(11-03)
Verklaring van Jeroen
Dirks, afgelegd tegenover Pierre Heijboer.
Maakt ook deel uit van het dossier van de
rijksrecherche.
_______________________________________________________________________________
Jeroen
Dirks
Abcoude
'Als
verslaggever van Radio Noord-Holland ben ik op de avond van de 4e oktober
1992 vele uren aanwezig geweest op en nabij het rampterrein in de
Bijlmermeer. Ik heb voortdurend verslag gedaan van wat ik zag en hoorde.
Het ging allemaal snel en hectisch. Als gevolgd daarvan heb ik veel van
wat ik zag en hoorde toen wel geregistreerd, maar niet in mijn geheugen
opgeslagen. Zo herinnerde ik mij achteraf ook niets van mannen in
bijzondere witte pakken, die op rampplek actief zouden zijn
geweest.
Dat veranderde
echter toen geruime tijd na de ramp een tv-ploeg onze geluidsbanden van de
bewuste avond nog eens afluisterde. Op een van die banden hoort men mij
duidelijke zeggen:
'Zojuist is de
brandweer in beschermende pakken, in
speciale
asbestpakken, de puinhopen langzaam maar zeker
gaan verkennen.
En ze lopen nu in van die grote witte pak
ken, lopen ze
daar - eh - doorheen, heel voorzichtig en
heel - eh - ja
omzichtig te speuren naar mogelijk misschien
nog
slachtoffers - eh - maar mogelijk ook naar resten
van
het vliegtuig
die kunnen verklaren waarom de piloot deze
manoeuvre
heeft gemaakt.'
Het tijdstip
waarop ik die waarneming deed was, naar ik meen, ongeveer kwart voor elf.*
Ik bevond mij op dat moment in een woning op de tiende verdieping van de
flat Kruitberg. Dat is schuin tegenover de plek van de inslag, aan de
zuidoostelijke kant daarvan. Dat wil zeggen: de metrokant. Ik keek daar
met de telefoon in de hand uit een raam.
Terugdenkend
is mij slechts in herinnering gekomen dat die mannen in het wit - het
waren er zeker tien - mij opvielen omdat zij die speciale pakken droegen,
die hen kennelijk goed tegen hitte beschermden. Hoe die kleding er heel
precies uitzag kon ik niet zien, omdat ik mij op een nogal grote afstand
bevond. Ik heb ze toen aangezien voor brandweerlieden, maar ik heb er wel
bij gedacht: 'Wat moeten die hier nog, het ergste vuur is inmiddels toch
bedwongen?'
Pas later heb
ik begrepen dat de Nederlandse brandweerlieden en de andere bergers die
normaal gesproken op de rampplek aanwezig mochten zijn, niet beschikten
over het soort beschermende kleding dat deze mannen
droegen.
Mijn
mededeling dat het 'de brandweer' betrof, was dus
onjuist.
Ik ben bereid
dit onder ede te herhalen.'
* Tijdstip later gecorrigeerd in 'ongeveer kwart voor
negen'.
(handtekening)
Jeroen Dirks
(Bijlage:
bandopname van bovengenoemd radioverslag)
|