Actuele verslagen en commentaren om onwaarheden en ontbrekende vragen over de Bijlmerramp aan de orde te stellen

Verslagen en commentaar op de verhoren van de Bijlmer-enquête

Bijlmer enquête . . . Kamerzetel 151 . . . Klankbord <===> SDN . . . Klokkenluider

Enquêtedag 17 februari 1999

Tweede-Kamercommissie van de Parlementaire Enquête

J. Plettenberg
EL AL Cargo Operations Officer

Geboren: 02-07-1946

Mijn taak is het supervisie te houden over het laden en lossen van een El Al-vliegtuig. Is was de manager van deze dienst. Het feitelijk laden en lossen van de pallets in en uit het vliegtuig doe ik. Ik was de laatste persoon die van boord is gestapt. Ik werd geassisteerd door twee medewerkers. Zij doen administratief werk. Richard Wibrandi haalde die dag de 'en-route' weerberichten. Wij controleerden o.a. de kwaliteit van de pallets.

Er waren geen bijzonderheden met deze vlucht. De standaard grondtijd is drie uur. We waren ruim voor schemavertrektijd klaar. We kregen een ETC delay-bericht, dat een vertraging inhield van ca. een half uur. Tussen kwart over zes en half zeven kreeg ik van Airo-Ground Operations bericht dat er problemen waren met het toestel, en dat door een of twee kapotte motoren het toestel terug zou keren. In een El Al dienstwagen ben ik naar de baan 27 (Buitenveldert) gegaan en heb de 'approach' gezien en verder niets. Ik hoorde een à twee minuten via de GSM na de crash dat hij in de buurt van Weesp was gecrasht.

Ik had een Lockerbee-plaatje voor de geest, met weilanden en sloten. Ik wist mij geen beeld te vormen om tien over zeven van wat er werkelijk gebeurd was. Later heb ik op tv pas gezien wat er echt gebeurd was. Ik was echt niet in de war, maar heb niet in mijn geest niet geregistreerd dat er twee flatgebouwen waren getroffen. Ik ben op eigen initiatief naar El Al teruggegaan en ik heb er gebeld met Movement-control van El Al in Tel Aviv; maar men wilde het eerst niet geloven. Ik ben toen alle afdelingshoofden van El Al af gaan bellen en of ik alles met de GSM gebeld heb weet ik niet zo precies. Ik was een van de eersten op kantoor en met de heer ten Braake heb ik daar overleg gehad. De heer Hendriks belde mij later, maar ik kon aan hem geen informatie verstrekken over de lading. De heer Aaij gaf mij weliswaar informatie over de lading, maar niemand anders. Ik was bij Operations en ik had geen beschikking over papieren. Ik kan mij niet voorstellen dat men mij daar gevraagd zou hebben te zwijgen over de lading. Voor zover ik weet is het geen procedure bij El Al om over de lading te zwijgen.

Op een gegeven moment ging ik de operationele papieren kopiëren, o.a. ook van de notoc. Ik denk dat ieder van ons een deel heeft gekopieerd. Het was toen nog niet druk. Pas nadat wij klaar waren met het kopiëren werd het per telefoon heel druk. We hadden tot dat moment zelfs de tijd om enkele Israëli's te informeren. Het is op eigen initiatief geweest om de kopieën te maken. Het was gewoon 'common sense'. Ik deed dat omdat ik anders naderhand zelf niets meer gehad zou hebben. Adjudant Nix van de Rijkspolitie kwam de papieren omstreeks half acht halen. Het kan misschien tien minuten later gewest zijn. Ik gaf hem de 'loadsheet', de 'trimsheet'l en de 'notoc' papieren. Hij vroeg ook de vrachtbrieven, maar ik zei dat die nooit hier waren maar op de vrachtafdeling drie kilometer verderop.

In het kantoor ernaast zit de heer Chervin (cargo-manager) en het leek mij zinnig dat zij het samen zouden coördineren, om de heer Nix de vrachtpapieren te laten verkrijgen. Ik was bij het gesprek aanwezig waarin de heer Chervin zei dat men de papieren rond acht uur zou kunnen komen ophalen. Hij, de heer Nix, vertrok met mijn operationele papieren. Maar ik nam wel aan dat hij vervolgens de papieren over de lading bij de vrachtafdeling zou gaan halen. Ik kan niet verklaren waarom hij zei dat hij bij mij tot laat in de avond kopieën heeft gemaakt van de vrachtlijst. Er was een komen en gaan, maar los van de drie vaste mensen waren waren er meer mensen van El Al aangekomen. De heer Bart Poot kwam o.a. ook; net als Arie Goudsblom, en Simon Kortbeek is ook in en uit gelopen. Men heeft m.i. geen zicht gehad op de aanwezigheid van de heer Nix. Het zicht van het ene op het ander kantoor is via alleen de deur.

De heer Nix is rond acht uur vertrokken met een maximale marge van tien minuten. Ik hoorde later pas van de verklaring van de heer Nix. eerder heb ik valsheid in geschrift door El Al aangegeven bij justitie. Die aangifte was gebaseerd op en spoeddebat in de Tweede Kamer waarin mevr. Jorritsma als minister van Verkeer en Waterstaat over mij zei: "Dan had de heer Plettenberg zich moeten melden bij de autoriteiten". De heer van Gijzel merkte op dat ik in een dossier bij El Al gezien had dat er en onvolledige documentatie was. Ik melde dat eerst niet omdat ik niet wist of er elders een compleet dossiers zou zijn. Wanneer dat het enige dossier zou zijn geweest, dan zou dat door de onderzoekers van het Bureau Vooronderzoek toch opgevallen zijn.

Vroeger werkte ik bij Singapore Airlines en ook bij Gulf Air en kon daardoor goed vrachtbrieven en manifesten interpreteren. Er stond in het kantoor van El Al een ordner met de code van de ramp-Boeing op de rug. Ik vond het logisch dat er een rapport van werd bijgehouden. Er zaten fotokopieën van documenten in die hetzelfde waren als die ik gekopieerd had. Het dossier was in twee delen, het operationele met o.a. mijn kopieën; en in het tweede dikkere deel de vracht documentatie. Dat was zeer slordig gedaan. Ik praat over 1993. Het klopte van geen kanten. Ik praatte er niet over, omdat er een onderzoek liep naar de oorzaak van de ramp en ik werkte nog bij El Al. Zolang ik er werkte vond ik het niet op mij weg liggen om er opmerkingen over te maken. Later maakte ik er wel vermelding van, maar pas nadat ik op 15 mei 1994 ben weggegaan bij El Al. Het beviel mij er niet zo. Ook niet vóór de crash trouwens.

Het resultaat van de aangifte is anders gegaan dan minister Jorritsma heeft gezegd. Ik heb mij gemeld bij de autoriteiten, juist omdat ik wist dat er een incompleet dossier was dat in bepaalde opzichten slordig was. Ik vermoedde in dat stadium, na het rapport van de Laad voor de Luchtvaat in 1994, dat in het rapport het onderwerp "vracht" niet ter sprake was gekomen. In de media is er nogal wat ophef over gemaakt, waarover ik wat duidelijker wil zijn. Met Rob van Gijzel ben in naar het Bureau Vooronderzoek gegaan; en dat met toestemming van de minister. Ik zou dat niet gedaan hebben als ik nog bij El Al gewerkt zou hebben. Ik baseerde mijn verdenking op een onvolledigheid van de vrachtbrieven, ook die in Hoofddorp bij het Bureau Vooronderzoek. Voor mijn bezoeken heb ik altijd eerste contact met de politie gehad. De discrepanties bij El Al waren opvallend t.o.v. die bij Bureau Vooronderzoek. De dossiers klopten niet. Mijn taak bij El Al bestond er niet in om te controleren of de inhoud van de vracht zelf overeenkwam met de vrachtlijsten.

De vrachtdocumentatie bij BVOI liep ik door met de heer van Gijzel, omdat ik kennis had van dit onderwerp. Ik heb vrachtopleidingen gekregen bij mijn vorige werkgevers. Daarom ging ik als deskundige mee met de heer van Gijzel. Ik ben op 4 oktober niet op de plek van de ramp geweest. Het aantal setjes kopieën dat ik maakte was 25 stuks. Het origineel was een setje vijf A4-tjes. Ik heb ook en kopie van de brandstofcalculatie gemaakt. Ik maakte gewoon een aantal van 25. Zomaar, nattevingerwerk. Tien kopieën leek mij te weinig en honderd te veel. Het duurde hooguit drie kwartier om die kopieën te maken. Op die avond heb ik de heer Nix zien vertrekken. Alleen. Hij kwam alleen en ging ook alleen weer weg enz zonder de heer Chervin. Hij ging weg met het setje originelen waarvan ik 25 setjes kopieën had gemaakt.



Eindconclusies van de heer Meijer Parlementaire Enquête Bijlmerramp 1999

  • Tussen kwart over zes en halfzeven kwam het bericht van El Al Ground Operatieons dat het toestel terug kwam.
    ANTWOORD: Dat is juist.

  • Rond 22:00 uur tien uur wordt duidelijk voor u dat het vliegtuig in de Bijlmer is terechtgekomen.
    ANTWOORD: Ja.

  • Ik had geen enkele fysieke beschikking over de vrachtpapieren.
    ANTWOORD: Correct.

  • Rond halfacht komt de heer Nix op mijn kantoor om de papieren op te halen.
    ANTWOORD: Correct.

  • Voor de vrachtpapieren bracht ik de heer Nix in contact met de heer Chervin, nadat ik had gezegd dat de vrachtpapieren zelf op de vrachtafdeling moest worden afgehaald.
    ANTWOORD: Dat is juist.

  • Rond acht uur vertrekt de heer Nix weer uit het gebouw van El Al.
    ANTWOORD: Inderdaad.

  • De aangifte van valsheid in geschrift wordt door u gedaan in de zomer van 96.
    ANTWOORD: Ja.

  • De aanleiding is een ordner die u heeft ingezien, waarbij de operationele papieren zaten, die waren in orde en klopten, en het tweede gedeelte, de vrachtdocumentatie was rommelig, slordig en onvolledig.
    ANTWOORD: Juist.

  • Later na 15 Mei 1994 op het moment dat u uw werk bij El Al beëindigd, bent u met de informatie naar buiten gekomen, dat wil zeggen, aan derden medegedeeld.
    ANTWOORD: Dat is juist.

  • Met de heer van Gijzel bent u naar de BVOI geweest om de vrachtdocumentatie door te nemen, u trof daar dezelfde waarneming aan, als die u eerder in de ordner had waargenomen.
    ANTWOORD: Mag ik dat preciseren, geen vergelijkbare in plaats het woord dezelfde.

  • Vergelijkbaar.
    ANTWOORD: Vergelijkbare.

  • U heeft gesprekken gevoerd met de LVB, u kunt zich het gesprek herinneren. U weet echter zeker dat u geen informatie over de lading heeft gegeven.
    ANTWOORD: Juist.

  • U verklaard dat El Al geen procedure heeft, en niet heeft aangedrongen op geheimhouding van de lading.
    ANTWOORD: Absoluut.

  • U claimt kennis te hebben over vrachtdocumentatie.
    ANTWOORD: Ja.

  • En tenslotte, u bent niet op de avond van 4 Oktober 1992, de avond van de ramp op de rampplek in de Bijlmer geweest.
    ANTWOORD: Pertinent niet.

Daarmee is een einde gekomen aan dit verhoor. Ik verzoek de griffier de heer Plettenberg uit te geleiden en schors de vergadering voor minimaal vijf minuten.


Opmerking: Er zijn nog al wat tegenstrijdigheden in de verklaringen tussen de heer Plettenberg en de heer Nix. De een zegt 5 centimeter dik pak kopieën en de ander zegt 50 tot 100 velletjes. Plettenberg zegt dat de heer Nix rond 10 uur is weggaan; en de heer Nix komt dan op het bureau aan om 23:55 uur. Dat gat kon niet verklaard worden door de heren.



Tweede-Kamercommissie van de Parlementaire Enquête

De heer D. Nix
Coördinator Brigadier Rijkspolitie Uniformdienst Schiphol

Geboren: 05-09-1946

Mijn functie is coördinator van de Rijkspolitie van de uniformdienst. Ik hoorde van college Zwart van de ramp. Ik ben naar de CVO gegaan uit eigen beweging. In zo'n situatie meldt zich de hoogste in rang bij de CVO. Daar is besproken dat de ramp niet op het terrein van de luchthaven was gebeurd en er dus voor de CVO niets veel te doen was. Rond half acht was de vergadering beëindigd. Men sprak er over een aantal van 30 mensen, maar later bleek dat het de crew plus een was. Een medewerker van Airo-Ground meldde dat er geen gevaarlijke goederen aan boord waren.

Ik ben naar de Rijkspolitie gegaan en heb gezegd dat hij de alarmrollen moest draaien zodat alle piketfunctionarissen gebeld zouden worden. Op het kantoor van de Rijkspolitie waren al veel mensen aanwezig, o.a. de heer Bloemen. Van hem kreeg ik de opdracht naar El Al te gaan. Wie er allemaal binnen zijn gewest weet ik niet meer. Iedereen heeft een portofoon, maar tijdens dat overleg bij CVO ben of heb ik niet gebeld.

Terugkomend bij de Rijkspolitie heb ik bij de heer Bloemen verslag gedaan en hem gezegd dat er geen radioactieve stoffen aanwezig waren. Van Airo-Ground had ik dat gehoord. Op dat moment was ik de enige die dat wist. De heren Damveld of Bloemen hebben niet laten blijken dat ze dat al wisten. Nadat de heer Bloemen dat van mij gehoord had, gaf hij opdracht om alle papieren op te gaan halen bij El Al omdat er mogelijk een terroristische aanslag zou kunnen zijn geweest. Ik ben toen naar El Al gegaan in de stationshal. Daar waar de heer Plettenberg werkte. Ik ben daar alleen naar hem toegegaan. Het journaal van de Rijkspolitie geeft weer dat ik met iemand van El Al mee zou zijn meegegaan. Dat moet onjuist zijn, want ik ging alleen en niet met iemand mee. Mijn reis duurde ongeveer zes minuten. Ik wist overigens niet wat die vrachtdocumentatie inhield. ik vertrouwde op de loyaliteit van de El Al-vliegmaatschappij en dacht dat ik de papieren mee zou krijgen.

Voor de commissie Hoekstra verklaarde ik dat ik niet precies wist wat de 'loading bills' precies inhielden. Ik zei de heer Plettenberg dat ik alle papieren mee moest nemen. inclusief de operationele papieren. De heer Chervin en de heer Weinstein heb ik gezien. Ik heb deze heren verteld wat ik kwam doen, en daar was de heer Chervin het aanvankelijk niet me eens. Ik vroeg alle papieren en hij vroeg waarom dat nodig was. ik zei toen dat ik de papieren dan ik beslag zou nemen. Het overleg met de heer Wijnstein werd in het Hebreeuws gevoerd en dat versta ik niet. De heer Plettenberg ging toen aan de slag om te kopiëren. Later bleek dat het met de vrachtpapieren anders was gelopen. Ik zat op ca. twee meter afstand van de heer Plettenberg en zag hem aan het werk. Ik wachtte een lang zit tot hij klaar was. Ik denk dat ik tot tien over tien daar geweest ben. Het duurde zo lang omdat de heer Plettenberg een verklaring moest afleggen. Ik kreeg een pakket van ongeveer 6 centimeter dik mee.

In het journaal van de Rijkspolitie staat dat de papieren zijn binnengebracht. Ik ben overigens direct weggegaan van het kantoor van Plettenberg naar de luchtvaartpolitie. Ik kan het verschil van anderhalf uur niet verklaren. Ik kwam kwart voor acht bij hem binnengestapt en ik ben om kwart over tien weer bij hem weggegaan. Hoe het kan dat het journaal 23.55 uur vermeldt terug kwam terwijl dat ik bij Plettenberg rond tien oever tien vertrok, begrijp ik niet. De heer Plettenberg zei mij dat de vrachtpapieren op de vrachtafdeling op Zuid waren. Die zes centimeter papier waren volgens mij de operationele papieren. In mijn herinnering is dat zo. Ik kan niet verklaren waarom de heer Plettenberg zei dat ik rond tien uur ben vertrokken. Ook niet dat het maar zes velletjes papier waren. Ik herinner mij alleen de enveloppe met daarin de papieren waarnaar ik vroeg.

De heer Hoekstra belde mij in '96 op en vroeg mij om mee te werken aan een uitzending van NOVA. Begin 96 zijn Plettenberg, Joost van Oranje en De Lange gaan onderzoeken. Aan het eind van het gesprek zei de heer van Oranje dat ik niets leek te kunnen toevoegen aan eerdere verklaringen. Het bleek later namelijk dat ik de vrachtpapieren niet had gekregen op de avond van de ramp. De envelop met 6 centimeter papier die ik overhandigde aan de heer Bloemen waren operationele papieren. Ik meldde hem dat er nog iemand naar Vrachtafdeling-Zuid zou moeten gaan om de vrachtpapieren op te halen.

De heer Aaij heeft gezegd dat er ca. vijftig velletjes vrachtpapieren waren die al vrij vroeg op die avond bij 'Operations' waren afgeleverd. Ik hem mij suf zitten piekeren hoe ik de ontbrekende tijd moet verklaren. Ik ben constant bezig geweest met het werk. Ik ben niet naar de rampplek geweest, en heb pertinent geen begeleiding gegeven aan Israëlisch mensen naar de rampplek. In de CVO ben ik binnen gegaan en ben zomaar ergens gaan zitten. Ik dacht dat de officier van de brandweer naast mij zat. Van de El Al was er niemand aanwezig, alleen iemand van Airo-Ground was daar voor de afhandeling.



Eindconclusies van de heer Meijer Parlementaire Enquête Bijlmerramp 1999

  • Na de commissie van overleg ben ik weer terug gegaan naar de rijkspolitie.
    ANTWOORD: Correct.

  • Tijdens de commissie overleg heb ik zelf niet gebeld en ben ik ook niet gebeld.
    ANTWOORD: Correct.

  • De heer Bloemen gaf opdracht alle papieren bij El Al op te halen, vanwege terroristische acties.
    ANTWOORD: Correct.

  • Om plusminus 19:45 uur kwart voor acht was u op het kantoor van El Al bij de heer Plettenberg.
    ANTWOORD: Correct.

  • De heer Plettenberg kreeg van de heer Weinstein opdracht alle papieren voor u de heer Nix te kopiëren.
    ANTWOORD: Nee, ik kreeg de originelen.

  • U kreeg de originelen?
    ANTWOORD: Correct.

  • U bent tot plusminus 22:10 uur op het kantoor van El Al bij de heer Plettenberg gebleven.
    ANTWOORD: Ja, na aangepaste tijden is dit, ja zal dit ongeveer de tijd zijn geweest.

  • U kreeg plusminus vier a vijf centimeter of te wel enkele honderden velletjes A4 mee in een gesloten envelop.
    ANTWOORD: Ik heb ze uiteraard niet geteld, maar ik kreeg die envelop dus mee.

  • De heer Bloemen heeft de envelop niet in het bijzijn van u open gemaakt.
    ANTWOORD: Dat is correct.

  • U heeft de heer Bloemen gezegd dat de vrachtpapieren alsnog bij El Al vracht moest worden opgehaald en u heeft zelf deze opdracht niet uitgevoerd.
    ANTWOORD: Dat is correct.

  • U bent er vast van overtuigd, dat op u de avond van 4 Oktober 1992 niet op de rampplek in de Bijlmer aanwezig bent geweest, wel of niet in aanwezigheid van Israëlische veiligheidsagenten.
    ANTWOORD: Heel zeker niet.

  • U heeft geen verklaring tussen het tijdsverschil in het logboek tussen 23 uur 55 en uw vertrek bij El Al ongeveer 22 uur 10.
    ANTWOORD: Daar heb ik geen verklaring voor, nee.

  • U heeft geen verklaring van het verschil tussen de dikte van de documenten, die u meekreeg, namelijk vijf a zes velletjes volgens de heer Plettenberg, en vijf a zes centimeter volgens u.
    ANTWOORD: Geen verklaring voor.

  • U zou in een gesprek tussen de heer Plettenberg en Joost Oranje de lezing van Plettenberg bevestigd hebben, maar het klopt volgens u niet.
    ANTWOORD: Dat kan ik mij niet meer herinneren.

  • Dat kunt u zich niet meer herinneren.
    ANTWOORD: Nee.

Ik dank u wel. Dan is daarmee een eind gekomen aan het openbaar verhoor. Ik verzoek de griffier de heer NIX uit te geleiden. Ik schors de vergadering voor twee minuten.


Opmerking:

De heer Nix zegt niet op de rampplek te zijn geweest. Anderen verklaren dat hij daar wel is geweest.



Tweede-Kamercommissie van de Parlementaire Enquête

De heer J.E.M. Bloemen
Piketofficier van de Rijkspolitie Dienst Luchtvaart

Geboren: 14-09-1962

Ik was op het moment van de ramp in Den Helder. De dienst Luchtvaart heeft tot taak om strafbare feiten op te sporen en het identificatieteam in beweging te zetten. Ik zei de heer Nix om de papieren op te halen bij El Al. Bij die opdracht gebruikte ik meer woorden dan ik nu doe. Zo'n opdracht komt echter zelden voor. Het moesten papieren zijn m.b.t. het verongelukte luchtvaartuig. Ik moest diverse acties in beweging brengen. Ik belde relatief weinig mensen, maar delegeerde. Ik droeg enkele mensen op uit te zoeken of in het kader van een mogelijk strafrechtelijk onderzoek of er aanwijzingen waren van strafbare feiten.

Mijn chef was de heer Maurer, maar vanwege de reorganisatie was de heer Pinkaarts mijn chef in juridische zin. Ik heb de Maurer niet zelf gebeld, maar hij is wel op de hoogte gebracht. Ik weet niet precies wanneer ik de heer Nix de opdracht heb gegeven om de papieren op te halen. Ik heb dat uit het logboek. Ik kan mij ook niet herinneren dat hij met iemand is meegegaan. Bij grootschalig politie-optreden is er een logboekprotocol. Tijdstippen maken een belangrijk onderdeel uit van de verslaglegging. Hoe de vermelding in het logboek komt weet ik niet.

Op dit soort momenten roep je je mensen bij elkaar en overleg je hoe de taken uit te voeren. Met de heren Damveld en de Geus hebben we overlegd. Zij zijn operationeel kundig en ik weeg hun oordeel voor mijn beslissingen. Ik heb die avond de heer Maurer gezien, maar waar weet ik niet. Wij beginnen een onderzoek voor een vervolgonderzoek. We wilden eerst de zaak consolideren. De papieren hadden we nodig - zonder haast - om te kunnen consolideren vanuit een strafrechtelijk oogpunt. We wilden de basis leggen voor het strafechtelijk onderzoek indien er feiten ontdekt werden. Daarnaast moesten we onderzoeken of en hoe technische mankement tot deze crash konden leiden.

Ik hoorde dat er geen gevaarlijke stoffen aanwezig waren. Mijn aandacht ging uit naar dat wat tot mijn competentie behoorde. Vanuit de Dienst Luchtvaart houden we wel rekening met gevaarlijke stoffen. We zouden daarover sowieso gecommuniceerd hebben. De heer Zwart doet om twee minuten over acht de mededeling dat er aan boord gevaarlijke stoffen zitten. Ik was daarvan eerst niet op de hoogte, maar hield er wel rekening mee. Ik heb met het personeelskamer gesproken en dus waarschijnlijk ook met hem. Op die avond hebben wij de papieren binnengekregen die gingen over de lading. Maar we hebben er geen actie op ondernomen. De informatie kwam alleen via de heer Nix. De rest was speculatie. De heer Nix zei dat hij tien over tien terug was op kantoor, terwijl het logboek vermeldt 23.55. Ik kan mij de woorden van de heer Nix niet herinneren.

De papieren hebben we bekeken. Waarschijnlijk met de heren Damveld en de Geus. We wilden weten of het documenten waren m.b.t. de vracht. We wilden alleen maar weten of het vrachtpapieren waren en we letten niet op de inhoud. Ik was persoonlijk niet deskundig op dit terrein. Wel kon ik zien dat de papieren betrekking hadden op de vlucht van de El Al Boeing. Hoeveel velletjes pappier het waren weet ik niet; iets tussen de tien en de honderd. 74 maanden na dato weet je veel dingen niet meer zo precies.

Uit de reconstructie is gebleken dat de papieren bij de heer de Rooij van BVOI terecht gekomen zijn. De heer Nix vermelde dat hij tien over tien terug is gekomen. Ik heb hem geen opdracht gegeven om naar de rampplek te gaan. Indien hij dat wel had gedaan, dan had ik dat geweten en zou ik hem de opdracht hebben moeten geven. De heer Maurer heeft zich nauwelijks met de lopende zaken bemoeid. Er wordt op die avond een logboek gemaakt. Er gebeuren allerlei dingen waarvan op papiertjes aantekeningen worden gemaakt die later in het logboek worden verwerkt. Of de briefjes bewaard zijn gebleven weet ik niet. Op die avond is iemand aangetrokken om deze functie uit te werken.

Sinds '88 ben ik bij de politie en ik heb regelmatig grootschalige operaties meegemaakt. Ik heb een tiental keer de leiding gehad bij een grootschalig politieoptredens. Ik geef de opdracht dat we een logboek bijhouden zodat we later gemakkelijk kunnen terugzoeken. Dat wordt altijd zorgvuldig gedaan. Op de avond van de ramp heb ik ook gewerkt met de heer Clement. Met de heer Maurer heb ik heel kort gesproken. Hij heeft zich met name wegens de reorganisatie niet met de zaken willen bemoeien. De heer Maurer is een toegewijd hoofd van de Dienst Luchtvaart. Ik vond het dus logisch dat hij er was. Onze persoonlijke verschillen van inzichten regel je dan professioneel.

Met de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen heb ik altijd rekening gehouden, maar ik kan niet zeggen op welke wijze ik daar invulling aan heb gegeven. De verhouding tussen mij en de heer Pinkaarts was goed. Hij was commandant voor de Dienst Luchtvaart, maar ik weet niet of hij die avond aanwezig is geweest. Het onderzoek naar een eventuele aanslag m.b.t. tot terrorisme heeft de heer de Geus gedaan. Mensen van El Al en Airo-Ground zijn ondervraagd. Hij heeft zich daar de hele avond mee beziggehouden. Ook de heer van der Kuil heeft zich ermee bemoeid, net als de politie van Amsterdam. Ik heb kleine verhoren gehouden van mensen in Hilversum e.o. om dingen te weten te komen.

De papieren die ik ontvangen heb van de heer Nix zijn bij BVOI gebracht. Of ik de opdracht heb gegeven om nog apart de vrachtpapieren op te laten halen kan ik mij niet herinneren. In mijn ogen heeft de Dienst Luchtvaart van de Rijkspolitie zeer goed gefunctioneerd. De heer Damveld herinnert zich helaas niet veel, het logboek klopt jammer genoeg niet, de heer Zwart deed een verkeerde mededeling om 20.03 uur, en de heer Nix kan echt niet verklaren waar hij zijn tijd heeft doorgebracht en kan zich niet herinneren wat en hoeveel hij aan documenten heet meegekregen. Maar toch houd ik staande dat de Dienst Luchtvaart van de Rijkspolitie goed heeft gefunctioneerd.



Eindconclusies van de heer Meijer Parlementaire Enquête Bijlmerramp 1999

  • U verklaart dat de heer Niks van u de opdracht heeft gekregen alle vrachtdocumenten bij El Al op te halen.
    ANTWOORD: Correct

  • U heeft samen met een aantal andere mensen van de dienst Luchtvaart dus in overleg bepaalde acties uitgezet.
    ANTWOORD: Dat is correct.

  • Doel van het ophalen van de vrachtdocumentatie was de basis te leggen voor het strafrechtelijk onderzoek en het luchtvaartonderzoek.
    ANTWOORD: Dat is correct.

  • U kunt zich niet exact herinneren wat de heer Nix u terug gekoppeld heeft uit het CVO.
    ANTWOORD: Niet woordelijk.

  • In formele zin was de heer Maurer uw baas, maar vanwege de overgangsfase had de heer Pinkkaart de leiding.
    ANTWOORD: Dat is correct.

  • U heeft kort contact gehad met de heer Maurer.
    ANTWOORD: Dat is correct.

  • De heer Maurer heeft zich niet met operaties bezig gehouden.
    ANTWOORD: Niet specifiek, dat is correct.

  • U heeft op de avond van de ramp samen met anderen naar de vrachtdocumentatie gekeken, de documenten hadden volgens u betrekking op de vracht, maar u had geen deskundigheid op dat gebied.
    ANTWOORD: Die documenten hadden betrekking op de kist ja, en ik had geen specifieke kennis alleen, nee correct.

  • De papieren waar we zo-even over hadden zijn dezelfde avond naar BVOI gebracht.
    ANTWOORD: Zover mij bekend ja, en dat is op basis van reconstructie.

  • Vracht en papieren zijn in dat geval de operationele papieren van de heer Nix volgens u.
    ANTWOORD: De papieren van de heer Nix en ik voeg daar niks aan toe.

  • In uw ogen heeft de LVB goed gefunctioneerd.
    ANTWOORD: Gezien de situatie heeft in mijn ogen de,

  • Sorry, de Rijkspolitiedienst luchtvaart.
    ANTWOORD:Gezien de situatie heeft de Rijkspolitiedienst luchtvaart goed gefunctioneerd.

Dan zijn wij daarmee aan het einde gekomen van het openbaar verhoor. Ik verzoek de griffier de heer Bloemen uit te geleiden. Ik sluit de vergadering en door te gaan om halftien.


Opmerking:

De heer Bloemen wist niet veel en had ook problemen met zijn meerdere. Zijn baas heeft zich niet bemoeid met de gang van zaken ondanks dat hij aanwezig was. Losse briefjes werden later in het logboek geschreven. Duidelijk is dat het een en ander niet klopt in het logboek.



Pierre Heijboer reageert op de verhoren van de parlementaire enquêtecommissie.
Hij meent dat de volgende prangende vragen ontbraken of onwaarheden werden verteld.