(12-04)  Gesprekken brandweer Amsterdam vanaf ca. 21.37 uur.

__________________________________________________________________________

 

ca. 21.37

BRANDWEER SCHIPHOL: Brandweer Schiphol.

THOMAS: Met Thomas. Wie moet ik hebben, wie kan bevestigen dat er niets bijzonders zat in het vliegtuig?

BRANDWEER SCHIPHOL: Dat hebben wij doorgekregen van onze inspecteur.

THOMAS: Van de inspecteur?

BRANDWEER SCHIPHOL: Die heeft het weer doorgekregen van de El Al, van de manager van de El Al.

THOMAS: Kan ik die bereiken?

BRANDWEER SCHIPHOL: Ik denk dat u dan het beste de inspectie van ons kan bellen. Maar dan krijgt u hetzelfde bericht als van mij te horen.

THOMAS: Dan belt een officier en dan kunnen die op niveau met elkaar praten.

BRANDWEER SCHIPHOL: Dat is prima. Wij hebben doorgekregen dat er geen radio-actieve spullen waren en geen gevaarlijke stoffen.

THOMAS: Geef mij maar het nummer van de inspecteur.

BRANDWEER SCHIPHOL: 6012115, dan krijgt u de inspectie van de luchthaven.

THOMAS: Oké.  

 

ca. 21.50

BRANDWEER SCHIPHOL: Brandweer Schiphol

THOMAS: Ik krijg net een telefoonnummer van jullie op, maar dat is de havendienst, dat is over de boten. Ik moet de inspecteur van de luchthaven hebben. Gaat die ook over de boten?

BRANDWEER SCHIPHOL: Nee, dat heet zo, havendienst.

THOMAS: Ik heb een nummer, 601..

BRANDWEER SCHIPHOL: ..2115. Dat klopt, dan krijgt u de inspectie. Dan moet u even vragen naar de inspecteur.

THOMAS: Van de luchtvaart? We bellen en we krijgen de havendienst.

BRANDWEER SCHIPHOL: Ja, dat klopt, de havendienst. Dat heet bij ons ook havendienst, vluchthaven.

THOMAS: Ik ga wel even verder.

BRANDWEER SCHIPHOL: Maar het is het goede nummer.

THOMAS: Bedankt, dag.

 

 

 

 

(12-04)  Gesprek brandweer Amsterdam, ca. 21.58 uur.

__________________________________________________________________________

 

ca. 21.58

DIEPENBROCK: Met Diepenbrock.

THOMAS: Luchthaveninspectie?

DIEPENBROCK: Ja, daar spreekt u mee.

THOMAS: Een ogenblik, ik geef u even door.

DIEPENBROCK: Met Diepenbrock.

KAPPETEIN: Met Kappetein, brandweer. Ik heb een vraagje. Kunt u vertellen wat er precies in het vliegtuig aan boord zat van het vliegtuig dat neergestort is?

DIEPENBROCK: Met wie spreek ik?

KAPPETEIN: Met Kappetein van de brandweer, Alarmcentrale.

DIEPENBROCK: De Alarmcentrale van de NVLS?

KAPPETEIN: Wat zegt u?

DIEPENBROCK: Met welke Alarmcentrale?

KAPPETEIN: Met de Alarmcentrale van de brandweer.

DIEPENBROCK: Van welke brandweer?

KAPPETEIN: Amsterdam en omstreken.

DIEPENBROCK: Dan moet u maar contact opnemen met de brandweer van Schiphol.

KAPPETEIN: Waarom?

DIEPENBROCK: Omdat ik niet zo door de telefoon de informatie geef.

KAPPETEIN: Wilt u dan 020 drie keer 21 bellen. Zou u zo vriendelijk willen wezen? 020 drie keer 21.

DIEPENBROCK: Drie keer 21. Doe ik. Hoe was uw naam?

KAPPETEIN: Kappetein.

DIEPENBROCK: Ik bel u zo terug.

KAPPETEIN: Bedankt.

 

 

 

 

12-04)  Gesprek brandweer Amsterdam, ca. 22.06 uur.

__________________________________________________________________________

 

ca. 22.06

THOMAS: Brandweer.

DIEPENBROCK: Met de heer Kappetein?

THOMAS: Nee, ik zal u even doorverbinden.

KAPPETEIN: Met Kappetein.

DIEPENBROCK: Met Diepenbrock, NVLS. Ja, dat moeten we zo doen, want we krijgen de raarste telefoontjes en we geven niet overal antwoord op, dat begrijpt u waarschijnlijk.

Volgens de papieren die hier met de afhandelaar zijn gecontroleerd, zijn er geen gevaarlijke stoffen aan boord geweest en geen radio-actieve stoffen.

KAPPETEIN: En volgens welke papieren is dat?

DIEPENBROCK: Volgens de beladingspapieren.

KAPPETEIN: Geen radio-actieve of gevaarlijke stoffen.

DIEPENBROCK: Dat klopt.

KAPPETEIN: Maar voor de duidelijkheid, wat zat er dan wel in?

DIEPENBROCK: Het is gewoon een vrachtvliegtuig, daar zit allerlei soorten aan vracht in. Wat wij dan noemen 'normale vracht', waar niets bijzonders mee is.

KAPPETEIN: Dus als er radio-actieve stoffen bij zitten of gevaarlijke stoffen, dan wordt dat wel gespecificeerd?

DIEPENBROCK: Dan wordt dat allemaal gespecificeerd op manifest.

KAPPETEIN: Ja, ja.. Maar als het, bij wijze van spreken, computers zijn, dan staat dat er niet bij.

DIEPENBROCK: Nee. Als het normale vracht is, dan wordt het wel vermeld, maar dan heeft het voor ons verder geen belang.

KAPPETEIN: Op die manier. U heeft daar verder geen indicatie van gekregen.

DIEPENBROCK: Nee, nee.

KAPPETEIN: Misschien grote hoeveelheden plastic of zoiets?

DIEPENBROCK: Nee hoor, daar is geen indicatie van. Behalve  normaal verpakkingsmateriaal zoals dat bij vracht natuurlijk gebruikelijk is.

KAPPETEIN: Het is om ons een beeld te vormen, van wat er zou kunnen gebeuren. Snapt u?

DIEPENBROCK: Ja..

KAPPETEIN: Een normaal vrachtvliegtuig was het. Heeft u een idee over de hoeveelheid kerosine die aan boord was?

DIEPENBROCK: Dat kan ik u niet precies vertellen. Dat zou je bij de maatschappij zelf moeten controleren. Dat weten wij niet precies.

KAPPETEIN: Een Boeing 747?

DIEPENBROCK: Ja

KAPPETEIN: Goed. Dan ben ik weer gerustgesteld.

DIEPENBROCK: Oké.

KAPPETEIN: Hartelijk bedankt.

DIEPENBROCK: Geen dank, mijnheer Kappetein.

__________________________________________________________________________________

 

Wat Diepenbrock hier aan de brandweer vertelt is een evidente onwaarheid. Want geváárlijke stoffen zaten wel degelijk in het toestel.

    

 


Deze website is tot stand gekomen in samenwerking met de Sociale Databank Nederland
Disclaimer