(14-05)  Kort verslag van de vergadering van de zogegeten ministerstaf op de ochtend van 5 oktober 1992.

 

(14-05)  Correctie.

_______________________________________________________________________________________

 

Op bladzijde 178, ongeveer halverwege, staat de zin: 'De groep - ze waren met een stuk of zes en liepen een beetje traag, als maanwandelaars - werd begeleid door een man in burger.'

Dit moet zijn: : 'De groep - ze waren met een stuk of zes en liepen een beetje traag, als maanwandelaars - werd begeleid door enkele mensen in burger.'

 

____________________________________________________________________________________________________

 

BUREAU SECRETARIS-GENERAAL                                                                  VERTROUWELIJK

STRIKT PERSOONLIJK

                                                                                                                             M 92-122

____________________________________________________________________________________________________

 

KORT VERSLAG MINISTERSTAF VAN  5 OKTOBER 1992

______________________________________________________________________________

 

AANWEZIG: M, SG, plv.SG, DG RLD, DG RWS (Hoogland), DGSM,

                  DGV, HDTP, FEZ (V. Zanten) , VDB, HBSG.

AFWEZIG:    AIB.

____________________________________________________________________________________________________

 

 

1.  De minister verklaart de nota van DGV inzake de

    budgettaire problematiek infrastruktuur vertrouwelijk aan

    de heren Lubbers, Kok en Brinkman te hebben overhandigd.

    Zij verzoekt tevens een exemplaar te zenden aan de heer

    Wöltgens. Wegens tijdgebrek zal de nota voor de volgende

    Ministerstaf worden geagendeerd.

 

2.  Als gevolg van de vliegramp bij Amsterdam zijn de

    Algemene Politieke Beschouwingen uitgesteld tot 13, 14 en

    15 oktober '92.

 

3.  De kwestie Antilliaanse rijbewijzen zal worden

    doorgeschoven naar de MR van 23 oktober nu geen

    overeenstemming is bereikt met de Minister van Justitie.

    Een aanbiedingsbrief daartoe door de Minister opgesteld

    zal daarvoor dienen. Naar verluidt zou voorts het advies

    van de heer Biesheuvel in deze door hemzelf nog worden

    aangepast.

 

4.  Naar verwachting zal de stuurgroep o.l.v. de heer Lemstra

    die belast is met het Kustwachtonderzoek begin november

    een standpunt innemen over de opdrachtformulering.

    Vervolgens zal nog voor de geplande begrotingsbehandeling

    van 10 en 1 november 92 een brief aan de TK uitgaan.

 

5.  De MR beeft besloten naar aanleiding van een brief van

    V&W inzake de herziene advies- en overlegstructuur binnen

    V&W de TK een procedurele brief te zenden waarin zal

    worden aangegeven dat de MR eerst de bevindingen van een

    subcommissie van de commissie Deetman zal afwachten.

    DJZ zal worden gevraagd met BIZA in overleg te treden

    omtrent de inhoud van deze brief.

 

6.  De MR is akkoord gegaan met de voorstellen betreffende

    grote voorlichtingscampagnes 1993. Het overzicht zal

    nu worden toegezonden aan de TK.

 

7.  V&W zal een brief opstellen richting de Minister van

    Ontwikke1ingssamenwerking teneinde voor de behande1ing

    van het ruimtevaartdossier in de MR van 9 oktober

    duidelijkheid te krijgen over een financiële bijdrage van

    die kant.

____________________________________________________________________________________________________

 

 

8.  In de RROM van 13 oktober '92 zal de afstemming worden

    besproken voor wat betreft NMP2 tussen de sector-

    ministeries en VROM en RIVM alsmede de problematiek van

    de witte vlekken

 

9.  BSG wordt gevraagd een dossier samen te stellen over de

    wegeninfrastruktuur in Noord-Brabant (oost) t.b.v. de MP

    met het oog op een werkbezoek op 5 november '92.

 

10. De plv.SG wordt gevraagd in hoeverre V&W een bijdrage kan

     leveren aan het jaar voor de ouderen als gevraagd door de

     Minister van V&W.

 

VERTROUWELIJK

 

 

 

 

(14-05)     Fragment uit het stenografisch verslag van het gesprek van de PEC met

mevrouw W. Tifres, op 11 januari 1999.

_____________________________________________________________________________

 

OVB015 (vastgesteld)

ONDERZOEK VLIEGRAMP BIJLMERMEER

 

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Mevrouw Tifres : Ik heb in de verte mensen gezien met witte pakken. Het viel mij op omdat er auto's

kwamen die niet gebruikelijk waren. Het waren geen brandweerauto's, maar een ander soort auto's. Hoe zij

er precies uitzagen, daar zou ik echt goed over moeten nadenken.

De heer Van den Doel : Waren het personenauto's?

Mevrouw Tifres : Ja, en een of ander busje, of zo. Daar kwamen mensen uit. Er vloog ook een helikopter

boven. Daar werden de mensen al helemaal panisch van. Dat viel op. Er gebeurde ineens een heleboel.

De heer Van den Doel : De witte pakken. Er zijn natuurlijk veel mensen in witte pakken geweest, zoals u

weet.

Mevrouw Tifres : Neen, er zijn helemaal met veel mensen in witte pakken geweest. De anderen waren

gewoon brandweermensen en andere mensen, maar die hadden geen witte pakken aan. Er was verder niemand

met witte pakken.

De heer Van den Doel : Jawel. Neem bijvoorbeeld het identificatieteam of het traumateam. Er zijn veel

mensen geweest die witte pakken droegen.

Mevrouw Tifres : Maar die waren er niet in dezelfde nacht en ochtend.

De heer Van den Doel : Wat heeft u precies gezien? Hoe zagen zij eruit? Wat hadden zij op hun hoofd, of

hadden zij niets op hun hoofd?

Mevrouw Tifres : Ja, het waren gewoon mensen die... Je zag alleen pakken lopen. Ik zag geen mensen. Ik zag

niet wat erin zat. Als je bij mij op de derde verdieping op het balkon staat, zie je daar beneden een witte

verschijning lopen. En ik ben niet naar beneden gelopen om te gaan kijken wat er in zat en hoe het er precies

uitzag.

De heer Van den Doel : Maar hadden zij bijvoorbeeld een oranje helm op hun hoofd of een gele?

Mevrouw Tifres : Neen, het was gewoon één groot pak. En volgens mij zat er zo'n kijkgat in, maar dat weet

ik niet zeker, want het was op een afstand.

De heer Van den Doel : Hoe groot was die afstand, denkt u? Was die 300 meter?

Mevrouw Tifres : Hoever is het ongeveer? Hier is de kaart. Als ik u was, zou ik even kijken.

De heer Voerman : Wij zullen kijken waar u exact woont.

Mevrouw Tifres : Ik weet niet of het allemaal zo belangrijk is.

De heer Van den Doel : Uw bevindingen zijn natuurlijk wel van belang. Wij hebben u met voor mets

uitgenodigd. Maar of je iets waarneemt van dichtbij of...

Mevrouw Tifres : Ik weet met of het nu 300 meter of 150 meter is. Er zit nog een stuk gras tussen en er staat

nog een boom, dé boom, die er nog steeds staat.

De heer Van den Doel : Maar u weet met precies wat zij daar deden. Heeft u gezien dat zij dingen opraapten

of wegnamen? U heeft ze in de verte gezien.

Mevrouw Tifres : Ik heb ze waargenomen en later sprak je daar met je daar met elkaar over: heb jij ze ook

gezien, ja, wij hebben ze ook gezien Wij stonden beneden met elkaar te praten, natuurlijk, en wij waren

daar de hele dag. Wij gingen er steeds naartoe en spraken met elkaar, rouwden met elkaar en zongen met

elkaar, gek genoeg, dat deden wij ook nog.

De heer Van den Doel : Was de plaats van de ramp, los van het feit dat u door de politie werd aangehouden

toen u terug wilde, om zeven uur goed afgezet?

Mevrouw Tifres : Die plaats was al behoorlijk afgezet. Daaraan merkte je ook dat de gang van zaken en de

manier waarop politie en brandweer gereageerd hebben op een dergelijke ramp, geen schoonheidsprijs

 

    

    

 


Deze website is tot stand gekomen in samenwerking met de Sociale Databank Nederland
Disclaimer