(07-01)  Verklaring van André Bos tegenover Pierre Heijboer, op 11 november 2000.

__________________________________________________________________________________

 

'Ik ben na de klap naar buiten gelopen om te kijken of ik hulp kon bieden. Er vormde zich snel een groepje van een man of zes. Een van hen was de man van de parkeergarages waar ik het al eens eerder over heb gehad.

 

We zijn via de trappen de galerijen opgegaan, richting krater. Er waren nog mensen binnen. De deuren zaten geklemd. We hebben die opengetrapt en mensen soms echt naar buiten gejaagd. Daarbij hebben we geloof ik nogal wat gevloekt en getierd. Ook honden en katten konden we bevrijden. Maar cavia's of vogeltjes, daar konden we niet aan beginnen. We gingen ook niet terug toen iemand zei dat hij zijn paspoort had laten liggen.

 

Vrij dicht bij de krater - we waren zelf nogal bang dat dit stuk nog zou instorten - zagen we binnen iets liggen dat op een kind leek. We kregen de deur niet open. Ik ben toen naar beneden gelopen en heb een metalen spuitstuk van de brandweer gepakt. Daarmee wilden we een raam inslaan. Maar in datgene wat we zagen zat geen enkele beweging, dus concludeerden we dat het toch geen kind was. Daarop zijn we van die gevaarlijke plek weggegaan.'


Deze website is tot stand gekomen in samenwerking met de Sociale Databank Nederland
Disclaimer