(11-04)
Gesprek brandweer Amsterdam om ongeveer negen
uur.
__________________________________________________________________________
ca.
21.02
JASPERS:
Brandweer
BOOM: Hallo,
met de meetwagen. Er is gepiept.
JASPERS: Ja,
ik hoor het, ja. Hier heb je Kappetein even van
me.
BOOM:
Oké.
JASPERS:
Praten jullie even onder elkaar.
KAPPETEIN:
Met Cees.
BOOM: Cees,
met Ed.
KAPPETEIN:
Hallo joh. Waar ben jij op dit moment?
BOOM: Ik zit
nu bij Agnes. Ik kom net binnen bij Agnes in
Purmerend.
KAPPETEIN:
O, nou. Nou, wie heeft er dienst nu?
BOOM:
Ik.
KAPPETEIN:
Wij zitten even nog na te checken wat er in het vliegtuig gezeten moet
hebben.
BOOM: Ja, dat vroeg ik me eigenlijk
ook al af.
KAPPETEIN: Daar zijn wij nu navraag over aan het doen. Ik ben ook nog maar net binnengehold. Ze hebben mij ook van huis gebeld. Dat ga ik even doen. Maar het lijkt mij, dat als je dienst hebt, dat je toch.. Kom maar naar de Alarmcentrale toe, dat je even stand-by bent en dat Agnes zich even een beetje voorbereidt dat ze in de nacht in moet vallen.
BOOM: Kan ze
niet nu meteen eventueel?
KAPPETEIN:
Dat lijkt me niet verstandig.
BOOM: Je
hebt ook hans nog.
KAPPETEIN:
Is Hans aanwezig? Heb jij het telefoonnummer van
Hans?
BOOM: Ja, ik
vind het wel prettiger om zoiets met zijn tweeën aan te pakken, eerlijk
gezegd.
KAPPETEIN:
Even het volgende. Probeer Hans.. Heb je het telefoonnummer van
Hans?
BOOM: Ja,
dat hebben we hier hè, het telefoonnummer van Hans? Ja, dat hebben we wel.
KAPPETEIN: Nou..
BOOM: Ik bel
hem wel op..
KAPPETEIN:
En als hij er is, komen jullie met zijn tweeën. Als hij er niet is, moet
je in je eentje komen, want anders hebben wij vannacht, ergens diep in de
nacht..
BOOM: Ja.
Oké.
KAPPETEIN:
Doe het zo maar.
BOOM: Oké.
Alles onder controle.
KAPPETEIN:
Joe.
BOOM:
Hoi.
KAPPETEIN:
Dag Ed.
____________________________________________________________
|