Actuele verslagen en commentaren om onwaarheden en ontbrekende vragen over de Bijlmerramp aan de orde te stellen


Verslagen en commentaar op de verhoren van de Bijlmer-enquête

Bijlmer enquête . . . Kamerzetel 151 . . . Klankbord <===> SDN . . . Klokkenluider

Enquêtedag 12 februari 1999

Tweede-Kamercommissie van de Parlementaire Enquête

E.E. Nordholt
(Hoofdcommissaris van Politie Amsterdam)

Geboren: 11-04-1939

Door de heer Welten werd ik op de hoogte gebracht toen ik nog thuis was. Ik was nog nooit in het UCK geweest en het was in die bunker nog donker, omdat ik de eerste was. Ik heb het licht aangedaan en nam aan dat ik plaats moest nemen bij het bordje hoofdcommissaris. Bij de communicatie was ik wel wat gewend. Ernst Bakker ging samen met mij naar binnen later kwam ook Ed van Thijn. Ik kreeg aanvankelijk nog weinig informatie, omdat de commandopost nog niet was bemand. Ik heb de GG&GD gewaarschuwd en heb contact gehad met de brandweer. Ook het Gemeentelijk Vervoersbedrijf heb ik gebeld om afvoer van personen te regelen. De verantwoordelijkheden lagen toen nog niet bij de burgemeester omdat hij er nog niet was. Ik heb toen verantwoordelijkheden op mij genomen en besluiten genomen.

Met een of ander ministerie heb ik op dat moment geen contact gezocht en er ook niet aan gedacht dat te doen. Ook de burgemeester had dat op dat moment nog niet gedaan. De verhouding tussen de burgemeester en de wethouders is op zo'n moment een andere. De relatie met het LCC is die van een directe lijn naar het ministerie van Binnenlandse Zaken. Op die avond is met het LCC contact gelegd door de burgemeester. Ikzelf heb geen contact gehad. Er is geen discussie geweest over specifieke verantwoordelijkheden op landelijk of lokaal niveau. Met mevrouw Dales is er wel contact geweest.

Op het rampterrein heb ik alleen de heer Smits van Schiphol gezien. Meer niet. Ook Docters van Leeuwen heeft, voor zover ik weet, mij niet gebeld. Bij El Al kon je denken aan terroristische aanslagen, zodat de BVD erbij betrokken kon zijn. Met de heer Mijnsen heb ik over deze mogelijkheid gesproken. De heer Welten heeft een onderzoek laten instellen. Vanuit Justitie is gemeld dat er geen terroristische achtergrond zat aan de ramp. De communicatie verliep de eerste uren wat mij persoonlijk betreft beperkt. Wanneer je niet op je eigen plek zit zijn er toch beperkingen. Ik stelde voor dat de heer van Riessen coördinator zou zijn voor de communicatie tussen de UCK en het beleidscentrum. De chef-kabinet UCK hield mij op de hoogte van de gang van zaken.

Als eindverantwoordelijke moet je een groot vertrouwen hebben in de direct verantwoordelijke mensen. Vanwege onze ervaring bij grootschalige gebeurtenissen hebben we geen onervaren mensen op sleutelposities, dus ook niet bij een dergelijke ramp. Ik vind het het beste om niet rechtstreeks met de rampplaats te communiceren maar met het beleidscentrum en het UCK. Wanneer je van het openbare net afhankelijk bent kan het voorkomen dat de verbindingen uitvallen. Met de GSM was dat ook zo. Om een beeldverbinding heb ik niet gevraagd.

De relatie tussen het beleidscentrum, mijzelf en de overige diensten zijn beperkt gebleven. Naar aanleiding van een krantenbericht dat er een melding zou zijn binnengekomen over de lading, heb ik de band met 36 sporen nog eens afgeluisterd om met de 8347 een melding over de lading door te geven. Dinsdagmiddag hebben wij de berichtgever ondervraagd, maar hij kon zich niets herinneren. Met de heer Geveke zijn we dat nagegaan en om te achterhalen of iemand van dat bericht over gevaarlijke stoffen had gehoord. Maar niemand wist zich iets te herinneren.

Het enige wat ik van de lading wist was dat er machineonderdelen en parfum in zat en later heeft de minister van Verkeer en Waterstaat ook nog vermeld dat er bloemen in gezeten hadden. De vraag over de veiligheid voor het personeel was daarmee van de baan. Schiphol had gemeld dat er geen gevaarlijke stoffen waren. We hebben er dus ook niet verder over gesproken. Later ben ik er op aangesproken door collega's en herhaalde ik dat het ongevaarlijke lading was. Ik heb ook geen vrachtpapieren gezien en ik ging er vanuit dat er dus geen gevaar was.

Ik hoorde over het uranium uit de krant en op hetzelfde tijdstip als de commissie; namelijk een jaar later. Voor mij zijn de eerste 48 uur één lange dag geweest, en ik ben veel op de rampplek zelf aanwezig geweest. Ook op de puinhopen heb ik gestaan. Maar als ik geweten had dat er risico's voor de collega's aan hadden gezeten zou ik werkelijk opgetreden hebben. Mensen in witte pakken heb ik veel gezien, maar michelin-mannetjes en puntmutsen hem ik niet gezien. Ik denk dat het goed is dat een gemeente een rampenplan heeft. In het plan van '96 liggen nu wat nieuwe aspecten.

Bij het binnenkomen in het beleidscentrum heb ik eigenlijk niets bekends gezien, behalve het bordje hoofdcommissaris. Er is op dit gebied niet geoefend. Bij grootschalige gebeurtenissen hebben we ervaring. Het centrum was overigens pas onlangs klaargekomen en was het natuurlijk beter geweest als dat een keer was doorgenomen. Oefenen kan nooit kwaad. Je kunt wel oefenen, maar bij een ramp is er altijd iets onverwachts dat zich nooit meer zal herhalen. Het is belangrijk dat mensen die verantwoordelijkheid dragen goed moeten weten hoe te handelen. Dat men weet hoe te organiseren i.p.v. te gaan oefenen op iets waarvan het nut niet duidelijk is.

In het rampenplan van Amsterdam staat iets over de identificatie. We hebben op een voortreffelijke manier met het RIT samengewerkt. Rond de beslissing om de berging te versnellen lijkt het zinvol iemand van het R.I.T. in het beleidscentrum te hebben. Ik had persoonlijk geen behoefte aan camera's in het beleidscentrum, maar ik heb me er ook niet tegen verzet. Het positieve daarvan is dat men denkt dat men iets meer te weten komt over wat er gebeurt. Maar achteraf is gebleken dat ze juist minder te zien en te weten krijgen. Op een vlak beeld kunt je niet zien wat zich aan emotie ter plaatse voordoet. Nergens staat ook dat de hoofdcommissaris lijfelijk aanwezig moet zijn in het beleidscentrum. Ik was overigens goed vertegenwoordigd. Bij de commandowagen is er kennelijk een Israëlisch agent geweest die in de commandowagen in wilde. Ik ben de volgende dag door de Israëlische ambassadeur benaderd. Maar dat is niet op 4 oktober geweest.

Ik meen dat ik voldoende coördinatie gegeven is aan het geheel. Van Schaardeburg - mijn plaatsvervanger - had veel ervaring bij grote gebeurtenissen en stond mij ter zijde. Ik was daardoor mobiel. Ik ben op geen enkele manier buiten de besluitvorming gehouden. De wijze waarop ik gewerkt heb is adequaat geweest. Eerst heb je een week voor de berging, daarna was er voor ons de week van de illegalen. Dat vroeg ook veel aandacht. We zijn ook betrokken geweest bij de opvang van mensen. Ik hield mij bezig met de berging en het terugbrengen van de lijst van vermisten, met de identificatie in hangar 11 en met nog andere zaken. Ik had een goede balans in mijn uitvoerende taak met mijn adjudanten.

Ik had direct contact met de commandopost. Voor zover ik weet is er maar op één moment een informatie-achterstand geweest bij de identificatie. Ik was op de hoogte dat de voorzitter van de stadsdeelraad niet aanwezig was. Ik keurde dat niet goed. Met de heer Janssen heb ik contact gehad in de sporthal waar de slachtoffers werden opgevangen. De heer Janssen was later wel op het beleidscentrum aanwezig. Ik kon constateren dat aan de werkelijkheid die ik zag niet veel werd toegevoegd met het plaatsen van de camera's. Voor mij hoefden ze niet, omdat deze beelden wel wat laten zien, maar niet wat er echt op de berg puin gebeurt. Dat kan zelfs misleidend zijn. Vooral m.b.t. de versnelling van de berging. Dat kwam o.a. door het instortingsgevaar en dat het werk werd stilgelegd wanneer lichaamsdelen werden gevonden. De camera's gaven een eenzijdig beeld, waardoor je de emoties van de mensen ter plaatse niet kon betrekken bij de besluitvorming.

Het voorstel om te versnellen is genomen, maar ik weet niet precies waar het initiatief daarvoor vandaan kwam. Ik ontmoette bij Clement en zijn mensen van het R.I.T. een grote weerstand tegen versnelling van de berging. Ik vertelde de heer Clement dat die versnelling toch zou komen. Ik heb het de mensen van het R.I.T. persoonlijk meegedeeld. De verantwoordelijkheid voor de identificatie lag daarmee bij mij. Ik vond het echt noodzakelijk dat de informatie rond het aantal slachtoffers sneller moest. Want als de werkmethode zoals het R.I.T die wilde voort zou gaan, dan zou het nog vier weken duren om de zaak te bergen.

De schattingen van de slachtoffers liepen nogal uiteen. Het bevolkingsregister was daarvoor leidraad. Je zou er uit kunnen leren dat in het centrum ook een van de directeuren van het bureau herhuisvesting zou moeten zijn en ook iemand van de woningbouwvereniging. De schatting is gemaakt op de eerste informatie en op basis van het aantal woningen. Het is opvallend dat een eerste schatting van 250 slachtoffers samen kan gaan met een vermistenlijst van 1600 mensen. Wij wisten dat het ongeluk 80 flats betrof en dat het getal van 250 eigenlijk redelijk was.

De lijst van 1600 vermisten is later teruggebracht tot 43. Er is op televisie een telefoonnummer bekend gemaakt om zich als slachtoffer te melden. Er is toen een gigantisch aantal vermisten opgegeven en die moesten we gaan schonen. We hebben de werkelijk geïdentificeerde doden er als eerste vanaf gehaald. Toen de rechercheurs van buiten naar binnen het terrein hebben onderzocht is het aantal snel teruggebracht naar het definitieve aantal. Ik ga er vanuit dat er 43 slachtoffers zijn en niet meer.

Volledige verassing zou volgens prof. Ussytil ongeveer 10 procent kunnen zijn. Ik ben er evenwel niet absoluut zeker van dat het er niet meer zijn geweest dat 43. Ik weet dat het laatste verbaal de laatste identificatie betrof. Dat er 43 banden geweest met opnamen van de camera's heb ik nooit geweten. Voor zover ze er nog waren heb ik er nooit naar gekeken. Ik heb genoeg gezien. Ik heb ze ook niet opgevraagd en ik wist van het bestaan niet af. Niemand heeft mij daarop gewezen. Ze zijn kennelijk verdwenen.



Eindconclusies van de heer Meijer Parlementaire Enquête Bijlmerramp 1999

  • U bent op de hoogte gesteld van de ramp door de heer Welten.
    ANTWOORD: Dat klopt.

  • Het beleidscentrum onder het stadhuis was nieuw voor de heer Nordholt.
    ANTWOORD: Geheel.

  • U was er als eerste.
    ANTWOORD: Dat klopt ook.

  • In het beleidscentrum is aan het begin niet gedacht om contact op te nemen met het Haagse.
    ANTWOORD: Niet door mij.

  • Er is geen discussie gevoerd over verantwoordelijkheid tussen burgemeester, minister Van binnenlandse zaken en de premier.
    ANTWOORD: Ik weet het niet, maar voor mij stond de verantwoordelijkheid vast.

  • U Weet niet of er contact is geweest met de heer Doctors van Leeuwen, het zou niet merkwaardig geweest zijn.
    ANTWOORD: Nee, maar ik denk het niet.

  • Het rampenplan is niet gebruikt.
    ANTWOORD: Het is wel gebruikt.

  • Het rampenplan is niet door de heer Nordholt gebruikt
    ANTWOORD: Het is niet door mij gebruikt.

  • De communicatie tussen beleidscentrum en de rampplek verliep via het UCK, Uniform Commandowagen en was toereikend.
    ANTWOORD: Correct.

  • Er is op de avond van 4 Oktober en ook de dagen er na niet gesproken over gevaarlijke Lading. De lading bestond uit machine onderdelen en parfum .
    ANTWOORD: Klopt.

  • Vanuit beleid niveau is niet geoefend op basis van het rampenplan.
    ANTWOORD: Dat klopt ook.

  • Er is geen communicatie geweest tussen het beleidscentrum en functionarissen van de Dienst luchtvaart rijkspolitie.
    ANTWOORD: Dat klopt.

  • U heeft pas in 1993 vernomen dat er verarmd uranium in het vliegtuig was verwerkt.
    ANTWOORD: Dat is juist.

  • Het is wenselijk bij dergelijke rampen de functionaris van het RIT het rampen identificatie team in de bedrijfsbeleidstaf op te nemen.
    ANTWOORD: Juist.

  • Beeldverbindingen tussen de rampplaats en het beleidscentrum geven een eenzijdig Beeld van de werkelijkheid.
    ANTWOORD: Dat is ook juist.

  • U heeft niet om camera's gevraagd, het had voor u niet gehoeven.
    ANTWOORD: Klopt.

  • Het RIT in de vorm van de heer Clement verzette zich tegen versnelde berging.
    ANTWOORD: Zeker.

  • U stond achter het besluit de berging te versnellen, en nam de verantwoordelijk daar voorop.
    ANTWOORD: Dat is juist.

  • U heeft op de rampplek geen Israëliërs gezien
    ANTWOORD: Ik denk dat ik eh, de tweede dag de ambassadeur heb gezien.

  • U heeft op de rampplek op 4 Oktober 1992 geen Israëliërs gezien
    ANTWOORD: Neen.

  • U vond het niet goed dat het stadsdeel niet in het beleidscentrum aanwezig was.
    ANTWOORD: Ik vond het jammer.

  • U heeft gezegd dat u het niet goed vond.
    ANTWOORD: Goed dan vond ik het niet goed.

  • U heeft geen vrachtbrieven gezien.
    ANTWOORD: Nee, geen vrachtbrieven.

  • En tenslotte, de banden met opname van de berging kent u niet.
    ANTWOORD: Dat is juist.

Dan zijn we daarmee gekomen aan dit openbaar verhoor, ik verzoek de griffier de heer Nordholt uit te geleiden. Ik schors de vergadering tot kwart voor drie.



R.P. Janssen
(Stadsdeelraad Z.O. voorzitter stadsdeelraad PvdA)

Geboren: 21 juni 1964 (?)

De stadsdeelraad heeft veel bevoegdheden overgenomen van de gemeenteraad. En heeft dezelfde structuur als die van een gemeentecollege, met eigen middelen en een gemeentelijke verordening. Als voorzitter van de stadsdeelraad ben ik betrokken bij alles dat zich in het beleidscentrum afspeelde. Bij alles rond de ramp ben ik betrokken geweest. Ik wist niet dat ik volgens het rampenplan in het beleidscentrum aanwezig moest zijn. Er is mij nooit verteld dat dat zou moeten. Ik ben 4 jaar wethouder geweest maar heb over zoiets nooit iets vernomen. Ik ben naar het politiebureau gegaan om mij te informeren. Ik ben uiteindelijk naar het stadsdeelkantoor gegaan.

Ik ben op de avond van de ramp tussen 10.00 uur en 10.30 uur op de plek van de ramp geweest. Je bent natuurlijk geschrokken van de chaos. Je komt daar in burgerkleding en werd niet zonder meer toegelaten. Ik werd met de ambtenaar die een pasje had toch toegelaten tot het terrein. Over de rampbestrijding kan ik geen oordeel geven. Ik zag veel gebeuren maar ik kan niet beoordelen of alles goed verliep. Ik kreeg niet de indruk dat ter plaatste paniek was uitgebroken. Ik ben om 12.30 door de burgemeester op de hoogte gebracht van het gegeven dat ik in het beleidscentrum zou moeten zijn. Er werd ons aangezegd om een informatiecentrum te organiseren om vragen vanuit de bevolking te kunnen opvangen. Het gesprek met de heer van Thijn was duidelijk, en hij verwachtte mij op het beleidscentrum. Ik kan mij niet herinneren dat mensen mij gezocht zouden hebben en niet op de hoogte zouden zijn van waar ik was. Ik nam aan dat men wist dat ik bij het beleidscentrum was.

Het logboek geeft aan dat de heer Janssen om half elf nog niet aanwezig was. Twee wethouders hebben geprobeerd mij tegen een uur nachts te bereiken, maar dat is kennelijk niet gelukt. Tien over twee in de nacht heeft men kennelijk nog eens geprobeerd om met mij in contact te komen. Het contact tussen de deelraad en het beleidscentrum is nooit eerder ter sprake geweest. Een rampenplan was daar niet op voorbereid. Nu is er in Zuidoost een open verbinding met het stadhuis. Er zijn nu ook alarmroosters. Op die avond was de telefoon trouwens zwaar overbelast.

Ik was die rampavond slecht drie kwartier weg van het stadskantoor. In de sporthal was de leiding in handen van de politie. Ik vond dat een goede zaak. In het was in het begin een open gebeuren waar iedereen in kon komen. Later ontstond er situatie waarbij willekeurige bezoekers een maaltijd kwamen halen en er was een overmaat aan hulpverleners, zodat er een pasjesregeling kwam. Dat heeft grote gevolgen gehad. Er is fotoapparatuur gekomen om de pasjes aan te maken. De uitvoering daarvan leidde tot grote spanningen. Mensen die al als slachtoffer erkend waren moesten opnieuw in de rij gaan staan voor een pasje.

Na verloop van tijd was het niet meer nodig, omdat het bezoek allengs minder werd aan het sportcentrum. Er is een hevige discussie geweest over de aanwezigheid van de sociale dienst en van herhuisvesting. Zij werden geconfronteerd met het feit dat mensen verwachtingen hadden. Ik verzette mij tegen het afbouwen van hun aanwezigheid. Er is stevig gediscussieerd over de voortzetting van de dienst. Ook over de aanwezigheid van de politie en over de pasjesregeling is uitgebreid gediscussieerd. Met name dit laatste heeft nogal wat ellende veroorzaakt.

Mensen die zich niet thuis voelden in de sporthal beklaagden zich. We hebben alleen een rol gespeeld bij het registreren van de 1600 namen en die werden gescreend tot de 39 namen die overbleven. Vanaf 5 oktober vroeg ben ik aanwezig geweest op het beleidscentrum. Ik was aanwezig bij het besluit van de versnelde berging. De stadsdeelraad was vermoedelijk niet betrokken bij het weer gaan vliegen over de Bijlmer. Maar weten doe ik het niet. Ik heb van bewoners opmerkingen gekregen over het feit dat er weer gevlogen zou worden, maar daar hebben we ons bij neergelegd. Wel ik vond het te vroeg. De communicatie met mevrouw Sarucco was moeilijk gebleken, zodat twee wethouder hebben geprobeerd met mij contact op te nemen op het terrein van de ramp.

Ik hoorde voor het eert over het uranium in oktober 1993. Vlak na de herdenking is die zaak gaan lopen. De RLD heef nooit informatie verstekt daarover. In 1993 zijn wij gealarmeerde door een persbericht van St. Laka en hebben van het ECN een verklaring ontvangen. Er was commotie en dan moet je snel reageren. We hebben aan de ambtelijke organisatie opdracht gegeven een rapport te maken over het zoeken naar verarmd uranium. We hebben het verloop over de berichten gevolgd en de vermissing van die 200 kilo uranium. Wat betreft de reiniging van de bodem is dat ambtelijk uitgevoerd. Er is een aantal onderzoeken gedaan. Eerst aan de ene kant van het gebouw, en daar bleek het niveau aanvaarbaar. Maar de bewoners zeiden dat het aan de andere kant van de flat was. Er is toen een sanering toegepast en we meenden dat de zaken in orde waren. Daarna kwamen er mensen naar ons toe om hun klachten over hun gezondheid te melden.

Aan de GG&GD hebben we gevraagd om een bevolkingsonderzoek. Augustus 1994 heeft de GG&GD gerapporteerd dat zij - samen met de artsen - het niet zinnig vonden om een grootschalig bevolkingsonderzoek te doen Het AMC nam hetzelfde standpunt in. Met een aantal bewoners hebben we een gesprek gevoerd. aan iemand van de vrijwillige brandweer hebben we aangeboden een onderzoek te doen. Maar die heeft dat afgewezen. Het lichamelijk onderzoek stelde feitelijk niets voor. De bewoners waren niet tevreden. Je zit in een lastige situatie omdat je geen expertise hebt. Je vraagt dan externe deskundigen. Maar hoe ga je om met het verzoek van bewoners om een grootschalig onderzoek? Ik wist niet hoe daar mee om te gaan. In de commissievergadering hierover was de GG&GD niet aanwezig. Later wel en zijn er insprekers geweest. Bij commissievergaderingen mogen insprekers altijd hun zegje doen.

Het stadsdeelkantoor is niet betrokken geweest bij het controleren van de lijst van vermisten. Wij namen wel de melding op, maar hadden daar verder geen bemoeienis mee. In het sportcentrum is het wel aan de orde geweest. Nadat er steeds meer geruchten kwamen over gezondheidsklachten, heb ik contact opgenomen met de GG&GD. Ik stelde voor om te gaan onderzoeken. Toen speelde op ambtelijk niveau het AMC-onderzoek. Aan de bevolking is dat niet specifiek meegedeeld.

Met individuele bewoners kon je daarover wel praten, maar de huisarts was de eerst aangewezene om te praten over gezondheidsklachten. We hebben geen openbare vergadering belegd om de bevolking voor te lichten. ook met de minister heb ik geen contact opgenomen om dat te regelen. Gezondheidszorg is geen taak voor het stadsdeelbestuur. Het is wel voorgelegd aan het gemeentebestuur, maar waarschijnlijk in de marge. Zolang er geen goede informatie bestaat over de effecten van verarmd uranium kunnen we niet echt veel doen. We zouden beloften niet waar kunnen maken. Het is wel eens bij mij opgekomen om het boek maar eens te sluiten. Moet je door blijven zeuren of je moet pleiten voor een afronding in de wetenschap dat daarmee vragen onbeantwoord blijven.

Mensen begrijpen vaak niet dat ik een standpunt in kan nemen om dat boek te sluiten. De functie en de verantwoordelijkheid van de stadsdeelraad is te evalueren. Het kan en had altijd beter gekund. We hebben gedaan wat we konden doen. Op de schaal van 1 tot tien zou ik in alle bescheidenheid een zesje willen geven voor het beleid. Ik hoop dat de enqu&ecric;tecommissie het boek kan sluiten. Met name door antwoord op de onbeantwoorde vragen te geven.

De onderliggende argumenten om het boek te sluiten doe je omdat als maar doorgaan ziet zinvol is en omdat er geen antwoorden komen. Emoties in de wijk lopen dan hoog op, ook als bestuurder stel je dan de vraag er een punt achter te zetten. We waren het natuurlijk niet altijd met elkaar eens, en uit sommige kringen kwamen er kritische geluiden. Met name vanuit de Groenen. Mevr. Paulus onderscheidt zich als een gedreven raadslid. Zij was de enige die het op haar felle wijze verwoordde. Het boterde niet zo tussen ons. Ook de SP uitte fikse kritiek. Een ruime meerderheid vond het beleid terecht. Afgezien van de toonzetting bevatte haar opmerkingen kritiek waaraan wij niet konden voldoen. Het zwartboek ken ik, maar of er iets mee gebeurd is weet ik niet. De deelraad heeft er niets mee gedaan geloof ik. Mevr Paulus was op veel onderdelen zeer fel.



Eindconclusies van de heer Meijer Parlementaire Enquête Bijlmerramp 1999

  • U was niet op de hoogte dat u als voorzitter van Stadsdeelraad Zuidoost op het beleidscentrum werd verwacht op de avond van 4 Oktober 1992.
    ANTWOORD: Correct.

  • Een rampenplan of een deel rampenplan is nooit geoefend.
    ANTWOORD: Correct.

  • Een pasjes regeling was het idee van het beleidscentrum.
    ANTWOORD: Ja.

  • De pasjesregeling was verre van optimaal.
    ANTWOORD: Klopt.

  • Op de avond van de ramp was de informatie voorziening van het stadsdeel naar het crisis centrum niet optimaal.
    ANTWOORD: Klopt.

  • Er waren fricties tussen de afdelingen herhuisvesting, sociale dienst, en RIAGG in de sporthal.
    ANTWOORD: Klopt.

  • De stadsdeelraad is niet betrokken bij de schatting van het aantal slachtoffers.
    ANTWOORD: Klopt.

  • Ik was het niet eens met de hervatting van het vliegverkeer boven de bijlmer, ik heb het ook niet tegen gesproken, niet geprotesteerd maar er bij neergelegd, dat kan gebeuren.
    ANTWOORD: Eh, begin en het eind klopt, of ik er tegen geprotesteerd zou hebben is een andere zaak maar, eh, eh, ik was er niet mee eens en ik heb me er bij neergelegd.

  • En u zei, dat kan gebeuren.
    ANTWOORD: Nou, ja dat heb ik een keer gezegd ja

  • Pas in 1993 hoorde u dat er in het toestel wat verongelukt is in de Bijlmer verarmd uranium aanwezig was.
    ANTWOORD: Ja.

  • De bodem op de grond van de rampplek is intensief bemeten en gesaneerd.
    ANTWOORD: Ja.

  • Volgens u is er geen sprake nu van bodemverontreiniging in de Bijlmer op de plek waar de crash heeft plaats gevonden. ANTWOORD : Volgens de deskundigen, eh, die in dit geval geloof is dit zo ja.

  • En daar heeft u zich bij aangesloten.
    ANTWOORD: Ja.

Dan zijn wij gekomen aan het eind van dit openbaar verhoor. Ik verzoek de griffier de heer Janssen uit te geleiden. Ik sluit deze vergadering en deel tevens mede dat wij om 16:00 uur in deze zaal een persconferentie geven.



Pierre Heijboer reageert op de verhoren van de parlementaire enquêtecommissie.
Hij meent dat de volgende prangende vragen ontbraken of onwaarheden werden verteld.