(09-02) Logboek van het Landelijk Coördinatie Centrum op de avond van de ramp in de Bijlmer, opgesteld op verzoek van de Parlementaire Enquête Commissie Vliegramp Bijlmermeer (PEC).
__________________________________________________________________________________________________________
voorzitter parlementaire Enquêtecommissie
vliegrarnp Bijlmermeer
dhr Th. A.M. Meijer
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
NCC99/U57300
23
februari 1999
ir. A. Clobus
(070)3027814
beantwoording vragen
Geachte heer Meijer,
Door tussenkomst van de heer Geveke hebben mij de vo1gende
vragen van uw commissie bereikt.
1. Hoe is de opstart van het toenmalige LCC verlopen en wie
waren daarbij betrokken.
2. Heeft er, en zo ja in hoeverre, de avond van de ramp of
de daarop volgende nacht
besluitvorming
plaatsgevonden over de opschaling van bevoegdheden in bet kader van
de rampenwet.
In antwoord op deze vragen deel ik u het volgende mede.
Ad vraag l:
*
omstreeks
19.00 uur: LCC-medewerker Jansen {wonende te Weesp) doet melding aan
piketambtenaar {dhr. A.
Clobus) van het LCC dat hij een vliegtuig laag heeft zien overkomen
en dat
hij via
radio Noord-Holland vervolgens heeft gehoord dat een vliegtuig is
neergestort.
* omstreeks 19.05: piketambtenaar wordt gebeld door de
Directeur-Generaal Openbare Orde en
Vei1igheid, de heer mr. I.W. opstelten. Hij is vanuit de dienstauto
gebeld door de D1recteur-
Generaal
Openbaar Bestuur, de heer G. Janssen, die op de A9 onder Amsterdam reed en
een en
ander op
afstand had zien gebeuren.
* omstreeks 19.05: piketambtenaar be1t Dienst Luchtvaart RP:
deze kan het bericht nog niet
vestigen
en zegt toe terug te bellen
* omstreeks 19.15 uur: bericht wordt desgevraagd bevestigd
door de alarmcentrale Brandweer
Amsterdam {de
meldkamer politie kon wegens overbelasting niet doorverbinden met een
functionaris
die van de situatie op de hoogte was)
* omstreeks 19.15 uur: piketambtenaar belt wnd. Hoofd LCC
(de heer A.H.A.M Brok) die enkele
andere
medewerkers alarmeert.
__________________________________________________________________________________________________________
* omstreeks 19.20 uur: piketambtenaar belt met de plv.
DGOOV, de heer Mr. G.N. Roes en de
directeur
Communicatie, mw. H. Donkervoort
* omstreeks 19.20 uur: piketambtenaar belt met de
vertegenwoordiger van het ministerie van Justitie
in de
Technische Evaluatiecommissie (TEC), de heer Bakker
* omstreeks 19.25 belt minister Dales naar piketambtenaar
met verzoek om nadere info n.a.v.
berichten in
de media.
* omstreeks 19.30 uur: plv DGOOV arriveert bij het LCC
omstreeks 19.35 uur arriveert de DGOOV bij
het LCC.
* omstreeks 19.35 uur: piketambtenaar belt conform de
alarmeringsregeling vla de politie Haarlem
met het
kabinet van
* de Commissaris van de Koningin in de prov1ncle
Noord-Holland. Daar is men inmiddels op de
hoogte en op
weg
naar het provinciaal
coördinatiecentrum.
* omstreeks 19.35 uur: Dhr. Bloemen van de Dienst Luchtvaart
belt terug om de bevestigen dat een
vrachtvliegtuig zonder passagiers van El Al van Schiphol was
vertrokken. De motoren van het
toestel zijn
daarna uitgevallen en het toestel is bij een poging tot een noodlanding
neergestort.
* omstreeks 19.40: piketambtenaar wordt gebeld door
LCC-medewerker Jansen met nadere info
die
hij via Radio
Noord-Holland had vernomen.
* omstreeks 19.50 uur: piketambtenaar belt met de
vertegenwoordiger van de BVD in de TEC, de heer
Klinkhamer.
Omstreeks 20:00 uur was er een bezetting aanwezig op het
LCC. Vanaf ca. 20.10 uur werden de incidentlijnen van het LCC
teruggeschakeld naar kantoor.
Kort na 20.00 uur meldt de directeur Communicatie, mw. H.
Donkervoort, zich ter plaatse. De directeur Communicatie heeft vervolgens
contact opgenomen met de leiding van de RVD over de afstemming van de
woordvoering.
Uit eigener beweging voegen zich rond 21.00 uur ook de SG en
de plv SG (de heer J.J. van Aartsen en mw. Dr. B.E.C. Plesch) bij het
gezelschap.
Ad vraag 2:
Er zijn geen stukken bij het NCC aanwezig met betrekking tot
besluitvorming over de opschaling van bevoegdheden in het kader van de
rampenwet de avond van de ramp of de daaropvolgende nacht. Een dergelijke
opschaling heeft niet plaatsgevonden en er was toen ook geen enkele reden
om dat zelfs maar te overwegen.
Wel zijn die avond onder meer telefoongesprekken gevoerd met
de commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland, de heer Van
Kemenade, en de burgemeester van Amsterdam, de heer E. van Thijn. Hieruit
bleek dat de bestrijding van de ramp als zodanig onder controle was en
verliep binnen de wettelijke kaders. Ook is geïnformeerd of de op dat
moment verleende bijstand voldoende was, hetgeen het geval was. De verdere
contacten waren met name ondersteunend en faciliterend van aard.
Informatie daarover treft u aan in de reeds eerder toegezonden
documentatie.
Naast contacten met de diverse betrokken overheden is er in
de loop van de avond telefonisch contact geweest met de leden van de Grote
Evaluatiedriehoek (de DGOOV, de heer Opstelten, het Hoofd van de BVD, De
heer Docters van Leeuwen, en de Directeur-Generaal Politie. en
Criminaliteitsbestrijding van het ministerie van Justitie, de heer
Suyver), om te melden dat onderzoek van de TEC geen aanwijzingen had
opgeleverd voor een terroristische aanslag. Daarover heeft vervolgens ook
telefonisch overleg plaatsgevonden tussen de leden van de driehoek
__________________________________________________________________________________________________________
onderling. De driehoek stemde in met de bevindingen van de TEC. Dit is vervolgens telefonisch gerapporteerd aan de minister van Binnenlandse Zaken. De betrokkenheid van de BVD eindigde hiermee.
De directeur Communicatie heeft nog een aantal malen contact
gehad met de RVD en heeft een aantal journalisten geïnformeerd over de rol
van Binnen1andse Zaken en het LCC op dat moment.
Tot slot hebben de betreffende avond telefonische contacten
plaatsgevonden tussen de heren Opstelten en Roes enerzijds en de minister
van Binnenlandse Zaken en vertegenwoordigers van met name de ministeries
van V&W en AZ anderzijds over de samenstelling van een bestuurlijke
delegatie voor een bezoek aan het rampgebied op 5 oktober.
Als bijlage treft U aan enige informatie over de procedure
rond het maken van dreigingsanalyses en het tot stand komen van bewakings-
en beveiligingsadviezen. Ik verzoek u deze 1nformatie a1s
vertrouwelijk te beschouwen.
Met het bovenstaande vertrouw ik erop u voldoende te hebben ingelicht.
|