Actuele verslagen en commentaren om onwaarheden en ontbrekende vragen over de Bijlmerramp aan de orde te stellen


Verslagen en commentaar op de verhoren van de Bijlmer-enquête

Bijlmer enquête . . . Kamerzetel 151 . . . Klankbord <===> SDN . . . Klokkenluider

Enquêtedag 11 februari 1999

Tweede-Kamercommissie van de Parlementaire Enquête

De heer L.C. van de Pols
Leider van het R.I.T. (Rampen-Identificatie-Team)

Geboren: 07-07-1952

Wij profileerden ons door o.a. bij het ongeluk op Tenerife de verkoolde resten van de slachtoffers te identificeren. In Amsterdam was onze positie onduidelijk. Onze opdracht was dat indien er een grote ramp zouden gebeuren de politie een verzoek kon doen om ons als Rampen-Identificatie-Team in te schakelen. Het RIT staat helaas niet op alle alarmlijsten voor een oproep. Wij zijn officieel als organisatie wel onderdeel van de politie, maar op basis van vrijwilligheid. Wij moeten onszelf onder de aandacht brengen, en dat is frustrerend. Het feit dat wij niet op de alarmeringslijst staan is eigenlijk onlogisch. Rampen doen zich namelijk niet elke dag voor. En via de Interpol-organisatie probeerden we met goedkope middelen - want het is een nevenactiviteit - het werk te doen. (Zie het commentaar van M. Bruggeman)

Wij hebben bij de minister van Binnenlandse Zaken natuurlijk gevraagd ons officieel te erkennen. Er waren helaas allerlei omstandigheden bij de reorganisatie bij de politie die de aandacht wat afleidden. Op 4 oktober was ik in Nepal voor een onderzoek naar een vliegtuigongelijk waarbij Nederlanders betrokken waren. De minister van Buitenlandse Zaken vraagt dan om daar naar toe te gaan om de identificatie uit te voeren. Je reist met de status van een toerist, want je hebt in het buitenland niets te vertellen. Via de radio hoor je dan dat familieleden afreizen. Uiteindelijk heb je contact met de ambassadeur ter plekke om informatie te krijgen.

Het was maandagochtend in Nepal, en hoorde van de Bijlmerramp. Ik kreeg niet te horen over wat voor toestel het ging. In de loop van de dag hoorde in van de heer Clement van de omstandigheden. Hij zei dat het als een trein liep. Men accepteerde ons in Amsterdam. In Bangkok zag ik via de tv de beelden van de ramp. De acceptatie stond voor ons vast. Je doet het gewoon. Het geeft voldoening om zekerheid te verschaffen aan de nabestaanden. Mensen spreken je daar ook op aan. Je werkt niet zozeer voor de politiek maar namens de politiek en voor de burgers. De verantwoording die je als RIT-er aflegt doe je aan de korpschef van de politie. Het komt voor dat er een persoonlijke relatie bestaat tussen de leden van het team en de nabestaanden. Je moet daarin wel wat terughoudend zijn. In ons team hebben we diverse disciplines van vakbekwaamheid. Het zijn wel allemaal vrijwilligers, maar je wordt wel geacht bij een oproep om te komen. Doe je dat niet, dan heb je een probleem in het team.

De heer Visser van ons team was rond 11 uur met vier man op het terrein. Ik heb nog niet meegemaakt dat ik aanwijzingen kreeg; je doet alles vanuit jezelf. Je werkt in het eigen kader. We doen geen onderzoek naar de oorzaak van de ramp, we doen alleen aan identificatie. In sommige gevallen wordt een officier van de gemeentepolitie toegevoegd aan elke unit. De toon maakt de muziek, en je moet je doel voor ogen houden. Op de plaats van de ramp ging ik na 20 uur werken even naar huis en kwam toen commissaris Nordholt tegen. Dat was ongeveer om kwart over tien. We zijn zakelijk geweest naar elkaar toe. Hij meldde dat er sneller gewerkt moest worden. Ik vroeg aan hem of dat een opdracht was en dat ik op dat moment niet de leider van het team was maar privépersoon. Ik meldde dat wanneer we nog sneller gingen werken dat er dan een ramp na de ramp zou ontstaan, omdat er dan geen zekerheid te geven is aan de nabestaanden. Nordholt begreep dat. Ik ben toen voor een poosje naar huis gegaan om mij op te frissen.

We weten dat wij een ondersteunende organisatie zijn en dat er boven ons een bevoegd gezag is. Het RIT is niet vertegenwoordigd geweest in het beleidsteam. Alle communicatie liep via de commandant. Er was een discussie op het beleidscentrum met als uitkomst de zaak toch te versnellen, hoewel we vreesden dat er mogelijk 250 slachtoffers waren. Bovendien waren de werkomstandigheden gevaarlijk. Iedereen wilde wat doen, want de puinhoop moest weg. Maar van Bouw- en Woningtoezicht kregen wij te horen om maar even weg te wezen vanwege het instortingsgevaar.

We hebben besloten van buiten naar binnen te werken. Tussen de flat Kruitberg en de flat Groenenveen. Door de hectiek en de druk zijn er kennelijk besluiten genomen. Voor de identificatie moet je zodanig reageren dat mensen die zich melden direct benaderd moesten worden. We moesten onze eigen procedure blijven volgen. De consequentie voor ons werk heeft zich uiteindelijk beperkt tot de psychische druk. Men kon wel roepen dat het snel moest en er komen dan heel grote kranen, maar uiteindelijk moet de werkwijze bepaald worden door de omstandigheden en de zorgvuldigheid. Mensen die getroffen zijn als nabestaanden kunnen er zeker van zijn dat we goed gewerkt hebben.

Snelheid betekent niet vlugger gaan graven, maar dat er zes ploegen aan een stuk door aan het werk zijn gegaan. Het draaiboek moet natuurlijk wel onder de supervisie van iemand van het RIT uitgevoerd worden. Voor veel mensen in de hulpverlening is een dergelijke ramp de eerste keer dat ze er mee in aanraking komen. Mijns inziens is het identificatieproces niet fout gegaan, ondanks de werkdruk. Over de bewering dat er 's nachts onzorgvuldiger gewerkt werd is dan overdag, kan ik alleen zeggen dat op het moment dat de graafbak in de grond ging er mensen van het RIT met lampen bij stonden om te zien of er menselijke resten tussen zaten. Voor de mensen van het RIT was er geen verschil tussen de werkwijze overdag en die in de nacht.

De berging begon aanvankelijk wat traag. De heer Vrakking zei gisteren dat men zocht in een donkere kamer naar een zwarte kat. Ik zou adviseren om precies dát te doen en goed te luisteren naar de geluiden om je heen. Het beleidscentrum moet juist geen beelden krijgen maar moet zich oriënteren op de berichten die worden aangedragen. Er was in het beleidscentrum een tv met een vaste camera-instelling. Men heeft vanuit het centrum duidelijk een lijn getrokken en dat respecteer ik.

Als leider van het RIT kwalificeer ik de omstandigheden en het werkproces als die tijdens een open ramp met een gecompliceerde factor. Gelukkig was het in Nederland en niet in Suriname waar geen middelen waren. Er was een overvloed aan materieel en hulp. We maken het moeilijk voor elkaar door vast te stellen wie de leiding heeft. Het belangrijkste is de nazorg voor de nabestaanden. Als ik kijk naar Schiphol, dan zie ik dat ik nog nooit betrokken ben geweest bij de opbouw van een draaiboek in geval van calamiteiten. Het werk zoals het is uitgevoerd hebben wij perfect gedaan.

De identificatie moet een duidelijke plaats krijgen in een rampscenario, want wanneer de media-aandacht weg is houd je mensen over die hulp nodig hebben. Mensen moeten kunnen worden doorverwezen. De heer Clement ook heeft bezwaar gemaakt bij de heer Welten tegen de versnelde werkwijze. De heer Nordholt heeft later persoonlijk de opdracht gegeven tot de versnelling van de berging. Toch heeft ons team daarbij niet onzorgvuldiger gewerkt. De beslissing om sneller te werken zou ook gebaseerd moeten zijn op ons advies en onze expertise. Ik zal en wil de argumenten en bezwaren tegen de versnelde berging inbrengen bij diegenen die er verantwoordelijk voor zijn. Die verantwoordelijkheid ligt niet bij het RIT.

De signalen van onze mensen dat de tv-monitoring ook negatieve gevolgen kan hebben op de beslissing, omdat ogenschijnlijk niet snel genoeg gewerkt werd. In het centrum zag men kennelijk te weinig activiteit. Onze manier van werken op deze locatie kan belemmerd worden door instructies van bovenaf. Het toevoegen van een waarnemer bij het identificatie werk van de RIT-er kan je op twee manieren uitleggen. Je kunt het als een positieve bijdrage zien, maar ook als op de vingers kijken. Het kan zijn dat niet alles geborgen kan zijn geworden. Ik heb het dan over zeer kleine fracties. Het valt nooit te vermijden die niet direct te definiëren zijn., waarbij het niet duidelijk is of het van mensen of van dieren afkomstig is. Op de 2stortplaats is er in totaliteit iets gevonden. Twee zakjes met kleine afmeting zij gevonden zonder te weten of dat van menselijk danwel van dierlijk oorsprong was.

Op 27 oktober droegen wij de zaken over aan de politie van Amsterdam. Op dat moment hadden we 39 identificaties rond. Er waren nog was resten die via DNA-analyse werden bestudeerd. We hebben met onze lijst is niet boven de 43 personen hoeven gaan. Met het menselijk restmateriaal is naar St. Barbara vervoerd en aldaar in vier kisten begraven. We hadden 39 kisten met geïdentificeerde personen. De restmaterialen zijn in de overige vier kisten gedaan.

We gingen uit vanuit van het gegeven van een bepaald aantal flats en de bewoning daarvan. Dat leidde tot het aantal van 43 personen. Die analyse is door de politie van Amsterdam uitgevoerd. We kregen de informatie aangeleverd. Ik kan geen garantie geven dat het aantal 43 is. Het volledig verassen zonder sporen lijkt mij onwaarschijnlijk. Ik zou zijn gaan kijken naar zo'n silhouet op een betonnen plaat van een persoon. Het Gerechtelijk Natuurkundig Laboratorium in Rijswijk heeft hierover expertise in huis. Dus of mensen echt kunnen verdampen bij zeer hoge temperatuur kan ik niet beantwoorden. Volgens mij blijft het gebit van de mens het langst in tact bij een dergelijke ramp. Met de expertise op dit gebied bij onze groep en bij de deskundigen acht men het zeer onwaarschijnlijk dat totale verassing mogelijk is. Er blijven altijd resten over. Wij hebben nog nooit meegemaakt dat dat ooit is voorgekomen.



Eindconclusies van de heer Meijer Parlementaire Enquête Bijlmerramp 1999

  • Het RIT is op afroep beschikbaar.
    ANTWOORD: Klopt .

  • Het RIT moet zich altijd in vechten bij rampen.
    ANTWOORD: Meestal .

  • Discussie over de lijst van het aantal slachtoffers leiden bij deze ramp tot een eigen procedure om het werkelijke aantal zo spoedig mogelijk vast te stellen.
    ANTWOORD: Tot onze eigen, tot het hanteren tot het garanderen van onze eigen procedure.

  • De versnelling van de berging kwam als een opdracht bij het RIT terecht.
    ANTWOORD: Klopt .

  • Het RIT is nooit betrokken geweest bij oefeningen van rampen plannen.
    ANTWOORD: Nooit, een keer in 87 in Engeland, maar op schiphol niet.

  • In iedere rampenplan dient aan berging en identificatie extra aandacht te worden besteed, dit voorkomt een ramp na de ramp.
    ANTWOORD: Klopt .

  • De heer Clement heeft zijn bezwaren tegen de versnelling van de berging kenbaar gemaakt.
    ANTWOORD: Klopt .

  • Visuele verbindingen tussen beleidscentrum en de rampplek kunnen de zorgvuldigheid van de berging negatief beïnvloeden.
    ANTWOORD: Klopt.

  • Het volledig verassen van slachtoffers is zeer onwaarschijnlijk.
    ANTWOORD: Klopt.

  • Drie en veertig slachtoffers is drie en veertig slachtoffers, geen honderd procent garantie.
    ANTWOORD: Drie en veertig slachtoffers die voor honderd procent geïdentificeerd zijn.

  • Het blijven voor u drie en veertig slachtoffers.
    ANTWOORD: Het blijft voor ons geïdentificeerde slachtoffers, en het blijft, er is geen informatie, er zijn geen feiten, geen bewijzen dat zowel aan de vermiste kant als aan de stoffelijke resten kant er nog een overschot bestaat .

Ik dank u wel. Ik kom aan het einde van dit openbaar verhoor en ik verzoek de griffier de heer v/d Pols uit te geleiden, en ik schors de vergadering voor vijf minuten.



Tweede-Kamercommissie van de Parlementaire Enquête

De heer H.G. Damveld
Hoofd Afdeling Rijkspolitie Schiphol, Dienst luchtvaart.

Geboren: 24-07-1945

Ik had de leiding als manager van het luchtvaartonderzoek van de Rijksluchtvaartdienst in Hangar 8. Ik moest specifiek het strafrechtelijk onderzoek leiden met 6 à 7 medewerkers. Ik hoorde van het neerstorten van de Boeing. Iets na half zeven onder Studio Sport. Het was een kwartiertje rijden naar Schiphol. Voor mij was het duidelijk wat ik zou moeten doen. Ik weet niet meer welke personen er aanwezig waren. Er waren veel politiemensen op de been. Het feit dat ik de namen niet meer weet komt zowel door de tijd als door de hectiek van het moment. Het waren gewoon bekenden van mij. (De andere waarheid)

De leiding had op dat moment de heer Bloemen. Hij was mijn directe chef. Veel zaken heb ik weer de revue laten passeren, maar ik heb niet alles meer op het netvlies. Iedereen meldde zich om iets te kunnen doen. Naarmate de tijd vorderde kwam er meer structuur in. De mensen van de Dienst Luchtvaart wisten in grote lijnen wel wat hun taak was. Een of twee marechaussees waren in gestroomd. Er is geen discussie over geweest. De afd. luchtvaartonderzoeken had tot taak om vast te stellen of er strafrechtelijke aspecten waren. Ik kreeg van diverse afdelingen uit het land versterking.

De vraag van de RLD weet ik niet meer. De inhoud van dat verzoek kan ik mij niet meer herinneren. Wel is er gesproken over hangar elf. Maar ook over hangar acht. Later is de toewijzing gedaan om hangar acht voor de onderdelen te gebruiken. De heer Bloemen zorgde voor de beveiliging van de hangar zodat onbevoegden daarin niet binnen konden. Met de beveiliging op zich had ik niets van doen. De beveiliging was in tweeën gedeeld met plastic tussen de schroot en de klein vliegtuigen. Er was overdag een medewerker van ons voor de werkgroep van de heer Pruis.

Er zijn grote roldeuren met een kleine deur er in en die werd bewaakt. Ik nam aan dat alle overige deuren gesloten waren. Schiphol deed de bewaking. Mensen die er toegelaten werden hadden een pas om op het terrein van Schiphol te kunnen komen en nog een pas om in de hangar te kunnen binnengaan. Mensen die daar moesten zijn waren gelegaliseerd. Mensen die Lockerbee hadden gedaan hebben bezoek gebracht om te zien hoe er hier gewerkt werd. Mensen die daar werkten hadden overigens gewone werkkleding. De heer van Os had als beheerder van het andere deel van de Hangar kennelijk mannen in witte pakken gezien. Maar vanaf de eerste dag liepen plenty mensen rond in witte pakken. Elf op de eerste dag en daarna ca. acht. De boordwerktuigkundigen van de KLM hadden beschermende kleding aan vanaf woensdagmorgen. Verder kan ik niets zeggen over bijzonderheden over manen in witte pakken.

Over het verarmd uranium wist ik pas iets op woensdag de 7e, daarvoor niet. In die tijd is er geen contact geweest met de RLD over het uranium. Iemand van de luchthaven Schiphol heeft een meting verricht, en die stelde vast dat er geen enkel gevaar was. De grondwerktuigkundige van de KLM heeft de meting verricht. Er is toen een handleiding gefaxt met richtlijnen van hoe te handelen met het uranium. Voor de KLM was er aanleiding om beschermende kleding te dragen bij het ledigen van de containers. Niemand sloeg er verder acht op. Ik heb aan de heer Bloemen gemeld en verder de zaak gelaten voor wat deze was.

De heer Pruis is met zijn team van de RLD woensdagmorgen rond 9.30 uur aangekomen. Hij liet zien hoe je de uranium in een tonnetje deed. Ik heb zelf geen stukken gevonden of gezien. Ik ben er verder ook niet bij betrokken geweest. Ik wist niet dat er consequenties voor het personeel waren dat in hangar 8 werkte. Met collega van Dun heb ik er over gesproken. Ik vond het niet nodig om verdere maatregelen te overwegen. Het bericht kwam van de brandweer van Schiphol en die zei dat het niet gevaarlijk is. De stralingsuitslag was op elf gemeten en de norm lag op vijfentwintig, zodat het veilig moest zijn.

Ik heb over koperen cilindertjes horen praten. Het leken mij afsluiters voor koelkasten o.i.d. Maar het zegt mij niets. Ik weet ook niet waar die naartoe zijn gegaan. Er werd puin aangevoerd waartussen ook wel vracht zat naar de hangar 8. Daar werd er gesorteerd en het puin werd naar de stortplaats afgevoerd. Met de RLD hebben wij dingen geregeld rond de afvoer. De cilindertjes zeggen mij echt niets, en ik heb dat ook niet gemeld aan de heer Bloemen. Het materiaal werd gewoon afgevoerd naar de stortplaats.

Over de beveiliging van de hangar ging ik er van uit dat alleen mensen met pas naar binnen konden, maar ik kan geen garantie geven. Er zijn wel mensen geweest die naar binnen wilden maar geen pas hadden en dus buiten bleven. We zaten in die periode in een reorganisatieproces, maar onze afdeling was nog in tact. Voor mij had het weinig consequenties. Want ik werd overgeplaatst. Diverse mensen waren al overgeplaatst. De overgang van taken is volgens mij soepel verlopen, althans voor mij. Er gingen mensen weg uit de eenheid en er kwamen marechaussees voor in de plaats. Ik kan niet beoordelen dat er problemen zouden zijn geweest vanwege de overplaatsingen. Er is goed gewerkt met het team. Volgens mij is het onderzoek ook niet beïnvloed door de reorganisatie.

Een Commissie van Overleg komt bij elkaar om een rampscenario te bespreken in geval van calamiteiten. Zo'n overleg kan lang duren, maar omdat het ongeluk buiten Schiphol was gebeurd, duurde het overleg niet zo lang. Er is gesproken over de mogelijkheid van een aanslag, van gevaarlijke stoffen, enz. Maar ik was niet bij dat overleg. Ongeveer een half uur na de ramp was er een bericht van El Al gekomen dat er gevaarlijke stoffen in de lading zaten. Ik verwijs ook nu weer naar het journaal. Het lijkt mij niet waarschijnlijk dat dat het bericht over gevaarlijke stoffen niet in het journaal zou zijn opgenomen. Wanneer de luchtverkeersleider een dergelijk bericht zouden geven, dan ligt het aan de plaats van de melding of er verslag van wordt gedaan. De heer Bloemen en ik waren constant bezig zaken te regelen.

De heer Daan Nix ging naar El Al, staat er in het journaal. Ik vermoed dat ik de heer Nix gesproken heb. voordat hij wegging. Er is overleg over geweest. Hij zou de vrachtpapieren bij El Al ophalen. Die avond heeft de heer Nix met de tweede meldkamer contact opgenomen. Het journaal vermeld dat hij tegen twaalf uur terugkwam. Hij heeft bij El Al kopieën gemaakt; en dat was niet eens zo gemakkelijk.

De heer Nix zei dat er nog iemand naar de vracht moest, maar ik herinner mij dat niet zo goed. Ik heb een stapeltje papieren gekregen en ik heb die vluchtig doorgebladerd en vastgesteld dat het vrachtbrieven waren. De papieren konden volgens ons doorgezonden worden naar Hoofddorp. Het was voor ons niet interessant om te weten wat er in de vracht zat. We wilden de papieren zo snel mogelijk naar Hoofddorp hebben omdat daar de expertise zat. Ik weet niet of de papieren compleet waren. Ze zijn naar de RLD gebracht daar kon men beoordelen of er gevaarlijke dingen in de vracht zaten.

Eerder verklaarde ik dat ik de papieren niet heb gezien en dat ze in een envelop zaten die ik niet geopend had. Maar met teruglezen van de journaals kan ik mij nu herinneren ze wel bekeken te hebben. Of het compleet was of niet kan ik niet zeggen. De heer de Rooij van de RLD heeft volgens mij niet gemeld dat de papieren aangekomen waren. Als die er niet waren zou hij ongetwijfeld een telefoontje hebben gegeven. Ik beschik niet over kennis over de inhoud van de lading.

We gaan er van uit dat elk vliegtuig gevaarlijke stoffen aan boord heeft. Wat je daaronder moet verstaan is niet duidelijk. Aanstekers en parfum kunnen er ook toe behoren. Ik weet niet of kennis over de lading eerder beschikbaar was. De heer Zwart maakte gewas van een melding over gevaarlijke lading via een speciale frequentie op kanaal 130. Ik weet niet hoe de heer Zwart daarvan op de hoogte was. De heer Zwart moet het van iemand van de Luchtvaartpolitie Schiphol dat gehoord hebben. Hoe dat kan weet ik niet. Om twee over acht was de heer Zwart kennelijk op de hoogte van de gevaarlijke stoffen. Of hij van de heer Nix een bericht heeft gehad weet ik niet.

Ik neem aan dat de tijdstippen in het journaal correct zijn. Ik kan geen verklaring geven voor de gang van zaken. De heen Wolleswinkel en de heer Erhart verklaarden kennelijk al heel snel dat er gen gevaarlijke lading aan boord was. Maar ik weet er feitelijk niets van. Wat ik weet is dat ik rond twaalf uur met de heer Bloemen de lijst vluchtig heb doorgenomen en alles doorgezonden hebben naar de RLD.

In het voorgesprek heb ik een vrij nauwkeurig verslag gedaan wie er aanwezig waren op de dag van de ramp en wie wat deed. Ik besef goed dat de reconstructie van de gang van zaken belangrijk is. De aanname dat ik verantwoordelijk was voor het inzamelen van het verarmd uranium is verkeerd. Ik weet er niet van af. Ik kan het ook niet herkennen. Het maken van het journaal over de gang van zaken is begonnen op de avond van de ramp. Ik verklaar dat het journaal vanaf het begin is gemaakt door medewerkers met tijdstippen en gegevens. Of het uiteindelijke journaal een originele uitdraai is weet in niet. Ik denk dat in de archieven de originelen liggen. Het is een bijlage bij het proces verbaal Er heeft geen controle plaatsgevonden.



Eindconclusies van de heer Meijer Parlementaire Enquête Bijlmerramp 1999

  • Herinneringen komen hoofdzakelijk uit de journaals en de logboeken, dit verklaard de verschillen tussen het voorgesprek en dit openbaar verhoor.
    ANTWOORD: Correct.

  • De beveiliging en bewaking in hangar acht was optimaal, alleen functioneel personeel met pasjes werd toegelaten.
    ANTWOORD: Correct .

  • Metingen in hangar acht na het bekend worden van aanwezigheid van verarmd uranium gaven geen zodanige concentraties dat voor gevaar van de volksgezondheid moest worden gevreesd.
    ANTWOORD: Correct.

  • De vondst van verarmd uranium op 7 oktober 1992 is door de rijkspolitie dienst Luchtvaart niet doorgegeven aan de meldkamer van de gemeente politie Amsterdam , het beleidscentrum in Amsterdam dan wel de hulpverleningsdienst op de rampplaats.
    ANTWOORD: Er is wel contact geweest door de rijksluchtvaart dienst met de functionaris van de rijksluchtvaart dienst, maar dat staat ook in het journaal, maar dat eh, zou ik niet durven zeggen . Ik dacht dat er in het journaal melding van wordt gemaakt, maar dat er contact is geweest over het verarmd uranium tussen de RLD ter plekke in de Bijlmer en de RLD .

  • We moeten dit toch heel helder zien te krijgen meneer Damveld, want u heeft toen straks, daarom schrijf ik het op, u heeft gezegd dat het niet door gegeven is, volgens u. U bent niet de RLD.
    ANTWOORD: Neen

  • U bent de politie.
    ANTWOORD: Er is contact geweest met de RLD en bij de RLD wordt er gezegd is niets bekend over stralingsgevaar.

  • Mijn vraag is, ik wil graag van u bevestiging of ontkenning dat hetgeen u hier gezegd heeft dat de vondst van het verarmd uranium op 7 oktober 1992 is door de rijkspolitie dienst luchtvaart niet doorgegeven aan de meldkamer van de gemeente politie Amsterdam. Ik laat de RLD er even buiten.
    ANTWOORD: Daar kan ik geen antwoord op geven, ik heb het in ieder geval niet doorgegeven.

  • U heeft het niet doorgegeven. Ook niet aan het beleidscentrum en dus ook niet aan de hulpverleners op de rampplek.
    ANTWOORD: Ik heb het niet doorgegeven, of het doorgegeven is dat weet ik niet, maar ik heb het niet doorgegeven.

  • In hangar acht droegen KLM-ers beschermende witte kleding naar aanleiding van de vondst van het verarmd uranium.
    ANTWOORD: Is correct.

  • Door reorganisatie was de politie op schiphol op vier oktober 1992 onderbemensd.
    ANTWOORD: Nee, dat is niet mijn conclusie, als u ziet dat op een gegeven moment de commandant dienst luchtvaart, eh, die was ziek en de heer van Dijk weg was, ik was niet onderbemensd.

  • U onderschrijft het niet.
    ANTWOORD: Nee dat er onderbemensing plaats vond.

  • U heeft de vrachtbrieven bekeken samen met de heer Bloemen.
    ANTWOORD: Daar ga ik van uit gezien het journaal.

  • U weet niet wie het bericht over gevaarlijke lading gemeld heeft aan de politie Amsterdam.
    ANTWOORD: Neen.

  • U heeft geen verklaring waarom de heer Nix meer dan vier uur weg is geweest om de papieren op te halen en u heeft er ook niet naar gevraagd.
    ANTWOORD: Neen.

Dan zijn wij aan het einde gekomen van dit openbaar verhoor en verzoek de griffier de Damveld uit te geleiden en ik schors de vergadering tot half twee.



Pierre Heijboer reageert op de verhoren van de parlementaire enquêtecommissie.
Hij meent dat de volgende prangende vragen ontbraken of onwaarheden werden verteld.