Nederland ontbeert een Grondwettelijk Hof als enig land in Europa. Rechterlijke willekeur is dan ook dagelijkse praktijk

De principes van de grondrechten zijn 'n paradox. Die zijn gebaseerd op principes van Parijs (Franse Revolutie)

Artikel 7. lid 1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten
of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.


Europese Grondwet . . . SDN Homepage . . . Nederlandse Grondwet . . . Belgische Grondwet
Wettekst over invoering en uitwerking van artikel 120 van de Grondwet



Willekeur is troef in de Nederlandse Rechtspraak

Het nieuwe verdrag tot instelling van de Benelux Unie is in strijd met Art. 350 van het Verdrag van Lissabon, vanwege artikel 120 in de Nederlandse Grondwet.

Op 17 juni 2008 werd in Den Haag een nieuw verdrag ondertekend, dat in 2010 in werking trad. In artikel 2 t/m 5 van dit nieuwe verdrag tot instelling van de Benelux Unie staat letterlijk het volgende:

Artikel 2

1. De Benelux Unie

heeft tot doel de samenwerking tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen te verdiepen en uit te bouwen, opdat deze verder een voortrekkersrol kan vervullen binnen de Europese Unie en de grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus kan versterken en verbeteren.

 

2. De Benelux Unie richt zich met name op:

a. het voortbestaan en de verdere ontwikkeling van een economische unie, die een vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten omvat en die een afgestemd beleid op economisch, financieel en sociaal gebied betreft, met inbegrip van een gezamenlijk beleid in de economische relaties met derde landen;

b. de duurzame ontwikkeling, waarin een evenwichtige economische groei, maatschappelijke bescherming en de bescherming van het milieu worden verenigd;

c. de samenwerking op de gebieden van justitie en binnenlandse zaken.

 

Artikel 3

1. Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen in artikel 2 stelt de Benelux Unie periodiek een meerjarig Gemeenschappelijk Werkprogramma op, waarin de prioriteiten van de samenwerking worden vastgesteld.

2. Het Gemeenschappelijk Werkprogramma betreft onder meer:

a. de vervolmaking van de interne Benelux markt en de verwezenlijking van de Benelux Economische Unie met inbegrip van de verdere afstemming van het sociaal beleid, van het beleid op het gebied van de energie en het klimaat, alsmede van de samenwerking op het gebied van transport en communicatie;

b. de samenwerking op het gebied van het milieu, de natuur, de landbouw en de natuurlijke ruimten;

c. het beleid op het gebied van visa en immigratie, de politiėle samenwerking, de samenwerking met betrekking tot het beheer van crises en de bestrijding van rampen, alsmede met betrekking tot de strijd tegen het terrorisme en tegen fraude, onder meer op het gebied van belastingen;

d. de samenwerking op overig gebied indien noodzakelijk ter verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 2.

 

Artikel 4

De rechten en verplichtingen voortvloeiende uit Deel 1 en Deel 3 van het Verdrag van 1958 zijn onverminderd van kracht, tenzij in dit Verdrag anders wordt bepaald.

 

Artikel 5

De instellingen van de Benelux Unie zijn:

a. het Benelux Comité van Ministers;

b. de Benelux Raad;

c. de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad;

d. het Benelux Gerechtshof;

e. het Benelux Secretariaat-generaal..

 

Deze samenwerking van de lidstaten Nederland, Belgiė en Luxemburg is gebaseerd op Artikel 350 van het het op 1 december 2009 in werking getreden Verdrag van Lissabon, waarin letterlijk het volgende staat geschreven:

 

Artikel 350 (oud artikel 306 VEG)

De bepalingen van de Verdragen vormen geen beletsel voor het bestaan en de voltooiing van de regionale unies tussen Belgiė en Luxemburg alsmede tussen Belgiė, Luxemburg en Nederland, voor zover de doelstellingen van die regionale unies niet bereikt zijn door toepassing van de Verdragen.

 

Het Verdrag van Lissabon wordt bij het verschijnen van deze publicatie nog geratificeerd door de lidstaten, overeenkomstig hun respectieve grondwettelijke regels. In artikel 120 van de Nederlandse Grondwet staat letterlijk het volgende:

 

"De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen.

 

Dit betekent dat in Nederland de grondwettigheid van wetten en verdragen, en daarmee ook het Verdrag van Lissabon, niet mag worden getoetst door de rechter. Dit in tegenstelling tot in Belgiė.

 

In artikel 141 en 142 van de Belgische Grondwet staat letterlijk het volgende:

 

Art. 141
De wet stelt de procedure in om de conflicten tussen de wet, het decreet en de in artikel 134 bedoelde regelen, alsook tussen de decreten onderling, en tussen de in artikel 134 bedoelde regelen onderling te voorkomen.

 

Art. 142
Er bestaat voor geheel Belgiė een
De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen.ā€¯

waarvan de samenstelling, de bevoegdheid en de werking door de wet worden bepaald.

Dit Hof doet, bij wege van arrest, uitspraak over :
1° de in artikel 141 bedoelde conflicten;
2° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 134 bedoelde regel, van de artikelen 10, 11 en 24;
3° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 134 bedoelde regel, van de artikelen van de Grondwet die de wet bepaalt.

De zaak kan bij het Hof aanhangig worden gemaakt door iedere bij wet aangewezen overheid, door ieder die doet blijken van een belang of, prejudicieel, door ieder rechtscollege.

De wetten bedoeld in het eerste lid, in het tweede lid, 3Ā°, en in het derde lid, worden aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.

Op bijgevoegde foto hieronder is te zien dat de ministers van Buitenlandse Zaken van de Benelux, Steven Vanackere (Belgiƫ), Uri Rosenthal (Nederland) en Jean Asselborn (Luxemburg) op het gebied van economie, duurzaamheid, veiligheid, politie en justitie vanaf het in werking treden van het nieuwe verdrag tot instelling van de Benelux Unie zodanig goed samenwerken dat zij daarvoor zelfs een nieuw logo hebben gemaakt.

Op grond van artikel 120 van de Nederlandse Grondwet mag de rechter de grondwettigheid van wetten en verdragen niet beoordelen terwijl in artikel 142 van de Belgische Grondwet het Grondwettelijk Hof de grondwettigheid van wetten en verdragen moet beoordelen.

Dit betekent dat in Nederland (inzake o.a. gelijke behandeling, milieu en gezondheid) de wetten en verdragen niet door een rechter mogen worden getoetst aan de hieronder ingelaste artikelen 1, 21 en 23 uit de Nederlandse Grondwet:

 

Artikel 1 Grondwet

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

 

Artikel 21 Grondwet

De zorg van de overheid is gericht op de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het leefmilieu.

 

Artikel 22 Grondwet

1. De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid.

2. Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid.

3. Zij schept voorwaarden voor maatschappelijke en culturele ontplooiing en voor vrijetijdsbesteding.

 

Dit in tegenstelling met Belgiė. In Belgiė moeten (inzake o.a. gelijke behandeling, milieu en gezondheid) de wetten en verdragen worden getoetst aan de hieronder ingelaste artikelen 10 en 23 uit de Belgische Grondwet:

 

Art. 10
Er is in de Staat geen onderscheid van standen.

De Belgen zijn gelijk voor de wet; zij alleen zijn tot de burgerlijke en militaire bedieningen benoembaar, behoudens de uitzonderingen die voor bijzondere gevallen door een wet kunnen worden gesteld.

De gelijkheid van vrouwen en mannen is gewaarborgd.

 

Art. 23
Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden.

Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen.

Die rechten omvatten inzonderheid :
1
° het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen;
2° het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand;
3° het recht op een behoorlijke huisvesting;
4° het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu;
5° het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing.

Daarmee is de Nederlandse en Belgische Grondwet 100% strijdig met elkaar en kan er onmogelijk worden samengewerkt op het gebied van economie, duurzaamheid, veiligheid, politie en justitie zoals dat in 2010 is overeengekomen met het ondertekenen van het nieuwe verdrag tot instelling van de Benelux Unie.


Reclaim democracy!

Analoog aan de ervaring van de grootouders van Fleeré het volgende:

Lezer gegroet,

De berichten vanuit Europa worden steeds verontrustender.

Ik geef u het volgende voorbeeld: Bij de voorbereidingen van de 1 mei viering in Berlijn spraken vier grote vakbonden uit Duitsland, Italiė, Polen en Spanje hun actievoerders  toe met de volgende slogan: ‘Europaweite Angriffe auf das Streikrecht – Wir wehren uns gemeinsam’.

Ik heb zowel op 29 en op 30 april deze groepen persoonlijk geļnformeerd over het afschaffen van de actio popularis zoals dit op 1 juli 2005 in gidsland Nederland is gebeurd en op 16 november  2010 door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg is gelegitimeerd. Alleen het afschaffen van de actio popularis maakt een beperking van het strijkrecht in Europa mogelijk.

In de kranten stond over de eerder gevoerde slogan geen woord. Men neuzelde dat mensen protesteerden tegen de huurverhoging. Binnenkort wordt hier, net als in Engeland, wetgeving van kracht dat men personen bij de minste of geringste verdenking kan oppakken, zoals dat ook met de grootouders van Fleeré in de jaren ’40 is gebeurd.

Verzetstrijders worden niet gemaakt. Verzetstrijders ontstaan ook niet zo maar. Verzet is alleen mogelijk wanneer de emotie ‘verontwaardiging’ nog binnen de menselijke geest en lijf leeft. Het ziet er echter naar uit dat men deze emotie middels giftige stoffen zowel in voeding, lucht als in producten bij de mensen probeert uit te schakelen.

M.a.w., niet Den Haag, London, Parijs, Rome, Berlijn of Brussel is ons probleem maar Straatsburg. Daar zetelen de onzichtbare politieke handelende staatshoofden van Europa met hun eigen rechtbank ‘Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens’. Hoe het mogelijk is dat wij hier meer dan 60 jaar in gestonken zijn is ook voor mij een raadsel.

Het gaat dus niet om personen, waarvan wij weten dat wij allemaal beperkt zijn en allemaal het eigen nut nastreven, maar het systeem is de boosdoener. Het systeem moet bestreden worden!.

Het was de beroepsintellectueel D.H.M. Meuwissen die in 1984 in  zijn boekje ‘Grondrechten’ in de eerste zin van zijn inleiding schreef: ‘Het thema ‘grondrechten’ of ‘mensenrechten’ is op het ogenblik bijzonder actueel’ . Hij schreef dit nadat in 1983 een geruisloze grondwetsherziening had plaats gevonden waarbij H.M. de Koningin, in strijd met de triasleer geruisloos is toegetreden tot de regering. Ook werd bij deze grondwetsherziening voor het eerst een door H.M. de Koningin gewenste beschrijving van de grondrechten toegevoegd.  Beste mensen, het op een hoop gooien van mensenrechten en grondrechten is een gotspe! Mensenrechten zijn een verzinsel van de heersers waarmeer men met de eerste Frans-Amerikaanse mensenrechten van 1789 de bevolking zand in de ogen heeft gegooid. In 1848 had het proletariaat dat in de gaten en eisten van de Europese koningen, de toenmalige staatshoofden van Europa de plichten op. Plichten die zijn afgesproken bij de principes van de grondrechten. Het zijn dan ook deze plichten die het daglicht moeten gaan zien. Want rechten zonder plichten bestaat niet.

Zie onderstaand mijn brief aan de onzichtbaar politiek handelen staatshoofden in Straatsburg

Alleen door de plichten van de grondrechten op te eisen kunnen wij het systeem bestrijden. Een kind doet de was.

Reclaim democracy!

Europäischen Hymne: „Alle Menschen werden Brüder“ (Beethoven/ Schiller, „Ode an die Freude“).