op, dus het was geen heel fabrikaat, volgens mij. Er werd onder meer gesproken over veerbollen (dempers) voor Citroëns.

 

En dan waren er die cilindertjes. Van koper, met boven en onder ook een soort tuitje. Ook die moesten dus verzameld worden. Wij wilden weten wat erin zat. De politie zou dat voor ons uitzoeken, maar daar hebben we niets meer over gehoord. Later werd gezegd: iets voor koelkasten.'  

 

 

(20-04)  Verklaring van bergster Marianne Makkinje tegenover Pierre Heijboer (op 21 mei 2001) over op de rampplek gevonden metalen bollen.

__________________________________________________________________________________

 

'Wat die bollen betreft: ik heb er denk ik wel zo'n twintig gezien. Ze waren van metaal,  tamelijk zwaar (ik denk een kilo of twee, drie), zodat ik eerst dacht dat ze helemaal massief waren. (Ze geeft met de hand de grootte aan: een centimeter of 12, 15 in doorsnee). Ze hadden dezelfde lichtgroene kleur als de inwendige delen van het vliegtuig, dus wij dachten eerst dat ze bij het vliegtuig hoorden. Maar wat waren het dan? Kogellagers, zei iemand op een gegeven moment. Maar dat kon niet, want kogellagers moeten glad zijn, en dat waren deze bollen niet. Er zat rond om heen een duidelijk voelbare naad, het waren twee aan elkaar gelaste helften. En aan een kant zat er van boven ook nog een tutertje op, ja zo noem ik het maar. Een soort dop - maar die kon je er niet van af krijgen.'

 


Deze website is tot stand gekomen in samenwerking met de Sociale Databank Nederland
Disclaimer